Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 september 2001
gepubliceerd op 07 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het bediendepersoneel van ondernemingen van de metaalfabrikatennijverheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012797
pub.
07/12/2001
prom.
05/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/05/2001012797/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het bediendepersoneel van ondernemingen van de metaalfabrikatennijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het bediendepersoneel van ondernemingen van de metaalfabrikatennijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 1996 Statuut van de syndicale afvaardiging van het bediendepersoneel van ondernemingen van de metaalfabrikatennijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 21 maart 1996 onder het nummer 41196/CO/209) Algemene bepalingen

Artikel 1.De ondergetekende beroepsverenigingen zullen hun leden aanbevelen al de bepalingen, zowel van het voornoemd nationaal akkoord als van het onderhavig bijzonder akkoord, toe te passen en te eerbiedigen.

Zij zullen al de te hunner beschikking staande middelen in het werk stellen om dit doel te verwezenlijken.

Art. 2.De bedrijfshoofden, lid van de ondertekenende beroepsverenigingen van werkgevers, stemmen ermede in dat hun gesyndiceerd bediendepersoneel bij hun vertegenwoordigd is door een syndicale afvaardiging waarvan de leden aangewezen of verkozen zijn onder en door het gesyndiceerd personeel van hun onderneming.

In deze overeenkomst wordt onder "gesyndiceerde bedienden" verstaan die bedienden die aangesloten zijn bij één der organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid en bedoeld zijn bij de tussen de ondertekenende organisaties gesloten collectieve arbeidsovereenkomst (barema's en rangschikking van bedienden).

De bedrijfshoofden verbinden zich ertoe genoemde afvaardigingen te ontvangen en een behoorlijke functionering daarvan in hun bedrijven niet te beletten.

Art. 3.De bedrijfshoofden, lid van de ondertekenende beroepsverenigingen van werkgevers, gaan de verbintenis aan generlei druk op het personeel uit te oefenen, om het te verhinderen tot een syndicaat toe te treden en aan de niet-gesyndiceerde bedienden geen andere voordelen toe te kennen dan aan de gesyndiceerden.

De ondertekenende vakverenigingen van bedienden evenals de syndicale afvaardigingen van het personeel gaan de verbintenis aan de vrijheid van vereniging te eerbiedigen, onder andere door uit hun syndicale propaganda die methodes uit te sluiten die niet in overeenstemming zouden zijn met de geest van het bovenvermeld nationaal akkoord en deze overeenkomst.

Art. 4.De syndicale afgevaardigden van het bediendepersoneel behoren in alle omstandigheden : a) blijk te geven van een geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoeningsgezindheid;b) ieder gemis aan eerbied voor de sociale wetgeving, het huishoudelijk reglement van de onderneming, de collectieve arbeidsovereenkomsten en de werktucht persoonlijk en door hun collega's te voorkomen en te doen voorkomen;c) de werking van de directie der onderneming en van haar vertegenwoordigers op de verschillende trappen der hiërarchie niet tegen te werken. De rol der syndicale afvaardigingen

Art. 5.a) de bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging strekt zich in het bijzonder uit tot : - de naleving van de grondbeginselen die worden uiteengezet in de artikelen 2 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971; - de arbeidsverhoudingen; - de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten, het arbeidsreglement van de onderneming en de individuele arbeidsovereenkomsten; - de toepassing ten aanzien van het bedrijfspersoneel, der van kracht zijnde loonschalen en classificatieregels; - de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden binnen de onderneming, onverminderd de overeenkomsten of akkoorden gesloten op andere niveaus; - de geschillen voortvloeiend uit technologische wijzigingen en uit de arbeidsorganisatie in de onderneming.

Voor het onderzoek van deze geschillen en mits overleg met het ondernemingshoofd, zal de vakbondsafvaardiging zich kunnen doen bijstaan door gespecialiseerde syndicale vertegenwoordigers. b) De vakbondsafvaardiging is bovendien bevoegd om te waken over de oprichting, de werking en de toepassing der eventuele beslissingen van de paritaire, op het vlak van de onderneming door wettelijke of door reglementaire beschikkingen opgerichte of nog op te richten organen, onder meer de ondernemingsraad en het comité voor veiligheid en gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.c) Waar geen ondernemingsraad bestaat kan de vakbondsafvaardiging de taken, rechten en opdrachten waarnemen, die aan deze raad worden toegekend krachtens de collectieve overeenkomst nummer 9 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 9 maart 1972, betreffende de coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 november 1972, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nummer 15 van 25 juli 1974, nummer 34 van 27 februari 1981 en nummer 37 van 27 november 1981.

