Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 oktober 2001
gepubliceerd op 15 november 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juni 1997 betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, vastgesteld voor de sector pluimvee

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001016358
pub.
15/11/2001
prom.
05/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/05/2001016358/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juni 1997 betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, vastgesteld voor de sector pluimvee


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998;

Gelet op de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;

Gelet op het koninklijk besiuit van 24 juni 1997 betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, vastgesteld voor de sector pluimvee;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten gegeven op 12 december 1999;

Gelet op het advies van de Europese Commissie, gegeven op 22 december 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juni 2001;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 augustus 2001;

Gelet op het overleg met de Gewesten op 14 mei 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de financiële draagkracht van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten moet worden verhoogd ter ondersteuning van de officiële pluimveegezondheidsprogramma's en om meer adequate bestrijdingsmaatregelen te kunnen nemen tegen bepaalde ziekten en zoönoses in de pluimveesector;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om de strategische reserves van het Begrotingsfonds ingevolge de bedreiging voor mond- en klauwzeer op peil te houden;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 juni 1997 betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren vastgesteld voor de sector pluimvee wordt het punt 14° vervangen door de volgende bepaling : « 14° Het Fonds : het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten; ». § 2. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt 15° luidend als volgt : « 15° Loopvogels (ratites) : de soorten struisvogel (Struthio camelus), emoe (Dromaius novaehollandiae), nandoe (Rhea americana) en casuaris (Casuarius). »

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 2.§ 1. De verplichte bijdragen van de sector pluimvee aan het Fonds worden als volgt vastgesteld : 1° de verantwoordelijken van de pluimveeslachthuizen erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 124 EUR indien ze per jaar minder dan 100 000 stuks slachten, - 397 EUR indien ze per jaar 100 000 tot en met 2 000 000 stuks slachten, en - 744 EUR indien ze per jaar meer dan 2 000 000 stuks slachten;2° de verantwoordelijken van de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende pakstations in de eiersector betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 104 EUR indien ze een technische sorteercapaciteit hebben tot en met 5 000 eieren per uur, - 156 EUR indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan 5 000 tot en met 15 000 eieren per uur, en - 243 EUR indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan 15 000 eieren per uur;3° alle groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van 104 EUR;diegenen met een gemiddelde wekelijkse omzet van minder dan 1 800 eieren zijn evenwel vrijgesteld van de bijdrage; 4° de houders van een sanitaire vergunning voor de verkoop van pluimvee op markten, hen afgeleverd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw betalen een jaarlijkse bijdrage van 87 EUR;5° de verantwoordelijken van eiproductenbedrijven en van de bedrijven die ovoproducten in de handel brengen, erkend door de Algemene Eetwareninspectie van het Ministerie van Volksgezondheid, - waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van minder dan 3 ton per uur, betalen een jaarlijkse bijdrage van 174 EUR - waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van 3 ton per uur of meer, betalen een jaarlijkse bijdrage van 521 EUR;6° de verantwoordelijken van de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende broeierijen betalen, indien de activiteit het uitbroeden van loopvogeleieren betreft, een jaarlijkse bijdrage van : - 124 EUR voor broeierijen met een capaciteit van minder dan 1 000 eieren, - 372 EUR voor broeierijen met een capaciteit van 1 000 eieren of meer; en, indien de activiteit het uitbroeden van broedeieren van andere soorten dan loopvogels betreft, een jaariijkse bijdrage van : - 248 EUR voor broeierijen met een capaciteit van minder dan 1 000 eieren of met een seizoensgebonden activiteit, - 744 EUR voor broeierijen met een capaciteit van 1 000 tot 199 000 eieren, - 992 EUR voor broeierijen met een capaciteit van 200 000 tot 499 999 eieren, - 1.363 EUR voor broeierijen met een capaciteit van 500 000 tot 999 999 eieren, - 1.735 EUR voor broeierijen met een capaciteit van 1 000 000 of meer eieren; 7° de verantwoordelijken van de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende pluimveeselectiebedrijven, vermeerderingsbedrijven en opfokbedrijven voor fokpluimvee betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 278 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van minder dan 5 000 dieren, - 416 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 5 000 tot en met 9 999 dieren, - 625 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 10 000 tot en met 19 999 dieren, - 937 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 20 000 of meer dieren;8° de houders van een erkenning voor het fabriceren van mengvoeders, afgeleverd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw, betalen een jaarlijkse bijdrage van 104 EUR;de houders van een vergunning voor de invoer, wiens enige beroepsactiviteit betrekking heeft op de invoer van producten uit andere Lidstaten, zijn evenwel vrijgesteld van de bijdrage; 9° de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 62 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 200 tot en met 4 999 dieren, - 149 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 5 000 tot en met 14 999 dieren, - 273 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 15 000 tot en met 29 999 dieren, - 508 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 30 000 tot en met 49 999 dieren, - 818 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 50 000 of meer dieren, 10° de verantwoordelijken voor vleeskippen, uitgezonderd ééndagskuikens, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 62 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 200 tot en met 4 999 dieren, - 87 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 5 000 tot en met 9 999 dieren, - 211 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 10 000 tot en met 24 999 dieren, - 471 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 25 000 tot en met 49 999 dieren, - 719 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 50 000 of meer dieren, 11° de verantwoordelijken van pluimvee, andere dan loopvogels of deze bedoeld in de vorige punten, betalen een jaarlijkse bijdrage van : - 62 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 200 tot en met 1 999 dieren, - 87 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 2 000 tot en met 4 999 dieren, - 226 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 5 000 tot en met 9 999 dieren, - 347 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 10 000 of meer dieren.12° De verantwoordelijken van loopvogels betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van de bedrijfsgrootte, uitgedrukt in aantal eenheden er gehouden loopvogels, waarbij hanen en hennen van meer dan 15 maanden oud gelijkgesteld worden aan 10 eenheden per dier als het struisvogels betreft en 5 eenheden per dier als het emoes, nandoes of casuarissen betreft en dieren van minder dan 15 maanden oud gelijkgesteld worden aan 1 eenheid per dier, te weten : - 74 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 21 tot 199 eenheden, - 149 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 200 tot 499 eenheden, - 223 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 500 tot 999 eenheden, - 297 EUR in geval van een bedrijfsgrootte van 1 000 of meer eenheden. § 2. De facturaties bestemd voor de verantwoordelijken bedoeld in § 1, onder punt 1°, 2°, 5°, 7°, 10°, 11° en 12° zijn gebaseerd op de laatste gegevens waarover de Dienst beschikt in het kader van de identificatie en registratie van pluimvee- en loopvogelbeslagen en op de aanvullende verklaringen van de verantwoordelijke. § 3. Een verklaring van definitieve stopzetting vóór de datum van de facturatie ontslaat de verantwoordelijke van de verplichte bijdrage.

De inspecteur-dierenarts of zijn afgevaardigde stelt de stopzetting vast. »

Art. 3.Overgangsbepaling : De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rijen van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op het koninklijk besluit gewijzigd door het huidig besluit. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van dit besluit tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^