Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juli 2012
gepubliceerd op 18 juli 2012

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2012022281
pub.
18/07/2012
prom.
05/07/2012
ELI
eli/besluit/2012/07/05/2012022281/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JULI 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/01/2009 pub. 06/02/2009 numac 2009022031 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten sluiten tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36, gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2002 pub. 22/02/2002 numac 2002022093 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/01/2009 pub. 06/02/2009 numac 2009022031 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten sluiten tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten;

Gelet op het advies van de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen, gegeven op 11 januari 2012;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 8 februari 2012;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 13 februari 2012;

Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 6 april 2012;

Gelet op het advies nr. 51.417/2 van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 10 van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/01/2009 pub. 06/02/2009 numac 2009022031 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten sluiten tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 10.Na het eerste jaar van het zorgtraject is de betaling van de forfaitaire honoraria aan de huisarts en de geneesheer-specialist zoals bedoeld in artikel 11, en is de verlenging van de periode waarover de rechthebbende geen persoonlijk aandeel verschuldigd is op de honoraria bedoeld in artikel 9, afhankelijk van de volgende voorwaarden : 1° na verloop van het eerste jaar te rekenen vanaf het begin van het zorgtraject zoals bedoeld in artikel 6, en op voorwaarde dat voor dezelfde rechthebbende en dezelfde pathologie in de loop van het eerste jaar geen ander zorgtrajectcontract werd gesloten, betaalt de verzekeringsinstelling het forfaitair honorarium bedoeld in artikel 11 voor het tweede jaar van het zorgtraject aan de huisarts en de geneesheer-specialist binnen de dertig dagen na de eerste verjaardag van het begin van het zorgtraject en verlengt ze de periode waarover de rechthebbende geen persoonlijk aandeel verschuldigd is op de honoraria bedoeld in artikel 9, tot het einde van het tweede kalenderjaar na het kalenderjaar waarin zich het begin van het zorgtraject situeert.2° na verloop van het tweede jaar te rekenen vanaf het begin van het zorgtraject zoals bedoeld in artikel 6, en op voorwaarde dat in de loop van het eerste jaar twee raadplegingen of bezoeken werden aangerekend aan de rechthebbende door de huisartsen zoals bedoeld in artikel 9, 1° of 2°, betaalt de verzekeringsinstelling het forfaitair honorarium zoals bedoeld in artikel 11 voor het derde jaar van het zorgtraject aan de huisarts en de geneesheer-specialist binnen de dertig dagen na de tweede verjaardag van het begin van het zorgtraject en verlengt ze de periode waarover de rechthebbende geen persoonlijk aandeel verschuldigd is op de honoraria bedoeld in artikel 9, tot het einde van het derde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin zich het begin van het zorgtraject situeert. Voor de rechthebbenden waarop bij het begin van het zorgtraject de clausule bedoeld in artikel 5, § 1, vijfde lid, van toepassing is, moet de ondertekenende huisarts bovendien in de loop van het eerste jaar van het zorgtraject het honorarium voor het openen van het globaal medisch dossier hebben aangerekend. 3° na verloop van het derde jaar te rekenen vanaf het begin van het zorgtraject zoals bedoeld in artikel 6, en op voorwaarde dat in de loop van het tweede jaar één raadpleging door de ondertekenende geneesheer-specialist en twee raadplegingen of bezoeken door de huisartsen zoals bedoeld in artikel 9, 1° of 2°, werden aangerekend aan de rechthebbende, betaalt de verzekeringsinstelling het forfaitair honorarium zoals bedoeld in artikel 11 voor het vierde jaar van het zorgtraject aan de huisarts en de geneesheer-specialist binnen de dertig dagen na de derde verjaardag van het begin van het zorgtraject en verlengt ze de periode waarover de rechthebbende geen persoonlijk aandeel verschuldigd is op de honoraria bedoeld in artikel 9, tot het einde van het vierde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin zich het begin van het zorgtraject situeert. Voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 3, 2°, wordt als aanrekening van een raadpleging van de ondertekende geneesheer-specialist eveneens in aanmerking genomen de aanrekening van een forfait voor hemodialyse met de code 761272-761283 of 761515-761526 zoals bepaald volgens het koninklijk besluit van 23 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/06/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003022744 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 71bis, §§ 1 en 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 71bis, §§ 1 en 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. » Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2009.

Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX

^