Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2017
gepubliceerd op 23 maart 2017

Koninklijk besluit van tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten tot regeling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2017011227
pub.
23/03/2017
prom.
06/03/2017
ELI
eli/besluit/2017/03/06/2017011227/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2017. - Koninklijk besluit van tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten tot regeling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 1° vervangen bij de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 29/07/2015 numac 2015011295 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke comités van het Instituut voor de nationale rekeningen, gedaan te Brussel op 15 juli 2014 type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten en 3°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001 en gewijzigd door de wet van 7 februari 2014;

Gelet op het Koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007022100 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 22, eerste lid, 17°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 30/01/2007 numac 2007022119 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 16/01/2007 numac 2006023324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de studiejaren kunnen in aanmerking genomen worden voor de toekenning van prestaties waarin voorzien wordt bij de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 26/01/2007 numac 2007022101 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling gewijzigd door artikel 18 van dit besluit;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 7 september 2016;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 12 september 2016;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 21 oktober 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 november 2016;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de betalingen van de achterstallen voor 2012, 2013, 2014, 2015 en de eerste 3 trimesters van 2016 moeten kunnen gedaan worden binnen het voor 2016 beschikbare budget;

Gelet op het advies 60.550/2 en 60.692/2 van de Raad van State, gegeven op 5 december 2016 en op 16 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° en 3°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Terminologie

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° "GVU-wet", de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;2° "RIZIV", het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;3° "verplichte verzekering", de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;4° "Verzekeringscomité", het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;5° "referentiecentrum", het hiv/aids-referentiecentrum dat een overeenkomst heeft gesloten op basis van de artikelen 22, 6° en 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;6° "screeningscentrum", het referentiecentrum zoals bedoeld onder punt 5° dat screeningsactiviteiten verricht zoals beschreven in dit besluit;7° "screening", de anonieme (als de patiënt om anonimiteit vraagt), vertrouwelijke en gratis opsporing van aids en andere seksueel overdraagbare aandoeningen zoals beschreven in artikel 6;8° "toegekende screeningsuren", de openingsuren gedurende een jaar van een screeningscentrum tijdens welke het screeningscentrum de in Hoofdstuk 4 vermelde screeningsactiviteiten verricht voor de doelgroep waarvan sprake in Hoofdstuk 3;9° "gedecentraliseerde screening", de screening die gericht en occasioneel wordt georganiseerd, op plaatsen die in het bijzonder door het doelpubliek worden bezocht, buiten de lokalen van het screeningscentrum;10° "aids", acquired immune deficiency syndrome;11° "hiv", human immunodeficiency virus;12° "soa", seksueel overdraagbare aandoeningen met inbegrip van seksueel overdraagbare infecties (soi); HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden waaraan de kandidaat- screeningscentra voldoen

Art. 2.§ 1. Onder de bij dit besluit vastgestelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité en een screeningscentrum een overeenkomst worden gesloten waarin de voorwaarden worden vastgelegd waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een tegemoetkoming toekent in de kosten van de screeningsactiviteiten van het screeningscentrum. § 2. Per Gewest wordt slechts één enkele overeenkomst gesloten.

Art. 3.Het screeningscentrum is een aparte functionele eenheid die over een eigen multidisciplinair team, eigen infrastructuur en eigen uitrusting beschikt om de activiteiten te verrichten waarvan sprake in dit besluit.

Het screeningscentrum biedt hulp aan patiënten van gelijk welke nationaliteit, ras, geslacht, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats.

Op het gebied van infrastructuur en uitrusting beschikt het screeningscentrum minstens over een individuele raadplegings- en gespreksruimte en een secretariaat.

Het screeningscentrum biedt de activiteiten die dit besluit voorziet, aan op een enkele plaats die op basis van een specifiek adres en telefoonnummer kan worden gelokaliseerd.

Indien het screeningscentrum de activiteiten waarin in het kader van dit besluit wordt voorzien, buiten die locatie verricht, zal dit worden beschouwd als de uitoefening van een gedecentraliseerde screeningsactiviteit zoals bedoeld in artikel 6, § 1, laatste lid.

