6 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 1966 tot vaststelling van het programma van het examen over de technische bevoegdheid om de erkenning als orthopedist te verkrijgen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 215, § 2;

Gelet op artikel 80 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 februari 1966 tot vaststelling van het programma van het examen over de technische bevoegdheid om de erkenning als orthopedist te verkrijgen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1983;

Gelet op het advies van de Erkenningsraad voor orthopedisten opgericht bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 22 oktober 1998;

Gelet op het advies uitgebracht op 19 april 1999 door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de Franse tekst van het koninklijk besluit van 14 februari 1966 tot vaststelling van het programma van het examen over de technische bevoegdheid om de erkenning als orthopedist te verkrijgen bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1983, wordt in het opschrift en in het bepalend gedeelte het woord "agréation" vervangen door het woord "agrément".

Art. 2.Artikel 1, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1983, punt b wordt vervangen door de volgende bepalingen : "b) de orthopedie, de prothesen, de myoprothesen en de orthopedische zool".

Art. 3.Artikel 2, hoofdstuk IV van het voormeld koninklijk besluit, wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « F. Basiskennis van elektriciteit".

Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° hoofdstuk I wordt aangevuld als volgt : « C.Voor myoprothesen, grondige kennis van zenuwstelsel en musculatuur"; 2° hoofdstuk III wordt aangevuld als volgt : « Het nemen van een myotest: principe en toepassing.Definiëren van het myo-elektrisch protheseconcept"; 3° in hoofdstuk IV wordt punt D vervangen als volgt : « D.Grondige kennis van de revalidatie met prothesen en myo-prothesen"; 4° in hoofdstuk V wordt in punt C het woord "Onderhoud" geschrapt;5° hoofdstuk V wordt aangevuld als volgt : « D.Begeleiding, training, nazorg, onderhoud en herstellen".

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand na die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE