Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2008
gepubliceerd op 18 maart 2008

Koninklijk besluit houdende integratie van sommige loopbanen van het personeel van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid in de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2008021019
pub.
18/03/2008
prom.
06/03/2008
ELI
eli/besluit/2008/03/06/2008021019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2008. - Koninklijk besluit houdende integratie van sommige loopbanen van het personeel van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid in de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, inzonderheid op artikel 18, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1997 houdende het statuut van de secretaris-generaal en van sommige personeelsleden van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1997 houdende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1997 tot regeling van de loopbaan van de adviseurs voor wetenschapsaangelegenheden;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1997 tot regeling van de loopbaan van de taalinspecteurs;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1998 houdende diverse verordeningsbepalingen met betrekking tot de inrichting van een bijzondere loopbaan bij de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2001;

Gelet op het advies van de Directieraad van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, uitgebracht op 21 februari 2005;

Gelet op het advies van het Directiecomité van de POD Wetenschapsbeleid, uitgebracht op 25 mei 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 mei 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 januari 2007;

Gelet op het protocol nr. SC IV P 95 van 6 juni 2007 van het Sectorcomité IV - « Economische zaken »;

Gelet op het advies nr. 43.367/2/V van de Raad van State, gegeven op 30 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister belast met het Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van sommige ambtenaren in de nieuwe loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel

Artikel 1.§ 1. De volgende graden worden geschrapt : -adjunct-adviseur bij de wetenschappelijke instellingen; - adviseur bij de wetenschappelijke instellingen; - taalinspecteur; - adviseur voor wetenschapsaangelegenheden; - adviseur-generaal bij de wetenschappelijke instellingen; - adviseur-generaal voor wetenschapsaangelegenheden. § 2.- De volgende graden worden afgeschaft : - adjunct-secretaris-generaal; - secretaris-generaal van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden.

Art. 2.§ 1 - De ambtenaren van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden die op datum van 1 december 2004 titularis zijn van een van de graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bekleed met een weddeschaal die in kolom 2 is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddeschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen ze de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De klassenanciënniteit van de ambtenaren, benoemd overeenkomstig § 1, is gelijk aan de graadanciënniteit welke verkregen is op datum van 1 december 2004 in de graad waarvan ze titularis waren.

De door deze ambtenaren verkregen anciënniteit in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 3.- De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. § 4.- In afwijking van § 1, en in voorkomend geval, behouden de ambtenaren het voordeel van de weddeschaal van de graad waarmee ze waren bekleed, voor zover deze gunstiger is. § 5.- De titularissen van de afgeschafte graden van secretaris-generaal en adjunct-secretaris-generaal dragen de titel van hun afgeschafte graad.

Art. 3.De ambtenaren, voorheen bekleed met de graad van adjunct-adviseur bij de wetenschappelijke instellingen, die, op datum van 30 november 2004, bezoldigd waren in de weddeschaal 10 A, verkrijgen automatisch de weddeschaal A 12 zodra ze een gecumuleerde anciënniteit van vier jaar in de vroegere graad van adjunct-adviseur bij de wetenschappelijke instellingen en in de klasse A1 tellen.

De ambtenaren bedoeld in het eerste lid, ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding terwijl ze waren bezoldigd in de weddeschaal A11 en die slagen in deze gecertificeerde opleiding, behouden het voordeel van hun uitslag gedurende een periode van zes jaar aanvangend op de datum van hun bevordering in A12 indien deze bevordering gebeurt binnen de 18 maanden die volgen op hun inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding.

Art. 4.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van adviseur bij de wetenschappelijke instellingen en bezoldigd in de weddeschaal 13 A, verkrijgen de weddeschaal 13 B zodra ze ten minste drie jaar klassenanciënniteit tellen en voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger weddeschaal genieten.

Art. 5.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van adviseur bij de wetenschappelijke instellingen en bezoldigd in de weddeschaal 13 B, verkrijgen de weddeschaal 13 D zodra ze ten minste negen jaar klassenanciënniteit tellen en voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger weddeschaal genieten.

Art. 6.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van adviseur voor wetenschapsaangelegenheden en bezoldigd in de weddeschaal 13 A, verkrijgen de weddeschaal 13 B zodra ze ten minste zes jaar klassenanciënniteit tellen en voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger weddeschaal genieten.

Art. 7.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van taalinspecteur en bezoldigd in de weddeschaal 13 A, verkrijgen de weddeschaal 13 B zodra ze ten minste zes jaar klassenanciënniteit tellen en voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger weddeschaal genieten.

Art. 8.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van taalinspecteur en bezoldigd in de weddeschaal 13 B, verkrijgen de weddeschaal 13 D zodra ze ten minste twaalf jaar klassenanciënniteit tellen en voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger weddeschaal genieten. HOOFDSTUK II. - Opheffingsbepalingen

Art. 9.§ 1. Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 20 maart 1997 houdende het statuut van de secretaris-generaal en van sommige personeelsleden van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden;2° het koninklijk besluit van 20 maart 1997 tot regeling van de loopbaan van de adviseurs voor wetenschapsaangelegenheden;3° het koninklijk besluit van 20 maart 1997 tot regeling van de loopbaan van de taalinspecteurs;4° het koninklijk besluit van 20 maart 1997 houdende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1998;5° het koninklijk besluit van 20 juli 1998 houdende diverse verordeningsbepalingen met betrekking tot de inrichting van een bijzondere loopbaan bij de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2001. § 2.- In de tabel die als bijlage is opgenomen bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden de meldingen van de bijzondere graden van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, waarvan sprake in dit besluit, afgeschaft.

Art. 10.In afwijking van artikel 9, § 1, 1°, blijven de artikelen 2 en 14 van het besluit waarnaar erin worden verwezen van kracht tot 15 mei 2005. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 11.De ambtenaren die op 30 november 2004 waren onderworpen aan voornoemd koninklijk besluit van 20 juli 1998, behouden ten persoonlijke titel het voordeel van een forfaitaire onkostentoelage die als volgt wordt berekend : -1.239,47 EUR per jaar voor de ambtenaren van de klassen A 3 en A 4; - 619,74 EUR per jaar voor de ambtenaren van de klassen A 1 en A 2.

De toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald. Ze is gelijk aan 1/12e van het bedrag waarvan sprake in de voorgaande alinea en wordt tegelijk en in dezelfde mate als de wedde vereffend.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt voor de toelage, die gekoppeld is aan het spilindexcijfer 138,01. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.

Art. 13.Onze Minister belast met het Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met het Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE

^