Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 februari 2002
gepubliceerd op 12 juli 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd

bron
ministerie van justitie
numac
2002009177
pub.
12/07/2002
prom.
07/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/07/2002009177/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid, op de artikelen 59 tot 61;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd, inzonderheid, op artikel 14;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat een beroep tot nietigverklaring tegen het bovengenoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997 aanhangig is gemaakt bij de afdeling administratie van de Raad van State;

Overwegende dat de afdeling wetgeving oordeelt dat het in de loop van een geding voor de afdeling administratie gebruikelijk is dat zij zich onthoudt opmerkingen te maken, omdat deze kunnen worden beschouwd als een stellingname aangaande de vragen die werden gesteld voor dit rechtscollege;

Overwegende dat er dus geen advies van de afdeling wetgeving kan worden gevraagd;

Overwegende dat de uitwerking van het advies door de Vertegenwoordiger van de Minister, bepaald bij artikel 14 van het voormelde koninklijk besluit van 30 oktober 1997, niet behoort tot zijn opdrachten van toezicht, bepaald bij artikel 76 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De leden 3 tot 7 van artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd, worden vervangen door de volgende tekst : « Het advies wordt uitgebracht door één of meerdere deskundigen die door de vergoedingsplichtige en de beheersvennootschap in onderling overleg worden aangewezen.

Deze verstrekken aan de deskundige of deskundigen alle gegevens die nodig zijn voor de uitwerking van het advies.

Het advies moet worden uitgebracht ten laatste drie maanden te rekenen van de datum van ontvangst van het verzoek tot advies door de deskundige of deskundigen. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd (Belgisch Staatsblad 7 november 1997).

^