Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 oktober 2011
gepubliceerd op 08 november 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011204577
pub.
08/11/2011
prom.
05/10/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het brugpensioen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2011 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 28 juni 2011 onder het nummer 104531/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975) en de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005), met haar uitvoeringsbesluiten.

Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle arbeiders/sters die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in artikelen 4 en 5. HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Art. 4.Leeftijdsvoorwaarden en algemene loopbaanvoorwaarden Kunnen na ontslag aanspraak maken op het brugpensioen, de arbeiders/sters : - die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt; - die voldoen aan de loopbaanvoorwaarden zoals gesteld in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten, tot regeling van het conventioneel brugpensioen in uitvoering van de Generatiepactwet.

Art. 5.Bijkomende loopbaanvoorwaarde § 1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het brugpensioen, dient de arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste te vervullen, doch dient hij/zij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen van tenminste 15 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. Indien de arbeider/ster dit bewijs niet kan leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum 20 jaar in de sector waarvan minstens acht jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat.

De loopbaan dient te worden berekend van datum tot datum. § 2. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de arbeider/ster die het slachtoffer werd van een faillissement, een sluiting of een herstructurering van een onderneming uit de sector stoffering en houtbewerking, daarna werd aangeworven door een andere werkgever van de sector en op het ogenblik van deze aanwerving 50 jaar of ouder was.

Deze arbeider/ster kan om voormelde reden niet voldoen aan de vereister, het bewijs te leveren van 8 jaar bij de werkgever die ontslaat. Toch zal hij/zij het brugpensioen kunnen genieten indien hij het bewijs levert van een loopbaan van ten minste twintig jaar in de sector. HOOFDSTUK III. - Aanvullende vergoeding

Art. 6.De arbeiders/sters omschreven in artikel 3 hebben recht op een bijkomende vergoeding ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding voor bruggepensioneerden. Deze aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Art. 7.De aanvullende vergoeding, volgens de berekeningsmethode bepaald door het paritair comité, wordt toegekend vanaf het einde van de normale wettelijke opzeggingstermijn tot de pensioengerechtigde leeftijd.

De aanvullende vergoeding bestaat uit de helft (50 pct.) van het verschil tussen de werkloosheidsvergoeding en het netto-refertemaandloon. De sociale en/of fiscale afhoudingen op de aanvullende vergoeding vallen ten laste van de arbeider/ster.

De aanvullende vergoeding voor brugpensioen van de arbeiders/sters die vanaf hun 50e verjaardag gebruik maakten van de mogelijkheid om hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77 van de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun brutorefertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.

Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon.

Art. 8.De aanvullende vergoeding, zoals bepaald in artikel 7, is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals dat is voorzien in de artikelen 5 tot en met 10 van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2009 inzake de loons- en arbeidsvoorwaarden, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 mei 2007 (koninklijk besluit van 19 september 2007, Belgisch Staatsblad van 11 oktober 2007).

Art. 9.De aanvullende vergoeding brugpensioen zal door de werkgever worden doorbetaald bij een eventuele werkhervatting van de ontslagen werknemer, hetzij als loontrekkende, hetzij als zelfstandige.

De ontslagen werknemer zal zijn ex-werkgever vooraf op de hoogte brengen van zijn werkhervatting alsook van de stopzetting ervan.

Art. 10.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de arbeider/ster zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken arbeider in aanmerking komt voor werkloosheidsvergoeding voor bruggepensioneerden onder meer wat de leeftijds- en loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5.

Art. 11.De werkgever die met het oog op het brugpensioen zijn arbeider/ster ontslaat, is verplicht die te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten en binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald.

In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig maanden. Bij niet-vervanging worden automatisch de sancties toegepast voorzien in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011; ze houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2013.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^