Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2020
gepubliceerd op 02 april 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, betreffende het sociaal akkoord

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020030034
pub.
02/04/2020
prom.
06/03/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 MAART 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, betreffende het sociaal akkoord (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, betreffende het sociaal akkoord.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 Sociaal akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 6 september 2019 onder het nummer 153633/CO/120) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid (PC 120), met uitzondering van de Celanese Production Belgium BVBA en Celanese BVBA waarvoor hoofdstukken III, V, VII en IX evenwel van toepassing zijn en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel Verviers (PSC 120.01), voor het vlas (PSC 120.02) en voor de jute (PSC 120.03).

Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Koopkracht

Art. 2.Met ingang van 1 september 2019 worden de effectieve en baremieke lonen verhoogd met 0,14 EUR per uur in enkele ploeg.

Voor de andere ploegenregimes wordt voornoemd forfaitair bedrag vermeerderd met de daartoe voorziene ploegencoëfficiënten. HOOFDSTUK III. - Sectoraal aanvullend pensioenplan

Art. 3.Ondertekenende partijen komen overeen om met ingang van 1 januari 2021 een sectoraal aanvullend pensioenplan in te richten voor de arbeiders van de textielsector. Studenten en leerlingen worden van het toepassingsgebied uitgesloten.

Art. 4.Het sectoraal aanvullend pensioen bevat een solidariteitsluik dat overeenkomt met 4,4 pct. van de stortingen voor de pensioentoezeggingen. Over de invulling van dit solidariteitsluik zal later beslist worden.

Art. 5.De financiering van dit sectoraal aanvullend pensioen gebeurt via een heroriëntering van 1,20 procentpunt van de patronale bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 6.Deze 1,20 procentpunt patronale bijdrage wordt opgesplitst in 1 procentpunt als SAP-bijdrage en 0,20 procentpunt voor de kosten van het beheer en de inrichting van het sectoraal aanvullend pensioen, met inbegrip van de RSZ-bijdrage en het solidariteitsluik.

Art. 7.Het design van dit sectoraal aanvullend pensioenplan zal op basis van een vaste bijdrage later uitgewerkt worden.

Art. 8.Voor ondernemingen die reeds een aanvullend pensioen op ondernemingsvlak inrichten voor hun arbeiders, zal gebruik gemaakt worden van de techniek van "buiten toepassingsgebied". Bovendien zal voor de werkgevers die voor hun arbeiders een minstens gelijkwaardig aanvullend pensioen op ondernemingsvlak hebben ook voorzien worden in de mogelijkheid van "opting-out" naargelang de keuze van de onderneming zelf. De voorwaarden van "buiten toepassingsgebied" en "opting-out" zullen later uitgewerkt worden.

Art. 9.Een nieuw op te richten fonds voor bestaanszekerheid (met werknaam "Fonds voor bestaanszekerheid - sectoraal aanvullend pensioen") zal als gemeenschappelijke inrichter voor de arbeiders en de bedienden fungeren.

Art. 10.Over de pensioeninstelling (verzekeraar of OFP) die zal instaan voor het beheer en de inrichting van het sectoraal aanvullend pensioen zal later beslist worden.

Art. 11.Het beheer en de inrichting van het solidariteitsluik gebeurt door het fonds voor bestaanszekerheid, tenzij partijen daarover later een andere beslissing nemen.

Art. 12.Uitwerking en inrichting van het sectoraal aanvullend pensioenplan gebeuren overeenkomstig volgende timing : - Tegen 31 december 2019 : uitwerking van de overeengekomen krachtlijnen in een collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de inrichting van een sectoraal aanvullend pensioenplan; - Tegen 30 juni 2020 : opmaken en uitvoeren van een stappenplan (communicatie werkgevers, marktbevraging, onderzoek samenwerking met andere sectoren, opzetten inrichter, beheersovereenkomsten, pensioenreglement, enz.); - Tegen 31 december 2020 : sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal aanvullend pensioenplan; - Inwerkingtreding van het sectoraal aanvullend pensioenplan op 1 januari 2021.

Art. 13.De heroriëntering van de 1,20 procentpunt van de patronale bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid heeft uitwerking vanaf 1 januari 2020 (dit wil zeggen op de lonen betaald vanaf 1 januari 2020). In de loop van 2021 zal de er mee overeenstemmende netto SAP-bijdrage als startpremie op de individuele pensioenrekening gestort worden.

Art. 14.Vanuit de reserves van het fonds voor bestaanszekerheid zal jaarlijks een buffer aangelegd worden ten belope van het verschil tussen de bedragen op de individuele rekening bij de pensioeninstelling enerzijds en de bedragen aangevuld tot de WAP-garantie anderzijds. HOOFDSTUK IV. - Tewerkstellingsverbintenissen

Art. 15.De tewerkstellingsverbintenissen, zoals bedoeld in artikelen 10 en 11 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 en laatst verlengd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2017, worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. HOOFDSTUK V. - Landingsbanen

Art. 16.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met betrekking tot de landingsbanen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal voorzien in de verlenging van de bepalingen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2017 betreffende de landingsbanen. Daarnaast zal deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 137 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019. HOOFDSTUK VI. - Toekomstgerichte arbeidsorganisatie

Art. 17.§ 1. In uitvoering van artikel 25bis, § 1, 2de lid van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, wordt het aantal vrijwillige overuren, door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 129 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019 uitgebreid tot maximaal 120 overuren per kalenderjaar en per werknemer, uitgebreid tot maximaal 140 overuren per kalenderjaar en per arbeider. § 2. In uitvoering van artikel 26bis, § 1bis, laatste lid van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, worden het aantal vrijwillige overuren die niet worden meegeteld in de totale duur van de verrichte arbeid tijdens de referteperiode bedoeld in artikel 26bis, § 1 van de voornoemde arbeidswet uitgebreid van de eerste 25 gepresteerde uren tot de eerste 45 gepresteerde uren. § 3. Voorgaande § 1 en § 2 treden in werking met ingang van 23 april 2019.

Art. 18.Partijen engageren zich om in het Paritair Comité voor de textielnijverheid een unaniem positief advies uit brengen met het oog op het bekomen van een koninklijk besluit in toepassing van artikel 23 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten.

Indien de textielsector geen dergelijk koninklijk besluit kan bekomen, zal een oplossing gezocht worden via de wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van de Nationale Arbeidsraad. HOOFDSTUK VII. - Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 19.§ 1. Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, voor zover de reglementering dergelijke stelsels toelaat, de nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, zoals zij op 31 december 2018 van toepassing zijn. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen voorzien in de verlenging van deze verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag tijdens de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2021, met uitzondering van het stelsel voor mindervaliden en werknemers met ernstige lichamelijke problemen dat verlengd wordt voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen verwijzen naar en rekening houden met de verschillende kader-collectieve arbeidsovereenkomsten die dienaangaande op 23 april 2019 in de Nationale Arbeidsraad werden gesloten. § 2. Het kliksysteem, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal ook van toepassing zijn op de terugbetaling aan de werkgevers van de aanvullende vergoeding en de Decava-bijdragen voor de betrokken stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag. HOOFDSTUK VIII. - Waarborg- en sociaal fonds

Art. 20.De bepalingen van artikel 14 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2011, zoals laatst verlengd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2017, worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020.

Art. 21.Met ingang van het refertedienstjaar 2019 (1 juli 2019 - 30 juni 2020) wordt de aanvullende sociale toelage, bedoeld in artikel 9bis van de gecoördineerde statuten van het waarborg- en sociaal fonds, zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005 en laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2017, verhoogd met 0,33 EUR per dag (zesdagenweek) ten laste van waarborg- en sociaal fonds.

Art. 22.De statuten van het waarborg- en sociaal fonds worden aangepast met hetgeen in de artikelen 20 en 21 overeengekomen werd. HOOFDSTUK IX. - Fonds voor bestaanszekerheid

Art. 23.Met ingang van 1 januari 2020 (dit wil zeggen op de lonen betaald vanaf 1 januari 2020) wordt 1,20 procentpunt van de patronale bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid geheroriënteerd ter financiering van het sectoraal aanvullend pensioen dat vanaf 1 januari 2021 in de textielsector ingevoerd wordt.

Art. 24.De drie buitenwettelijke vakantietoelagen voor de arbeiders die in 2019 in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag treden of in pensioen gaan, worden ten laste genomen door het fonds voor bestaanszekerheid.

De bedragen van deze buitenwettelijke vakantietoelagen worden vastgesteld als volgt :

Eerste buitenwettelijke vakantietoelage

225 EUR

Première allocation extralégale de vacances

225 EUR

Tweede buitenwettelijke vakantietoelage

175 EUR

Deuxième allocation extralégale de vacances

175 EUR

Derde buitenwettelijke vakantietoelage

125 EUR

Troisième allocation extralégale de vacances

125 EUR


Voor de arbeiders die in 2020 in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag treden, gelden eveneens de voormelde bedragen ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 25.De drie buitenwettelijke vakantietoelagen voor de arbeiders die in de jaren 2020 tot en met 2024 in wettelijk rustpensioen of vervroegd wettelijk rustpensioen gaan, worden ten laste genomen door het fonds voor bestaanszekerheid.

