6 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van de griffies van de rechtbanken van eerste aanleg

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 178, gewijzigd bij de wetten van 17 februari 1978, 17 februari 1997 en 20 mei 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de griffies van de rechtbanken van eerste aanleg;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Hoog Overlegcomité, gegeven op 6 november 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 juni 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 mei 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 6 juni 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het aantal opstellers en beambten van de griffies van de rechtbanken van eerste aanleg wordt als volgt bepaald : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de griffies van de rechtbanken van eerste aanleg, wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN