Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 september 2001
gepubliceerd op 02 oktober 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012829
pub.
02/10/2001
prom.
05/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/05/2001012829/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er dringend aanleiding toe bestaat de opzeggingstermijnen om economische en sociale redenen te wijzigen in het belang van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren.

Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de werkgever opzegt, de te respecteren opzeggingstermijn voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, vastgesteld op: 1° achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen;2° vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren anciënniteit in de onderneming tellen;3° tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;4° zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren anciënniteit in de onderneming tellen;5° vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren anciënniteit in de onderneming tellen;6° honderdentwaalf dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer jaren anciënniteit in de onderneming tellen. § 2. De bij § 1 vastgestelde opzeggingstermijnen zijn niet van toepassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In dat geval gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59, tweede lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 3.Wanneer de opzegging gegeven wordt door de werkman, gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.De opzeggingen, betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijven hun gevolgen behouden.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair comité voor de handel in voedingswaren ressorteren wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001 ALBERT Van Koningswege : Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^