Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2020
gepubliceerd op 01 april 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de bijkomende vormingsinspanningen 2019-2020

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020201003
pub.
01/04/2020
prom.
06/03/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 MAART 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de bijkomende vormingsinspanningen 2019-2020 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de bijkomende vormingsinspanningen 2019-2020.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019 Bijkomende vormingsinspanningen 2019-2020 (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 2019 onder het nummer 154506/CO/139)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité 139 voor de binnenscheepvaart.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de artikelen 11 tot en met 20 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk (Belgisch Staatsblad van 15 maart 2017).

Art. 3.De werkgevers- en werknemersorganisaties zullen voor de jaren 2019 en 2020 in samenwerking met het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" het opleidingsaanbod verruimen. Tevens zullen zij zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de opleidingsplannen verbeteren. Zij zullen trachten de individuele opleiding en vorming van elke werknemer ressorterend onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart te organiseren.

Art. 4.Ondertekenende partijen komen overeen om voor de periode 2019 en 2020 de opleidingsinspanningen op te trekken tot vijf dagen gemiddeld per jaar per voltijds equivalent.

De realisatie van het groeipad wordt nagestreefd door : - Het opleidingsaanbod beter en ruimer bekend te maken aan werkgevers en werknemers; - Het opleidingsaanbod verder uit te breiden door middel van formele en niet-formele vorming : - formele vormingen : cursussen en stages ontwikkeld door opleiders, gekenmerkt door een hoge graad van organisatie door de opleider of opleidingsinstelling. Ze worden ingericht op een andere plaats dan de werkplek en richten zich tot een groep cursisten. Vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd; - informele vormingen : de opleidingsactiviteiten houden rechtstreeks verband met het werk en zijn gekenmerkt door een hoge mate van zelforganisatie door de individuele leerling of een groep leerlingen en hebben een inhoud die bepaald wordt door de individuele behoeften van de leerling op de werkplek; - het aanbod kan materies omvatten die verband houden met het welzijnsbeleid waarbij dieper ingegaan wordt op : de preventie van stress, burn-out of non-discriminatie; - Bedrijven aan te zetten om in samenspraak met de individuele werknemer een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op te zetten; - Acties te ondernemen om de participatiegraad aan opleidingen te verhogen; - Werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formele als informele, opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.

Art. 5.De realisatie van de in artikel 4 vermelde doelstelling zal het gevolg zijn van het toekennen van opleidingstijd per werknemer, individueel of collectief.

Art. 6.Ter financiering van deze doelstelling zal een bijdrage worden geïnd door het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" van 1,55 pct. en een bijdrage van 0,10 pct. voor risicogroepen berekend op het brutoloon van de in artikel 1 bedoelde werknemers.

Art. 7.Het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" en het vormingscomité binnenvaart zoals opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104853/CO/139 op 28 juni 2011, al dan niet in samenwerking met derden, worden belast met de uitvoering van deze overeenkomst. Hiertoe zullen zij jaarlijks het resultaat van hun inspanningen ter kennis brengen aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenvaart.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020, en zij volgt op de vorige desbetreffend op 29 juni 2017 afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst geregistreerd onder het nr. 140961/CO/139.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 maart 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^