Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 april 2003
gepubliceerd op 06 mei 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 2000 tot regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2003014105
pub.
06/05/2003
prom.
07/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/07/2003014105/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 2000 tot regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 2000 tot regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2002;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34.182/4 van 19 februari 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 januari 2000 tot regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de volgende definitie wordt ingelast na de definitie « meerpiloot vliegtuig » : « Medebestuurder : houder van een vergunning van bestuurder die al de functies van bestuurder uitoefent, behalve die van gezagvoerder, op een vliegtuig gecertificeerd om bestuurd te worden door een bemanning van ten minste twee bestuurders of onder operationele omstandigheden waarin reglementair ten minste twee bestuurders worden vereist.Valt buiten deze begripsbepaling, de bestuurder die zich aan boord van een vliegtuig zou bevinden alleen om vliegonderricht, voor het behalen van een vergunning of bevoegdverklaring, te ontvangen. »; 2° de definitie « Gemotoriseerd zweefvliegtuig (TMG) » wordt als volgt gewijzigd : « zweefvliegtuig met bewijs van luchtwaardigheid, uitgereikt of aanvaard door een JAA Lidstaat, dat in staat is op eigen kracht te starten en te klimmen overeenkomstig zijn vlieghandboek.»; 3° de volgende definitie wordt ingelast na de definitie « nacht » : « directeur-generaal » : de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart;4° er wordt een paragraaf 3 ingevoegd, die luidt als volgt : Elke keer dat er « directeur-generaal van het Bestuur van de Luchtvaart » wordt vermeld in dit besluit, moet dit opgevat worden als « directeur-generaal ».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Met de uitdrukking « JAA Lidstaat » wordt, met betrekking tot het aanvaarden van vergunningen, bevoegdverklaringen, toelatingen, goedkeuringen of certificaten, een volwaardig JAA Lidstaat bedoeld. »

Art. 3.In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste paragraaf wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.De vergunning van lijnbestuurder, van beroepsbestuurder of van privaat bestuurder met de bevoegdverklaring instrumentvliegen, uitgereikt door een Staat die geen lid is van de JAA, kan geldig worden gemaakt voor een periode van maximum één jaar, ingaande op de datum van de eerste geldigmaking, op voorwaarde dat de vergunning geldig blijft en dat haar houder de voorwaarden van geldigmaking vervult, zoals bepaald door de directeur-generaal, met verwijzing naar de bepalingen van de JAR-FCL. »; 2° hij wordt aangevuld met een paragraaf 4 die luidt als volgt : « § 4.De eisen vermeld in de paragrafen hierboven zijn niet van toepassing voor geldigmakingen die in blok afgeleverd worden om vreemde maatschappijen toe te laten in België ingeschreven vliegtuigen uit te baten. »;

Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 8.§ 1. Een vergunning van lijnbestuurder, beroepsbestuurder of een bevoegdverklaring instrumentvliegen uitgereikt door een Staat die geen lid is van de JAA kan omgezet worden in een gelijkwaardige Belgische vergunning die aan de JAR-FCL-regels beantwoordt, indien er tussen deze Staat en België een akkoord over dit onderwerp bestaat. § 2. De aanvrager van een vergunning, vermeld in § 1, en, desgevallend van een IR bevoegdverklaring, moet tenminste een gelijkwaardige vergunning of bevoegdverklaring bezitten afgeleverd volgens de normen van de Bijlage 1 bij het Verdrag van Chicago, en aan alle eisen tot het bekomen ervan vermeld in dit besluit voldoen, met uitzondering van de duur van de theoretische opleiding en het aantal uren vliegopleiding. Het toegestane krediet op de duur van de opleiding wordt overeengekomen tussen het organisme dat instaat voor zijn opleiding en de directeur-generaal. § 3. De houder van een ATPL(A) uitgereikt in overeenstemming met Bijlage 1 bij het Verdrag van Chicago door een Staat die geen lid is van de JAA en die 1 500 vlieguren als gezagvoerder of medebestuurder op meerpiloot vliegtuigen bezit kan van de vereiste opleiding vrijgesteld worden vooraleer de theoretische en praktische ATPL(A) examens kunnen afgelegd worden indien zijn vergunning een geldige bevoegdverklaring bezit voor het type meerpiloot vliegtuig dat bij de ATPL(A) vaardigheidstest zal gebruikt worden. § 4. Een vergunning van privaat bestuurder uitgereikt door een Staat die geen lid is van de JAA kan omgezet worden in een Belgische vergunning van privaat bestuurder met de klassebevoegdverklaring SEP mits aan alle voorwaarden wordt voldaan die door de directeur-generaal met verwijzing naar de bepalingen van de JAR-FCL werden bepaald. § 5. Op een krachtens dit artikel omgezette vergunning wordt de niet-JAA Lidstaat, die de vergunning oorspronkelijk heeft uitgereikt, vermeld. »

Art. 5.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, dat luidt als volgt : « Bij het uitreiken, wedergeldigmaken of hernieuwen van een bevoegdverklaring mag deze bevoegdverklaring verlengd worden tot het einde van de maand waarin de vervaldatum valt. »

Art. 6.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « of medebestuurder » ingevoegd tussen de woorden « van gezagvoerder » en « van een vliegtuig »;2° § 2 wordt geschrapt;3° § 3 wordt § 2.

Art. 7.In artikel 13, § 5, van hetzelfde besluit worden de woorden « en van een bevoegdverklaring als instructeur » gevoegd na de woorden « van de ATPL(A) ».

Art. 8.In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Een dergelijke afwijking wordt beperkt in de tijd tot zes maanden.

Voor een afwijking van een langere duur moet het akkoord van de JAA-Lidstaten bekomen worden. »

Art. 9.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « voorzover de hoofdzetel van deze organismen gevestigd is in België » ingevoegd na de woorden « van de JAR-FCL »;2° tussen het eerste en het tweede lid worden twee nieuwe leden ingelast, die als volgt luiden : « Organismen (FTO of TRTO) waarvan de hoofdzetel in een andere JAA Lidstaat gevestigd is, kunnen een goedkeuring bekomen in België mits de overheid van het betrokken land niet in de mogelijkheid is dergelijke goedkeuring af te leveren en deze overheid hierover met België voorafgaand een akkoord afsloot.» « Indien de noodzaak zich voordoet kan een FTO of TRTO waarvan de hoofdzetel buiten een JAA Lidstaat gevestigd is, goedgekeurd worden door de directeur-generaal met verwijzing naar de bepalingen van de JAR-FCL. »

Art. 10.In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt § 4 vervangen door de volgende bepaling : « § 4. Niemand mag gelijktijdig houder zijn van meer dan één JAR-FCL vergunning voor vliegtuigen en van meer dan één JAR-FCL medisch certificaat. »

Art. 11.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door de volgende bepaling : « De directeur-generaal mag, met verwijzing naar de bepalingen van de JAR-FCL, een bepaald aantal van voormelde vlieguren crediteren.»; 2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door de volgende bepaling : « Van deze 200 vlieguren mogen : - 30 uren uitgevoerd zijn als gezagvoerder houder van een PPL(H);of - 100 uren uitgevoerd zijn als gezagvoerder houder van een CPL(H); of - 30 uren uitgevoerd zijn als gezagvoerder op motorzweefvliegtuigen of zweefvliegtuigen. »

Art. 12.In artikel 43, § 3, van hetzelfde besluit wordt een punt 6° ingevoegd, dat luidt als volgt : « 6° medische eisen, ».

Art. 13.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid van paragraaf 3 wordt paragraaf 4;2° het tweede lid van paragraaf 3 wordt paragraaf 5;3° een nieuwe paragraaf 3 wordt ingelast, die luidt als volgt : « § 3.Een kandidaat die niet alle secties van de IR(A) bekwaamheidsproef slaagt vóór de vervaldatum van zijn bevoegdverklaring voor instrumentvliegen kan de voorrechten verbonden aan deze bevoegdverklaring niet uitoefenen tot hij met succes de bekwaamheidsproef heeft afgelegd. »

Art. 14.In artikel 47 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De houder van een bevoegdverklaring instrumentvliegen moet houder zijn van een beperkt bewijs van radiotelefonie. De examens voor het behalen van dit bewijs worden afgelegd in de Engelse taal ».

Art. 15.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende paragrafen : « § 5. Een geldige typebevoegdverklaring ingeschreven op een vergunning afgeleverd door een Staat die geen lid is van de JAA mag op een Belgische vergunning ingeschreven worden op voorwaarde dat de aanvrager : - dit vliegtuigtype regelmatig bestuurt; - een ervaring van ten minste 500 vlieguren op dit type bezit; - aan de voorwaarden van artikel 58, § 1, of van artikel 59, naargelang het geval, voldoet; - een bekwaamheidsproef op dit vliegtuigtype slaagt. § 6. Een geldige klassebevoegdverklaring ingeschreven op een vergunning afgeleverd door een Staat die geen lid is van de JAA mag op een Belgische vergunning ingeschreven worden op voorwaarde dat de aanvrager : - deze klasse van vliegtuigen regelmatig bestuurt; - een ervaring van ten minste 100 vlieguren in deze klasse van vliegtuigen bezit; - aan de voorwaarden van artikel 60 voldoet; - een bekwaamheidsproef op deze klasse van vliegtuigen slaagt. § 7. Een geldige type- of klassebevoegdverklaring ingeschreven op een niet-JAA vergunning uitgereikt door een JAA Lidstaat, die niet beschouwd kan worden als een volwaardige JAA Lidstaat in de zin van artikel 2, mag op een Belgische vergunning ingeschreven worden indien : - deze bevoegdverklaring geldig is; - de laatste wedergeldigmaking/hernieuwing van deze bevoegdverklaring gebeurde volgens de vereisten van dit besluit; - voldaan is aan de voorwaarden bepaald in artikel 58, § 1, 59 of 60, naargelang het geval. »

Art. 16.In de Nederlandse tekst van artikel 56, § 2, 1°, dient het woord « en » na de woorden « een bekwaamheidsproef afleggen » te worden geschrapt.

Art. 17.In artikel 57 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.Wedergeldigmaking : SEP (L) en/of TMG. Om een klasse-bevoegdverklaring SEP (L) en/of een klassebevoegdverklaring TMG wedergeldig te maken, moet de kandidaat : - binnen de drie maanden die aan de vervaldatum van de bevoegdverklaring voorafgaan, geslaagd zijn voor een bekwaamheidsproef met een examinator, hetzij op een SEP(L), hetzij op een TMG, of geslaagd zijn voor een IR bekwaamheidsproef met een examinator op een SEP(L) of een TMG, of - binnen de twaalf maanden die aan de vervaldatum van de bevoegdverklaring voorafgaan, op SEP(L) en/of op TMG 12 vlieguren uitgevoerd hebben inbegrepen : a) 6 vlieguren als gezagvoerder;b) 12 opstijgingen en 12 landingen, en c) een oefenvlucht van ten minste één uur met een FI(A) of een CRI(A). Deze vlucht mag vervangen worden door gelijk welke bekwaamheidsproef of vaardigheidstest voor het bekomen van een klasse- of typebevoegdverklaring. »; 2° de paragrafen 5 en 6 worden respectievelijk de paragrafen 2 en 3 van het nieuwe artikel 57bis.

Art. 18.Na artikel 57 van hetzelfde besluit wordt een nieuwe onderafdeling ingevoegd, die luidt als volgt : « Onderafdeling 3. - Alle bevoegdverklaringen.

Art. 57bis.§ 1. De kandidaat die niet voor alle secties van de bekwaamheidsproef slaagt vóór de vervaldatum van zijn type- of klassebevoegdverklaring kan de voorrechten verbonden aan deze bevoegdverklaring niet uitoefenen tot hij met succes de bekwaamheidsproef afgelegd heeft. »