Art. 6.Bij de firma's waar meer dan 50 bedienden als bedoeld bij de collectieve overeenkomst van toepassing op de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid (barema's en rangschikking der bedienden), werkzaam zijn, zal een syndicale bediendendelegatie worden gevormd, indien de firma ten minste 25 pct. van die bedienden telt, aangesloten bij de ondergetekende syndicale organisaties en indien een gedagtekend schriftelijk verzoek daartoe door de vertegenwoordigers van de belanghebbenden is gedaan.

Nochtans mag er in de ondernemingen welke doorgaans minder dan 50 bedienden, beoogd in onderhavige collectieve overeenkomst tewerkstellen, doch ten minste 20 gesyndiceerden tellen die erom zouden verzoeken, een vakbondsafvaardiging worden ingesteld. In geval van betwisting over het aantal gesyndiceerde bedienden, binnen de onderneming, wordt beroep gedaan op de voorzitter van het gewestelijk verzoeningsbureau.

Art. 7.De afvaardiging is samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden. Er zijn evenveel plaatsvervangende als effectieve afgevaardigden.

De afgevaardigden zullen uit hun midden een voorzitter voor de afvaardiging aanwijzen.

Art. 8.Het aantal effectieve afgevaardigden wordt als volgt bepaald, naar prorata van het aantal gesyndiceerde bedienden werkzaam bij de onderneming : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In verband met de omvang of de ingewikkelde toestand van sommige ondernemingen, kan geval per geval worden overeengekomen het aantal afgevaardigden hoger te bepalen.

Art. 9.Om de functie van afgevaardigde of plaatsvervanger te kunnen waarnemen moeten de leden van het bediendepersoneel aan volgende voorwaarden voldoen : 1) tenminste 18 jaar oud zijn en de pensioengerechtigde leeftijd niet hebben bereikt;2) tenminste drie jaar in de nijverheid in België gewerkt hebben en één jaar effectief in de onderneming hebben gewerkt;3) niet in opzeggingstermijn zijn;4) bij één van de vertegenwoordigde syndicaten aangesloten zijn.

Art. 10.De aangestelde of verkozen afgevaardigden zullen worden uitgekozen op grond van het gezag waarover zij bij de uitvoering van hun keuze-opdrachten moeten beschikken en op hun bekwaamheid welke een grondige kennis van de onderneming en van de betrokken industrietak omvat.

Welke ook de wijze van benoeming zij; de mandaten hebben een duur van vier jaar en kunnen worden verlengd.

De ondergetekende syndicale organisaties zullen in onderlinge overeenstemming benoemen prorata van het aantal in elk der betrokken ondernemingen bij hen aangesloten leden. Zij zullen de lijst van de effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden aan het bedrijfshoofd bekendmaken ten laatste dertig dagen volgende op het verzoek als bedoeld bij artikel 6.

Effectieve afgevaardigden : indien het aantal effectieve afgevaardigden, voorgesteld binnen deze termijn door één of meer bediendenorganisaties die onderhavige overeenkomst ondertekend hebben, gelijk is aan het aantal te benoemen afgevaardigden, zal het bedrijfshoofd deze benoemingen bekrachtigen.

Indien het aantal voorgestelde effectieve afgevaardigden hoger is dan het aantal afgevaardigden als voorzien bij artikel 8, zullen deze bedienden als verkiezingskandidaten worden beschouwd.

De plaatsvervangende leden zijn geroepen om te zetelen ter vervanging van een overleden, uittredend of verhinderd lid of van een lid dat niet meer aan de voorwaarden tot verkiesbaarheid voldoet.

Mocht er tot verkiezing worden overgegaan, dan zullen in de mate van het mogelijke de plaatsvervangende afgevaardigden worden benoemd en wel tot een gelijk aantal als het aantal effectieve afgevaardigden teneinde gedeeltelijke verkiezingen te voorkomen.

Mocht gedurende het mandaat van de effectieve afgevaardigden er voor de vervanging van één dezer afgevaardigden geen plaatsvervangend afgevaardigde meer op de lijst beschikbaar zijn, dan zal deze vervanging geschieden door benoeming door de betrokken organisatie.

