Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2005
gepubliceerd op 19 december 2005

Koninklijk besluit tot instelling van een Commissie voor de analyse van het Belgisch energiebeleid tegen het jaar 2030

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011496
pub.
19/12/2005
prom.
06/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/06/2005011496/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot instelling van een Commissie voor de analyse van het Belgisch energiebeleid tegen het jaar 2030


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 juli 2005;

Gelet op het advies van de Raad van State, 39.254/3 gegeven op 4 november 2005 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organisatie

Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie wordt een Commissie voor de Analyse van het Belgisch energiebeleid tegen het jaar 2030, « Commissie Energie 2030 » opgericht, hierna de « Commissie 2030 » genoemd.

Art. 2.De Commissie 2030 is belast met het uitschrijven van een rapport waarin de strategische keuzen van het Belgische energiebeleid op lange en middellange termijn worden voorgesteld op basis van scenario's door haar in samenspraak met de studiediensten van het Federaal Planbureau gedefinieerd en uitgevoerd door voornoemde studiediensten zoals vermeld in artikel 8.

Het rapport levert de wetenschappelijke en economische analyses die nodig zijn voor de evaluatie van die keuzen; het legt de klemtoon op de economische, sociale en milieuaspecten van de verschillende beleidsopties voor het investeren in productie, opslag en transport van energie, rekening houdend met de verschillende hernieuwbare en niet-hernieuwbare energiebronnen en -types en de aspecten van bevoorradingszekerheid, energetische onafhankelijkheid en technische realiseerbaarheid.

Tot besluit formuleert het rapport een voorstel van strategische keuzen op lange en middellange termijn.

Dit rapport, waarbij een synthesedocument wordt gevoegd, moet worden gericht aan de Minister bevoegd voor Energie binnen een termijn van achttien maanden te rekenen vanaf de oprichtingsdatum van de Commissie 2030. Het voorleggen van dit rapport brengt de ontbinding van de Commissie 2030 met zich mee.

Art. 3.Het rapport van de Commissie 2030 bevat onder meer het onderzoek van de volgende punten : 1° een becijferde evaluatie van de economische, sociale en milieu-impact van de verschillende keuzen van energiebeleid op middellange en lange termijn;2° een actualisering van de technisch-economische gegevens van het verslag van de vorige Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Reëvaluatie van de Energievectoren (AMPERE), opgericht bij koninklijk besluit van 19 april 1999, met daarbij een analyse van de economische, sociale en milieukosten;3° een analyse van de instrumenten die in de vrijgemaakte markt moeten worden ingezet om de doelstellingen inzake energiebeleid van het land te verwezenlijken;die analyse verduidelijkt de haalbaarheid van de verschillende opties, rekening houdend met de mogelijke privé- en openbare investeringen en met het gedrag van de operatoren op de vrijgemaakte markt; 4° de maatregelen die genomen moeten worden om grote stroompannes te voorkomen.

Art. 4.De leden van de commissie worden door Ons benoemd op voordracht van de Minister bevoegd voor de Energie. De Commissie 2030 is samengesteld uit een voorzitter en een ondervoorzitter, vier permanente leden-deskundigen en negen niet-permanente leden-deskundigen gekozen in functie van hun bijzondere bekwaamheid op het gebied van energiebeleid.

De Commissie 2030 wordt vertegenwoordigd door de voorzitter en de ondervoorzitter. De organisatie en de verdeling van de werkzaamheden, alsook de werkwijze van de Commissie 2030, vallen onder de bevoegdheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter.

Art. 5.Aan de betrekkingen van voorzitter, van ondervoorzitter en van lid wordt een einde gemaakt bij overlijden, ontslag of burgerlijke onbekwaamheid.

Art. 6.De Directeur-generaal van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Commissaris van het Federaal Planbureau wonen de vergaderingen van de Commissie 2030 bij met adviserende stem.

Art. 7.Het secretariaat van de Commissie 2030 zetelt binnen de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Het secretariaat van de Commissie 2030 stelt de verslagen op van de vergaderingen van de Commissie 2030 waaraan het deelneemt zonder stemgerechtigd te zijn. Aan de leden verstrekt het alle informatie die nodig is voor het uitoefenen van de opdracht van de Commissie 2030.

Art. 8.De studiediensten van het Planbureau zorgen voor de uitwerking en evaluatie van de opties inzake energiebeleid; zij doen daarbij beroep op een aantal economische ad hoc modellen.

Art. 9.De Minister bevoegd voor Energie en de leden van de Commissie 2030 kunnen aan de voorzitter en ondervoorzitter voorstellen om deskundigen met adviserende stem uit te nodigen ten einde, hetzij mondeling of schriftelijk, inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de goede afloop van de werkzaamheden.

Art. 10.De totale kost van de prestaties is forfaitair en individueel vastgesteld op 10.000 EUR voor de voorzitter, op 9.000 EUR voor de ondervoorzitter, op 6.000 EUR voor de permanente leden-deskundigen en op 5.000 EUR voor de niet-permanente leden-deskundigen.

Dit bedrag omvat alle eventuele belastingen en bijkomende verplaatsingskosten.

Art. 11.De betaling van de prestaties zal gebeuren in drie schijven : 40 % na overmaking van het werkprogramma van de Commissie 2030, 40 % na 1 januari 2006 na overmaking van een actuele stand van de werkzaamheden van de Commissie 2030 en het saldo na neerlegging van het hoofdrapport en syntheserapport.

De betalingen zullen uitgevoerd worden op basis van schuldvorderingen of facturen ingediend bij de Directeur-generaal van de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en zullen door de Opdrachtgever gestort worden op de door het lid van de Commissie 2030 aangeduide rekening.

Art. 12.De informatie waarvan elk lid van de Commissie 2030 heeft kennis genomen in het kader van zijn deelneming aan de uitwerking van het hoofdrapport en van het syntheserapport alsook van de genoemde rapporten, mogen niet openbaar gemaakt worden zonder akkoord van de Minister bevoegd voor Energie.

De informatie, verslagen en bevindingen bekomen in het kader van deze Commissie 2030 zijn exclusief eigendom van de Belgische Staat. HOOFDSTUK II. - Benoemingen

Art. 13.Worden respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter van de Commissie 2030 benoemd : de heren W. D'haeseleer en P. Klees.

Art. 14.Worden permanent lid-deskundige van de Commissie 2030 benoemd : de heren J. De Ruyck, P. Tonon, J. Albrecht et J.-M. Streydio.

Worden benoemd tot niet-permanent lid-deskundige van de Commissie 2030 : de heren R. Belmans, S. Proost, L. Dufresne, B. Leduc, J.-P. Van Ypersele, W. Eichhammer, J.-M. Chevalier, D. Finon en P. Terzian.

Art. 15.Worden benoemd tot secretaris van de Commissie 2030 : de heren H. Autrique en M. Deprez.

Art. 16.Wordt door de Minister bevoegd voor Energie als wetenschappelijk deskundige met adviserende stem aangesteld : de heer F. Sonck.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 18.Onze Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Energie, M. VERWILGHEN

^