Art. 4.Om een overeenkomst te kunnen sluiten, voldoen de kandidaat-screeningscentra aan alle volgende voorwaarden : 1° Beschikken over specifieke ervaring betreffende de anonieme en gratis screening van aids zoals bedoeld in artikel 6.2° Beschikken over een multidisciplinair team waarvan alle leden (met uitzondering van de leden van het secretariaat) beschikken over een bewezen specifieke opleiding en expertise op het vlak van de tenlasteneming van seropositieve patiënten en de in dit besluit vermelde doelgroepen en activiteiten, en dat bestaat uit : a) minstens 1 arts;b) een psycholoog of seksuoloog;c) een verpleegkundige, een sociaal verpleegkundige en/of een maatschappelijk werker;d) een secretaris of secretaresse;3° Gedurende het laatste volledige kalenderjaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag voor het sluiten van de overeenkomst de activiteiten waarvan sprake in artikel 6 hebben georganiseerd voor op jaarbasis een minimumaantal patiënten dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 is vastgesteld.Om het aantal patiënten te bepalen, mogen enkel de patiënten worden geteld die behoren tot de patiëntendoelgroepen waarvan sprake in artikel 5 en die gedurende het desbetreffende jaar elk minstens één keer een arts van het screeningscentrum hebben geraadpleegd. 4° Een gedetailleerd dossier indienen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 17. HOOFDSTUK 3. - Doelgroep van de screening

Art. 5.§ 1. De screening waarvan sprake in dit besluit is bedoeld voor elke persoon die een reëel risico op hiv- of soa-besmetting vertoont en die behoort tot één of meerdere van volgende groepen : 1° migranten afkomstig uit een land met een hiv-prevalentie die minimum 10 keer hoger is dan de hiv-prevalentie in België;2° mannen die seks hebben met mannen;3° intraveneuze druggebruikers en hun partners;4° "sekswerk(st)ers" en hun partners;5° prostitutieklanten en hun partners;6° personen die onbeschermde seksuele betrekkingen hebben buiten de context van een vaste relatie;7° personen die meerdere partners hebben of die seks hebben met een partner die met meerdere partners seks heeft personen die meerdere partners hebben of die seks hebben met een partner die met meerdere partners seks heeft. § 2. Zijn uitgesloten : de hiv-patiënten die al zijn gediagnosticeerd alsook de patiënten die door een referentiecentrum worden ten laste genomen. HOOFDSTUK 4. - Verstrekkingen die het screeningscentrum zal verlenen

Art. 6.§ 1. De screeningscentra zullen : 1° de personen zoals bedoeld in artikel 5 gratis hiv-testen aanbieden, zo nodig aangevuld met een soa-diagnostiek en dat met absoluut respect voor de privacy (en met inachtneming van de volledige anonimiteit als de persoon waarop de screening betrekking heeft, dat vraagt).Die screening wordt volgens de internationale aanbevelingen georganiseerd, namelijk : a) het organiseren en invoeren van een pretestfase met evaluatie van het risico dat de aanvrager heeft genomen;b) het organiseren en invoeren van de eigenlijke hiv-testfase en van andere soa's indien nodig;c) het organiseren en invoeren van de posttestfase met terugkoppeling van de resultaten (en dat zowel voor de diagnoses die positief blijken als voor de diagnoses die negatief blijken).2° gedurende alle screeningsfasen en gedurende de uren tijdens welke het screeningscentrum de screeningsactiviteiten verricht te allen tijde een beroep kunnen doen op een in artikel 4, 2° bedoelde arts. Indien de test positief zou blijken, zullen de resultaten in elk geval door de arts aan de patiënt worden meegedeeld; 3° de patiënt die niet voor de posttestfase is komen opdagen, proberen te contacteren en dat met absoluut respect voor de privacy;4° patiënten die betrokken zijn bij risicovolle praktijken sensibiliseren, informatie over hiv en soa's verstrekken en patiënten voor wie de hiv-test positief bleek te zijn, naar een referentiecentrum oriënteren. § 2. De screeningscentra mogen de screeningsactiviteiten zoals bedoeld in § 1, eveneens buiten de lokalen van het screeningscentrum aanbieden om de toegankelijkheid van de screeningsactiviteiten bij de doelgroepen te verbeteren. Het screeningscentrum dat een dergelijke gedecentraliseerde activiteit organiseert, mag dat slechts doen voor maximum ¼ van de screeningsuren die aan dat centrum zijn toegekend krachtens de bepalingen van artikel 8 van dit besluit. § 3. De activiteiten zoals bedoeld in § 1 en § 2 worden op een registreerbare en meetbare manier aangeboden. De screeningscentra doen een analyse met betrekking tot : 1° de concrete aanpak van de verschillende groepen zoals voorzien in artikel 5, § 1, 1° tot en met 6° ;2° het resultaat van de aanpak en meer bepaald welke elementen succesvol bleken of voor verbetering vatbaar zijn;3° de verschillende groepen die niet konden worden bereikt met de screening en de doeltreffende alternatieve antwoorden. § 4. De screeningscentra doen aanbevelingen : 1° op beleidsmatig macroniveau, aan de politiek verantwoordelijken, vanuit een breed gezondheidsperspectief;2° op sociologisch niveau, met betrekking tot de verschillende groepen, onder meer met het oog op een specifieke aanpak in sociale netwerken of andere geëigende kanalen;3° op organisatorisch niveau, voor een functionele zorgaanpak door andere zorgverleners (referentiecentra, ziekenhuizen, eerstelijnszorgverleners). HOOFDSTUK 5. - Financiering van de screeningsactiviteit algemene bepalingen

