Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 mei 1999
gepubliceerd op 28 mei 1999

Koninklijk besluit houdende instemming met het eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk « Belgische Technische Coöperatie »

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1999015109
pub.
28/05/1999
prom.
05/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/05/1999015109/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MEI 1999. - Koninklijk besluit houdende instemming met het eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk « Belgische Technische Coöperatie »


ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.

Gelet op de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het advies van de inspecteur van financièn van 14 januari 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 januari 1999;

Gelet op het protocol nr. 85/3 van 16 februari 1999 waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen het Sectorcomité 1 worden vermeld;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, enerzijds, de wet tot oprichting van de BTC aan deze exclusief de uitvoering van bepaalde taken van openbare dienst op het gebied van de directe bilaterale samenwerking toekent en, anderzijds, de Algemene Samenwerkingsakkoorden en de Bijzondere Vergelijken tussen de Belgische Staat en de partnerlanden, partners van de Belgische Directe Bilaterale Samenwerking, bepalen dat de uitvoering van deze taken wordt toevertrouwd aan het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking, en dat het dus past dat deze partnerlanden binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte kunnen worden gebracht van de modaliteiten dewelke de continuïteit van de verwezenlijking van de prestaties inzake ontwikkelingssamenwerking dienen te garanderen, alsmede de omstandigheid dat elk verder uitstel met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de wetten en besluiten tot herinrichting van de Belgische Internationale Samenwerking, aanleiding kan geven tot verwarring bij de partners van de Belgische Internationale Samenwerking;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 februari 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en van onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk « Belgische Technische Coöperatie » wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit en het bij dit besluit gevoegde contract treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS

Bijlagen BEHEERSCONTRACT TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP VAN PUBLIEK RECHT MET SOCIAAL OOGMERK « BELGISCHE TECHNISCHE COÖPERATIE » opgericht conform de bepalingen van Hoofdstuk III van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht, hierna genoemd « de wet tot oprichting van de BTC ».

Tussen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, hierna genaamd « de Staat »;

En : de Belgische Technische Coöperatie, naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk bedoeld in artikel 3 van de wet tot oprichting van de BTC, met maatschappelijke zetel Regentlaan 45-46, te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Y. Haesendonck, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de raad van bestuur, en door de heer W. Peirens, in zijn hoedanigheid van bestuurder, hierna genaamd « de BTC ».

Gezien de beraadslaging van de Ministerraad van 22 januari 1999;

Gezien de beraadslaging en de beslissing van de raad van bestuur van de BTC van 12 april 1999, conform de bepalingen van artikel 16, § 2 van de wet tot oprichting van de BTC;

Gezien het overleg van 10 februari 1999 met de representatieve vakbondsorganisaties, conform de bepalingen van artikel 15, § 4 van de wet tot oprichting van de BTC; wordt vooraf uiteengezet wat volgt : (1) De redenen voor de oprichting van de BTC en voor het sluiten van een beheerscontract tussen haar en de Belgische Staat zijn uitgebreid beschreven en besproken naar aanleiding van het debat over de wet tot oprichting van de BTC. In essentie is gebleken dat, om op een soepelere en professionelere wijze te kunnen antwoorden op de nieuwe uitdagingen die zich aandienen in het kader van de internationale samenwerking, het nodig was om : - de opdracht van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking te herconcentreren op de volgende opdrachten : - het uitwerken van het beleid en de uit te voeren strategieën; - de identificatie van samenwerkingsprogramma's en -projecten; - de evaluatie en de controle van samenwerkingsprogramma's en -projecten. - een gespecialiseerde instelling op te richten, belast met de tenuitvoerlegging van het beleid op het vlak van de directe bilaterale samenwerking, met andere woorden met het dagelijks beheer en met de uitvoering van samenwerkingsprogramma's en -projecten binnen het kader van de strategieën en de indicatieve programma's uitgewerkt, geëvalueerd en gecontroleerd door de Minister, bevoegd voor de BTC, met inachtneming van de met de partners van de Belgische internationale samenwerking gesloten Algemene samenwerkingsakkoorden en Bijzondere overeenkomsten.

De hoofdopdracht van de BTC bestaat dan ook uit de formulering en de tenuitvoerlegging van de prestaties van de directe bilaterale samenwerking met het oog op het uitvoeren van de taken van openbare dienst die haar zijn toevertrouwd. Naast deze opdracht kan de BTC eveneens belast worden met de verwezenlijking van andere taken op het vlak van de directe bilaterale samenwerking, van de indirecte bilaterale samenwerking of van de multilaterale samenwerking. (2) De voorliggende overeenkomst wordt gesloten met inachtneming van de Wet, van de beslissingen van de Ministerraad van 11 juli 1997 en 19 december 1997 en van de verbintenissen, vertolkt in de beleidsverklaring inzake de Belgische internationale samenwerking. De partijen sluiten dit beheerscontract volledig in overeenstemming met voornoemde strategie van de Belgische internationale samenwerking.

De beslissingen tot toewijzing van taken van openbare dienst aan de BTC in het kader van de uitvoering van dit contract zijn onderworpen aan het nazicht door de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Minister, bevoegd voor de Belgische Internationale Samenwerking, conform het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en budgettaire controle. (3) De ontwikkelingsproblemen zijn van die aard dat het voorwerp van de verplichtingen die de BTC moet nakomen om de taken van openbare dienst te verwezenlijken die haar worden toegewezen door de Staat, niet meteen kan bepaald worden.Met inachtneming van de bepalingen van het beheerscontract, moeten de prestaties van de BTC precies worden vastgelegd en worden verduidelijkt in het kader van de procedures, bepaald in het hieronder beschreven beheerscontract.

Het voorwerp van dit beheerscontract bestaat er dus in de wederzijdse rechten en verplichtingen van de Staat en van de BTC te bepalen ter gelegenheid van de verwezenlijking van deze taken en dit op volgende wijze : 1° bepaling van de uit te voeren taak van openbare dienst door verwijzing naar de de resultaten die bereikt moeten worden na afloop van de verwezenlijking ervan;2° de nadere regels voor de verwezenlijking van deze taak van openbare dienst, met andere woorden de rechten en de plichten lastens de Staat en lastens de BTC;3° de procedure voor de toewijzing aan de BTC van deze taak van openbare dienst.(4) Dit beheerscontract regelt de « taken van openbare dienst » van de Belgische internationale samenwerking, waarvan de verwezenlijking een deelname van de Staat en/of de BTC inhoudt - waarbij elke partij een specifieke rol vervult in de verwezenlijking ervan, zonder afbreuk te doen aan de rol van het partnerland of van de lokale partner. De voornaamste taken van openbare dienst inzake de directe bilaterale samenwerking bestaan uit de identificatie, de formulering, de tenuitvoerlegging en de ex-post evaluatie van de samenwerkingsprestaties.

De eigenlijke samenwerkingsprestaties worden uitgevoerd door de BTC of door het partnerland of door de lokale partner, naargelang de gekozen wijze van samenwerking.

De specifieke prestaties van de BTC die uitgevoerd worden conform dit beheerscontract en met de toewijzingsovereenkomsten die ten gevolge hiervan worden afgesloten, maken integraal deel uit van de samenwerkingsprestaties. (5) De aanduiding van de partijen in dit beheerscontract gebeurt logischerwijze door verwijzing naar de rechtspersoon van publiek recht, met name de « Staat » en de « BTC ». Deze aanduiding doet vanzelfsprekend geen afbreuk aan het recht van elke partij om op haar verantwoordelijkheid, in het kader van haar autonome bevoegdheid inzake haar interne organisatie, het orgaan of de onderaannemende instantie aan te wijzen die belast wordt met de materiële verwezenlijking van elke taak van openbare dienst.

Evenwel stipuleert dit beheerscontract, gezien het strategische belang van een noodzakelijk geachte « decentralisatie » in het kader van de verwezenlijking van bepaalde taken van openbare dienst, dat wat deze taken betreft de « Attaché voor de internationale samenwerking » en de « plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC » in het partnerland de enige instanties vormen die belast zijn, respectievelijk voor de Staat en voor de BTC, met de materiële verwezenlijking van deze taken. Zij moeten daartoe van de Staat en van de BTC de vereiste bevoegdheidsdelegatie ontvangen, zonder weliswaar afbreuk te doen aan de procedures van administratieve en begrotingscontrole of financiële controle. (6) De nadere regels inzake de financiering van de BTC worden geregeld conform artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. De voornaamste wijze van financiering van de BTC bestaat uit de facturering aan de Staat van de prijs, bepaald in de overeenkomsten inzake de verwezenlijking van de taken van openbare dienst die het voorwerp uitmaakten van een dergelijke overeenkomst. Deze financieringswijze stemt overeen met de contractuele aard van de betrekkingen tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk BTC. Rekening houdend met het feit dat de BTC geen leningen kan aangaan, tenzij in de uitzonderlijke omstandigheden bedoeld in artikel 31, 5° van de wet tot oprichting van de BTC en teneinde voldoende liquide middelen te verzekeren voor de BTC - wat zeker nodig is in de oprichtingsfase -, voorziet het beheerscontract in de betaling van maandelijkse voorschotten teneinde de continuïteit van de openbare dienst te garanderen.

Het beheerscontract bepaalt daarnaast, gedurende de eerste drie jaren, nog een andere, bijkomende financieringswijze, met name de betaling van een previsionele bijdrage voor de dekking van de beheerskosten, bestemd voor de dekking van : - de opstartkosten; - de beheerskosten die, bij ontstentenis van een analytische boekkouding op het moment van het sluiten van het beheerscontract, niet vooraf met zekerheid kunnen worden bepaald voor elk type taak van openbare dienst.

Deze financieringswijze is van tijdelijke aard en moet het voorwerp uitmaken van een onderzoek naar aanleiding van het afsluiten van het tweede beheerscontract. (7) In het kader van de economische ontwikkeling legt de Belgische internationale samenwerking de nadruk op de ondersteuning van de private sector, met inbegrip van de sociale economie inzonderheid via een programma dat de ontwikkeling van de private sector als doel heeft (« Private sector ontwikkelingsprogramma », afgekort « PSOP »). Het programma ter ondersteuning van de private sector (PSOP) in de partnerlanden beoogt om op een samenhangende wijze een geheel van diensten aan te bieden : (1) in de partnerlanden zelf (2) en in België, om de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen en kleinschalige productieve economische initiatieven in partnerlanden mogelijk te maken. Bepaalde opdrachten van de overheid, zoals de steun aan de private sector in de partnerlanden, hebben een dergelijk specificiek karakter dat zij aanleiding kunnen geven tot bijzondere uitvoeringsmodaliteiten.

De Staat zal aan de BTC een beleidsnota ter beschikking stellen, die de instrumenten beschrijft ter ondersteuning van de private sector in de partnerlanden. en wordt overeengekomen wat volgt : TITEL I. - Voorwerp van het beheerscontract

Artikel 1.Bepaling van het voorwerp Het voorwerp van dit beheerscontract is het regelen, volgens artikel 15, §§ 1 en 2 van de wet tot oprichting van de BTC, van de respectieve rechten en verplichtingen van de Staat en de BTC. Deze rechten en verplichtingen verduidelijken de voorwaarden ter verwezenlijking van de taken van openbare dienst die door de Staat aan de BTC worden toevertrouwd, evenals de procedure van de toewijzing ervan aan de BTC. TITEL II. - Sociaal oogmerk

Artikel 2.Bepaling van het sociaal oogmerk Conform artikel 164bis, § 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, worden de taken van openbare dienst bedoeld in titel III van dit beheerscontract door de BTC uitgevoerd met een sociaal oogmerk.