De bedragen van deze buitenwettelijke vakantietoelagen worden vastgesteld als volgt :

Jaar van pensionering

1ste jaar

2de jaar

3de jaar

Année de retraite

1ère année

2ème année

3ème année

2020

400 EUR

200 EUR

200 EUR

2020

400 EUR

200 EUR

200 EUR

2021

350 EUR

150 EUR

150 EUR

2021

350 EUR

150 EUR

150 EUR

2022

300 EUR

100 EUR

100 EUR

2022

300 EUR

100 EUR

100 EUR

2023

250 EUR

50 EUR

50 EUR

2023

250 EUR

50 EUR

50 EUR

2024

200 EUR

50 EUR

50 EUR

2024

200 EUR

50 EUR

50 EUR


Deze regeling voor gepensioneerden kan niet gecumuleerd worden met de regeling voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Art. 26.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid worden aangepast met hetgeen in artikelen 23 tot en met 25 werd overeengekomen. HOOFDSTUK X. - Tijdelijke werkloosheid

Art. 27.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om tijdens de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020, in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, in het kader van de toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, de nodige éénparige positieve adviezen uit te brengen, met het oog op het bekomen van de verlenging van de drie bestaande afwijkingsbesluiten inzake tijdelijke werkloosheid. HOOFDSTUK XI. - Getrouwheid aan de sector

Art. 28.De ondernemingsanciënniteit vereist om het recht op de eerste bezoldigde afwezigheidsdag bedoeld in artikel 29 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 te openen, wordt met ingang van 2019 teruggebracht van 20 jaar naar 18 jaar. HOOFDSTUK XII. - Zachte landingsbanen

Art. 29.In het kader van het sectoraal beleid inzake werkbaar werk en bij wijze van experiment gedurende de jaren 2019 en 2020 wordt een sectorale omkadering van de zachte landingsbanen, bedoeld in het koninklijk besluit van 9 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/01/2018 pub. 25/01/2018 numac 2018200294 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, voorzien.

Onderhavige bepalingen worden tevens geacht gesloten te zijn in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van de Nationale Arbeidsraad.

Als zachte landingsbaan wordt in het kader van onderhavige regeling uitsluitend de overschakeling van een ploegen- of nachtregime naar een dagregime bedoeld.

Op het ogenblik van de overschakeling heeft de arbeider de leeftijd van 60 jaar of ouder bereikt.

Een zachte landingsbaan zoals hiervoor bedoeld kan alleen toegekend worden mits uitdrukkelijk akkoord van de werkgever.

Aan de arbeider die overschakelt naar een hiervoor bedoelde zachte landingsbaan zal gedurende 12 maanden te rekenen vanaf het ogenblik van de overstap een degressieve tussenkomst in het netto loonverlies genieten ten laste van het waarborg- en sociaal fonds op basis van volgend schema :

Netto loonverlies

Tussenkomst WSF/maand

Perte de salaire net

Intervention FSG/mois

1ste tot en met 4de maand na overschakeling

75 EUR

du 1er au 4ème mois inclus après la transition

75 EUR

5de tot en met 8ste maand na overschakeling

50 EUR

du 5ème au 8ème mois inclus après la transition

50 EUR

9de tot en met 12de maand na overschakeling

25 EUR

du 9ème au 12ème mois inclus après la transition

25 EUR


Deze belastbare tussenkomst wordt geïndexeerd volgens het geldend indexeringsmechanisme in de textielsector en afgerond naar de hogere euro.

De voormelde tussenkomst van het waarborg- en sociaal fonds kan op geen enkel moment meer dan 50 pct. van het netto loonverlies bedragen en is éénmalig.

Om dit netto loonverlies vast te stellen, wordt het loon voor normale prestaties van de maand voorafgaand aan de overschakeling vergeleken met het loon voor normale prestaties van de maand waarin de overschakeling aanvangt.

Het recht op deze tussenkomst van het waarborg- en sociaal fonds vervalt onmiddellijk bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst of de stopzetting van de zachte landingsbaan.

Deze tussenkomst kan niet gecumuleerd worden met onderbrekingsuitkeringen toegekend aan arbeiders die hun arbeidsovereenkomst volledig schorsen of hun arbeidsprestaties verminderen in het kader van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen of in het kader van de thematische verlofregelingen.

Zowel de werkgever als de arbeider zijn ertoe gehouden elke wijziging aangaande de zachte landingsbaan onmiddellijk en spontaan mede te delen aan het waarborg- en sociaal fonds.

De modaliteiten voor de betaling van deze tussenkomst aan de betrokken arbeider zullen vastgesteld worden door de raad van beheer van het waarborg- en sociaal fonds. HOOFDSTUK XIII. - Mobiliteit

Art. 30.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1991 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werklieden in de textielnijverheid en het breiwerk wordt met ingang van 1 juli 2019 vervangen door een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de arbeiders in de textielnijverheid.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet onder meer in de invoering van de derdebetalersregeling in het kader van het openbaar vervoer.

Art. 31.De arbeider die zich ten aanzien van de werkgever in een schriftelijke verklaring engageert om gedurende een aaneengesloten periode van minstens drie maanden de woon-werkverplaatsing met de fiets te doen en ook daadwerkelijk minstens 50 pct. van de dagen van de betrokken maand de woon-werkverplaatsing met de fiets doet, heeft gedurende deze maand ten laste van de werkgever recht op een fietsvergoeding. Deze vergoeding bedraagt 0,20 EUR per kilometer reële afstand (zowel heen als terug) tussen de woonplaats en de werkplaats.

Deze fietsvergoeding kan voor de met de fiets afgelegde kilometers niet worden gecumuleerd met andere werkgeverstussenkomsten in het woon-werkverkeer.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gunstiger regelingen op ondernemingsvlak, noch kan zij gecumuleerd worden met op ondernemingsvlak bestaande regelingen inzake fietsvergoeding.

Deze regeling geldt voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 december 2020. HOOFDSTUK XIV. - Waardig werk

Art. 32.De sociale partners in de textielsector onderschrijven het belang van due diligence ofwel ketenzorg en bevelen de bedrijven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen voor het respecteren van de mensenrechten in de gehele toeleveringsketen. In het bijzonder wordt opgeroepen aandacht te besteden aan waardige arbeidsomstandigheden en eerlijke loon- en arbeidsvoorwaarden. HOOFDSTUK XV. - Arbeiders/bedienden

Art. 33.Een gemengde paritaire werkgroep (Paritair Comité voor de textielnijverheid en Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid) zal de sectorale verschillen inzake loon- en arbeidsvoorwaarden tussen arbeiders en bedienden in de textielsector inventariseren.

Deze paritaire werkgroep zal eveneens een paritaire visie uitwerken in verband met de aanpak van deze verschillen op vlak van fasering van de uitvoering, neutralisering van de kosten, enz. HOOFDSTUK XVI. - Een gunstig ondernemin gsklimaat en een positief imago

Art. 34.De sociale partners bevestigen dat zij zich samen willen inzetten voor een gunstig ondernemingsklimaat en een positief imago van de textielsector.

Art. 35.De sociale partners zullen gezamenlijk lobbyen in dossiers die van belang zijn voor de textielsector en voor zover er geen conflict is met de vakbonds- of werkgeversstandpunten. HOOFDSTUK XVII. - Verbintenissen van de contracterende partijen

Art. 36.De contracterende partijen waarborgen gedurende de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2021 de inachtneming van de aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt : a) Tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering van de maatregelen welke getroffen worden door toepassing van de paritair aanvaarde schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen aan de arbeidsmethodes;b) Het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal stipt worden toegepast en kan in geen enkel geval terug in betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de werknemers, de werkgeversorganisatie of de werkgevers;c) De syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen;d) Wanneer zich op sectoraal of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden voordoen inzake het sociaal overleg, is het een goede praktijk om paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité.

Art. 37.De hierboven vermelde verbintenissen inzake sociale vrede vallen onder toepassing van de bepalingen die door ondertekenende partijen in het nationaal protocol van 26 juni 1969 dienaangaande werden vastgesteld.

Art. 38.Een paritaire werkgroep zal de bepalingen inzake sociale vrede harmoniseren en moderniseren. HOOFDSTUK XVIII. - Duur van de overeenkomst

Art. 39.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020, met uitzondering van de artikelen 19, 36 en 37 die van toepassing zijn van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2021, het artikel 31 dat van toepassing is van 1 september 2019 tot en met 31 december 2020, de artikelen 24 en 25 die gelden voor de specifieke duur van de voorziene regelingen en de artikelen 1 tot en met 14, 17, 21, 23, 28, 30 en 39 die gelden voor onbepaalde duur. De bepalingen welke voor onbepaalde duur gelden, kunnen opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen. HOOFDSTUK XIX. - Algemeen verbindend verklaring

Art. 40.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 maart 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^