Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 oktober 1999
gepubliceerd op 28 oktober 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022965
pub.
28/10/1999
prom.
05/10/1999
ELI
eli/besluit/1999/10/05/1999022965/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 23, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 19, § 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 oktober 1973, 23 april 1979, 20 januari 1984, 12 augustus 1985, 2 oktober 1986, 19 november 1987, 11 december 1987, 14 april 1989, 20 november 1989, 4 december 1990, 21 mei 1991, 23 oktober 1991, 19 juli 1995, 20 december 1996 en 29 januari 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 augustus 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 april 1999;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 23 november 1998;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 2 juni 1999 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 juni 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 oktober 1973, 23 april 1979, 20 januari 1984, 12 augustus 1985, 2 oktober 1986, 19 november 1987, 11 december 1987, 14 april 1989, 20 november 1989, 4 december 1990, 21 mei 1991, 23 oktober 1991, 19 juli 1995, 20 december 1996 en 29 januari 1999, wordt aangevuld als volgt : « 17° De bijzondere forfaitaire vergoeding die is vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst en bedoeld is voor de werknemers van de inrichtingen en diensten welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, voorzover zij erkend en gesubsidieerd worden door de Gemeenschap of het Gewest waarvan zij afhangen, bestaande uit de kampvergoeding voor vakantieverblijven die door de genoemde inrichtingen en diensten georganiseerd worden. Die vergoeding wordt gedurende maximaal dertig dagen per jaar toegekend aan het begeleidende personeel tot dekking van hun bijkomende werkelijke lasten of kosten. Ze bedraagt maximaal 1 000 BEF per dag.

Het bedrag waarin dit nummer voorziet, wordt aan spilindex 127 gekoppeld en varieert zoals bepaald bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de algemene schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998.

Art. 3.Onze Minister van Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 oktober 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^