De BTC heeft als maatschappelijk doel en streeft actief na : - de verwezenlijking van de prioritaire doelstellingen van de Belgische internationale samenwerking, dit wil zeggen de duurzame menselijke ontwikkeling die aansluit bij de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, met inbegrip van het respect voor de fundamentele sociale rechten en het principe van goed bestuur dat beoogt te strijden tegen elke vorm van corruptie en speculatie en te streven naar een optimaal gebruik van de ontwikkelingshulp door de partnerlanden, het respect van de menselijke waardigheid, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden met speciale aandacht voor de strijd tegen elke vorm van discriminatie op basis van nationaliteit, geslacht, alsook op grond van sociale, ethnische, religieuze of filosofische redenen; - een grotere efficiëntie van de Belgische internationale samenwerking wat in het kader van een geografische, sectorale en thematische concentratie eveneens het streven naar een kwalitatieve verbetering van de ontwikkelingshulp inhoudt zoals die wordt gemeten aan de hand van criteria inzake ontwikkelingrelevantie vastgelegd door het Comité voor Ontwikkelingshulp van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; - de continuïteit en de duurzaamheid, in het kader van geografische, sectorale en thematische strategienota's, van de samenwerkingsprestaties van de Belgische internationale samenwerking door middel van een planmatige aanpak; - een actief partnerschap met alle actoren van de ontwikkelingssamenwerking, rekening houdend met de gedragsregels jegens de begunstigden van de samenwerkingsprestaties zoals bedoeld in artikel 30.

Artikel 3.Bijzonder verslag over het sociaal oogmerk Conform artikel 164bis, § 1, 6° van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, zal de BTC verslag uitbrengen over de manier waarop zij waakt over de verwezenlijking van het maatschappelijk doel dat zij zich conform artikel 2 heeft gesteld.

Het bijzonder verslag over het sociaal oogmerk zal met name de beschrijving bevatten van de verwezenlijking van het sociaal oogmerk, door middel van de verwezenlijking van de taken van openbare dienst zoals bedoeld in dit beheerscontract, alsmede de wijze waarop de uitgaven voor de investeringen, werkingskosten en lonen derwijze geconcipieerd worden dat ze het maatschappelijk doel van de vennootschap bevorderen.

Conform de procedure bepaald in artikel 23, § 1, al. 2 van de wet tot oprichting van de BTC, wordt het bijzonder verslag over het sociaal oogmerk, waarvan het ontwerp vastgelegd wordt door de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer, ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.

Het bijzondere verslag over het sociaal oogmerk zal opgenomen worden in het door de raad van bestuur opgestelde beleidsverslag, conform artikel 30, § 2 van de wet tot oprichting van de BTC. TITEL III. - Nadere regels voor de verwezenlijking van en toewijzingsprocedures voor de taken van openbare dienst HOOFDSTUK I. - Tenuitvoerlegging van het beleid en van de stragegieën van de Belgische internationale samenwerking

Artikel 4.Uitwerking van het beleid De uitwerking van het beleid en van de strategieën van de Belgische internationale samenwerking omvat : 1° de uitwerking van een coherent en ontwikkelingsrelevant beleid conform de wet en de door de Ministerraad goedgekeurde beleidsverklaringen inzake de Belgische internationale samenwerking;2° de uitwerking, in overleg met de partners van de Belgische internationale samenwerking, van coherente en ontwikkelingsrelevante strategieën conform de principes van geografische, sectorale en thematische concentratie;3° het sluiten van Algemene samenwerkingsakkoorden met de partnerlanden, partner van de directe bilaterale samenwerking, waarin inzonderheid de rol en de verantwoordelijkheden van de BTC bepaald worden alsmede de doelstellingen, de samenstelling, de regels voor het functioneren, de besluitvormingsmechanismen en de bevoegdheden van de gemengde lokale overlegstructuren met het oog op de identificatie van de samenwerkingsprestaties.Deze gemengde lokale overlegstructuren zullen worden samengesteld uit vertegenwoordigers van de Belgische Staat en van het partnerland, partner van de directe bilaterale samenwerking; de precieze samenstelling ervan zal nader bepaald worden, geval per geval, in de Bijzondere overeenkomsten tussen de Belgische Staat en de partnerlanden, partners van de Belgische directe bilaterale samenwerking; 4° de erkenning van en de toekenning van subsidies aan Belgische niet-gouvernementele organisaties, conform het koninklijk besluit van 18 juli 1997 betreffende de erkenning en de betoelaging van niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties en van hun federaties, en het sluiten van overeenkomsten met de andere partners inzake indirecte bilaterale samenwerking evenals met de internationale organisaties die partner zijn van de multilaterale samenwerking, inhoudende een verduidelijking van de voorwaarden en van de nadere regels voor financièle bijdragen van de Staat;5° het opstellen, met de partnerlanden van de directe bilaterale samenwerking, door middel van beleidsoverleg, van indicatieve samenwerkingssprogramma's conform de geografische, sectorale en thematische strategienota's;6° het opstellen, in overleg met de partners van de indirecte bilaterale samenwerking en met de internationale organisaties, partners van de multilaterale samenwerking, van meerjarige samenwerkingsprogramma's.

Artikel 5.Nadere regels voor de verwezenlijking § 1. De Staat werkt het beleid en de strategieën inzake de Belgische internationale samenwerking uit conform artikel 4.

De Staat notifieert aan de BTC een adviesaanvraag v|$$|Ago|$$|Agor hij de algemene samenwerkingsakkoorden sluit en voor hij de indicatieve samenwerkingsprogramma's opstelt. Deze raadpleging heeft onder meer betrekking op de verplichtingen die de BTC zal opnemen door of krachtens dit beheerscontract en, in het bijzonder, op de doelstellingen, de samenstelling, de regels voor het functioneren, de besluitvormingsmechanismen en de bevoegdheden van de gemengde lokale overlegstructuren.

De Staat kan bovendien aan de BTC vragen om verkennende studies te verwezenlijken die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van het beleid inzake de Belgische internationale samenwerking, of van de strategieën van de Belgische internationale samenwerking, of van een indicatief samenwerkingsprogramma, conform de nadere regels bepaald in artikel 27.

De Staat deelt op eigen initiatief aan de BTC zijn beleids- en strategische instrumenten mee en, op zijn minst, de volgende instrumenten : algemene beleidsverklaringen; geografische, sectorale en thematische strategienota's; indicatieve samenwerkingsprogramma's; processen-verbaal van overlegvergaderingen inzake beleid; algemene samenwerkingsakkoorden. § 2. De BTC respecteert het beleid en de strategieën inzake de Belgische internationale samenwerking waarvan de instrumenten haar zijn meegedeeld.

De BTC geeft aan de Staat ook de consultatieve adviezen en ze realiseert de verkennende studies zoals bedoeld in § 1.

De Staat nodigt de BTC uit om als adviseur deel te nemen aan de bijeenkomsten voor beleidsoverleg bedoeld in artikel 4, 5°.

Artikel 6.Toewijzingsprocedure § 1. In het geval bedoeld in artikel 5, § 1, alinea 2, notifieert de Staat aan de BTC een adviesaanvraag vóór het sluiten van de algemene samenwerkingsakkoorden en het opstellen van indicatieve samenwerkings-programma's.

De BTC geeft de gevraagde adviezen binnen de 20 werkdagen. Het geven van deze adviezen maakt geen voorwerp uit van een prijsofferte, maar wordt betaald door de bijdrage voor de dekking van de beheerskosten, bedoeld in artikel 34. § 2. In het geval bedoeld in artikel 5, § 1, alinea 3, worden de verkennende studies betreffende de tenuitvoerlegging van het beleid inzake de Belgische internationale samenwerking, of van strategieën van de Belgische internationale samenwerking, of van een indicatief samenwerkingsprogramma, toegewezen aan de BTC volgens de nadere regels voorzien in artikel 28. HOOFDSTUK II. - Nadere regels voor de verwezenlijking van en toewijzingsprocedure voor de taken van openbare dienst op het vlak van de directe bilaterale samenwerking, bedoeld in artikel 5 van de wet tot oprichting van de BTC. Afdeling 1. - Beheerscyclus van de samenwerkingsprestaties

op het vlak van de directe bilaterale samenwerking Artikel 7 § 1. De samenwerkingsprestaties op het vlak van de directe bilaterale samenwerking zoals vermeld in artikel 5 van de wet omvatten de verschillende wijzen van samenwerking afhankelijk van de respectieve rol van de BTC en van het partnerland of van de lokale partner in de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie.

Zonder afbreuk te doen aan § 2, zijn de meest courante wijzen van samenwerking inzake de directe bilaterale samenwerking, zonder dat deze opsomming exhaustief of hun benaming imperatief zou zijn : de samenwerkingsprogramma's en -projecten tenuitvoergelegd, gebeurlijk in medebeheer, met een partnerland, de micro-ontwikkelingsprojecten tenuitvoergelegd in medebeheer met een lokale partner, de giften in geld, de samenstelling en het beheer van tegenwaardefondsen, de financièle samenwerking, met inbegrip van betalingsbalanshulp, operaties van budgethulp en schuldverlichting, leningen en kredietlijnen, rentevergoedingen op leningen toegekend door derden, waarborgen op leningen toegekend door derden, het nemen van door de wet toegelaten participaties in het kapitaal van ontwikkelingsbanken of ondernemingen, de acties voor steunverlening aan de particuliere sector, de bilaterale beurzen- en stageprogramma's, de noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn toegekend krachtens een beslissing van de Ministerraad, de voedselhulp. § 2. De samenwerkingsprestaties op het vlak van de directe bilaterale samenwerking bedoeld in artikel 5 van de wet tot oprichting van de BTC volgen de beheerscyclus waarvan de fasen overeenkomen met de volgende taken van openbare dienst : 1° identificatie van samenwerkings-prestaties;2° formulering van de samenwerkings-prestaties die geïdentificeerd zijn met het oog op hun tenuitvoerlegging;3° tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestaties;4° ex-post evaluatie van de tenuitvoergelegde samenwerkingsprestaties. De wijze van samenwerking wordt geval per geval gekozen, overeenkomstig de beheerscyclus en volgens de nadere regels voorzien door dit beheerscontract.

De volledige beheerscyclus van de samenwerkingsprestaties op het vlak van de directe bilaterale samenwerking, welke het kader overstijgt van de contractuele relaties tussen de Staat en de BTC, is bij dit beheerscontract gevoegd, bij wijze van informatie en zonder er deel van uit te maken. Afdeling 2. - Identificatie van de samenwerkingsprestaties op het vlak

van de directe bilaterale samenwerking

Art. 8.Definitie De identificatie van een samenwerkingsprestatie omvat de volgende elementen : 1° de localisatie van de geplande samenwerkingsprestatie;2° een analyse van de politieke, sociale, economische en financiële situatie van het partnerland in relatie tot de geplande samenwerkingsprestatie. Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten is dit element niet vereist; 3° een analyse van de belangrijkste problemen waarmee het partnerland wordt geconfronteerd en een beknopte schatting van zijn behoeften in relatie tot de geplande samenwerkingsprestatie. Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn bestaat de analyse van de belangrijkste problemen uit een weergave van de elementen van de ramp waarmee een partnerland wordt geconfronteerd;

Voor microprojecten bestaat dit element uit een voorstelling van de belangrijkste problemen waarmee de begunstigden worden geconfronteerd en een bondige schatting van hun behoeften; 4° een beschrijving van de gekozen wijze van samenwerking en de verantwoording van die keuze in het licht van de ontwikkelingsrelevantie en van de gedragsregels bedoeld in artikel 30, alsmede een beschrijving van de doelstellingen en een risico-analyse. Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn moet de keuze van de gekozen wijze van samenwerking verantwoord worden in het licht van de te behalen doelstellingen en resultaten.

Voor microprojecten, houdt dit element naast de beschrijving en de verantwoording van de wijze van samenwerking ook een onderzoek van de geplande samenwerkingsprestatie in, in het licht van de impact, de duurzaamheid en de versterking van de capaciteiten van haar begunstigden; 5° het onderzoek van de graad van coherentie van de geplande samenwerkingsprestatie met de andere samenwerkingsprestaties in dezelfde sector en in dezelfde streek, welke ook de oorsprong van hun financiering zij. Voor microprojecten is dit element niet vereist. 6° een beschrijving van de aard en van de nadere regels van de geplande samenwerkingsprestatie in relatie tot de gekozen wijze van samenwerking. Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en voor microprojecten bestaat dit element uit een korte beschrijving van de aard en de nadere regels voor de geplande samenwerkingsprestatie; 7° indien de gekozen wijze van samenwerking de keuze inhoudt van één of verschillende locale partner(s), de gekozen partner(s) en de verantwoording van deze keuze in het licht van : - de andere lokale partners die in aanmerking zouden kunnen komen; - het bestaan van ernstige aanwijzingen inzake de betrouwbaarheid, de technische, financiële en beheerscapaciteit, evenals inzake de onafhankelijkheid van de gekozen partner(s); - de mogelijkheid om de voortgangsbewaking te verzekeren alsmede de monitoring en de controle van de prestaties, toevertrouwd aan het beheer van de partner.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn, is dit element niet vereist tijdens de identificatiefase; 8° de aanduiding van de begunstigden van de geplande samenwerkingsprestatie en de verantwoording van deze keuze in relatie tot andere begunstigden die in aanmerking zouden kunnen komen, alsmede de wijze waarop de begunstigden betrokken zijn geworden bij de identificatie. Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn, moet de verantwoording niet worden vermeld. 9° de schatting van de kostprijs en de duur van de geplande samenwerkingsprestatie;10° de in het kader van de formuleringstaak vereiste nauwkeurigheid waarmee de technische en financiële haalbaarheid van de geplande samenwerkingsprestatie verantwoord moet worden. Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn is dit element niet vereist.

Voor de microprojecten, moet de technische en financiële haalbaarheid van de geplande samenwerkingsprestatie worden verantwoord tijdens de identificatiefase; 11° het ontwerp van de referentietermen voor de formuleringstaak van de geplande samenwerkingsprestatie met een verduidelijking van de verplichtingen die moeten worden nagekomen om het formuleringsverslag op te stellen, van het ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van het ontwerp van bijzondere overeenkomst zoals vermeld in artikel 11. Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten, is dit element niet vereist.

Artikel 9.Nadere regels inzake de verwezenlijking § 1. Als hem een voorstel voor een samenwerkingsprestatie, al dan niet met een door het partnerland of door een derde opgestelde identificatie, wordt voorgelegd hetzij door een partnerland hetzij door de Staat aan wie het door het partnerland is voorgelegd, dan doet de Attaché voor internationale samenwerking binnen de 10 werkdagen een uitspraak over hun ontvankelijkheid enerzijds in het licht van het indicatief samenwerkingsprogramma bedoeld in artikel 4 en van de beschikbare budgettaire kredieten en, anderzijds, over de kwaliteit van de identificatie, voor zover deze voorhanden is, in relatie tot de identificatie-elementen bedoeld in artikel 8.

Het voorstel voor een samenwerkingsprestatie en de identificatie die ontvankelijk worden bevonden, worden voorgelegd aan de gemengde lokale overlegstructuren conform het algemeen samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 4, dat uitspraak doet over de ontwikkelingsrelevantie van de geplande samenwerkingsprestatie.

Indien enkel het voorstel voor een samenwerkingsprestatie, al dan niet vergezeld van een identificatie, ontvankelijk wordt bevonden, wenden de Attaché voor internationale samenwerking en, in voorkomend geval, een of verschillende deskundigen, alsook, indien de Staat dit vraagt, de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland, de nodige middelen aan om het partnerland te helpen bij het opstellen van een identificatieverslag conform artikel 8.

Het identificatieverslag dat is opgesteld door het partnerland wordt voorgelegd aan de Attaché voor internationale samenwerking, die binnen de 10 werkdagen een uitspraak doet enerzijds over de ontvankelijkheid in relatie tot het indicatief samenwerkingsprogramma bedoeld in artikel 4 en van de beschikbare kredieten en, anderzijds, over de kwaliteit ervan in relatie tot de identificatie-elementen bedoeld in artikel 8.

Het voorstel voor een samenwerkingsprestatie en het identificatieverslag die ontvankelijk worden bevonden, worden voorgelegd aan de gemengde lokale overlegstructuur, samengesteld conform het algemeen samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 4, dat uitspraak doet over de ontwikkelingsrelevantie van de geplande samenwerkingsprestatie. § 2. In geval van niet-ontvankelijkheid van het door het partnerland conform § 1, 3e lid opgestelde identificatieverslag wendt de Attaché voor internationale samenwerking, in voorkomend geval geholpen door één of door verschillende deskundigen, de nodige middelen aan voor het opstellen van een identificatieverslag conform artikel 8.

Het voorstel voor een samenwerkingsprestatie en het identificatieverslag worden voorgelegd aan de gemengde lokale overlegstructuur die samengesteld is conform het algemeen samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 4, welke uitspraak doet over de ontwikkelingsrelevantie van de geplande samenwerkingsprestatie. § 3. In geval van een uitdrukkelijk gemotiveerde moeilijkheid voor de Staat om de identificatie te realiseren conform § 2, en zonder afbreuk te doen aan artikel 6, § 3 van de wet tot oprichting van de BTC, stelt de Staat aan de BTC voor een verkennende studie te realiseren.

De BTC verwezenlijkt de verkennende studies die haar zullen worden toevertrouwd, conform artikel 10, met het oog op de identificatie van een samenwerkingsprestatie, door een identificatieverslag op te stellen conform artikel 8.

Het identificatieverslag, opgesteld door de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland, wordt voorgelegd aan de Attaché voor internationale samenwerking die binnen de 10 werkdagen een uitspraak doet over de ontvankelijkheid in relatie tot het indicatief samenwerkingsprogramma bedoeld in artikel 4 en van de beschikbare budgettaire kredieten en over de kwaliteit ervan ten aanzien van de identificatie-elementen bedoeld in artikel 8.

Het voorstel voor een samenwerkingsprestatie en het identificatieverslag die ontvankelijk worden bevonden, worden voorgelegd aan de gemengde lokale overlegstructuur, samengesteld conform het algemeen samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 4, die uitspraak doet over de ontwikkelingsrelevantie van de geplande samenwerkingsprestatie.

De Staat en de BTC nemen deel aan de vergaderingen van de gemengde lokale overlegstructuur, bedoeld in de §§ 1 tot 3, conform de nadere regels die zijn vastgelegd in het samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 4. § 5. In afwijking van §§ 1 tot 4 : - voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn, doet de Ministerraad, als hem een aanvraag voor hulp is voorgelegd, een uitspraak over de ontvankelijkheid, rekening houdend met de beschikbare bugettaire kredieten; een identificatieverslag conform artikel 8 wordt opgesteld door de Minister onder wie de BTC ressorteert; - voor microprojecten, doet de Attaché voor internationale samenwerking, aan wie een voorstel voor een microproject en een, eventueel met zijn hulp, door de lokale partner opgestelde identificatie wordt voorgelegd, binnen de 10 werkdagen een uitspraak over de ontvankelijkheid van de identificatie in het licht enerzijds van het indicatief samenwerkingsprogramma bedoeld in artikel 4, de coherentie met de andere samenwerkings-prestaties in dezelfde sector en in dezelfde streek en de beschikbare budgettaire kredieten en anderzijds van de kwaliteit ervan ten aanzien van de identificatie-elementen bedoeld in artikel 8, alsmede over de ontwikkelingsrelevantie van de geplande samenwerkingsprestatie.

Artikel 10.Toewijzingsprocedure § 1. In het geval bedoeld in artikel 9, § 3, notifieert de Staat aan de BTC : - het voorstel voor een samenwerkingsprestatie en de referentietermen voor de verkennende studie waarbij, voor elke verkennende studie, de door de BTC na te komen verplichtingen met het oog op de verwezenlijking ervan worden gepreciseerd conform artikel 8; - de termijn voor de verwezenlijking en terhandstelling van de verkennende studie; - een vraag voor een prijsofferte.

De referentietermen voor de verkennende studie worden opgesteld door de Attaché voor internationale samenwerking, op vraag van de Minister onder wie de BTC ressorteert, in overleg met het partnerland en na raadpleging van de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland. § 2. Binnen de 20 werkdagen na de notificatie bedoeld in artikel 1, notifieert de BTC aan de Staat : - hetzij haar uitdrukkelijk gemotiveerde weigering om de verkennende studie te verwezenlijken, waarbij de Staat, conform artikel 6, § 2 van de wet tot oprichting van de BTC, de verkennende studie zal kunnen laten verwezenlijken door een derde, mits inachtneming van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en van artikel 50 van de programmawet van 24 december 1993. - hetzij haar prijsofferte, gebaseerd op een schatting van de reële kosten; dit geldt als instemming met de referentietermen en met de termijn voor de verwezenlijking en de terhandstelling van de verkennende studie. § 3. Binnen de 10 werkdagen na de notificatie van de prijsofferte bedoeld in § 2, notifieert de Staat aan de BTC zijn instemming of zijn uitdrukkelijk gemotiveerde weigering.

Tijdens deze termijn, onderhandelen de Staat en de BTC, in voorkomend geval, over de prijsofferte, over de termijn voor verwezenlijking en voor de terhandstelling, en over de referentietermen van de verkennende studie.

Het akkoord tussen de Staat en de BTC vormt een toewijzingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. Bij gebrek aan een akkoord tussen de Staat en de BTC, kan de Staat, conform artikel 6, § 2 van de wet tot oprichting van de BTC, de verkennende studie laten verwezenlijken door een derde, mits naleving van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten met aanneming van werken, leveringen en diensten en van artikel 50 van de programmawet van 24 december 1993. Afdeling 3. - Formulering van de samenwerkingsprestaties

op het vlak van de directe bilaterale samenwerking

Artikel 11.Definitie De formulering van een samenwerkingsprestatie omvat het opstellen van de volgende documenten : 1° een formuleringsverslag dat het volgende bevat : 1.1° het onderzoek naar de correctheid en een diepgaande studie van de elementen die men terugvindt in de identificatie van de samenwerkingsprestatie en, in het bijzonder, de verantwoording van de weerhouden manier van samenwerking en, indien de manier van samenwerking de keuze inhoudt van één of verschillende lokale partner(s), de gekozen partner(s) en de verantwoording van deze keuze ten aanzien van de elementen vermeld in artikel 8, 7°;

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn, houdt dit element enkel de verantwoording van deze keuze in ten opzichte van de elementen vermeld in artikel 8, 7°, indien de weerhouden manier van samenwerking de keuze inhoudt van één of verschillende lokale partner(s); 1.2° de verantwoording van de technische en financièle haalbaarheid van de geïdentificeerde samenwerkingsprestatie conform de graad van juistheid vereist door de identificatie.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn is dit element niet vereist; 1.3° het onderzoek van de geïdentificeerde samenwerkingsprestatie voor wat haar ontwikkelingsrelevantie aangaat en, in het bijzonder, voor wat betreft de impact en de duurzaamheid ervan en de versterking van de capaciteiten van de begunstigden.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn houdt dit element enkel een onderzoek van de geïdentificeerde samenwerkingsprestatie in voor wat de impact ervan betreft; 1.4° het streven naar een verbetering van de efficiëntie van de geïdentificeerde samenwerkingsprestatie en, indien nodig, een voorstel voor een meer aangepaste manier van samenwerking.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn is dit element niet vereist.

Voor microprojecten dient er geen formuleringsverslag te worden opgesteld. 2° een ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, dat de volgende elementen bevat : 2.1° de beschrijving van de nadere regels voor de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, bestaande uit : 2.1.1° de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de BTC en van de verschillende betrokken partijen; 2.1.2° het instellen van mechanismen die de correcte uitvoering van de samenwerkingsprestatie garanderen; 2.1.3° de nadere regels voor de prestaties van de BTC in het kader van de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, inzonderheid ten aanzien van de gekozen wijze van samenwerking en conform de eventuele verduidelijkingen, aangebracht door de referentietermen voor de formuleringstaak; 2.1.4° de duur van de samenwerkingsprestatie, alsook een ontwerpplanning van de uitvoering met vermelding van de tussenkomende partijen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de definitieve uitvoeringsplanning; 2.1.5° de kostprijs van de samenwerkingsprestatie, alsmede een financieel plan; 2.1.6° het juridisch stelsel, het mechanisme voor de overdracht en de regels voor gebruik van de fondsen en van het materiaal dat nodig is voor de uitvoering van de samenwerkingsprestatie; 2.1.7° de nadere regels voor de betaling door de BTC van de sommen die zij schuldig is aan de eventuele lokale partners(s), in relatie tot de vorderingsstaat van de samenwerkingsprestatie; 2.2° de kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren, aangepast aan de gekozen wijze van samenwerking, welke het mogelijk moeten maken de uitvoering van de samenwerkingsprestatie te evalueren in het licht van de vier volgende efficiëntie-criteria : 2.2.1° doelmatigheid; 2.2.2° doeltreffenheid; 2.2.3° naleving van een tijdschema; 2.2.4° deskundigheid en bekwaamheid van het personeel dat ingezet wordt voor de uitvoering van de samenwerkingsprestatie in het partnerland; 2.3° de procedure voor de herziening van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie; 2.4° de verplichting om al dan niet, in het kader van de uitvoering van de samenwerkingsprestatie, van een technisch dossier op te stellen, dat specifieert welk materiaal, welke leveringen en welke diensten nodig zijn voor de uitvoering van de prestatie, alsmede de aanduiding van de betrokken partijen, die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van dit technisch dossier;

Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten is dit element niet vereist. 2.5° de nadere regels voor het opstellen van de uitvoeringsverslagen met betrekking tot de vorderingsstaat van de samenwerkingsprestatie, hun periodiciteit, alsmede de betrokken partijen verantwoordelijk voor het opstellen ervan.

Voor de microprojecten, is dit element niet vereist; 2.6° de nadere regels, met inbegrip van de periodiciteit en de aanduiding van de betrokken partijen die voor het opstellen ervan verantwoordelijk zijn, voor het opstellen van de voortgangsbewakingsverslagen en de monitoringverslagen die betrekking hebben op : 2.6.1° het onderzoek van de correcte uitvoering van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie; 2.6.2° het zoeken naar de oorzaken van eventuele disfuncties en van eventuele nieuwe elementen die de herziening van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie zouden kunnen verantwoorden; 2.6.3° het onderzoek van de samenwerkingsprestatie met betrekking tot de coherentie en de ontwikkelingsrelevantie ervan.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn houdt dit element enkel een onderzoek in van de impact van de samenwerkingsprestatie;

Voor microprojecten houdt dit element enkel een onderzoek in van de samenwerkingsprestatie ten aanzien van de impact en van de duurzaamheid ervan alsmede van de versterking van de capaciteiten van de begunstigden ervan; 2.6.4° het onderzoek van de samenwerkingsprestatie ten aanzien van de prestatie-factoren zoals bedoeld door de uitvoeringsovereenkomst.

Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten, kan de ontwerp-overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie andere regels voor de voortgangsbewaking en voor de monitoring bepalen; 2.7° de nadere regels voor het opstelllen door onafhankelijke deskundigen, onder de verantwoordelijkheid van de BTC, van audit- of controleverslagen die het de BTC mogelijk moeten maken de kwaliteit van haar prestaties te waarborgen, alsmede de periodiciteit van die verslagen.

Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten is dit element niet vereist; 2.8° zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheid van de BTC in haar hoedanigheid van ondernemer, de nadere regels voor de voorlopige en definitieve oplevering door de Staat van de prestaties uitgevoerd door de BTC en door haar eventuele onderaannemers ter uitvoering van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, met inbegrip van de gevallen waarbij de uitvoering wordt onderbroken of stopgezet, conform artikel 29 ; 2.9° de nadere regels voor het opstellen van een eindverslag - medeondertekend door de gemengde lokale overlegstructuur, behalve in het geval van de onderbreking of de stopzetting van de uitvoering van de overeenkomst inzake de samenwerkingsprestatie - die de resultaten van de samenwerkingsprestatie meet door middel van de prestatie-indicatoren bedoeld in punt 2.2°, alsmede de aanduiding van de betrokken partijen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen ervan en de termijn voor het opstellen ervan;

Voor microprojecten wordt het eindverslag niet medeondertekend door de gemengde lokale overlegstructuur maar door de lokale partner.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn wordt het eindverslag niet medeondertekend door de gemengde lokale overlegstructuur. 2.10° de prijsofferte voor de uitvoering door de BTC van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en de geldigheidsduur van deze offerte; 3° een ontwerp van bijzondere overeenkomst dat de rechten en de verplichtingen van het partnerland en van de Staat bevat, of, voor microprojecten, van de lokale partner en van de Staat, zodat het voor de BTC mogelijk is om de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie uit te voeren en waarin in het bijzonder worden verduidelijkt : 3.1° de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de BTC en van de verschillende betrokken partijen alsmede de erkenning door het partnerland of door de lokale partner van de rol en van de verantwoordelijkheden van de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het kader van de verwezenlijking van de taken van openbare dienst, bedoeld in dit beheerscontract; 3.2° het instellen van mechanismen die de correcte uitvoering van de samenwerkingsprestatie moeten waarborgen; 3.3° de samenstelling, de regels voor het functioneren, de besluitvormingsmechanismen en de bijzondere bevoegdheden van de gemengde lokale overlegstructuren in het kader van de voortgangsbewaking van de samenwerkingsprestatie, van de voorlopige en definitieve oplevering door de Staat van de prestaties uitgevoerd door de BTC ter uitvoering van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, alsook van het eindverslag.

Voor microprojecten is dit element niet vereist; 3.4° het juridisch stelsel, het mechanisme voor de overdracht en de regels voor het gebruik van de fondsen en van het materiaal nodig voor de uitvoering van de samenwerkingsprestatie ; 3.5° de nadere regels voor het opstellen van de verslagen over de uitvoering, van de voortgangsbewakingsverslagen en monitoringverslagen, van de audit- en controleverslagen, van de verslagen over de voorlopige en de definititieve oplevering van samenwerkingsprestaties door de BTC, en van het eindverslag, alsmede de steller en de periodiciteit ervan.

Inzake microprojecten moet de bijzondere overeenkomst niet voorzien in het opstellen van verslagen over de uitvoering of van audit- of controleverslagen. Overigens kan het ontwerp van bijzondere overeenkomst andere nadere regels voorzien voor de voortgangsbewaking en voor de monitoring dan het opstellen van voortgangsbewakingverslagen en monitoringverslagen; 3.6° de procedure voor de herziening van de bijzondere overeenkomst.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn dient geen ontwerp van bijzondere overeenkomst te worden opgemaakt.

Artikel 12.Nadere regels voor de verwezenlijking § 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de artikelen 19 tot 24, vertrouwt de Staat aan de BTC de formulering toe van de samenwerkingsprestaties, behalve voor microprojecten. § 2. De plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland verwezenlijkt de formuleringsopdrachten die hem worden toevertrouwd conform artikel 13, door het opstellen van een formuleringsverslag, van een ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van een ontwerp van bijzondere overeenkomst, conform artikel 11.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn verwezenlijkt de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC de formuleringsopdrachten die hem conform artikel 13 worden toevertrouwd door het opstellen van een formuleringsverslag en van een ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, conform artikel 11.

Voor microprojecten realiseert de Attaché voor internationale samenwerking de formuleringstaak door het opstellen van een ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de prestatie van ontwikkelingssamenwerking en van een ontwerp van bijzondere overeenkomst, conform artikel 11.

Indien ze opgesteld moeten worden, worden het formuleringsverslag, het ontwerp van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en het ontwerp van bijzondere overeenkomst genotifieerd aan de Minister onder wie de BTC ressorteert.

Artikel 13.Toewijzingsprocedure § 1. Binnen de 30 werkdagen vanaf de gunstige beslissing van de gemengde lokale overlegstructuur bedoeld in artikel 9, § 4 of, voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn, binnen de eerste werkdag na de beslissing van de ministerraad bedoeld in artikel 9, § 5, of, voor microprojecten, binnen de 30 werkdagen na de gunstige beslissing van de Attaché voor internationale samenwerking bedoeld in artikel 9, § 5, notifieert de Staat aan de BTC : - de identificatie van de samenwerkingsprestatie, bedoeld in artikel 9 met inbegrip van de relevante ondersteunende documenten; - de referentietermen van de formulering, die voor elke formulering de door de BTC na te komen verplichtingen preciseren met het oog op de realisatie ervan conform artikel 11; - de termijn voor realisatie en terhandstelling van het formuleringsverslag, van het ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van het ontwerp van bijzondere overeenkomst, wanneer het conform artikel 11 vereist is ze op te stellen; - een vraag voor een prijsofferte.

De referentietermen van de formuleringstaak worden vastgelegd door de Minister onder wie de BTC ressorteert, op basis van het ontwerp van de referentietermen, bedoeld in artikel 8, 11°, voor zover dit is vereist. § 2. Binnen de 10 werkdagen of, voor noodhulp en voor hulp voor rehabilitatie op korte termijn, binnen de drie werkdagen na de notificatie door de BTC van de prijsofferte bedoeld in § 1, notifieert de Staat aan de BTC zijn aanvaarding of zijn uitdrukkelijk gemotiveerde weigering.

Tijdens deze termijn onderhandelen de Staat en de BTC in voorkomend geval over de prijsofferte, over de termijn voor de verwezenlijking en voor de terhandstelling alsmede over de referentietermen van de formulering.

Het akkoord tussen de Staat en de BTC vormt een toewijzingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. Afdeling 4. - Tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestaties

op het vlak van de directe bilaterale samenwerking

Artikel 14.Definitie De tenuitvoeringlegging van een samenwerkingsprestatie omvat : 1° de uitvoering van de samenwerkingsprestatie, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;2° het opstellen van de planning van de uitvoering van de samenwerkingsprestatie volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;3° het opstellen van een technisch dossier, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;4° het opstellen van verslagen over de uitvoering, met betrekking tot de vorderingsstaat van de samenwerkingsprestatie, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;5° de voortgangsbewaking en de monitoring van de samenwerkingsprestatie, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;6° de analyse van de resultaten van de voortgangsbewaking en van de monitoring met het oog op het voorstellen van aanbevelingen en, in voorkomend geval, van de herziening van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en/of van de bijzondere overeenkomst;7° het opstellen door onafhankelijke deskundigen, van de audit- en controleverslagen volgens de nadere regels voorzien door de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;8° de voorlopige en de definitieve oplevering van de prestaties verwezenlijkt door de BTC ter uitvoering van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, volgens de nadere regels voorzien door de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie;9° het opstellen, volgens de nadere regels voorzien door de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, van een eindverslag dat de resultaten meet van de samenwerkingsprestatie.

Artikel 15.Nadere regels voor de verwezenlijking § 1. De Staat sluit bijzondere overeenkomsten met de partnerlanden of, voor microprojecten, met de lokale partners, om de BTC in staat te stellen overeenkomsten inzake de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties uit te voeren, en deelt deze op eigen initiatief aan de BTC mee.

De Staat sluit met de BTC overeenkomsten inzake de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties.

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn wordt er geen bijzondere overeenkomst afgesloten. § 2. De BTC voert de overeenkomsten inzake de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties uit conform het principe van uitvoering te goeder trouw van de overeenkomsten.

Naargelang de gekozen wijze van samenwerking en volgens de bepalingen van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties en van de bijzondere overeenkomst indien deze is vereist, worden de uitvoering van de samenwerkingsprestaties, evenals het opstellen van de uitvoeringsplanning, van het technisch dossier, van de verslagen over de uitvoering en van de voortgangsbewakingsverslagen geheel of gedeeltelijk door de BTC en/of één of meerdere lokale partner(s) verwezenlijkt. De BTC kan volgens de bepalingen van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties en op haar verantwoordelijkheid, een beroep doen op onderaannemers.

De voortgangsbewakingsverslagen worden voorgelegd aan de gemengde lokale overlegstructuur, volgens de nadere regels bepaald in de bijzondere overeenkomst.

Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten, wordt het resultaat van de voortgangsbewaking of, indien deze zijn vereist, worden de voortgangsbewakingsverslagen voorgelegd aan de Attaché voor internationale samenwerking, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomsten inzake de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties en in de bijzondere overeenkomst als deze is vereist. § 3. Naargelang de gekozen wijze van samenwerking en conform de bepalingen van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van de bijzondere overeenkomst indien deze is vereist, worden de monitoringverslagen door de Staat en/of de BTC opgesteld.

De monitoringverslagen worden overgemaakt aan de gemengde lokale overlegstructuur, volgens de nadere regels bepaald in de bijzondere overeenkomst.

Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten, worden de resultaten van de monitoring of, wanneer deze worden vereist, de monitoringverslagen overgemaakt aan de Attaché voor internationale samenwerking, volgens de nadere regels bepaald in de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en in de bijzondere overeenkomst indien deze is vereist. § 4. De Staat en de BTC nemen, volgens de nadere regels bepaald in de bijzondere overeenkomst, deel aan de vergaderingen van de gemengde lokale overlegstructuur, die, behalve in het geval van noodhulp of hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten, de voortgangsbewakingsverslagen en de monitoringverslagen beoordeelt met het oog op de formulering van aanbevelingen en, in voorkomend geval, van de herziening van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie (in het bijzonder inzake prijs) en/of van de bijzondere overeenkomst. § 5. De Staat gaat, conform de bepalingen van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van de bijzondere overeenkomst indien dit is vereist, over tot de voorlopige en definitieve oplevering van de prestaties uitgevoerd door de BTC en haar eventuele onderaannemers ter uitvoering van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie, zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden van de BTC in haar hoedanigheid van ondernemer. § 6. De BTC stelt het eindverslag op, conform de bepalingen van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van de bijzondere overeenkomst indien deze is vereist, en legt ze voor aan de Minister onder wie de BTC ressorteert. § 7. Voor de realisatie van de overeenkomsten inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestaties inzake microprojecten, wordt de Staat vertegenwoordigd door de Attaché voor internationale samenwerking en de BTC door haar plaatselijke Vertegenwoordiger in het partnerland.

Artikel 16.Toewijzingsprocedure Binnen de 10 werkdagen of, voor noodhulp en voor hulp voor rehabilitatie op korte termijn, binnen de 48 uren na de notificatie bedoeld in artikel 12, § 2 van het formuleringsverslag, van het ontwerp van overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie en van het ontwerp van bijzondere overeenkomst - indien het opstellen ervan is vereist -, notifieert de Staat zijn instemming of zijn uitdrukkelijk gemotiveerde weigering aan de BTC, zonder afbreuk te doen aan de noodzaak vooraf de bijzondere overeenkomst te sluiten, bedoeld in artikel 15, § 1.

In voorkomend geval onderhandelen de Staat en de BTC tijdens deze termijn over de inhoud van de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie.

Indien de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie niet ondertekend kan worden omdat de bijzondere overeenkomst niet gesloten is binnen de 90 dagen na de notificatie bedoeld in het eerste lid, is de BTC gemachtigd de tijdens de formulering voorgestelde prijzen te herzien.

De overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie vormt een toewijzingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. Voor microprojecten vindt de procedure van toekenning plaats tussen de Attaché voor de internationale samenwerking en de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland. Afdeling 5. - Ex-post evaluatie van de samenwerkingsprestaties

op het vlak van de directe bilaterale samenwerking

Artikel 17.Definitie De ex-post evaluatie van de samenwerkingsprestaties omvat : 1° de systematische en objectieve evaluatie van de samenwerkingsprestatie voor wat betreft : 1.1° de coherentie en de ontwikkelingsrelevantie ervan;

Voor noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn, wordt de samenwerkingsprestatie enkel geëvalueerd op haar impact.

Voor microprojecten, wordt de samenwerkingsprestatie enkel geëvalueerd voor wat de impact voor de beoogde doelgroep en de duurzaamheid ervan betreft alsmede voor wat betreft de versterking van de capaciteiten van de begunstigden; 1.2° de prestatie-indicatoren, bedoeld door de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie; 1.3° het respect van de gedragsregels jegens de begunstigden van de samenwerkingsprestaties. 2° duidelijke en relevante aanbevelingen inzake : 2.1° de verbetering van de methodologie, met inbegrip van de beslissingsprocedures, die in de toekomst moeten worden aangewend voor de uitvoering van de samenwerkingsprestatie; 2.2° de eventuele aanpassing van de geografische, sectorale en thematische strategieën.

Voor noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en microprojecten is dit element niet vereist.

Artikel 18.Nadere regels voor de verwezenlijking § 1. De Staat verzekert de ex-post evaluatie van de samenwerkingsprestaties door het opstellen van ex-post evaluatieverslagen.

De Staat bezorgt op eigen initiatief het ex-post evaluatieverslag aangaande de samenwerkingsprestaties die het voorwerp hebben uitgemaakt van een ex-post evaluatie, aan de BTC. § 2. In het kader van de realisatie van taken van openbare dienst, neemt de BTC de aanbevelingen in aanmerking die geformuleerd werden in de ex-post evaluatieverslagen die haar, mits overleg, worden meegedeeld conform § 1. Afdeling 6. - Overdracht van de Staat naar de BTC van de lopende

samenwerkingsprestaties op het vlak van de directe bilaterale samenwerking Onderafdeling 1. - Identificatie en formulering van de lopende samenwerkingsprestaties op het vlak van de directe bilaterale samenwerking, die door de Staat overgedragen worden aan de BTC

Artikel 19.Definitie § 1. Om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren inzake de taken van openbare dienst bedoeld in artikels 5 tot 8 van de wet tot oprichting van de BTC, handhaaft de Staat de bevoegdheid van het Bestuur om, met het oog op zijn overdracht aan de BTC, de uitvoering van elke lopende samenwerkingsprestatie te beheren tot de datum waarop de overeenkomst inzake de overname van bedoelde samenwerkingsprestatie van kracht wordt. § 2. De identificatie van een lopende samenwerkingsprestatie die door de Staat wordt overgedragen aan de BTC, bestaat uit een overdrachtdossier dat volgende elementen bevat : 2.1° de lokalisatie van de samenwerkingsprestatie; 2.2° een beschrijving van de aard en van de uitvoeringswijze van de samenwerkingsprestatie, de te behalen doelstellingen en resultaten, alsmede de eventuele afwijkingen daarvan en hun verantwoording alsmede de objectieve inlichtingen met betrekking tot de bekende politieke, technische en economische risico's; 2.3° de technische en financiële haalbaarheid van de samenwerkings-prestatie; 2.4° de eventuele lokale partners alsook de rol en de verantwoordelijkheid van dezen; 2.5° de begunstigden van de samenwerkingsprestatie; 2.6° de kostprijs van de samenwerkingsprestatie alsook het financieel plan dat met name de vastgelegde en nog vast te leggen uitgaven preciseert; 2.7° de duur van de samenwerkingsprestatie alsook de planning voor de uitvoering; 2.8° de inventaris, het juridisch stelsel, het mechanisme van overdracht en de regels voor het gebruik van de fondsen en het materiaal die nodig zijn voor de uitvoering van de samenwerkingsprestatie; 2.9° de nadere regels voor de betaling van de bedragen die de BTC verschuldigd is aan (een) eventuele lokale partner(s) en die verband houden met de vorderingsstaat van de samenwerkingsprestatie; 2.10° indien ze bestaan, de verslagen over de uitvoering, aangaande de vorderingsstaat van de samenwerkingsprestatie, de voortgangsbewakingsverslagen, de monitoringverslagen en de audit en controleverslagen; 2.11° indien deze bestaat, de bijzondere overeenkomst met de rechten en de plichten van het partnerland en van de Staat of, voor wat de microprojecten betreft, van de lokale partner en de Staat. § 3. De formulering van een lopende samenwerkingsprestatie die door de Staat wordt overgedragen aan de BTC, bestaat uit het opstellen van volgende documenten : 3.1° een ontwerp van overeenkomst inzake de overname van de samenwerkingsprestatie, die de in artikel 11,2° bedoelde elementen bevat alsmede de datum van de overdracht van de samenwerkingsprestatie, de respectievelijke verantwoordelijkheden en de reserves m.b.t. de resultaten rekening houdend met de in de formulering vermelde risico's; 3.2° een ontwerp van wijziging van de bijzondere overeenkomst of, indien er geen bijzondere overeenkomst bestaat, een ontwerp van bijzondere overeenkomst conform artikel 11, 3°, bevattende de rechten en de verplichtingen van het partnerland en van de Staat of, voor microprojecten, van de lokale partner en van de Staat, zodat het voor de BTC mogelijk is om de overeenkomst inzake de overname van de samenwerkingsprestatie die bedoeld wordt in punt 1° van deze paragraaf te verwezenlijken.

Artikel 20.Nadere regels voor de verwezenlijking De Staat stelt, conform artikel 19, § 1, een overdrachtdossier op voor elke samenwerkingsprestatie die lopend is op het moment van de inwerkingtreding van dit beheerscontract.

De BTC stelt, met de hulp van het huidige personeel belast met het beheer en de uitvoering van de samenwerkingsprestaties, een ontwerp van overeenkomst inzake de overname van de samenwerkingsprestatie op alsmede, voor zover het opstellen ervan is vereist, een ontwerp van wijziging aan de bijzondere overeenkomst of, indien er geen bijzondere overeenkomst bestaat, een ontwerp van bijzondere overeenkomst conform artikel 19, § 2, en notifieert ze aan de Minister onder wie de BTC ressorteert.

Artikel 21.Toewijzingsprocedure § 1. Binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscontract notifieert de Staat aan de BTC : - het overdrachtdossier van elke lopende samenwerkingsprestatie zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20; - de referentietermen voor de formulering die, voor elke formulering, de door de BTC na te komen verplichtingen verduidelijken met het oog op de verwezenlijking ervan conform artikel 19; - de termijn voor verwezenlijking en overmaking van het ontwerp van de overeenkomst inzake de overname van de samenwerkingsprestatie en, indien dit moet worden opgesteld, van het ontwerp van wijziging aan de bijzondere overeenkomst of, indien er geen bijzondere overeenkomst bestaat, van het ontwerp van bijzondere overeenkomst; - een vraag voor een prijsofferte.

De referentietermen van de formuleringstaak worden vastgelegd door de Minister onder wie de BTC ressorteert. § 2. Binnen de 10 werkdagen van de notificatie door de BTC van de prijsofferte bedoeld in § 1, notifieert de Staat aan de BTC zijn instemming of zijn uitdrukkelijk gemotiveerde weigering.

In voorkomend geval onderhandelen de Staat en de BTC tijdens deze termijn over de prijsofferte, over de termijn voor de verwezenlijking en de terhandstelling en over de referentietermen voor de formulering.

