Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 april 2005
gepubliceerd op 03 mei 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de toekenning van een eindejaarstoelage aan het personeel van de "centres de formation et/ou de réadaptation professionnelle" erkend door "l'Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005200689
pub.
03/05/2005
prom.
07/04/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 APRIL 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de toekenning van een eindejaarstoelage aan het personeel van de "centres de formation et/ou de réadaptation professionnelle" erkend door "l'Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" (AWIPH) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de toekenning van een eindejaarstoelage aan het personeel van de "centres de formation et/ou de réadaptation professionnelle" erkend door "l'Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" (AWIPH).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 april 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2000 Vaststelling van de toekenning van een eindejaarstoelage aan het personeel van de "centres de formation et/ou de réadaptation professionnelle" erkend door "l'Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" (AWIPH) (Overeenkomst geregistreerd op 11 mei 2000 onder het nummer 54874/CO/329) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers die activiteiten uitoefenen in de "centres de formation et/ou de réadaptation professionnelle" erkend door "l'Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" en die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. § 2. Voor deze collectieve arbeidsovereenkomst moet men onder "werknemer" verstaan het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel, ongeacht het soort contract dat hen aan de werkgever bindt. § 3. Deze overeenkomst is ook van toepassing op de werknemers die ter beschikking gesteld zijn van centra binnen de grenzen van de bevoegdheid van deze laatste en ten opzichte van de werknemers.

Art. 2.Een eindejaarstoelage is verschuldigd aan de werknemers bedoeld in artikel 1, volgens de hierna vastgestelde modaliteiten. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 3.§ 1. Een eindejaarstoelage is samengesteld uit een forfaitair en een variabel gedeelte. § 2. Het bedrag van de eindejaarstoelage wordt als volgt berekend : 1. voor het forfaitair gedeelte : 10 990 BEF (bedrag berekend op basis van oktober 1999) telkens vermeerderd met een percentage in functie van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, worden in aanmerking genomen, de indexen die van kracht zijn in oktober van het jaar van betaling, het percentage wordt vastgesteld tot en met de vierde decimaal.2. voor het variabel gedeelte : het variabel gedeelte bedraagt 2,5 pct.van de jaarlijkse brutovergoeding die als basis gediend heeft voor de berekening van de vergoeding verschuldigd aan de rechthebbende voor de maand oktober van het beschouwde jaar.

Art. 4.§ 1. Het geheel van het bedrag van de toelage wordt betaald aan de werknemer die, aangezien hij gebonden is door een arbeidscontract (tewerkstellings- of arbeidscontract) een functie uitoefent die effectieve of gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties inhoudt en die het geheel van zijn vergoeding gedurende de gehele referteperiode (van 1 januari tot 30 september van het jaar waarvoor de toelage is verschuldigd) heeft of zou genoten hebben. § 2. Indien een werknemer niet het gehele bedrag van de toelage kan genieten ingevolge onvolledige arbeidsprestaties ("deeltijds") wordt dit bedrag verminderd in verhouding tot de vergoeding die hij heeft of zou hebben ontvangen. § 3. Indien een werknemer die volledige arbeidsprestaties uitoefent het geheel van het bedrag van de toelage niet kan genieten, aangezien hij in dienst getreden is in het centrum of het tijdens de referteperiode heeft verlaten, wordt dit bedrag verminderd in verhouding tot de uitgeoefende of gelijkgestelde arbeidsprestaties gedurende de referteperiode. § 4. Elke gewerkte of gelijkgestelde maand tijdens de referteperiode geeft recht op 1/9e van het bedrag van de toelage, berekend in overeenstemming met artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 5. Elke verbintenis die aangegaan wordt vóór de dertiende dag van de maand wordt beschouwd als een verbintenis van een hele maand.

Art. 5.§ 1. De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan de werknemers die ontslagen worden wegens dringende reden, evenmin voor de arbeidsprestaties uitgeoefend tijdens een niet afdoende proefperiode. § 2. De werknemers in een proefperiode op het ogenblik van de betaling van de eindejaarstoelage hebben geen recht op deze uitkering. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 en wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzegtermijn van drie maanden wordt nageleefd, bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, die alle ondertekenende organisaties op de hoogte brengt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 april 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^