Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 juli 1997
gepubliceerd op 02 september 1997

Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1997002063
pub.
02/09/1997
prom.
06/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/06/1997002063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 1997. Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet.;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 4 en artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1969;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, gewijzigd inzonderheid bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1991 en 16 februari 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 augustus 1985 tot regeling van de werving en de loopbaan van de adviseurs van het Openbaar Ambt, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 oktober 1988, 7 december 1990 en 21 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1995 betreffende de loopbaan van de ambtenaren belast met de enquêtes bij het Hoog Comité van Toezicht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen die toepasselijk zijn op de Rijksambtenaren;

Gelet op het advies van de directieraad van het Ministerie van Ambtenarenzaken van 5 januari 1996 en 24 maart 1997;

Gelet het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 januari 1996 en op 25 maart 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 januari 1996 en op 8 april 1997;

Gelet op het protocol nr. 71/5 van 27 mei 1997 van het Sector-comité I - Algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van 30 december 1995 van het voormelde koninklijk besluit van 10 april 1995, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1996, een vereenvoudiging vergt van de bijzondere loopbanen, met name bij het Ministerie van Ambtenarenzaken;

Overwegende dat het voormelde koninklijk besluit weliswaar een inwerkingtreding van de hervorming der loopbanen in de niveaus 1 en 2+ mogelijk maakt die aan elk ministerie en elke instelling van openbaar nut is aangepast, maar dat het niets verandert aan de noodzaak om zo vlug mogelijk deze hervorming bij het Ministerie van Ambtenarenzaken uit te voeren;

Overwegende dat deze noodzaak versterkt wordt door de overdracht op 1 januari 1996 van nieuwe besturen naar het Ministerie van Ambtenarenzaken en dat het departement bijgevolg zonder uitstel moeten worden gereorganiseerd;

Overwegende dat het een zaak van behoorlijk bestuur is tegelijk de hervorming van de loopbanen in de niveaus 1 en 2+ bij het Ministerie van Ambtenarenzaken en de overdracht van nieuwe besturen door te voeren en dat de datum van 1 januari 1996 dus de enige mogelijkheid is;

Overwegende dat het Ministerie van Ambtenarenzaken alle mogelijke schikkingen getroffen had om een beperkte uitwerking aan de terugwerkende kracht te geven maar dat de onderhandelingen in sectorcomité I over het geheel van de teksten betreffende de definitieve installatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken slechts op 22 april 1997 zijn kunnen beëindigd worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen

Artikel 1.1. Bij het Ministerie van Ambtenarenzaken worden de volgende graden opgericht : in rang 15 : adviseur-generaal van het Openbaar Ambt; hoofdcommissaris; in rang 13 : adviseur van het Openbaar Ambt; hoofdselectieadviseur; afdelingscommissaris; in rang 10 : selectieadviseur; commissaris; in rang 28 : eerstaanwezend selectiecorrespondent; afdelingsenquêteur; in rang 26 : selectiecorrespondent; enquêteur. 2. De volgende graden worden uitsluitend opgericht ten gunste van de titularissen van de graden van selectieadviseur, eerstaanwezend selectieadviseur en hoofdselectieadviseur : in rang 10 : selectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving); in rang 13 : hoofdselectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). 3. De graad van selectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) die opgericht wordt in 2, wordt na toepassing van artikel 4, 1, afgeschaft.4. Bij het Ministerie van Ambtenarenzaken worden de volgende graden geschrapt : in rang 13 : hoofdselectieadviseur; in rang 11 : eerstaanwezend selectieadviseur; in rang 10 : selectieadviseur; in rang 28 : hoofdselectiecorrespondent; in rang 27 : eerstaanwezend selectiecorrespondent; in rang 26 : selectiecorrespondent.

Art. 2.1. Bij het Ministerie van Ambtenarenzaken worden de volgende graden opgericht, op de datum van 1 januari 1998 : in rang 15 : adviseur-generaal voor overheidsopdrachten; in rang 13 : adviseur voor overheidsopdrachten; in rang 10 : adjunct-adviseur voor overheidsopdrachten; in rang 28 : eerstaanwezend assistent voor overheidsopdrachten; in rang 26 : assistent voor overheidsopdrachten. 2. Bij het Ministerie van Ambtenarenzaken worden de volgende graden geschrapt op de datum van 1 januari 1998 : in rang 15 : hoofdcommissaris; in rang 13 : afdelingscommissaris; in rang 10 : commissaris; in rang 28 : afdelingsenquêteur; in rang 26 : enquêteur.

