Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2005
gepubliceerd op 20 december 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 2003 houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen van waardevervoer

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000793
pub.
20/12/2005
prom.
06/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/06/2005000793/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 2003 houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen van waardevervoer


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, zoals gewijzigd door de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001, 25 april 2004, 7 mei 2004, 27 december 2004 en 2 september 2005, inzonderheid op de artikelen 1, 2, § 1, 8, §§ 4 en 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2003 houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen voor waardevervoer;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd wordt door de omstandigheid dat vastgesteld werd dat door overvallen en gijzelingen er voor houders van kleinhandelszaken een specifieke gevaarssituatie bestaat, die kan vermeden worden door het gebruik van specifieke neutralisatiesystemen; dat dergelijke neutralisatiesystemen recent op de markt werden gebracht en dat het noodzakelijk is de regelgeving aan te passen, teneinde het gebruik ervan in kleinhandelszaken in de praktijk ook mogelijk te maken;

Gelet op het advies 39.032/2/V van de Raad van State, gegeven op 6 september 2005.

Gelet op de opmerkingen die door de Europese Commissie zijn gemaakt met toepassing van Richtlijn 98/34/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EEG van het Europees Parlement en de Raad van Europese Gemeenschappen van 20 juli 1998, inzonderheid op het artikel 9, 7°;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het eerste artikel van het koninklijk besluit van 7 april 2003 houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen voor waardevervoer, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 1° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° de wet : de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;» 2° in 18°, de woorden « op niet-verwijderbare wijze aangebracht » worden ingevoegd tussen de woorden « aanduiding » en de woorden « op de beide zijkanten »;3° 19° wordt geschrapt;4° 20° wordt 19°.

Art. 2.In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « voorzien in § 2 » geschrapt;2° een tweede lid wordt ingevoegd, luidende : « Door de inwerkingstelling van een neutralisatiesysteem moet minstens 10 % van de oppervlakte van elk biljet of document geneutraliseerd of onbruikbaar gemaakt worden.»

Art. 3.In artikel 5, § 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Een neutralisatiesysteem type B beveiligt de waarden over het gehele transporttraject en aan de stoppunten op dergelijke wijze dat de container niet kan geopend worden noch tijdens het transporttraject, noch in het stoppunt.»; 2° een vierde lid wordt ingevoegd, luidende : « Een neutralisatiesysteem type D beveiligt de waarden over het gehele transporttraject en aan de stoppunten op dergelijke wijze dat de waarden slechts in het stoppunt uit de container kunnen worden gehaald en in de mate dit noodzakelijk is met het oog op de uitvoering van het beveiligd vervoer, bedoeld in artikel 8, § 1, 3°.»

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2, tweede lid, worden de woorden « een beveiligde ruimte » en de woorden « of een voertuig », geschrapt;2° In § 4, eerste lid, 3°, worden de woorden « de beveiligde ruimtes, » en de woorden « of voertuig » geschrapt en in de Franse tekst wordt het woord « déterminés » vervangen door het woord « déterminées ».3° In § 4, eerste lid, 5°, worden de woorden « of B » geschrapt.

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « voor de neutralisatiesystemen A of C, en tevens buiten het voertuig, voor de neutralisatiesystemen type B », geschrapt.

Art. 6.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 2° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° van waarden die vervoerd worden met een neutralisatiesysteem type B en waarvan het transport voldoet aan volgende voorwaarden : a) indien geldbiljetten bij meerdere stoppunten worden opgehaald met één container, overschrijdt de totale waarde van de geldbiljetten afgehaald per stoppunt het bedrag van 2.500 EUR niet; b) indien bij een stoppunt dat geen handelsbedrijf is, geldbiljetten worden opgehaald, waarbij één container per stoppunt wordt uitgewisseld;c) indien geldbiljetten met één container per stoppunt worden opgehaald en het stoppunt een handelsbedrijf is waarvan de netto-verkoopsoppervlakte 400 m2 niet overschrijdt. Voor de toepassing van de bepalingen, bedoeld onder 2°, b) en c) wordt onder handelsbedrijf verstaan : de distributie-eenheid waarvan de activiteit bestaat uit het wederverkopen op gewone wijze van goederen aan consumenten, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn.

Er kunnen geen waarden worden opgehaald volgens de modaliteiten bedoeld onder 2° bij stoppunten die deel uitmaken van een bankinstelling.

Het beveiligd vervoer, bedoeld onder 2°, a), is vergezeld van een schriftelijke verklaring, uitgaande van de houder van het stoppunt, waaruit blijkt dat de totale waarde van de bij het betrokken stoppunt opgehaalde waarden het bedrag van 2.500 EUR niet overschrijdt. » 2° er wordt een bepaling 6°, ingevoegd, luidende : « 6° de waarden vervoerd door de interne bewakingsdienst van de Nationale Bank van België, voorzover het vervoer begeleid wordt door de federale politie.»

Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, 3°, worden de woorden « of type B en waarvan het transport niet voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 8, § 1, 2°.» toegevoegd, 2° § 2, tweede lid wordt geschrapt.

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, worden de woorden « type A » geschrapt;2° aan § 3, 2°, worden de woorden « met uitzondering van het beveiligd vervoer uitgevoerd met een neutralisatiesysteem type B, » geschrapt.

Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, worden de worden « en dat zonder neutralisatiesystemen uitgevoerd » toegevoegd;2° een derde lid wordt ingevoegd, luidende : « § 3.Het voertuig wordt begeleid door de federale politie behalve in het geval de minister aan de door de onderneming voorgestelde beveiligingsmaatregelen zijn goedkeuring heeft gegeven. »

Art. 10.In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid geschrapt.

Art. 11.In artikel 12bis, § 2, van hetzelfde besluit wordt een bepaling 3° ingevoegd, luidende : « 3° kan de biljettenverdeler door de bewakingsagenten uitsluitend bediend worden indien het lokaal waar de bewakingsagenten toegang hebben tot de biljettenverdeler, gedurende de tijd dat ze er toegang toe hebben, niet publiek toegankelijk is en manipulatiehandelingen van bewakingsagenten buiten het zicht van het publiek kunnen gebeuren. »

Art. 12.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 13.Elk beveiligd vervoer is verboden op geheel het Belgisch grondgebied tussen 22 uur en 6 uur, met uitzondering van het volgend vervoer : 1° het vervoer zoals voorzien in artikel 8, § 1, 1°, 5° en 6°, van het huidig besluit;2° het vervoer uitgevoerd in de niet voor het publiek toegankelijke plaatsen van de luchthavens;3° het vervoer aangevat tussen 6 uur en 22 uur dat een vertraging ondergaat te wijten aan een geval van overmacht, niet toe te schrijven aan de onderneming, voorzover dit transport wordt begeleid door de federale politie.»

Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende : «

Art. 13bis.De waarden bedoeld in artikel 8, § 1, 2°, a), mogen per stoppunt door de onderneming voor beveiligd vervoer slechts verzekerd zijn tegen vermissing voorzover ze een bedrag van 2.500 EUR niet overschrijden. »

Art. 14.Aan artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « , het vervoer voorzien in artikel 8, § 1, 6°, en het vervoer bepaald door de minister, » toegevoegd.

Art. 15.In hetzelfde besluit wordt een artikel 15bis toegevoegd, luidende : «

Art. 15bis.Het beveiligd vervoer categorie 1, voorzien in artikel 8, § 1, 2°, b) en c), wordt uitgevoerd op niet-gewapende wijze. »

Art. 16.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 1°, worden de woorden « categorie 3 » vervangen door de woorden « categorie 2, bedoeld in artikel 9, § 1, 3° en categorie 3 »;2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden « categorie 5 » vervangen door de woorden « categorie 4 en categorie 5 »;3° tweede lid, 3°, wordt geschrapt;4° in het derde lid, worden de woorden « categorieën 3 en 4 vervangen door de woorden « categorieën 3, 4 en 5 ».

Art. 17.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3, 4° en § 6, 5°, worden vervangen door de volgende bepaling : « pictogrammen die minstens 20 % van de zijkanten en de achterzijde van de voertuigen bedekken, waarvan het model is bepaald in bijlage in bijlage 2.»; 2° § 7, 11° wordt geschrapt;3° een § 8 wordt toegevoegd, luidende : « § 8.De voertuigen voor het beveiligd vervoer, bedoeld in artikel 8, § 1, 6°, zijn voorzien van : 1° de basisuitrusting;2° een uitrusting die een veiligheidsniveau verzekert hoger dan of gelijkwaardig aan de uitrusting voorzien in § 7.»

Art. 18.In hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt de onderverdeling, met respectievelijk de titels « 1. Gemeenschappelijke bepalingen », « 2. Specifieke bepalingen inzake de goedkeuringsprocedure voor neutralisatiesystemen » en « 3. Specifieke bepalingen inzake de goedkeuringsprocedure voor voertuigen », geschrapt.

Art. 19.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « en voor de eerste ingebruikname van voertuigen bedoeld in de artikelen 10, 11 en 12, » geschrapt;2° in § 2, tweede lid, worden de woorden « de voertuigen of » en de woorden « voertuigen of de » geschrapt.