Art. 11.In al de gevallen waarin krachtens artikel 10 moet worden overgegaan tot eigenlijke verkiezingen, zal daartoe worden overgegaan bij elke onderneming, in de fabrieken zelf, waarbij de nodige maatregelen dienen getroffen om de vrijheid en de geheimhouding van de stemming te verzekeren.

De effectieve en de plaatsvervangende afgevaardigden worden in één enkele geheime stemming gekozen op kandidaatlijsten door de ondertekenende syndicale organisaties voorgedragen. Elke lijst mag een hoger aantal kandidaten voorkomen dan het te verkiezen aantal afgevaardigden.

De kiezers kunnen hun stem uitbrengen boven aan de lijst hunner keuze, of op de gezamelijke lijsten evenveel kandidaten aanwijzen als er zetels te begeven zijn.

De verkiezing geschiedt volgens het eenvoudige evenredig stelsel.

Bijgevolg wordt het aantal stemmen dat op iedere vertegenwoordigde organisatie is uitgebracht opgesteld, hierbij in aanmerking genomen dat iedere stem bovenaan een lijst uitgebracht voor zoveel stemmen telt als er zetels te begeven zijn. De respectieve totalen bepalen de kiessterkte van iedere organisatie en de verhouding van de haar toe te kennen zetels. Aan de zetelverdeling nemen enkel die lijsten deel die het kiescoëfficiënt bereiken, dat men bekomt door het totaal stemmenaantal te delen door het cijfer van de te begeven zetels. Tot het aantal zetels dat aan elke organisatie toekomt worden de kandidaten verkozen die het grootste aantal stemmen verkregen hebben.

De plaatsvervangende leden zullen de plaats innemen van een overleden of uitgetreden lid of van een lid dat niet meer aan de verkiezingsvoorwaarden voldoet.

Art. 12.Om aan een verkiezing te kunnen deelnemen dient een bediende : 1) tenminste 18 jaar oud te zijn;2) ten tijde van de verkiezing tenmiste zes achtereenvolgende maanden in de onderneming werkzaam te zijn;3) niet van zijn burgerlijke en politieke rechten te zijn beroofd of een eertreffende veroordeling te hebben opgelopen;4) bij de huidige overeenkomst bedoeld te zijn. Aangezien de syndicale bediendenafvaardiging uitsluitend gesyndiceerd personeel vertegenwoordigt, kunnen ook alleen gesyndiceerde bedienden aan de verkiezingen deelnemen.

Statuut der syndicale afgevaardigden

Art. 13.De syndicale afgevaardigden genieten dezelfde promoties en normale bevorderingen als de categorie bedienden waartoe zij behoren.

Art. 14.a) De leden van de vakbondsafvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

De werkgever die overweegt een vakbondsafgevaardigde om welke reden dan ook behalve om een dringende reden, af te danken, moet vooraf de vakbondsafvaardiging en de vakbond die de kandidatuur van deze afgevaardigde indiende, hiervan verwittigen. De mededeling ervan moet worden bevestigd per aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde werkdag volgend op de datum van zijn verzending.

De betrokken vakbond beschikt over een termijn van zeven dagen ingaande op de dag waarop de door de werkgever toegestuurde brief van kracht wordt, om per aangetekend schrijven zijn weigering te betekenen om de geldigheid van de overwogen afdanking te aanvaarden.

Het uitblijven van reactie vanwege de vakbond dient beschouwd te worden als een aanvaarding van de geldigheid van de overwogen afdanking. Indien de vakbond weigert de geldigheid van de overwogen afdankingen te aanvaarden, beschikt de meest gerede partij over de mogelijkheid om het geval aan het verzoeningsbureau van de gewestelijke paritaire sectie ter beoordeling voor te leggen; de afdankingsmaatregel kan niet worden uitgevoerd tijdens de duur van deze procedure.