Art. 7.§ 1. De financiering door de verplichte verzekering van de screeningsactiviteiten waarvan sprake in het kader van dit besluit is een jaarlijkse financiering per screeningscentrum. § 2. Op jaarbasis bedraagt de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor alle screeningscentra samen voor de taken zoals bedoeld in artikel 6 niet meer dan 835.006,92 euro.

Van dat bedrag is 82,5 % indexeerbaar. Dat indexeerbaar gedeelte wordt gekoppeld aan de spilindex van de consumptieprijzen (spilindex 101,02 van juni 2016 - basis 2013). Dat indexeerbare gedeelte wordt aangepast volgens de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Het beschikbare budget voor alle screeningscentra samen wordt verdeeld op basis van de activiteit van elk screeningscentrum en volgens de modaliteiten beschreven in dit besluit. § 3. De jaarlijkse financiering per screeningscentrum dekt alle kosten die nodig zijn voor de uitvoering van de taken zoals gepreciseerd in artikel 6.

Op jaarbasis dekt de tegemoetkoming van de verplichte verzekering per screeningscentrum de volgende kosten : 1° de personeelskosten;2° de werkingskosten;3° de kosten van de testen. De globale jaarlijkse tegemoetkoming per screeningscentrum evenals het detail van elke uitgavenpost (personeelskosten, werkingskosten en kosten van de testen) worden vastgelegd in de overeenkomsten zoals bedoeld in artikel 2 met toepassing van de bepalingen die in dit besluit zijn vastgesteld.

Enkel de personeelskosten zijn volledig indexeerbaar. De werkingskosten zijn voor 2/3 indexeerbaar. Die indexeerbare gedeeltes worden aangepast overeenkomstig de modaliteiten vermeld in § 2.

De kosten van de testen zijn niet-indexeerbaar. § 4. Het RIZIV betaalt aan elk screeningscentrum de tegemoetkoming van de verplichte verzekering waarop het aanspraak kan maken met toepassing van de bepalingen zoals bedoeld in dit besluit, en dat op basis van de modaliteiten beschreven in de overeenkomst die in het kader van dit besluit met de screeningscentra zal worden gesloten. De overeenkomst bepaalt onder meer de modaliteiten volgens welke er voorschotten moeten worden gestort en de definitieve afrekening van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging op basis van bewijsstukken.

Elk screeningscentrum bezorgt de Dienst voor Geneeskundige Verzorging jaarlijks een boekhoudkundig verslag dat specifiek betrekking heeft op de activiteiten die het in het kader van dit besluit verricht. § 5. Indien de overeenkomst in de loop van een bepaald kalenderjaar slechts voor een deel van dat kalenderjaar van toepassing is, wordt de jaarlijkse tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor het screeningscentrum proportioneel verminderd, rekening houdende met de periode waarin de overeenkomst in de loop van het bedoelde kalenderjaar van toepassing is. HOOFDSTUK 6. - Financiering van de screeningsactiviteit - uitgangspunt : screeningsuren die aan het screeningscentrum worden toegekend

Art. 8.§ 1. Een screeningscentrum krijgt, bij de ondertekening van de overeenkomst waarvan sprake in artikel 2, screeningsuren toegekend op basis van het aantal patiënten zoals bedoeld in artikel 4, 3° dat het gedurende het laatste volledige jaar voorafgaand aan het indienen van zijn kandidaat-dossier heeft gevolgd. § 2. Om te bepalen hoeveel screeningsuren aan het screeningscentrum in het kader van de voormelde overeenkomst worden toegekend, wordt rekening gehouden met het aantal patiënten dat het screeningscentrum gedurende het laatste volledige jaar voorafgaand aan het indienen van zijn kandidaat-dossier heeft gevolgd en met het aantal screeningsuren dat het screeningscentrum gedurende datzelfde jaar eventueel gedecentraliseerd heeft verricht.

