Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2006
gepubliceerd op 04 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de erkenning van de anciënniteit

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200607
pub.
04/04/2006
prom.
05/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de erkenning van de anciënniteit (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de erkenning van de anciënniteit.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 Erkenning van de anciënniteit (Overeenkomst geregistreerd op 18 april 2001 onder het nummer 62119/CO/319) Gelet op het "akkoord met de non-profit" van 29 juni 2000, tussen de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vertegenwoordigers van de werknemers en van de uitvoerende machten, wordt overeengekomen hetgeen volgt. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden. HOOFDSTUK II. - Bepalingen Art. 3.1. Worden aanvaard, de periodes gepresteerd door de werknemer, in België of in het buitenland, in een voltijdse of deeltijdse tewerkstelling in de instellingen, erkend of gesubsidieerd, die afhangen van de sectoren gezondheid, personenzorg, beleid van de personen met een handicap, beleid van de kinderopvang, jeugd en jeugdzorg, volwassenenscholing, cultuur, onderwijs en socio-professionele inschakeling. 2. Alle uitgeoefende functies worden in aanmerking genomen, zonder onderscheid.3. Voor het administratief personeel, boekhouders en arbeiders, worden de arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen verworven door de werknemer bij werkgevers in België of in het buitenland, die ressorteren onder een andere sector dan deze hierboven vermeld eveneens in aanmerking genomen, ongeacht de uitgeoefende functie, met een maximum van 10 jaar.4. Onder "arbeidsperiode" wordt verstaan : - de effectief uitgeoefende arbeidsperiodes gedekt door een arbeidscontract of door het statuut geregeld door het publiek recht. - de gelijkgestelde dagen vastgesteld in artikel 24 van het besluit van 28 november 1969, zaterdagen, zondagen en recuperatiedagen, verwijderingsperiodes, zwangerschaps- en ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking of tijdskrediet en ziekte. 5. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de deeltijdse en de voltijdse prestaties.6. Om de anciënniteit vast te leggen, worden de arbeidsperiodes en de gelijkgestelde dagen bijeengevoegd en geboekt in volledige jaren en maanden. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 4.De collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de instellingen en diensten, en die gunstigere bepalingen bevatten voor de werknemers, blijven van toepassing.

Art. 5.De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen toegekend door deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen worden toegekend aan de werknemers als de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het College van de Franse Gemeenschapscommissie het artikel 6, 1ste alinea integraal uitvoeren van het akkoord van 29 juni 2000 en van het aanhangsel van 19 juli 2001 van ditzelfde akkoord. Zij komen eveneens overeen deze zelfde overheden in te lichten over de goede uitvoering van deze overeenkomst.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij wordt van kracht op 1 januari 2001. Zij kan worden opgezegd met een opzeggingstermijn van één jaar, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, die de ondertekenende partijen ervan in kennis stelt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^