Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 december 2007
gepubliceerd op 16 januari 2008

Koninklijk besluit tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014359
pub.
16/01/2008
prom.
07/12/2007
ELI
eli/besluit/2007/12/07/2007014359/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 maart 1971 betreffende de scheepvaartrechten te heffen op de waterwegen onder beheer van de Staat, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1927 houdende het reglement van onderzoek der Rijnschepen, inzonderheid op artikel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1999 tot vaststelling van de tarieven der retributies voor prestaties betreffende de meting der binnenvaartuigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 februari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 april 2007;

Gelet op advies 43.191/4 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit en zijn bijlage wordt verstaan onder : 1° "vaartuig voor de binnenvaart" : elk schip, elke drijvende inrichting of elk drijvend voorwerp dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of geschikt is om te worden gebruikt op de binnenwateren;2° "schip" : elk vaartuig met inbegrip van een voorwerp zonder waterverplaatsing, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water;3° "drijvende inrichting" : elk drijvend bouwsel dat vanwege zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst;4° "drijvend voorwerp" : elk bouwsel dat geschikt is gemaakt om te water te worden verplaatst en dat geen schip of drijvende inrichting is;5° "certificaat van onderzoek" : een certificaat zoals bedoeld in artikel 4, § 1, eerste streepje, van het koninklijk besluit van 1 juni 1993 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen;6° "communautair certificaat" : een certificaat zoals bedoeld in artikel 4, § 1, tweede streepje, van het koninklijk besluit van 1 juni 1993 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen;7° "klassecertificaat" : een certificaat of een verklaring afgegeven door een classificatie-maatschappij zoals bedoeld in artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 1 juni 1993 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen na vaststelling dat het vaartuig voor de binnenvaart voldoet aan de technische voorschriften van de classificatiemaatschappij en daardoor aan de sterkte-eisen zoals bepaald in die technische voorschriften;8° "document" : elk officieel document, elk certificaat of elke verklaring afgegeven door de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen, opgericht bij toepassing van de bepalingen van het Reglement betreffende het onderzoek van Rijnschepen, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1976 of door de scheepsmetingsdienst binnenvaart van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer;9° "Minister" : de minister tot wiens bevoegdheid de maritieme zaken en de scheepvaart behoren.

Art. 2.Voor de prestaties verricht hetzij door de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren die daartoe aangesteld zijn, hetzij door de leden van de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen opgericht bij toepassing van de bepalingen van het Reglement betreffende het onderzoek van Rijnschepen, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1976, hetzij door personen of organisaties die daartoe krachtens artikel 67 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk gemachtigd zijn door de Minister, is een retributie verschuldigd volgens de tarieven vastgesteld overeenkomstig artikel 4.

Art. 3.Onder voorbehoud van de toepassing van het bepaalde in het tweede lid, is de betaling van de in artikel 2 bedoelde retributies ten laste van de eigenaar van het vaartuig voor de binnenvaart.

De hermeting, in geval van betwisting van de juistheid van een eerder uitgevoerde meting, bedoeld in artikel 73 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk, is enkel ten laste van de eigenaar van het vaartuig voor de binnenvaart volgens de tarieven vastgesteld overeenkomstig artikel 4, indien deze hermeting is geschied op verzoek van de schipper of de eigenaar van het vaartuig voor de binnenvaart en indien is gebleken dat het verschil niet meer dan één honderdste bedraagt.

Art. 4.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen in § 2 zijn de tarieven bedoeld in artikel 2 de basistarieven, vastgesteld in de bijlage bij dit besluit. § 2. De Minister kan het bedrag van de tarieven aanpassen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen op basis van de volgende formule : basistarief zoals vastgesteld in de bijlage vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de maand waarin de Minister beslist heeft het bedrag van de tarieven aan te passen overeenkomstig het eerste lid.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de publicatie in het Belgisch Staatsblad van dit besluit.

Het verkregen resultaat wordt afgerond tot op één euro. Het gedeelte na de komma gelijk aan 50 cent of meer wordt voor één euro gerekend.

Het gedeelte na de komma kleiner dan 50 cent valt weg.

De aangepaste tarieven zijn van toepassing de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin ze in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt.

Art. 5.In artikel 23 van het koninklijk besluit van 16 december 1927 houdende het reglement van onderzoek der Rijnschepen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966, worden de bepalingen onder I, II en III opgeheven.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 5 maart 1999 tot vaststelling van de tarieven der retributies voor prestaties betreffende de meting der binnenvaartuigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Art. 8.Onze Minister bevoegd voor de binnenvaart, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 december 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage Basistarieven Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 december 2007 tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^