Indien het verzoeningsbureau binnen de dertig dagen na het verzoek tot geen eenparige beslissing is kunnen komen, kan het geschil betreffende de geldigheid van de door de werkgever ter rechtvaardiging van de afdanking ingeroepen redenen aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

In geval van afdanking van een vakbondsafgevaardigde om een dringende reden, moet de vakbondsafvaardiging ogenblikkelijk hiervan verwittigd worden. b) De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in volgende gevallen : 1.indien hij een vakbondsafgevaardigde afdankt zonder de in punt a) hierboven voorziene procedure na te leven; 2. indien na afloop van deze procedure, de geldigheid van de redenen van de afdanking ten aanzien van de bepaling van punt a), paragraaf 1 hierboven door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. indien de werkgever de afgevaardigde heeft afgedankt wegens een dringende reden en de arbeidsrechtbank de afdanking ongegrond heeft verklaard;4. indien het arbeidscontract een einde heeft genomen wegens een erge fout van de werkgever, die de afgevaardigde een gegronde reden biedt voor de onmiddellijke opzegging van het contract. Deze forfaitaire vergoeding is gelijk aan de bruto jaarlijkse bezoldiging onverminderd de toepassing van artikelen 39, § 1 en 40, § 1 van de wet van 7 juli 1978 inzake de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet verschuldigd, wanneer de vakbondsafgevaardigde de vergoeding ontvangt waarvan sprake in artikel 21, § 7, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en artikel 1bis, § 7, van de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers.

Art. 15.De collectieve vergaderingen van het gehele gesyndiceerde personeel of een deel daarvan mogen niet binnen de muren van de ondernemingen worden gehouden en ook niet gedurende de werktijd (uiteraard kan van deze regel in onderling overleg tussen de werkgever en de afvaardiging van de onderneming worden afgeweken).

Art. 16.a) De syndicale afvaardiging zal door het bedrijfshoofd of zijn afgevaardigde worden ontvangen wanneer daartoe aanleiding bestaat.

Indien de klacht slechts een deel van de bedienden aangaat, zal de directie de voorzitter van de afvaardiging ontvangen en, zo nodig, de syndicale afgevaardigden van de betrokken categorie(ën). b) Voor de gewone gevallen zal een beperkte afvaardiging door de afgevaardigden onderling worden aangeduid.c) De syndicale afvaardiging van het bediendepersoneel en de syndicale afvaardiging van het werkliedenpersoneel zullen elk afzonderlijk door het bedrijfshoofd of zijn vertegenwoordiger worden ontvangen.De twee afvaardigingen zullen evenwel gelijktijdig kunnen worden ontvangen indien over gemeenschappelijke vraagstukken beraadslaagd moet worden.

Art. 17.Indien de bemiddeling van een syndicale afvaardiging niet tot een akkoord met de directie heeft kunnen leiden voor het regelen van een geschil, kunnen de afgevaardigden in tweede instantie beroep doen op de bestendige vertegenwoordigers van hun syndicale organisatie ten einde het onderzoek der zaak voort te zetten. In een dergelijk geval zal de directie zich door bestendige vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie laten bijstaan.

Voor dit onderzoek in tweede instantie kan worden beroep gedaan op de verzoeningsprocedure zoals vermeld in artikel 23 en volgende van het huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid (collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 1960).

Bijzondere bepalingen

Art. 18.a) De huidige overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, door één der partijen worden opgezegd.

Inmiddels verbindt de organisatie die het initiatief neemt er zich toe, de redenen van haar opzegging op te geven en onmiddellijk amendementsvoorstellen in te dienen, welke de ondertekenaars zich verbinden in de schoot van de paritaire afdeling binnen een tijdsverloop van één maand na ontvangst ervan te bespreken. b) Indien in de eerste twee jaar van toepassing van de huidige overeenkomst mocht blijken dat één of meer clausules in de praktijk weinig of geen voldoening schenken, dan zullen de betrokken partijen (zonder noodzakelijkerwijze tot opzegging of vooropzegging over te gaan) op loyale wijze en met fair play zich tot de nodige aanpassingen en wijzigingen lenen.

Art. 19.Tijdens de duur van het onderhavige akkoord, daaronder begrepen de opzeggingstermijn, gaan de partijen de verbintenis aan niet tot staking of lock-out hun toevlucht te nemen zonder dat een voorafgaande verzoening is betracht door tussenkomst der vertegenwoordigde organisaties der werkgevers en der werknemers en desnoods door een dringend beroep op de paritaire afdeling of op het bestendige bureau daarvan.

De partijen zullen hun leden uitdrukkelijk aanbevelen op dezelfde wijze te handelen.

Aan stakingen of lock-outs, afgekondigd zonder inachtneming van deze aanbevelingen of ondanks één of ander gesloten akkoord, zal geen steun worden verleend.

Art. 20.Speciale of in het huidige akkoord niet voorziene gevallen zullen door het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, eventueel door bemiddeling van een beperkte commissie, worden onderzocht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid,Mevr.

Mevr. L. ONKELINX

^