Art. 3.1. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel" de volgende graden ingevoegd :

in rang 15 : hoofdcommissaris (Ambtenarenzaken); adviseur-generaal van het Openbaar ambt (Ambtenarenzaken); in rang 13 : afdelingscommissaris (Ambtenarenzaken); adviseur van het Openbaar ambt (Ambtenarenzaken); hoofdselectieadviseur (Ambtenarenzaken); hoofdselectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (Ambtenarenzaken); in rang 10 : commissaris (Ambtenarenzaken); selectieadviseur (Ambtenarenzaken); selectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (Ambtenarenzaken); in rang 28 : eerstaanwezend selectiecorrespondent (Ambtenarenzaken); afdelingsenquêteur (Ambtenarenzaken); in rang 26 : selectiecorrespondent (Ambtenarenzaken); enquêteur (Ambtenarenzaken). 2. In dezelfde tabel en onder dezelfde opschriften wordt de vermelding van de volgende graad ingevoegd onder de rubriek "afgeschafte graden" : in rang 10 : selectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving (Ambtenarenzaken).3. In dezelfde tabel en onder dezelfde opschriften worden de volgende graden ingevoegd onder de rubriek "geschrapte graden" : in rang 13 : hoofdselectieadviseur; in rang 11 : eerstaanwezend selectieadviseur; in rang 10 : selectieadviseur; in rang 28 : hoofdselectiecorrespondent; in rang 27 : eerstaanwezend selectiecorrespondent; in rang 26 : selectiecorrespondent.

Art. 4.1. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel" de volgende graden ingevoegd op

de datum van 1 januari 1998 : in rang 15 : adviseur-generaal voor overheidsopdrachten (Ambtenarenzaken); in rang 13 : adviseur voor overheidsopdrachten (Ambtenarenzaken); in rang 10 : adjunct-adviseur voor overheidsopdrachten (Ambtenarenzaken); in rang 28 : eerstaanwezend assistent voor overheidsopdrachten (Ambtenarenzaken); in rang 26 : assistent voor overheidsopdrachten (Ambtenarenzaken). 2. In dezelfde tabel en onder dezelfde opschriften worden de volgende graden ingevoegd onder de rubriek « geschrapte graden » op de datum van 1 januari 1998 : in rang 15 : hoofdcommissaris; in rang 13 : afdelingscommissaris; in rang 10 : commissaris; in rang 28 : afdelingsenquêteur; in rang 26 : enquêteur.

Art. 5.1. De ambtenaren die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, hetzij titularis zijn van één van de geschrapte graden vermeld in artikel 1, 4, en die hieronder zijn opgenomen in de linkerkolom, hetzij ambtshalve overgeheveld zijn naar het Ministerie van Ambtenarenzaken en titularis zijn van één der graden hieronder opgenomen in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in één van de graden opgenomen in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. De ambtenaren die krachtens 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die ze verkregen hebben in de graad waarvan zij titularis waren.3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van hoofdselectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 13 geacht verricht te zijn in de graad van rang 13.4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van afdelingscommissaris (rang 13) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 13 geacht verricht te zijn in de graad van rang 13.5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van adjunct-adviseur (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 12, 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10.6. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van selectieadviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10.7. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van commissaris (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10.8. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van eerstaanwezend selectiecorrespondent (rang 28) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 28 geacht verricht te zijn in de graad van rang 28.9. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van afdelingsenquêteur (rang 28) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in de graad van eerstaanwezend inspecteur 1ste klasse geacht verricht te zijn in de graad van rang 28.10. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van selectiecorrespondent (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 27 en 26 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26.11. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van enquêteur (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in de graden van eerstaanwezend inspecteur, inspecteur en adjunct-inspecteur geacht verricht te zijn in de graad van rang 26.12. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 6.1. De ambtenaren die, op de datum 1 januari 1998, titularis zijn van één van de geschrapte graden vermeld in artikel 4, 2, worden ambtshalve benoemd in één van de graden opgenomen in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. De ambtenaren die krachtens 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die ze verkregen hebben in de graad waarvan zij titularis waren.3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 7.De graad van hoofdselectieadviseur, opgericht in artikel 1, 2, kan enkel worden toegekend aan de ambtenaren titularis van de graad van selectieadviseur (afgeschafte graad). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan. In afwijking van artikel 65, 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, kunnen zij bevorderd worden wanneer zij ten minste achttien jaar graadanciënniteit hebben. HOOFDSTUK II. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 8.Het koninklijk besluit van 16 februari 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996 met uitzondering van artikelen 2, 4 en 6 die in werking treden op 1 januari 1998.

Art. 10.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^