Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 februari 2007
gepubliceerd op 28 februari 2007

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Technische Raad voor rolstoelen ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022079
pub.
28/02/2007
prom.
06/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/06/2007022079/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Technische Raad voor rolstoelen ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 28, § 4;

Gelet op het voorstel van de Technische raad voor rolstoelen geformuleerd op 23 mei 2006;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 18 december 2006;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het als bijlage bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de Technische Raad voor rolstoelen wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 februari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid R. DEMOTTE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 6 februari 2007 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Technische Raad voor rolstoelen Huishoudelijk reglement Bijeenroeping

Artikel 1.De Technische raad voor rolstoelen vergadert na oproep van de voorzitter, hetzij op zijn initiatief, hetzij op verzoek van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, hetzij op verzoek van ten minste drie werkende leden dat schriftelijk wordt gedaan en het onderwerp van de vergadering vermeldt. De oproep vermeldt in elk geval de agenda van de vergadering.

Art. 2.De leden worden schriftelijk bijeengeroepen en de oproep wordt ondertekend door de voorzitter of door de secretaris.

De oproepingen worden verzonden ten minste vijf dagen vóór de datum van de vergadering.

De voorzitter mag in geval van dringende noodzakelijkheid de raad onverwijld bijeenroepen; het bijeenroepen mag dan gebeuren via elektronische weg en/of per fax.

Plaats

Art. 3.De vergaderingen worden gehouden op de zetel van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 4.De werkende en plaatsvervangende leden worden voor de vergaderingen opgeroepen. Ingeval een werkend lid verhinderd is, verwittigt het lid het secretariaat en voorziet het in zijn vervanging door een plaatsvervangend lid dat behoort tot de groep die het vertegenwoordigt.

Na drie achtereenvolgende niet gemotiveerde afwezigheden, wordt een werkend lid als ontslagnemend beschouwd. Alleen de werkende leden en de plaatsvervangende leden die de afwezige werkende leden vervangen, wonen de vergaderingen bij met stemrecht. Een plaatsvervangend lid kan, zelfs in aanwezigheid van het werkend lid, de vergaderingen bijwonen, nochtans zonder stemgerechtigd te zijn.

De plaatsvervangend voorzitter mag de vergaderingen bijwonen waarin de voorzitter zitting heeft.

De raad kan evenwel met het oog op de behandeling van bijzondere technische problemen, ieder persoon van wie hij oordeelt dat hij hem kan voorlichten, voor de vergadering oproepen.

Art. 5.De Technische Raad voor rolstoelen kan slechts geldig vergaderen indien ten minste de helft van de leden aanwezig is.

De werkzaamheden van de Raad worden geleid door zijn voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, door de plaatsvervangende voorzitter.

Als de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter afwezig zijn, wordt de vergadering voorgezeten door het oudste lid in jaren.

Art. 6.De Raad kan in zijn schoot werkgroepen instellen die hij belast met het voorafgaand onderzoek van een probleem. Elke werkgroep wordt voorgezeten door een lid van de Raad dat is aangewezen door de voorzitter.

Elke werkgroep mag de technici horen die ze nodig acht.

Agenda

Art. 7.De agenda van de vergaderingen wordt vastgesteld door de Raad of, in geval van dringende noodzakelijkheid, door de voorzitter en is vermeld in de oproep. Als evenwel een vergadering wordt bijeengeroepen op verzoek van ten minste drie werkende leden, moet de agenda het onderwerp van dat verzoek bevatten.

Alleen de aangelegenheden die aan de agenda zijn ingeschreven worden besproken. De volgorde van de behandeling ervan kan worden gewijzigd indien de meerderheid van de leden daartoe de wens uitdrukt.

De Raad mag echter beslissen een probleem ter discussie te stellen dat niet op de agenda staat. In dat geval mag de beslissende stemming pas plaatshebben in de eerste daaropvolgende vergadering, behoudens indien alle leden aanwezig zijn en daarover anders beslissen.

Stemmingen

Art. 8.De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter hebben geen stemrecht.

Alleen de werkende leden en de plaatsvervangende leden die de afwezige werkende leden vervangen, zijn stemgerechtigd, met uitzondering van degenen die zijn aangewezen door de beroepsverenigingen van de industrie en door de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap die niet stemgerechtigd zijn.

Art. 9.De beslissingen worden genomen bij eenvoudige meerderheid van de leden die aan de stemming deelnemen en er wordt geen rekening gehouden met de onthoudingen. Bij stemmenstaking is het voorstel afgewezen.

Art. 9bis.De leden die betrokken zijn bij de indiening van een aanvraag tot opname op de lijst van voor vergoeding aangenomen producten, verlaten de vergadering bij de behandeling van de aanvragen van de betrokken fabrikant(en).

De leden die betrokken zijn bij een dossier dat door het College van de geneesheren-directeurs is voorgelegd, onthouden zich bij de stemming over een dergelijk dossier.

Secretariaat en notulen Art.10. Een secretaris en een adjunct-secretaris worden aangewezen door de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.I.Z.I.V. De secretaris is belast met het opmaken van de verslagen en de notulen van de vergaderingen. Deze worden in het Nederlands en het Frans aan de werkende en plaatsvervangende leden gezonden.

Art. 11.De verslagen van een vergadering worden op de volgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd in zoverre ze ten minste drie dagen vóór de datum van die vergadering aan de leden zijn gestuurd. Zo niet, wordt het onderzoek met het oog op de goedkeuring ervan verdaagd tot de eerste daaropvolgende vergadering.

De notulen worden zo spoedig mogelijk voor goedkeuring voorgelegd.

Indien evenwel een vergadering is gehouden waarop de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter samen afwezig waren, worden de adviezen die er zijn uitgebracht en de beslissingen die er zijn getroffen, pas uitvoerbaar nadat het verslag in een volgende vergadering van de Raad, in aanwezigheid van de voorzitter of van de plaatsvervangende voorzitter, zijn goedgekeurd.

Adviezen en voorstellen

Art. 12.De adviezen worden gemotiveerd en overgemaakt aan de organen waarvoor zij bestemd zijn. Hetzelfde geldt voor de voorstellen.

Vertrouwelijkheid

Art. 13.De leden en alle personen die deelnemen aan de werkzaamheden van de Raad houden zich aan het bewaren van de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen evenals van alle inlichtingen waarvan zij kennis nemen bij de uitoefening van hun opdrachten.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 6 februari 2007 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Technische raad voor rolstoelen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^