Art. 19.In artikel 58 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragraaf 2 wordt § 3 en de woorden « Elke opleiding voor » worden vervangen door de woorden « De uitreiking van »;2° een nieuwe paragraaf 2 wordt ingelast, die luidt als volgt : « § 2.De aanvrager die : - ofwel houder is van een attest van het slagen voor een opleidingscursus onderlinge samenwerking van bemanning op helikopters en een ervaring van meer dan 100 vlieguren als piloot op meerpiloot helikopters heeft; - ofwel een ervaring van meer dan 500 vlieguren als piloot op meerpiloot helikopters heeft; - ofwel meer dan 500 vlieguren als piloot in meerpiloot operaties volgens de JAR-OPS regelgeving op éénpiloot JAR/FAR23 Commuter Categorie vliegtuigen heeft; wordt geacht te voldoen aan de vereiste van § 1, 3°. »

Art. 20.Artikel 72 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, dat luidt als volgt : « Een instructeur die, in voorkomend geval, niet voor alle secties van de bekwaamheidsproef slaagt vóór de vervaldatum van zijn instructeur-bevoegdverklaring kan de voorrechten verbonden aan deze bevoegdverklaring niet uitoefenen tot hij met succes de bekwaamheidsproef afgelegd heeft. »

Art. 21.In artikel 74, § 2, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door de volgende bepaling : « 2° de opleiding vliegen bij nacht, voorzover hij de bevoegdheid voor het uitvoeren van nachtvluchten bezit en hij : - zijn bekwaamheid voor het geven van onderricht bij nacht bewezen heeft ten overstaan van een instructeur die voldoet aan de vereisten van artikel 75, 6° en - voldoet aan de eisen van artikel 12, § 2 inzake recente ervaring. »

Art. 22.In artikel 75 van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen door de volgende bepaling : « 3° het vliegen bij nacht, voorzover hij de bevoegdheid voor het uitvoeren van nachtvluchten bezit en hij : - zijn bekwaamheid voor het geven van onderricht bij nacht bewezen heeft ten overstaan van een instructeur die voldoet aan de vereisten van punt 6° hierna, en - voldoet aan de eisen van artikel 12, § 2 inzake recente ervaring. »

Art. 23.In artikel 80, § 1, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door de volgende bepaling : « 2° tijdens de geldigheidsduur van de bevoegdverklaring FI(A) een bijscholing voor vlieginstructeur bijgewoond hebben die goedgekeurd is door de directeur-generaal. »

Art. 24.In artikel 81 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst worden de woorden « de dispenser » ingevoegd na de woorden « ainsi que »;2° dit artikel wordt aangevuld met het volgende lid : « Indien de opleiding voor de bevoegdverklaring TRI(A) enkel op simulator gebeurde laten de voorrechten niet toe de nood- en abnormale procedures te trainen op het vliegtuig.Deze beperking kan opgeheven worden door het vereiste deel van de training als TRI(A) op het vliegtuig te volgen. »

Art. 25.In artikel 85 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt punt 2 vervangen door de volgende bepaling : « 2° ten minste 30 vlieguren als gezagvoerder op vliegtuigen van de betreffende klasse of type, waarvan ten minste 10 vlieguren tijdens de laatste 12 maanden, hebben uitgevoerd.»; 2° in paragraaf 2 wordt het punt 2° vervangen door de volgende bepaling : « 2° ten minste 30 vlieguren als gezagvoerder op vliegtuigen van de betreffende klasse of type, waarvan ten minste 10 vlieguren tijdens de laatste 12 maanden, hebben uitgevoerd.»; 3° in paragraaf 3 : - het cijfer « 50 » wordt vervangen door het cijfer « 10 »; - een tweede lid wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : « Voor een uitbreiding van de bevoegdverklaring CRI(SPA) van éénmotorige naar meermotorige vliegtuigen moeten de vereisten van § 1 hiervoor vervuld zijn. »

Art. 26.In artikel 92 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, punt 1° worden de woorden « van een typebevoegdverklaring, of » vervangen door de woorden « van een typebevoegdverklaring, en »;2° in paragraaf 2, 2° worden de woorden « goedgekeurde cursus TRI(A) hebben gevolgd, en » vervangen door de woorden « goedgekeurde cursus TRI(A) hebben gevolgd »;3° in paragraaf 2, 3° wordt het woord « en » ingelast na de woorden « aangeduid TRI(A) »;4° in paragraaf 2 wordt een punt 4° ingevoegd, dat luidt als volgt : « 4° een bekwaamheidsproef hebben afgelegd op een vluchtnabootser van het betreffende type.»

Art. 27.Artikel 95 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd : 1° de eerste zin vormt het eerste lid van dit artikel;2° het tweede lid bestaat uit de tweede zin gevolgd door de volgende tekst : « De examinator moet per jaar ten minste 2 vaardigheidstesten of bekwaamheidsproeven afgenomen hebben.Een van deze testen of proeven moet bijgewoond en beoordeeld worden door een inspecteur aangeduid door de directeur-generaal. »

Art. 28.In artikel 98 van hetzelfde besluit worden de woorden « of houder is van een PPL(A) en vroeger een professionele vergunning van bestuurder bezat, » ingevoegd tussen de woorden « van bestuurder » en de woorden « en dat hij ten minste 500 uren ».

Art. 29.In artikel 109 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een derde lid, dat luidt als volgt : « De kandidaat die het examen ATPL(A) in twee delen aflegt, kan tijdens zijn deelname aan het tweede deel nog geen herexamens afleggen over de vakken waarvoor hij in het eerste deel niet slaagde.»; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.De kandidaat die tijdens de initiële sessie voor ten minste één van de proeven geslaagd is, is deels geslaagd. »; 3° in het tweede streepje van paragraaf 4 wordt de laatste zin vervangen door de volgende zin : « Deze termijnen gaan in op het einde van de kalendermaand waarin de kandidaat voor de eerste maal deelnam aan de zittijd of het eerste deel ervan.»

Art. 30.In artikel 112 van hetzelfde besluit worden de woorden « van de met succes afgelegde initiële sessie of vanaf de dag » en « deels » geschrapt.

Art. 31.Artikel 113 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, dat luidt als volgt : « Voor de houder van een vergunning van boordwerktuigkundige die geslaagd is voor het theoretisch examen ATPL(A) blijft dit examen geldig indien de laatste geldigheidsdatum van de typebevoegdverklaring ingeschreven op zijn vergunning van boordwerktuigkundige niet meer dan 7 jaar vervallen is. »

Art. 32.In artikel 115 van hetzelfde besluit worden de punten 1°, 2°, 3° en 4° vervangen door de volgende punten : « 1° tot 31 december 2005 voor de voorwaarden voor de uitreiking van alle vergunningen onder voorbehoud van de bepaling voorzien in artikel 116, § 1;2° tot 30 juni 2003 voor de voorwaarden voor de hernieuwing van : - de vergunning van privaat bestuurder, beperkt tot vluchten boven het nationaal grondgebied; - de beperkte vergunning van beroepsbestuurder.

Vanaf 1 juli 2003 zullen de bevoegdverklaringen op voornoemde vergunningen wedergeldig gemaakt of hernieuwd worden overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. 3° tot 31 december 2009 voor de voorrechten verleend aan de vergunningen uitgereikt in overeenstemming met Bijlage 1 bij het Verdrag van Chicago;4° voor de voorrechten verleend door de vergunning van privaat bestuurder beperkt tot vluchten boven het nationaal grondgebied en door de beperkte vergunning van beroepsbestuurder.»

Art. 33.In artikel 116 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « 30 juni 2003 » vervangen door de woorden « 31 december 2005 »;2° in § 2 worden de woorden « 30 juni 2005 » vervangen door de woorden « 31 december 2009 »;3° in § 3, eerste lid, worden de woorden « 30 juni 2005 » vervangen door de woorden « 31 december 2009 » en worden alle woorden na de woorden « JAR-FCL normen » geschrapt.4° in § 4 worden de woorden « 1 juli 2005 » vervangen door de woorden « 1 januari 2010 »;5° een nieuwe paragraaf 5 wordt ingelast, die luidt als volgt : « § 5.Het slagen voor het theoretisch examen ATPL(A) voorzien in het voormelde ministerieel besluit van 23 juni 1969 blijft geldig voor het afleveren van een ATPL(A) vergunning krachtens dit besluit voor zover de kandidaat een CPL(A) met de bevoegdverklaring IR(A) heeft bekomen en de aan de CPL(A) verbonden IR(A) niet vervallen is sedert meer dan 7 jaar. »

Art. 34.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^