Daartoe wordt de volgende formule toegepast : [aantal werkelijk gevolgde patiënten gedurende dat jaar] + [(aantal uren gedecentraliseerde screening) X 1,066667] = gecorrigeerd aantal patiënten waarmee rekening wordt gehouden om het aantal screeningsuren vast te stellen dat bij de ondertekening van de overeenkomst aan het screeningscentrum zal worden toegekend.

Indien het resultaat van de berekening overeenstemt met een cijfer dat lager is dan 1.280, dan komt het screeningscentrum niet in aanmerking voor het sluiten van een overeenkomst in het kader van dit besluit.

In de andere gevallen worden de screeningsuren als volgt toegekend op basis van het resultaat van de voormelde berekening :

Nombre de patients corrigé

Heures de dépistage attribuées

Gecorrigeerd aantal patiënten

Toegekende screeningsuren

De 1280 à 1599

400

Van 1280 tot 1599

400

De 1600 à 1919

500

Van 1600 tot 1919

500

De 1920 à 2239

600

Van 1920 tot 2239

600

De 2240 à 2559

700

Van 2240 tot 2559

700

De 2560 à 2879

800

Van 2560 tot 2879

800

De 2880 à 3199

900

Van 2880 tot 3199

900

De 3200 à 3519

1000

Van 3200 tot 3519

1000

De 3520 à 3839

1100

Van 3520 tot 3839

1100

De 3840 à 4159

1200

Van 3840 tot 4159

1200

De 4160 à 4479

1300

Van 4160 tot 4479

1300

De 4480 à 4799

1400

Van 4480 tot 4799

1400

De 4800 à 5119

1500

Van 4800 tot 5119

1500

De 5120 à 5439

1600

Van 5120 tot 5439

1600

De 5440 à 5759

1700

Van 5440 tot 5759

1700

De 5760 à 6079

1800

Van 5760 tot 6079

1800

De 6080 à 6399

1900

Van 6080 tot 6399

1900

De 6400 à 6719

2000

Van 6400 tot 6719

2000

...

...

...

...

Indien in de bovenstaande formule het aantal gedecentraliseerde screeningsuren dat gedurende het laatste volledige jaar voorafgaand aan het indienen van zijn kandidaat-dossier door het screeningscentrum werd verricht, hoger ligt dan 1/4 van de screeningsuren die worden toegekend op basis van het resultaat van de formule en van de bovenvermelde tabel, wordt het gecorrigeerde aantal patiënten opnieuw berekend met vermindering van het aantal gedecentraliseerde screeningsuren, tot het moment waarop het aantal gedecentraliseerde screeningsuren niet meer hoger ligt dan 1/4 van het aantal screeningsuren dat op basis van het resultaat van de formule en de bovenstaande tabel wordt toegekend. HOOFDSTUK 7. - Financiering van de screeningsactiviteit - financiering van de personeelskosten, werkingskosten en kosten van de testen Afdeling 1. - Basisfinanciering

Art. 9.§ 1. Onder basisfinanciering wordt verstaan, de financiering, bij de ondertekening van de in artikel 2 bedoelde overeenkomst, van de personeelskosten, de werkingskosten en de kosten van de testen. § 2. De basisfinanciering waarvan sprake in § 1 van dit artikel gebeurt op basis van de aan het screeningscentrum, conform Hoofdstuk 6, toegekende screeningsuren en onderstaande principes :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De overeenkomst waarvan sprake in artikel 2 verplicht elk screeningscentrum om de personeelsformatie zoals bepaald in de tabel in § 2 van dit artikel te werk te stellen voor het aantal screeningsuren dat aan het betrokken screeningscentrum wordt toegekend.

De personeelskosten waarvan sprake in kolom (7) van de tabel in § 2 van dit besluit zijn op basis van de volgende principes vastgesteld : 1° Een (forfaitaire) anciënniteit van 15 jaar voor alle teamleden;2° De barema's van het paritair comité 330 die van toepassing zijn voor de ziekenhuizen, behalve voor de arts;3° Voor de arts, het barema van adviserend-geneesheer bij een verzekeringsinstelling overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, 1° van het Koninklijk Besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023129 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 17/11/2006 numac 2006023158 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserend geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidsverstrekkingen overeenkomstig de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 11/12/2006 numac 2006023263 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging, wat de forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot wijziging van Koninklijk Besluit nr.35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserend-geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidszorgverstrekkingen overeenkomstig de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, verhoogd met 10 % coördinatievergoeding.

Het Verzekeringscomité kan de personeelskosten waarvan sprake in kolom (7) van de tabel in § 2 van dit artikel aanpassen om rekening te houden met nieuwe sociale akkoorden die worden gesloten of met wetswijzigingen die een effect hebben op de personeelskosten. § 4. De werkingskosten waarvan sprake in kolom (8) van de tabel in § 2 van dit besluit dekken alle werkingskosten van het screeningscentrum (kosten voor de lokalen, administratie, telefoon, klein materiaal dat nodig is voor de screeningsactiviteit, ontsmettingsmiddel, beschermingspapier voor de onderzoekstafels, materiaal voor bloedafname, enz.). § 5. De kosten van de testen waarvan sprake in kolom (9) van de tabel in § 2 van dit besluit maken de financiering mogelijk van de testen die een laboratorium-analyse vereisen maar die niet kunnen worden aangerekend aan de verzekeringsinstelling van de patiënt voor wie de test werd verricht, aangezien de patiënt in kwestie zijn anonimiteit wenst te behouden. Die forfaitaire financiering maakt ook de financiering van sneltesten mogelijk die in geen enkel ander reglementair kader vergoedbaar zijn.

Naast die forfaitaire financiering voor de testen waarmee de anonieme testen en de sneltesten kunnen worden vergoed, kunnen de screeningscentra de kosten voor de testen inzake klinische biologie aanrekenen aan de verzekeringsinstellingen van de patiënten van wie de anonimiteit niet moet worden verzekerd, en dat op basis van de normale reglementering voor de vergoeding van de verstrekkingen inzake klinische biologie (nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen) en de daaraan verbonden modaliteiten.

Art. 10.§ 1. De financiering van de personeelskosten, werkingskosten en kosten van de testen, zoals bedoeld in artikel 9, begint pas te lopen vanaf het jaar dat volgt op het jaar, waarin het kandidaat-dossier werd ingediend, na de ondertekening van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2. § 2. Indien een screeningscentrum een gedecentraliseerde screeningsactiviteit organiseert, wordt de financiering van de personeelskosten, werkingskosten en kosten voor de testen berekend op basis van dezelfde principes als die waarvan sprake in dit hoofdstuk.

De screeningsuren die aan het centrum worden toegekend bepalen immers de financiering. Afdeling 2. - Voorwaarden voor het behoud van de basisfinanciering

Art. 11.§ 1. Om als screeningscentrum verder gefinancierd te blijven op basis van de screeningsuren die met toepassing van de bepalingen van Hoofdstuk 6 zijn toegekend, bedraagt het aantal patiënten zoals bedoeld in artikel 4, 3° dat door het centrum wordt ten laste genomen (gecorrigeerd aantal op basis van de formule vermeld in § 2 om rekening te houden met het eventueel aantal gedecentraliseerde screeningsuren) minstens 90 % van het minimumaantal patiënten dat het centrum, overeenkomstig de tabellen in hoofdstukken 6 en 7, geacht wordt ten laste te nemen op basis van de screeningsuren die aan dat centrum zijn toegekend en dat voor elk volledig jaar waarin de overeenkomst van kracht is. § 2. Om na te gaan of het gecorrigeerd aantal patiënten de bezettingsgraad van 90 % bereikt, wordt de volgende formule toegepast : [aantal werkelijk door het screeningscentrum gevolgde patiënten gedurende dat jaar] + [(aantal gedecentraliseerde uren) X 0,96] = gecorrigeerd aantal patiënten waarmee rekening zal worden gehouden om na te gaan of het screeningscentrum zijn financiering kan behouden.

