6 JULI 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten betreffende de lotenleningen 1921, 1922 en 1923 uitgegeven door het Verbond der Samenwerkende Vennootschappen voor Oorlogsschade, alsook de lotenleningen 1932, 1933, 1938 en 1941

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1985 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lotenlening 1921 uitgegeven door het Verbond der Samenwerkende Vennootschappen voor Oorlogs-schade;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1986 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lotenlening 1922 uitgegeven door het Verbond der Samenwerkende Vennootschappen voor Oorlogsschade;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 mei 1983 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lotenlening 1923 uitgegeven door het Verbond der Samenwerkende Vennootschappen voor Oorlogsschade;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1984 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lotenlening 1932;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 augustus 1985 betreffende de omruiling van de obligaties van de lotenlening 1933;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1984 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lotenlening 1938;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1984 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lotenlening 1941, gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 november 1991;

Overwegende dat de reserve van de obligaties ter beschikking van de Rijkskassier onvoldoende kan zijn voor een laattijdige omruiling;

Overwegende dat de trekkingen van de lotenleningen door aanwending van mechanografische procédés vandaag voorbijgestreefd zijn;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5, § 2, van de koninklijke besluiten van de vernieuwing of de omruiling van de obligaties van de lotenleningen 1921, 1922, 1923, 1932, 1933, 1938 en 1941 wordt vervangen door : « De uitlotingen mogen door aanwending van geïnformatiseerde procédés gebeuren. »

Art. 2.Aan artikel 6 van dezelfde koninklijke besluiten, wordt de volgende paragraaf toegevoegd : « Bij uitputting van de obligaties in de reserve van de Rijkskassier, wordt er ambtshalve overgegaan tot de terugbetaling van de oude niet omgeruilde obligaties tegen het pari. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT