Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2006
gepubliceerd op 29 augustus 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200700
pub.
29/08/2006
prom.
05/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 mei 2000, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2000, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juli 2003, inzonderheid op de artikelen 1, 7, § 1 en 8, § 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de loon en arbeidsvoorwaarden voor musici.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 22 mei 2000, Belgisch Staatsblad van 7 juli 2000.

Koninklijk besluit van 10 juli 2003, Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2003.

Bijlage Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2004 Loon en arbeidsvoorwaarden voor musici (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 2004 onder het nummer 72731/CO/304)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die musici en/of zangers rechtstreeks of via een tussenpersoon in dienst nemen en op hun werknemers, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf.

Voor de ondernemingen daarvan de hoofdactiviteit valt onder de werkingssfeer van een ander Paritair comité en die rechtstreeks of via een tussenpersoon musici en/of zangers in dienst nemen, gelden enkel de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst die betrekking hebben op podiumartiesten.

Ze is niet van toepassing op de ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst podiumkunsten afgesloten op 8 oktober 2002 en geregistreerd bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid onder het nummer 65992/CO/304. Zij is bovendien niet van toepassing op ondernemingen die gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap in de sector van de dramatische kunst, noch op de Koninklijke Opera van Wallonië.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijk en vrouwelijke arbeiders en bedienden.

Art. 2.Artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici wordt vervangen door de volgende bepaling : « Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op werkgevers die musici en/of zangers rechtstreeks of via een tussenpersoon in dienst nemen en op hun werknemers, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf.

Voor de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit valt onder de werkingssfeer van een ander Paritair Comité en die rechtstreeks of via een tussenpersoon musici en/of zangers in dienst nemen, gelden enkel de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst die betrekking hebben op podiumartiesten.

Ze is niet van toepassing op ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst podiumkunsten afgesloten op 8 oktober 2002 en geregistreerd bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid onder het nummer 65992/CO/304, zoals verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2004. Zij is bovendien niet van toepassing op ondernemingen die gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap in de sector van de dramatische kunst, noch op de Koninklijk opera van Wallonië.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden. »

Art. 3.Artikel 7, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de minimum weddenschalen vast voor de werknemers die per dienst worden aangeworven en voor de werknemers die worden aangeworven met een maandloon.

Arbeidsprestaties kunnen enkel vergoed worden middels een dienstvergoeding of middels een maandloon, zoals bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Werknemers die in een periode van drie maanden minder dan 54 dagen arbeidsprestaties leveren, kunnen worden aangeworven per dienst, voorzover er in deze periode niet meer dan 4 opeenvolgende weken gepresteerd worden. Wanneer binnen een periode van 3 maanden meer dan 54 dagen gepresteerd worden of wanneer minsten 4 opeenvolgende weken prestaties geleverd worden, worden zij automatisch aangeworven met een maandloon. Het spreekt voor zich dat de contractanten vrij zijn hogere barema's te voorzien. »

Art. 4.Artikel 8, § 2. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 8, § 2. Verplaatsingen naar de tewerkstellingsstandplaats zijn voor rekening van de werknemer, met inachtneming van de wettelijke tussenkomst van de werkgever dienaangaande. Voor de werknemers die per dienst worden aangeworven, betaalt de werkgever de wettelijke tussenkomst ongeacht de duur van de arbeidsovereenkomst en de vervoerwijze. Wanneer ingevolge de beperkte duur van de arbeidsovereenkomst geen treinkaart of abonnement kan worden aangekocht voor de verplaatsing naar de tewerkstellingsstandplaats, wordt de tussenkomst van de werkgever vastgelegd op 60 pct. van de prijs voor een ticket in tweede klas van het openbaar vervoer.

Uitgezonderd schriftelijke toestemming van de werkgever, dient voor de verplaatsingen van de tewerkstellingsstandplaats naar de werkplaats het vervoermiddel van de werkgever te worden gebruikt.

Voor een rondreis in het buitenland, mag reizen per vliegtuig of per schip niet worden geweigerd. »

Art. 5.Behoudens artikel 2, dat in werking treedt op 1 oktober 2002, treedt deze collectieve arbeidsovereenkomst in werking op dezelfde dag als de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1999, die zij wijzigt en heeft dezelfde geldigheidsduur.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^