Indien in de bovenstaande formule het aantal gedecentraliseerde screeningsuren van het screeningscentrum hoger ligt dan 1/4 van de toegekende screeningsuren, wordt het gecorrigeerde aantal patiënten opnieuw berekend met vermindering van het aantal gedecentraliseerde screeningsuren, tot het moment waarop het aantal gedecentraliseerde screeningsuren niet meer hoger ligt dan 1/4 van het aantal toegekende screeningsuren. § 3. Indien het Verzekeringscomité - op basis van de gegevens afkomstig uit de jaarverslagen die de screeningscentra krachtens de bepalingen van artikel 15, § 2 bezorgen - vaststelt dat het screeningscentrum gedurende twee opeenvolgende jaren niet het minimumaantal patiënten heeft bereikt dat het krachtens de bepalingen van § 1 geacht wordt ten laste te nemen, kan het beslissen om de geplande financiering voor het screeningscentrum in kwestie te verminderen. Er zal dan een nieuwe overeenkomst worden gesloten om die vermindering te concretiseren.

De screeningsuren die gelet op die vermindering aan een dergelijk centrum zullen worden toegekend, zullen worden toegekend op basis van de tabel en de principes van artikel 8 overeenkomstig het gemiddeld aantal patiënten dat gedurende die twee opeenvolgende jaren ten laste is genomen en de eventueel gedecentraliseerde screeningsuren tijdens die jaren.

De financiering van de personeelskosten, werkingskosten en kosten voor de testen zal in dat geval worden aangepast zodat deze, uitgaande van het nieuwe aantal screeningsuren dat daadwerkelijk aan dat screeningscentrum wordt toegekend, beantwoordt aan de bepalingen van artikel 9, § 2. § 4. Indien het resultaat van de formule van § 2 lager is dan 1.152 patiënten gedurende twee opeenvolgende jaren, zal het Verzekeringscomité de overeenkomst die in het kader van dit besluit is gesloten, kunnen opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn overeenkomstig de bepalingen waarvan sprake in artikel 19, § 2, 2e lid.

Het Verzekeringscomité zal het screeningscentrum de kans geven om op voorhand schriftelijk uit te leggen waarom het de voorwaarden die in dit besluit zijn vermeld, niet heeft kunnen vervullen. Afdeling 3. - Voorwaarden voor een uitbreiding

van de toegekende screeningsuren

Art. 12.§ 1. Een screeningscentrum waarvan het aantal patiënten zoals bedoeld in artikel 4, 3° (gecorrigeerd aantal op basis van de formule vermeld in § 2 om rekening te houden met het eventueel aantal gedecentraliseerde screeningsuren) gedurende twee opeenvolgende jaren het maximumaantal patiënten overschrijdt dat de tabellen van hoofdstukken 6 en 7 voorzien voor de screeningsuren die aan dat screeningscentrum zijn toegekend, kan een verzoek tot uitbreiding van de toegekende screeningsuren indienen. § 2. Om het aantal screeningsuren te bepalen dat wordt toegekend aan een screeningscentrum zoals bedoeld in § 1, wordt de volgende formule voor elk van die twee jaren toegepast : [aantal werkelijk door het screeningscentrum gevolgde patiënten] + [(aantal gedecentraliseerde uren) x 1,066667] = gecorrigeerd aantal patiënten waarmee rekening wordt gehouden voor elk van de twee opeenvolgende jaren om na te gaan of het screeningscentrum aanspraak kan maken op een uitbreiding van de screeningsuren.

Indien het aantal gedecentraliseerde screeningsuren van het screeningscentrum in de bovenstaande formule hoger ligt dan 1/4 van de toegekende screeningsuren, wordt het gecorrigeerde aantal patiënten opnieuw berekend met vermindering van het aantal gedecentraliseerde screeningsuren tot het moment waarop het aantal gedecentraliseerde screeningsuren niet meer hoger ligt dan 1/4 van het aantal toegekende screeningsuren. § 3. De screeningsuren die aan een dergelijk centrum zullen worden toegekend, zullen worden toegekend op basis van de tabel en de principes van artikel 9 en zullen overeenstemmen met de patiëntenaantallen die gedurende twee opeenvolgende jaren zijn bereikt en die op basis van de formule zoals vermeld in § 2, zijn gecorrigeerd.

