Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 mei 2010
gepubliceerd op 12 mei 2010

Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 307, § 1, derde tot zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de lijst van Staten zonder of met een lage belasting

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003297
pub.
12/05/2010
prom.
06/05/2010
ELI
eli/besluit/2010/05/06/2010003297/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MEI 2010. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 307, § 1, derde tot zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de lijst van Staten zonder of met een lage belasting


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De programmawet van 23 december 2009 voegt in artikel 307, § 1 WIB 92 voor de belastingplichtigen de verplichting in om, onder bepaalde voorwaarden, aangifte te doen van alle betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks werden gedaan aan personen die gevestigd zijn in een Staat zonder of met lage belasting. Deze wettelijke bepaling voorziet in de opmaak van een lijst met Staten zonder of met lage belasting.

Het besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleggen heeft tot doel te specificeren welke Staten op deze lijst moeten worden opgenomen.

Artikel 307, § 1, vijfde lid, WIB 92 stipuleert dat de lijst met Staten wordt bepaald bij koninklijk besluit, vastgelegd na overleg binnen de ministerraad en dat ze erna enkel wordt herzien bij koninklijk besluit. Zoals vermeld in de memorie van toelichting bij de bovenvermelde programmawet is het de wil van de regering om deze lijst om de twee jaar te herzien.

Men mag de lijst die het voorwerp is van dit ontwerp van koninklijk besluit niet verwarren met de lijst van de landen waarvan de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen worden geacht aanzienlijk gunstiger te zijn dan in België. Laatstbedoelde lijst moet gesitueerd worden in de context van de vermijding van dubbele belasting op dividenden zoals dat is geregeld in artikel 203, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92. De bijwerking van deze lijst is opgenomen in een apart koninklijk besluit.

De lijst die het voorwerp is van dit ontwerp van koninklijk besluit betreft de Staten zonder belasting of waarvan het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting lager is dan 10 pct.

In de lijst worden eerst en vooral die Staten opgenomen waar geen stelsel van vennootschapsbelasting bestaat : dat zijn dus Staten waar vennootschappen niet worden onderworpen aan een inkomstenbelasting.

Daarnaast worden in de lijst ook de Staten opgenomen waar de vennootschappen worden onderworpen aan een inkomstenbelasting waarvan het nominaal tarief minder dan 10 pct. bedraagt.

In een aantal Staten of jurisdicties opgenomen in de lijst die het voorwerp uitmaakt van dit besluit wordt een beperkt aantal vennootschappen die actief zijn in welbepaalde sectoren, in afwijking van het stelsel van het gemeen recht, aldaar onderworpen aan een belasting van ten minste 10 pct. (zie hierna). Niettegenstaande dit geldt de aangifteplicht voorzien in artikel 307, § 1, derde lid, WIB 92, voor alle betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks worden gedaan aan personen die gevestigd zijn in een van die Staten of jurisdicties.

Zo is het standaard nominaal tarief van de vennootschapbelasting in Guernsey, Jersey en het Eiland Man 0 pct. terwijl financiële instellingen (en in sommige gevallen openbare nutsbedrijven en vennootschappen die onroerend goed aanhouden) onderworpen worden aan een nominaal belastingtarief van 10 of 20 pct. Voor wat de Maldiven betreft, werd vastgesteld dat vennootschappen in het algemeen niet aan enige belasting gelijkaardig aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Enkel financiële instellingen worden ingevolge de in dat land geldende financiële regelgeving aan een belasting op de netto-winst onderworpen. In Bahrein worden enkel oliemaatschappijen aan een inkomstenbelasting onderworpen. In het geval van de Verenigde Arabische Emiraten geldt er voor vennootschappen een principiële onderworpenheid aan inkomstenbelasting maar worden enkel financiële instellingen en oliemaatschappijen effectief aan een inkomstenbelasting onderworpen waarvan het nominaal tarief 10 pct. of meer bedraagt.

Een speciaal geval ten slotte is Monaco. Daar worden ondernemingen namelijk enkel aan een inkomstenbelasting onderworpen indien ze welbepaalde werkzaamheden verrichten. Met name worden enkel de ondernemingen die industriële of commerciële activiteiten uitoefenen en die ten minste 25 pct. van hun omzet realiseren uit transacties die direct of indirect plaatsvinden buiten Monaco en de vennootschappen waarvan de inkomsten voornamelijk voortkomen uit de verkoop of de concessie van bepaalde roerende goederen in Monaco aan belasting onderworpen.

Dit besluit is van toepassing op betalingen gedaan vanaf 1 januari 2010.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS

6 MEI 2010. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 307, § 1, derde tot zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de lijst van Staten zonder of met een lage belasting ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 307, § 1, vijfde lid;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 15 januari 2010;

Gelet op het akkoord van de Staatsecretaris voor Begroting, gegeven op 25 januari 2010;

Gelet op het advies 47.777/1 van de Raad van State, gegeven op 4 februari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat het nodig is het KB/WIB 92 vlug aan te passen met als doel te specificeren welke Staten worden bedoeld in artikel 307, § 1, derde tot zesde lid, WIB 92 waarbij voor de belastingplichtigen de verplichting wordt ingevoerd, onder bepaalde voorwaarden, aangifte te doen van alle betalingen, die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in een Staat zonder of met een lage belasting vanaf 1 januari 2010;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk III van het KB/WIB 92, wordt een afdeling VIIIbis ingevoegd met als opschrift « Aangifteplicht betreffende betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in Staten zonder of met een lage belasting (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 307) » en die een artikel 179 bevat, luidende : «

Art. 179.De in artikel 307, § 1, derde lid, b, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, bedoelde lijst van Staten zonder of met een lage belasting is de hiernavolgende : 1. Abu Dhabi 2.Ajman 3. Andorra 4.Anguilla 5. Bahama's 6.Bahrein 7. Bermuda 8.Britse Maagdeneilanden 9. Kaaimaneilanden 10.Dubai 11. Fujairah 12.Guernsey 13. Jersey 14.Jethou 15. Malediven 16.Eiland Man 17. Micronesië (Federatie van) 18.Moldavië 19. Monaco 20.Montenegro 21. Nauru 22.Palau 23. Ras al Khaimah 24.Saint-Barthelemy 25. Sark 26.Sharjah 27. Turks en Caicos Eilanden 28.Umm al Qaiwain 29. Vanuatu 30.Wallis-en-Futuna

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 mei 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^