Het akkoord tussen de Staat en de BTC vormt een toewijzingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. Onderafdeling 2. - Tenuitvoerlegging van de lopende samenwerkingsprestaties op het vlak van de directe bilaterale samenwerking, die door de Staat overgedragen worden aan de BTC

Artikel 22.Definitie De tenuitvoerlegging van een lopende samenwerkingsprestatie, overgedragen door de Staat aan de BTC, omvat de elementen bedoeld in artikel 14.

Artikel 23.Nadere regels voor de verwezenlijking § 1. De Staat sluit met de BTC de overeenkomsten af over de overname van samenwerkingsprestaties.

De Staat sluit wijzigingen aan de bijzondere overeenkomsten af of, als er geen bijzondere overeenkomst bestaat, bijzondere overeenkomsten met de partnerlanden of met de lokale partners, op het vlak van de microprojecten, zodat het voor de BTC mogelijk is om de conventies over de overname van de samenwerkingsprestaties uit te voeren, en maakt ze op eigen initiatief over aan de BTC. Voor noodhulp en voor hulp voor rehabilitatie op korte termijn worden er geen bijzondere overeenkomsten gesloten. § 2. De BTC voert de overeenkomsten over de overname van de samenwerkingsprestaties uit conform artikel 15, §§ 2 tot 7.

Artikel 24.Toewijzingsprocedure Binnen de 10 werkdagen na de notificatie van het ontwerp van overeenkomst over de overname van de samenwerkingsprestatie en, voor zover het opstellen ervan is vereist, van het ontwerp van wijziging aan de bijzondere overeenkomst of - indien er geen bijzondere overeenkomst bestaat -, van het ontwerp van bijzondere overeenkomst, notifieert de Staat aan de BTC zijn aanvaarding of uitdrukkelijk gemotiveerde weigering, zonder afbreuk te doen aan de noodzaak vooraf de bijzondere overeenkomst bedoeld in artikel 19 § 3, 2° te sluiten of te wijzigen.

In voorkomend geval onderhandelen de Staat en de BTC tijdens deze termijn over de inhoud van de overeenkomst inzake de overname van de samenwerkingsprestatie.

Indien de overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestatie niet ondertekend kan worden omdat de bijzondere overeenkomst niet gewijzigd of gesloten is binnen de 90 dagen na de notificatie bedoeld in het eerste lid, is de BTC gemachtigd de tijdens de formulering voorgestelde prijzen te herzien.

De overeenkomst inzake de overname van de samenwerkingsprestatie vormt een toewijzingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. Onderafdeling 3. - Overdracht van het « personeel van de samenwerking met de ontwikkelingslanden » verbonden aan lopende samenwerkingsprestaties Artikel 25 De BTC verbindt zich ertoe om de leden van het coöperatiepersoneel in dienst te nemen die onderworpen zijn aan het « statuut van het personeel van de coöperatie met de ontwikkelingslanden », vastgelegd bij koninklijk besluit van 10 april 1967, die verbonden zijn aan een samenwerkingsprestatie die door de Staat overgedragen wordt aan de BTC conform de artikelen 19 tot 24, en die de BTC daar uitdrukkelijk om verzoeken.

De BTC neemt de bovengenoemde leden van het coöperatiepersoneel over in de hoedanigheid van technische samenwerkingsdeskundigen, in het kader van een arbeidscontract voor een welbepaald werk, dat bestaat uit de tenuitvoerlegging van de overgedragen samenwerkingsprestatie tot op het ogenblik van haar definitieve oplevering door de Staat, conform dit beheerscontract.

De BTC garandeert de Staat dat zij, alleen, haar verplichtingen als werkgever opneemt en dat de technische samenwerkingsdeskundigen die aangenomen zijn in het kader van een arbeidscontract conform voorgaande alinea contractueel de rechten en verplichtingen zullen genieten die gelijkwaardig zijn met die welke voorzien zijn door het administratief en geldelijk statuut zoals vastgelegd door of krachtens het bovengenoemde koninklijk besluit van 10 april 1967.

De BTC laat aan de Staat de lijst geworden van de leden van het coöperatiepersoneel die zij in dienst neemt conform dit artikel en van diegenen met wie zij een nieuw werkcontract sluit na het aflopen van een contract voor een welbepaalde taak zoals bedoeld in alinea 2. De BTC informeert de Staat, twee maanden voor hun vervaldatum, van het einde van de arbeidscontracten van de leden van het coöperatiepersoneel die naar haar werden overgedragen.

De BTC engageert zich om de toekomstige opdrachten als technische samenwerkingsdeskundige bij voorrang aan te bieden aan de leden van het coöperatiepersoneel die onderworpen zijn aan het « Statuut van het samenwerkingspersoneel inzake ontwikkelingslanden », vastgelegd bij koninklijk besluit van 10 april 1967. HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de verwezenlijking van de toewijzingsprocedure voor de andere taken van openbare dienst welke aan de BTC kunnen worden toevertrouwd krachtens artikel 6 van de wet tot oprichting van de BTC

Artikel 26.Opsomming De andere taken van openbare dienst die door de Staat aan de BTC kunnen worden toegekend krachtens artikel 6 van de wet tot oprichting van de BTC zijn : - de verwezenlijking van verkennende studies met het oog op de tenuitvoerlegging van het beleid of van de strategieèn inzake de Belgische internationale samenwerking en van het uitwerken van nieuwe programma's en projecten in het kader van de directe bilaterale, indirecte bilaterale of multilaterale samenwerking; - de verwezenlijking van expertise- of evaluatieopdrachten in het kader van de indirecte bilaterale of multilaterale samenwerking; - de opleiding van het overzees personeel; - de noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn die wordt toegekend ingevolge een verzoek van een hulporganisatie.

Artikel 27.Nadere regels voor de uitvoering Ingeval de Staat zich in de uitdrukkelijk gemotiveerde moeilijkheid bevindt om één van de in artikel 26 bedoelde taken van openbare dienst te verwezenlijken en tenzij de Staat, dit eveneens verantwoordend conform artikel 6, § 2 van de wet tot oprichting van de BTC, beslist dat de BTC zich in de uitdrukkelijk gemotiveerde moeilijkheid bevindt om die taak te verwezenlijken, stelt de Staat aan de BTC voor deze taak te realiseren, zonder afbreuk te doen aan artikel 6, § 3 van de wet.

De BTC verwezenlijkt de taak die haar wordt toevertrouwd conform artikel 28.

Artikel 28.Toewijzingsprocedures § 1. De Staat notifieert, geval per geval, aan de BTC : - de referentietermen voor de taak van openbare dienst bedoeld in artikel 26 met, voor elk geval, een verduidelijking van de door de BTC na te komen verplichtingen met het oog op de realisatie ervan; - de termijn voor verwezenljking van deze taak en de bekendmaking van het resultaat ervan; - een vraag voor een prijsofferte.

Zonder afbreuk te doen aan de alinea's 3 en 4, worden de referentietermen voor de verwezenlijking van de taken van openbare dienst zoals bedoeld in artikel 26, opgesteld door de Staat na raadpleging van de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland.

De referentietermen van de verkennende studies die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van het beleid van de Belgische internationale samenwerking, worden vastgelegd door de Minister onder wie de BTC ressorteert na raadpleging van de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland.

De referentietermen van de verkennende studies die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van een indicatief samenwerkingsprogramma, worden vastgelegd door de Attaché voor internationale samenwerking, op vraag van de Minister onder wie de BTC ressorteert, in overleg met het partnerland en na raadpleging van de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in het partnerland. § 2. Binnen de 20 werkdagen na de notificatie bedoeld in § 1, notifieert de BTC aan de Staat : - hetzij haar uitdrukkelijk gemotiveerde weigering om de taak van openbare dienst te verwezenlijken, in welk geval de Staat, conform artikel 6, § 2 van de wet tot oprichting van de BTC, deze taak door een derde kan laten verwezenlijken, mits inachtneming van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten en mits inachtneming van artikel 50 van de programmawet van 24 december 1993. - hetzij haar prijsofferte, op basis van een schatting van de reële kosten, welke geldt als aanvaarding van de referentietermen en van de termijn voor de verwezenlijking en voor de terhandstelling van de taak van openbare dienst. § 3. Binnen de 10 werkdagen na de notificatie van de prijsofferte bedoeld in § 2, notifieert de Staat aan de BTC zijn akkoord of zijn uitdrukkelijk gemotiveerde weigering.

In voorkomend geval onderhandelen de Staat en de BTC tijdens die termijn over de prijsofferte, de termijn van de verwezenlijking en de referentietermen van de taak van openbare dienst.

Het akkoord tussen de Staat en de BTC vormt een toewijzingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, 2° van de wet tot oprichting van de BTC. Bij gebrek aan akkoord tussen de Staat en de BTC, kan de Staat conform artikel 6, § 3 van de wet tot oprichting van de BTC, deze taak laten verwezenlijken door een derde mits inachtneming van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en mits inachtneming van artikel 50 van de programmawet van 24 december 1993.

TITEL IV. - Onderbreking of stopzetting van de taken van openbare dienst Artikel 29 De Minister onder wie de BTC ressorteert kan, omwille van motieven van politiek of veiligheid in verband met de situatie van het partnerland, de uitvoering door de BTC van een krachtens dit beheerscontract gesloten toewijzingsovereenkomst onderbreken of stopzetten.

De Minister onder wie de BTC ressorteert, notifieert formeel zijn met redenen omklede beslissing aan de BTC hierbij aangevend hetzij de datum en de duur van de onderbreking, hetzij de datum van de stopzetting van de uitvoering van de toewijzingsovereenkomst.

De BTC kan, in akkoord met de Minister onder wie ze ressorteert, om redenen van veiligheid in verband met de situatie in het partnerland, de uitvoering van een krachtens dit beheerscontract gesloten toewijzings-overeenkomst onderbreken of stopzetten.

Binnen een termijn van 10 werkdagen vanaf de notificatie bedoeld in het 2e lid of het akkoord bedoeld in het 3e lid, komen de Staat en de BTC de nadere regels overeen voor de onderbreking of voor de beèindiging van de toewijzingsovereenkomst.

De Staat vergoedt de BTC, met inachtneming van de reglementaire financièle en budgettaire controle, voor het geheel van de geleden directe of indirecte schade, die voortvloeit uit de onderbreking of de stopzetting van de uitvoering en waarvoor de BTC het bewijs levert, behalve voor wat betreft de inkomstenderving tengevolge een volledige niet-uitvoering van de toewijzingsovereenkomst.

De BTC bepaalt in de contracten die ze sluit met haar eventuele onderaannemers de nadere regels voor verbreking van het contract ingeval van onderbreking of stopzetting bedoeld in dit artikel en neemt de gepaste maatregelen voor het overeenkomen van een maximumbedrag voor schadevergoeding.

TITEL V. - Gedragsregels jegens de begunstigden van de samenwerkingsprestaties Artikel 30 De BTC verwezenlijkt haar taken van openbare dienst met respect voor het concept van partnerschap, wat inhoudt dat rekening wordt gehouden met de specificiteit van het partnerland en dat speciale aandacht wordt geschonken aan : - de ontwikkeling van lokale capaciteiten; - de decentralisatie van de samenwerkingsprestaties op het beslissingsniveau, teneinde deze zo dicht mogelijk bij de beoogde doelgroepen te brengen; - de responsabilisering van het partnerland en van de lokale partners, met name door de overheid, de civiele maatschappij en de private sector van het partnerland te betrekken bij het ontwikkelingsproces; - de hulp die verstrekt wordt aan het partnerland en aan de lokale partners voor de identificatie van samenwerkingsprestaties; - het beroep doen, telkens als de lokale capaciteit en deskundigheid dit toelaat, op vormen van samenwerking waarbij een zo groot mogelijk deel van de voorbereiding en van de uitvoering van de samenwerkingsprestatie wordt toevertrouwd aan het partnerland en/of aan lokale partners; - de wederzijdse kennisoverdracht, met name door het beroep doen op lokaal personeel en op ondernemingen in het partnerland voor de uitvoering van samenwerkingsprestaties; - het rekening houden met en het respect voor de specifieke sociale en culturele eigenheid van de partnerlanden en het valoriseren hiervan als een factor van ontwikkeling.

