5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 mei 1989 betreffende de overdracht aan niet-kernwapenstaten van kernmaterialen, kernuitrustingen, technologische kerngegevens en hun afgeleiden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 februari 1981 houdende de voorwaarden voor export van kernmaterialen en kernuitrustingen, alsmede van technologische gegevens, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 mei 1989 betreffende de overdracht aan niet-kernwapenstaten van kernmaterialen, kernuitrustingen, technologische kerngegevens en hun afgeleiden, inzonderheid op artikel 6;

Overwegende dat de bevoegdheidsveranderingen bij de federale en gewestelijke overheidsdiensten een wijziging van de samenstelling van de Commissie van Advies voor de niet-verspreiding van kernwapens (C.A.N.V.E.K.) noodzakelijk maken;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2004, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit van 12 mei 1989 betreffende de overdracht aan niet-kernwapenstaten van kernmaterialen, kernuitrustingen, technologische kerngegevens en hun afgeleiden wordt vervangen als volgt : « § 3. De Commissie is samengesteld uit een voorzitter en tien leden, volgens de volgende verdeling : - De voorzitter en een lid die de Minister vertegenwoordigen die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft; - Negen leden die ieder van de Ministers vertegenwoordigen tot wier bevoegdheden respectievelijk, de Economie, de Buitenlandse Zaken, het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, het Leefmilieu, de Buitenlandse Handel, de Staatsveiligheid, de Volksgezondheid, de Landsverdediging en het Wetenschapsbeleid behoren.

Elk gewest kan zich laten vertegenwoordigen door een waarnemer. »

Art. 2.Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Energie, Mevr. F. MOERMAN