Art. 20.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, worden de woorden « en van de Commissie beveiligd vervoer » geschrapt;2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « of de voertuigen » geschrapt;3° in § 4, worden de woorden « voertuig of een » geschrapt.

Art. 21.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 1°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° voor het met het oog op het gebruik in België in de handel brengen of op enige andere manier ter beschikking van bewakingsondernemingen of interne bewakingsdiensten stellen gedurende een periode van vijf jaar »;2° een § 4 wordt ingevoegd, luidende : « § 4.Een bewakingsonderneming of een interne bewakingsdienst mag een neutralisatiesysteem gebruiken tot zolang de verkoper ervan de correcte werking, de herstelling en het onderhoud ervan verzekert.

De minister kan het gebruik van een neutralisatiesysteem echter onmiddellijk verbieden indien hij heeft vastgesteld dat dit niet langer voldoet aan de veiligheidsvoorwaarden, voorzien in de artikelen 5, 6 en 7. »

Art. 22.Artikel 26, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Op elke container die een neutralisatiesysteem omvat moet op een zichtbare en duidelijke wijze het goedkeuringsnummer en pictogrammen worden aangebracht die minimum 80 % van de opstaande zijden van de container bedekken en waarvan het model is bepaald in bijlage 3. »

Art. 23.De artikelen 27 tot en met 32 en artikel 36 van hetzelfde besluit worden geschrapt.

Art. 24.De artikelen 33, 34, 35, 37, 38 en 39 van hetzelfde besluit worden respectievelijk de artikelen 27, 28, 30, 31, 32 en 33.

Art. 25.In artikel 33, 2°, van hetzelfde besluit dat artikel 27, 2°, wordt, worden de woorden « van artikel 8, § 4, van de wet en de goedkeuring van voertuigen voor beveiligd vervoer » vervangen door de woorden « van de artikelen 21 tot en met 26 ».

Art. 26.In artikel 34 van hetzelfde besluit, dat artikel 28 wordt, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « - de 2 vertegenwoordigers van de Vereniging van Bewakingsondernemingen » vervangen door de woorden « een vertegenwoordiger van elke bewakingsonderneming die activiteiten van beveiligd vervoer uitvoert bedoeld in artikel 9, § 2, 3° en/of in artikel 8, § 1, 2°;»; 2° in § 1, eerste lid, wordt de volgende bepaling toegevoegd : « - een vertegenwoordiger van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O. »; 3° in § 2, eerste lid, worden de woorden « artikel 33, 1° » vervangen door de woorden « artikel 27, 1° » en de woorden « twee vertegenwoordigers van de werknemers » door de woorden « een vertegenwoordiger van elke werknemersorganisatie uit de bewakingssector, lid van het paritair comité 317.»; 4° in § 2, tweede lid, worden de woorden « 7, § 1 en » geschrapt en worden de woorden « 33, 2° » vervangen door de woorden « 27, 2° »;5° in § 2 wordt het derde lid geschrapt.

Art. 27.In Hoofdstuk VII van hetzelfde besluit, wordt een artikel 29 ingevoegd voor artikel 35, dat artikel 30 wordt, luidende : «

Art. 29.Voor het uitoefenen van opdrachten van beveiligd vervoer kunnen de ondernemingen, voor wat betreft de veiligheidsmaatregelen bedoeld in dit besluit, geen bijkomende maatregelen, die voortvloeien uit afspraken die meerdere ondernemingen binden, toepassen behoudens diegene die, op aanvraag van de betrokken ondernemingen, door de Minister van Binnenlandse Zaken, zijn goedgekeurd.

Bij de beoordeling van een aanvraag, zoals bedoeld in het vorige lid, streeft de Minister van Binnenlandse Zaken een evenwicht na tussen de veiligheidsbelangen van het personeel belast met het waardetransport en deze van het publiek, de klant en zijn personeel. Hij bewaakt tevens de coherentie van de bijkomende veiligheidsmaatregelen en de bepalingen van dit besluit. »

Art. 28.In artikel 37, tweede lid, van hetzelfde besluit, dat artikel 31, tweede lid, wordt, worden de woorden « met uitzondering van de als bijlage 1 gevoegde lijst van de uit te voeren testen die van toepassing blijft in uitvoering van artikel 29, tweede lid, van dit besluit » geschrapt.

Art. 29.Bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt geschrapt en de bijlagen 3 en 4 worden respectievelijk bijlagen 2 en 3.

Art. 30.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

In afwijking van het eerste lid treedt de verplichting van minimale bedekking van de zijkanten en de achterzijde van de voertuigen door de pictogrammen, bedoeld in artikel 17, 1°, in werking op 1 januari 2007 en treedt artikel 9, 2°, in werking op 1 januari 2009.

Art. 31.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^