De financiering van de personeelskosten, werkingskosten en kosten voor de testen zal in dat geval worden aangepast zodat deze, uitgaande van het nieuwe aantal screeningsuren dat daadwerkelijk aan dat screeningscentrum wordt toegekend, beantwoordt aan de bepalingen van artikel 9, § 2. § 4. Een screeningscentrum dat een uitbreiding van de toegekende screeningsuren wenst te krijgen, dient een specifieke aanvraag in bij de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV. Die aanvraag vermeldt de evolutie van het aantal patiënten vanaf het jaar dat voorafgaat aan de indiening van de kandidatuur van het centrum om als screeningscentrum te worden erkend tot het laatste volledige jaar dat aan de indiening van zijn aanvraag tot uitbreiding voorafgaat. § 5. Het Verzekeringscomité beslist in laatste instantie over de aanvraag tot uitbreiding.

Indien het budget waarvan sprake in artikel 7, § 2 niet volstaat om de kosten voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel te dekken, kan de aanvraag tot uitbreiding van de screeningsuren niet worden ingewilligd. § 6. In geval van een akkoord van het Verzekeringscomité, zullen de uitbreiding en de financiering die daaruit voortvloeit, pas van kracht zijn vanaf het jaar dat volgt op de aanvraag tot uitbreiding en enkel na de ondertekening van een nieuwe overeenkomst. § 7. Het screeningscentrum mag geen rechthebbenden weigeren die behoren tot de doelgroep van rechthebbenden zoals bedoeld in dit besluit, op grond van het feit dat het centrum het aantal patiënten zou overschrijden dat het krachtens de toegekende screeningsuren geacht wordt ten laste te nemen. HOOFDSTUK 8. - Cumulatieregels

Art. 13.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 9, § 5 rekent het screeningscentrum noch aan de rechthebbenden, noch aan de verzekeringsinstellingen of een andere instantie, op basis van een andere reglementering dan de reglementering van dit besluit, de tussenkomsten en de verstrekkingen aan die in het kader van dit besluit worden vergoed. § 2. Het screeningscentrum eist van de rechthebbenden geen enkel supplement voor de tussenkomsten en verstrekkingen die in het kader van dit besluit zijn voorzien. § 3. De verstrekkingen van het hele team, zoals bedoeld in artikel 4, worden niet in het kader van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en in het kader van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen aangerekend gedurende de uren tijdens welke zijn leden actief zijn om de activiteiten te verrichten die in het kader van dit besluit zijn vastgesteld, aangezien de jaarlijkse tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging alle personeelskosten dekt (waaronder de financiering van de activiteiten van de artsen) die nodig zijn voor het voortzetten van de screeningsactiviteiten waarvan sprake in dit besluit. HOOFDSTUK 9. - Algemene bepalingen

Art. 14.Elke overeenkomst bevat een bepaling waarin wordt gestipuleerd dat het Verzekeringscomité kan beslissen over de terugvordering van de bedragen die niet in overeenstemming met dit besluit of de overeenkomst zijn gebruikt.

Art. 15.§ 1. De toepassing van dit besluit en van de overeenkomsten die in dit kader worden gesloten, wordt gecontroleerd door een Akkoordraad bestaande uit de verantwoordelijke arts van elk screeningscentrum en het College van Geneesheren-directeurs. § 2. Elk screeningscentrum stelt jaarlijks een activiteitenverslag op voor het College van geneesheren-directeurs. Die verslagen, die betrekking hebben op één jaar, worden vóór 30 juni van het volgende jaar aan het College van geneesheren-directeurs bezorgd dat ze zal onderzoeken.

De overeenkomsten waarvan sprake in artikel 2 bepalen de inhoud van de informatie die in de jaarverslagen zal worden vermeld.

Art. 16.§ 1. De screeningscentra die een overeenkomst hebben gesloten in toepassing van het Koninklijk Besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007022100 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 22, eerste lid, 17°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 30/01/2007 numac 2007022119 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 16/01/2007 numac 2006023324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de studiejaren kunnen in aanmerking genomen worden voor de toekenning van prestaties waarin voorzien wordt bij de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 26/01/2007 numac 2007022101 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling, blijven hun voorrechten op het vlak van de screening behouden onder de voorwaarden die in dit besluit zijn bepaald vanaf 1 januari 2017 (datum van inwerkingtreding van dit besluit).

In die context kunnen enkel de screeningscentra die een overeenkomst hebben ondertekend in toepassing van het Koninklijk Besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007022100 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 22, eerste lid, 17°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 30/01/2007 numac 2007022119 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 16/01/2007 numac 2006023324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de studiejaren kunnen in aanmerking genomen worden voor de toekenning van prestaties waarin voorzien wordt bij de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 26/01/2007 numac 2007022101 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling sluiten waarvan sprake in § 1 van dit artikel, een nieuwe overeenkomst in het kader van dit besluit sluiten. § 2. In de overeenkomsten die na de inwerkingtreding van dit besluit met de in § 1 bedoelde screeningscentra zullen worden gesloten, wordt de financiering gebaseerd op het aantal patiënten zoals bedoeld in artikel 4, 3°, dat gedurende het volledige jaar 2015 door ieder screeningscentrum is gevolgd en met toepassing van de bepalingen van artikelen 8 en 9, § 2. § 3. Indien de toepassing van de bepalingen in dit besluit een overschrijding van het krachtens artikel 7 § 2 beschikbare budget zouden teweegbrengen, worden de toegekende screeningsuren, de omkadering en de financiering proportioneel verminderd om zo binnen de grenzen van het beschikbare budgettair kader te blijven.

Art. 17.§ 1. Indien er in een Gewest geen geconventioneerd screeningscentrum meer is, worden de aanvragen voor het sluiten van overeenkomsten in het kader van dit besluit aangetekend aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV gestuurd. Om in aanmerking te komen, bevat de aanvraag een volledige en gedetailleerde beschrijving van het kandidaat-centrum waarin wordt aangetoond dat het aan de voorwaarden van dit besluit voldoet. § 2. Het College van Geneesheren-directeurs gaat in eerste instantie na of het kandidaat-centrum voldoet aan alle voorwaarden die in dit besluit zijn opgesomd. Indien het aan alle voorwaarden voldoet, legt het College van Geneesheren-directeurs de aanvraag voor aan het Verzekeringscomité. § 3. Indien in eenzelfde Gewest verschillende kandidaat-centra aan die voorwaarden voldoen, stelt het College van Geneesheren-directeurs een klassement op basis van objectieve elementen op, zoals de duur en de omvang van de verworven ervaring inzake het aanbod en de organisatie zoals bedoeld in artikel 6. HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingsbepalingen

Art. 18.§ 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007022100 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 22, eerste lid, 17°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 30/01/2007 numac 2007022119 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 16/01/2007 numac 2006023324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de studiejaren kunnen in aanmerking genomen worden voor de toekenning van prestaties waarin voorzien wordt bij de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 26/01/2007 numac 2007022101 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en -behandeling, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : « § 2. De jaarlijkse tegemoetkoming per ARC van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zal zich echter beperken tot : 1° 267.201,27 € voor 2012 2° 272.902,78 € voor 2013 3° 275.853,44 € voor 2014 4° 276.994,15 € voor 2015 5° 278.335,64 € voor 2016 De ARC bezorgen de boekhoudkundige eindverslagen die op die vijf jaar betrekking hebben, samen met de bewijsstukken aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV uiterlijk binnen de drie maanden die volgen op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit van ### tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten tot regeling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding. Alle boekhoudkundige verslagen zullen door de Dienst voor Geneeskundige Verzorging worden onderzocht en goedgekeurd. » § 2. In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden " tot 31 december 2011 " vervangen door de woorden "tot 31 december 2016 ". § 3. De uitgaven die verband houden met de betaling van de achterstallen (jaren 2012, 2013, 2014, 2015 en de eerste drie trimesters van 2016) zijn ten laste van de begroting 2016 van de verzekering voor geneeskundige verzorging. Dit budget wordt grotendeels voorzien in de begroting "artikel 56" en voor een klein deel in "de begrotingsdoelstelling." HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen

Art. 19.§ 1. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2016. § 2. De overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2 wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze heeft echter geen uitwerking meer, indien het referentiecentrum dat de activiteiten zoals bedoeld in dit besluit verricht, niet meer over een overeenkomst beschikt op basis van artikelen 22, 6° en 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Bovendien bevat de overeenkomst een clausule op basis waarvan iedere ondertekenende partij van de overeenkomst (het Verzekeringscomité en de geconventionneerde screeningscentra) ze te allen tijde kan opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden, die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de verzendingsdatum van de aangetekende brief.

Art. 20.De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK

^