De BTC zal er bovendien over waken dat haar personeelsleden : - op een respectvolle manier omgaan met de begunstigden van de samenwerkingsprestaties en zulks zonder enige discriminatie; - zowel binnen als buiten hun functies vermijden zich zo te gedragen dat dit het vertrouwen van de publieke opinie of van de begunstigden van de samenwerkingsprestaties in de Belgische internationale samenwerking zou kunnen schokken en zich met name onthouden van elke inmenging in de politiek van het partnerland; - hun opdrachten loyaal en correct uitvoeren en niet in het minst : - de door de Staat in de algemene samenwerkingsakkoorden en in de bijzondere overeenkomsten aangegane verplichtingen nakomen, die aan de BTC zullen worden medegedeeld conform de artikelen 5 en 15; - op een correcte wijze en met nauwgezetheid hun adviezen formuleren en hun rapporten opstellen; - hun opdrachten uitvoeren in professionele geest en op een professionele wijze; - noch rechtstreeks noch via een tussenpersoon, giften, toelagen of voordelen van welke aard ook, vragen, eisen noch ontvangen, ook niet wanneer dit gebeurt buiten hun functies maar wel als gevolg ervan; - noch ten persoonlijken titel noch via een tussenpersoon, een activiteit uitoefenen welke van aard is de vervulling van hun functies te schaden of die niet in overeenstemming is met de waardigheid ervan.

TITEL VI. - Technische samenwerkingsdeskundigen

Artikel 31.Het uitzenden van technische samenwerkingsdeskundigen naar de partnerlanden De BTC wordt in elk partnerland, partner van de Belgische directe bilaterale samenwerking, vertegenwoordigd door een plaatselijke Vertegenwoordiger, die haar aanspreekpunt is voor de Attaché voor internationale samenwerking, voor de autoriteiten van het partnerland en voor de lokale partners.

Conform de verplichtingen die zij op zich neemt in uitvoering van de krachtens dit beheerscontract gesloten toewijzingsovereenkomsten, zendt de BTC daarnaast één of meerdere technische samenwerkingsdeskundige(n) naar het parnerland.

De BTC zal erop toezien dat elke technische samenwerkingsdeskundige beschikt over de nodige kwaliteiten en capaciteiten om : - de taken van openbare dienst van de BTC te verwezenlijken; - het sociaal oogmerk van de BTC te respecteren, inbegrepen de gedragsregels ten overstaan van de begunstigden van de samenwerkingsprestaties;

De technische samenwerkingsdeskundigen die uitgezonden worden naar de partnerlanden, partner van de Belgische directe bilaterale samenwerking, worden door de BTC aangeworven met bijzondere aandacht voor de strijd tegen elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit of geslacht of om sociale, ethnische, religieuze of filosofische redenen.

Artikel 32.Samenwerking tussen de technische samenwerkingsdeskundigen en de Attachés voor internationale samenwerking.

Zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden van de Staat en van de BTC, zoals met name bepaald in dit beheerscontract, nemen in elk partnerland, de Attaché voor internationale samenwerking, als vertegenwoordiger van de Staat, en de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC, als vertegenwoordiger van de BTC, deel aan de vergaderingen van de gemengde lokale overlegstructuren, samengesteld conform de bepalingen van de tussen de Staat en de partnerlanden gesloten algemene samenwerkingsakkoorden en bijzondere overeenkomsten.

Zij zullen erover waken zich te laten vervangen, op hun verantwoordelijkheid, wanneer zij wegens overmacht of ten gevolge van een legitiem beletsel in de onmogelijkheid verkeren hieraan deel te nemen.

In elk partnerland plegen de Attaché voor internationale samenwerking en de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC evenals gebeurlijk de technische samenwerkingsdeskundigen die in dit land zijn tewerkgesteld conform de krachtens dit beheerscontract gesloten toewijzingscontracten, op regelmatige en systematische wijze overleg in het kader van de verwezenlijking van de taken van openbare dienst bedoeld in dit beheerscontract, en in het bijzonder over : - de identificatie van samenwerkingsprestaties; - de formulering van samenwerkingsprestaties, met een bijzondere aandacht voor de mogelijkheid om een beroep te doen op lokale deskundigen of partners; - de tenuitvoerlegging van samenwerkingsprestaties, met een bijzondere aandacht voor de te volgen werkwijze om de voortgangsbewaking en de monitoring ervan te verwezenlijken; - de ex-post evaluatie van samenwerkingsprestaties, met een bijzondere aandacht voor het terhandstellen van informatie over de verwezenlijking ervan aan de Attaché voor internationale samenwerking; - het zoeken van de voor de begunstigden van een samenwerkingsprestatie minst schadelijke formule ingeval van onderbreking of voortijdige stopzetting hiervan, conform artikel 29.

De Attachés voor internationale samenwerking en de plaatselijke Vertegenwoordiger van de BTC in de partnerlanden beschikken over de bevoegdheidsdelegaties die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van dit beheerscontract alsook voor de uitvoering en de herziening van de toewijzingsovereenkomsten die gesloten worden op grond hiervan, zonder afbreuk te doen aan de mechanismen van administratieve en budgettaire of financiële controle.

TITEL VII. - Financiering

Artikel 33.Facturering van de prestaties van de BTC § 1. De BTC factureert aan de Staat, conform de prijs die overeengekomen is in elke toewijzingsovereenkomst : - de verkennende studies in het kader van de tenuitvoerlegging van het beleid of van de strategieën van de Belgische internationale samenwerking en van de tenuitvoerlegging van nieuwe programma's en projecten in het kader van de directe bilaterale samenwerking, de indirecte bilaterale samenwerking of de multilaterale samenwerking, bedoeld in de artikelen 5, § 1, alinea 3 en 26 tot 28; - de verkennende studies met het oog op de identificatie van samenwerkingsprestaties, bedoeld in de artikelen 8 tot 10; - de verwezenlijking van de formuleringstaak, bedoeld in de artikelen 11 tot 13 en 19 tot 21; - de verwezenlijking van de taak van tenuitvoerlegging, bedoeld in de artikelen 14 tot 16 en 22 tot 24; - de verwezenlijking van expertise-opdrachten of evaluatie-opdrachten in het kader van de artikelen 26 tot 28; - de verwezenlijking van de taak met betrekking tot de vorming van overzees personeel, bedoeld in de artikelen 26 tot 28; - de verwezenlijking van de taak met betrekking tot de noodhulp en de rehabilitatiehulp op korte termijn die toegekend werd ingevolge een vraag van een hulporganisatie, bedoeld in de artikelen 26 tot 28. § 2. De BTC factureert maandelijks aan de Staat haar prestaties met betrekking tot de verwezenlijking van de taken, bedoeld in § 1, op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

Elke factuur wordt voorgelegd aan de Staat. De verantwoordingsstukken van de gedane uitgaven zijn voor controle ter beschikking op de zetel van de BTC. In het kader van de financiering van de prestaties van de BTC en van de procedures inzake controle en toezicht waaraan zij onderworpen is, komen de Staat en de BTC overeen dat de controles uitgaande van de vertegenwoordigers van de Minister van Begroting en van de Minister onder wie de BTC ressorteert en die uitgeoefend moeten worden na de ondertekening van de toewijzingsovereenkomsten krachtens dit beheerscontract gesloten, zullen verzekerd worden door de Regeringscommissarissen, bedoeld in artikel 28 van de wet tot oprichting van de BTC. § 3. Teneinde de continuïteit van de openbare dienst te garanderen alsook de mogelijkheid voor de BTC om zonder vertraging de uit haar opdracht voortvloeiende verplichtingen na te komen, stort de Staat aan de BTC voorschotten in maandelijkse schijven, op basis van het door de BTC ingediende overzicht van vervaldagen voor de in de volgende maand verwachte betalingen, na aftrek van het niet-gebruikte deel van de vorige maandelijkse voorschotten op basis van de maandelijkse definitieve facturen voorgelegd door de BTC. De maandelijkse schijven zullen worden gestort uiterlijk op de vijfde werkdag van de maand.

Artikel 34.Bijdrage ter dekking van de beheerskosten van de uit de taken van openbare dienst voortvloeiende lasten.

Tot aan de einddatum van dit beheerscontract stort de Staat aan de BTC een previsionele bijdrage ter dekking van de beheerskosten.

De bijdrage ter dekking van de beheerskosten dient om op previsionele wijze te dekken : - de installatiekosten en opstartkosten van de BTC, dit wil zeggen de kosten voor de oprichting, de kosten verbonden aan de overname van het « personeel voor de samenwerking met de ontwikkelingslanden », bedoeld in artikel 25, evenals voor de recrutering van personeel, de kosten verbonden aan het tot stand brengen van interne procedures, de installatiekosten voor een informaticasysteem, enzovoort; - de beheerskosten met betrekking tot de taken van openbare dienst die verwezenlijkt worden door de BTC, namelijk het geheel van de kosten die niet gedekt worden door de prijs voor de taken van openbare dienst, bedoeld in artikel 33, § 1, enerzijds, en het geheel van de kosten voor de uitvoering van taken van openbare dienst, andere dan dewelke bedoeld in artikel 33, anderzijds.

De provisionele bijdrage ter dekking van de beheerskosten toegekend aan de BTC bedraagt : - voor de eerste 12 maanden, volgend op de inwerkingtreding van dit beheerscontract : 583.000.000 BEF; - voor de 12 hiernavolgende maanden : 607.000.000 BEF; - voor de laatste 12 maanden, volgend op die vermeld onder het voorgaande punt : 624.000.000 BEF. Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot de Rijksbegroting en tot de algemene procedure tot vrijmaking van begrotingskredieten, wordt het bedrag van de provisionele bijdrage ter dekking van de beheerskosten betaald in vier trimestriële schijven, elkeen hiervan overeenstemmend met een vierde van de jaarbijdrage ter dekking van de beheerskosten, binnen de eerste tien werkdagen van de eerste maand van het kwartaal in kwestie.

Ten laatste op 15 januari van elk jaar informeert de BTC de Staat over de werkelijke kosten die zij gedragen heeft gedurende het vorige boekjaar. De vastgestelde verschillen zullen het voorwerp vormen van een begrotingsaanpassing, uit te voeren in de loop van het derde kwartaal van het lopende jaar, door vermindering of verhoging van de provisionele bijdrage ter dekking van de beheerskosten voor dit kwartaal en, indien nodig, voor de volgende kwartalen.

De BTC houdt van bij de inwerkingtreding van dit beheerscontract een analytische boekhouding bij, die de Staat en de BTC in voorkomend geval moeten toelaten om bij de onderhandelingen over het tweede beheerscontract, het bedrag van de beheerskosten van de BTC vast te stellen op basis van een vast en/of een variabel percentage van de prijzen voor de taken van openbare dienst, bedoeld in artikel 33, § 1.

TITEL VIII. - Ondernemingsplan Artikel 35 Jaarlijks wordt door de BTC een ondernemingsplan opgesteld, conform artikel 23, § 1 van de wet tot oprichting van de BTC. Dit ondernemingsplan bevat ten minste de volgende elementen : - een planning van de BTC, met de inventaris van de doelstellingen en de strategie voor de komende vijf jaar en die jaarlijks dient geactualiseerd te worden; - een jaarplanning aangaande volgende elementen : - de strategie welke de BTC denkt te ontwikkelen om de taken te verwezenlijken die haar worden toevertrouwd door of krachtens dit beheerscontract; - een planning van de in te zetten middelen : * investeringen in logistieke uitrusting en in infrastructuur; * vooruitzichten voor wat betreft het personeelsbeleid en het human ressources management; * aanpassing van de beheersmethoden en van de interne controleprocedures; - de strategische context en de positionering van de BTC ten aanzien van de andere actoren van de ontwikkelingssamenwerking; - een financieel plan dat een voorafbeelding bevat van de resultatenrekening en van de balans; - de jaarlijkse evaluatie van de geleverde prestaties van de BTC, met betrekking tot het voorafgaande jaar zoals bedoeld in het ondernemingsplan en met name gemeten op basis van de in de overeenkomsten inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsprestaties bepaalde prestatie-indicatoren en ten aanzien van de gedragsregels tegenover de begunstigden. Deze evaluatie geldt als de jaarlijkse herevaluatie van het beheerscontract.

Behalve voor wat de balans aangaat, zal voor elk element van het ondernemingsplan een onderscheid worden gemaakt tussen de gegevens over de verwezenlijking van de taken van openbare dienst en de verwezenlijking van de andere taken.

De elementen van het ondernemingsplan die de verwezenlijking van de taken van openbare dienst betreffen, worden uiterlijk op 1 juni 2000 en van dan af op 1 juni van het jaar voorafgaand aan dat bedoeld in het ondernemingsplan, ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister onder wie de BTC ressorteert. Binnen dezelfde termijn worden de andere elementen van het ondernemingsplan ter informatie voorgelegd aan de Minister onder wie de BTC ressorteert.

De vereiste machtiging, bepaald in artikel 23, § 1, 3e lid van de wet tot oprichting van de BTC, betreffende de elementen van het ondernemingsplan over de verwezenlijking van de taken van openbare dienst, wordt geacht gegeven te zijn indien de Minister onder wie de BTC ressorteert niet v|$$|Ago|$$|Agor de 1e oktober van het jaar voorafgaand aan dat bedoeld in het ondernemingsplan, zijn goedkeuring of zijn uitdrukkelijk gemotiveerde weigering heeft genotifieerd aan de raad van bestuur van de BTC. TITEL IX. - Sancties in geval van het niet-respecteren van het beheerscontract Artikel 36 § 1. Indien een van beide partijen tekortschiet in de uitvoering, notifieert die welke zich benadeeld acht aan de andere het niet-respecteren van de bepalingen van het beheerscontract of van de toewijzingsovereenkomst. Deze formaliteit vormt een in gebreke stelling en geeft aanleiding tot de aanrekening van intresten aan het wettelijk tarief. § 2. De BTC is onvoorwaardelijk verantwoordelijk voor elke directe of indirecte voorzienbare schade, die het resultaat is van de uitvoering van dit beheerscontract en van de op grond hiervan gesloten toewijzingsovereenkomsten.

Behalve ingeval van overmacht, zal de Staat gemachtigd zijn om van de BTC schadevergoeding en interest te vorderen bedoeld om de geleden schade te herstellen, ingeval de BTC tekortschiet in de uitvoering van één of meerdere van de verplichtingen die op haar rusten door of krachtens dit beheerscontract, vastgesteld in een verslag van de op voorstel van de Minister onder wie de BTC ressorteert aangestelde Regeringscommissaris. § 3. Zo de termijnen die vastgesteld zijn voor de betaling van de maandelijkse voorschotten, bedoeld ter dekking van de in artikel 33, § 1 bedoelde taken, worden overschreden, heeft de BTC van rechtswege en zonder ingebrekestelling recht op een rente voor vertraging.

Deze rente wordt berekend per maand of per gedeelte van een maand naar rato van het aantal kalenderdagen vertraging tegen de rentevoet op voorschotten boven plafond vastgesteld door de Nationale Bank.

De toegepaste voet is die geldig op de twintigste dag van de maand voorafgaand aan die waarin de vertraging optreedt.

TITEL X. - Vrijwaring van de financiële belangen van de Staat Artikel 37 De financiële belangen van de Staat worden gegarandeerd door : - de afzonderlijke rekeningen die de BTC zal houden enerzijds voor de activiteiten die voortvloeien uit haar taken van openbare dienst en anderzijds voor haar andere activiteiten, conform artikel 30 van de wet tot oprichting van de BTC; - de voorschriften inzake de toewijzing van de winsten, bepaald in de statuten van de BTC, conform artikel 164bis, § 1, 3° van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen; - de toewijzingsprocedure voor de taken van openbare dienst die de BTC verplicht, geval per geval, een prijsofferte voor te leggen; - de controle door de Regeringscommissarissen, conform artikel 28 van de wet tot oprichting van de BTC; - de controle van de financiële toestand van de BTC door het college van commissarissen, conform artikel 29 van de wet tot oprichting van de BTC; - het voorleggen door de BTC aan de Staat, uiterlijk op 30 april 2000 en van dan af jaarlijks op 30 april, van een schatting van de middelen welke ter beschikking zouden moeten worden gesteld voor het volgende boekjaar; uiterlijk op 15 januari wordt deze schatting geactualiseerd; - het voeren van een analytisch boekhouding.

De Staat en de BTC sluiten alleen overeenkomsten conform de artikelen 10, 13,16,21,24 en 28 voor zover de uitgaven ten laste van de Rijksbegroting die eruit voortvloeien ingeschreven zijn in de door de Ministerraad goedgekeurde begrotingskredieten en voor zover hun jaarprogrammatie geen toename van die kredieten veroorzaakt die groter is dan de evolutie van de consumptieprijzen. Een overschrijding van deze limieten vereist de uitdrukkelijke voorafgaande goedkeuring van de Minister van Begroting.

Een negatief advies van de Inspecteur van Financiën die geaccrediteerd is bij de Minister, bevoegd voor de Belgische internationale samenwerking, ten aanzien van voorstellen of beslissingen bedoeld in de gevallen vermeld in de artikelen 10, 13, 16, 21, 24 en 28, schort de aldaar voorziene toewijzingsprocedures op.

TITEL XI. - Interne en externe controle Artikel 38 § 1. De interne controle van de BTC wordt uitgeoefend door : - het comité van interne audit van de BTC, zoals bepaald in artikel 23, § 5, alinea 3 van de wet tot oprichting van de BTC; - de Regeringscommissarissen, zoals bepaald in artikel 28 van de wet tot oprichting van de BTC; - het college van commissarissen, zoals bepaald door het artikel 29 van de wet tot oprichting van de BTC. § 2. De externe controle wordt uitgeoefend door of op initiatief van de Staat op : - de identificatieverslagen van de samenwerkingsprestaties; - de formuleringsverslagen van de samenwerkingsprestaties; - de uitvoeringsverslagen, welke betrekking hebben op de vorderingsstaat van de samenwerkingsprestaties; - de voortgangsbewakingsverslagen aangaande de samenwerkingsprestaties of, voor wat de noodhulp, de hulp voor rehabilitatie op korte termijn en de microprojecten aangaat, de resultaten van de voortgangsbewaking; - de audit- of controleverslagen, opgesteld door onafhankelijke experten op inititatief en voor rekening van de BTC; - de eindverslagen welke de resultaten van de samenwerkingsprestaties meten; - het evaluatieverslag aangaande de verwezenlijking van de taken van openbare dienst, dat opgenomen wordt in het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 35 van dit beheerscontract; - de jaarrekeningen en de analytische boekhouding van de BTC. De Staat kan speciale onderzoeken laten uitvoeren in de partnerlanden, eventueel onaangekondigd, met het doel gelijk welk probleem aangaande de verwezenlijking door de BTC van haar taken van openbare dienst op te sporen. De BTC verbindt zich ertoe haar medewerking te verlenen aan dergelijke speciale onderzoeken, middels haar plaatselijke Vertegenwoordiger in het partnerland.

De BTC verbindt zich ertoe een geïnformatiseerd bestand van de samenwerkingsprestaties aan te houden die het mogelijk maakt op vraag van de Staat, per prestatie en per jaar de situatie van de uitgaven te geven.

TITEL XII. - Procedures en objectieve parameters voor de herevaluatie van het beheerscontract Artikel 39 § 1. Dit beheerscontract wordt elk jaar geherevalueerd en eventueel aangepast aan de wijzigende context van de ontwikkelingssamenwerking en aan de technologische ontwikkelingen.

Het beheerscontract wordt geëvalueerd op basis van objectieve criteria die opgenomen zijn in het evaluatieverslag aangaande de verwezenlijking van de taken van openbare dienst, dat geïntegreerd is in het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 35, en in het bijzonder rapport inzake het sociaal oogmerk, bedoeld in artikel 3.

De herevaluatie heeft jaarlijks plaats in de maand die volgt op de goedkeuring door de raad van bestuur van het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 35. § 2. Zonder afbreuk te doen aan § 1, zullen, indien dit nodig blijkt, de Staat en de BTC bijeenkomen voor een wijziging van dit beheerscontract volgens de in artikel 17 § 2 van de wet houdende oprichting van de BTC bepaalde procedure, na afloop van de overdrachtsperiode van de lopende samenwerkingsprestaties en, zo nodig, voor een tussentijdse aanpassing wanneer zich uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden voordoen die het financieel evenwicht, dat het beoogde resultaat was van de overeenkomst, ernstig in gevaar zouden brengen. § 3. De wijzigingen aan het beheerscontract worden opgesteld conform de regels inzake het sluiten en het goedkeuren van het beheerscontract, zoals bepaald in artikel 16 van de wet tot oprichting van de BTC. Artikel 40 Zonder afbreuk te doen aan de sancties bepaald in artikel 36 en aan de jaarlijkse herevaluatie, bepaald in artikel 39, § 1, zullen de Staat en de BTC ministens vier keer per jaar samenkomen in de loop van de maanden maart, juni, september en december, teneinde de opvolging van dit beheerscontract te verzekeren, de bereikte resultaten te evalueren en, indien nodig, tot een akkoord te komen over de te nemen bijsturende maatregelen.

Indien blijkt dat de verplichtingen bepaald in of krachtens dit contract niet worden gerespecteerd door een van de partijen, zal deze zonder verwijl de oorzaken hiervan nagaan en zal ze de gepaste maatregelen om hieraan te verhelpen bepalen en voorstellen aan de andere partij; de partijen van dit beheerscontract zullen overleg plegen over de te nemen bijsturende maatregelen.

TITEL XIII. - Duurtijd van het beheerscontract Artikel 41 Dit beheerscontract wordt van kracht na goedkeuring ervan door de Koning, via een in Ministerraad overlegd besluit, en op de datum vastgesteld door dit besluit.

Dit beheerscontract wordt gesloten voor de duur van drie jaar, te beginnen van de datum, vastgelegd door het koninklijk besluit van goedkeuring bedoeld in voorgaande alinea.

TITEL XIV. - Slotbepalingen

Artikel 42.Notificaties Alle notificaties, voorzien in dit beheerscontract, worden gedaan tegen ontvangstbewijs; het komt ten laste van elk der partijen om het bewijs te leveren van ontvangst door de andere partij.

De termijnen nemen een aanvang op de datum van ontvangst.

De begindag van een termijn wordt hierbij niet meegeteld. De einddag wordt meegerekend in de termijn.

Artikel 43.Toepasbaar recht en rechtsmacht Dit beheerscontract is onderworpen aan het Belgische recht.

Conform artikel 1676, § 2 van het Gerechtelijk Wetboek zullen de klachten betreffende de interpretatie, de totstandkoming, de uitvoering of de ontbinding van dit beheerscontract en van de overeenkomsten inzake de toewijzing die op basis hiervan worden gesloten, finaal beslecht worden door middel van een arbitrageprocedure volgens de in het Gerechtelijk Wetboek bepaalde regels.

Gedaan te Brussel, op 23 april 1999, in twee exemplaren waarvan elke partij erkent er één van te hebben ontvangen.

In naam van de BTC : Y. Haesendonck Voorzitter van de Raad van Bestuur W. Peirens Bestuurder In naam van de Belgische Staat : De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS

^