Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 2020
gepubliceerd op 29 januari 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het akkoord van sociale vrede 2019-2020

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019205741
pub.
29/01/2020
prom.
07/01/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het akkoord van sociale vrede 2019-2020 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het akkoord van sociale vrede 2019-2020.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 Akkoord van sociale vrede 2019-2020 (Overeenkomst geregistreerd op 7 augustus 2019 onder het nummer 153352/CO/215) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren. HOOFDSTUK II. - Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020, behalve de hoofdstukken I, II en VII, die lopen tot 30 juni 2021. HOOFDSTUK III. - Arbeidsvoorwaarden

Art. 3.Brutolonen Vanaf 1 september 2019 worden de baremieke en effectieve brutolonen verhoogd met 0,85 pct. voor de baremiseerbare bedienden, zijnde deze waarvan de functie is opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de functieclassificatie van 21 mei 2008 (registratienummer 88694/CO/215).

Behalve indien in de onderneming de effectieve brutolonen worden verhoogd, worden de effectieve brutolonen verhoogd met het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen het oude barema en het nieuwe barema van de bediende.

Art. 4.Maaltijdcheques Vanaf 1 september 2019 wordt het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques verhoogd met 0,50 EUR. Vanaf dan zal de nominale waarde van een maaltijdcheque op sectorniveau 4,30 EUR bedragen.

In de ondernemingen waar deze verhoging met 0,50 EUR niet onder de vorm van maaltijdcheques kan worden toegekend omdat het maximum toegelaten bedrag van 8 EUR zoals voorzien in de sociale zekerheidswetgeving reeds bereikt is, worden de effectieve en baremieke brutolonen ter compensatie verhoogd met 1,1 pct. in plaats van 0,85 pct. met ingang van 1 september 2019 of worden gelijkwaardige voordelen toegekend.

In de ondernemingen waar deze verhoging met 0,50 EUR niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kan worden toegekend omdat het bedrag van de maaltijdcheque 7,5 EUR reeds overschrijdt, worden de effectieve en baremieke brutolonen verhoogd met een percentage dat het saldo vertegenwoordigt volgens dezelfde logica zoals hierboven beschreven in lid 2 met ingang van 1 september 2019 of worden gelijkwaardige voordelen toegekend. HOOFDSTUK IV. - Sociale fondsen

Art. 5.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sociale partners een toekomstvisie ontwikkelen voor de sociale waarborgfondsen van de sector.

Indien de financiële mogelijkheden het toelaten om nieuwe initiatieven te ontwikkelen, zal in eerste plaats de mogelijkheid van een stelsel van sectoraal anciënniteitsverlof worden bekeken en dit tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Mobiliteit

Art. 6.Vanaf 1 september 2019 wordt een fietsvergoeding van 0,10 EUR per kilometer voor de afstand, heen en terug, woon-werkverkeer ingevoerd, onverminderd gunstigere regelingen op ondernemingsvlak.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 tot vaststelling van de tussenkomst in de vervoerskosten van de bedienden (registratienummer 142261/CO/215) zal hieraan aangepast worden.

Waar er reeds een fietsvergoeding bestaat van minstens voormeld bedrag, moet door die ondernemingen geen compenserend voordeel toegekend worden. HOOFDSTUK VI. - Vorming en tewerkstelling/risicogroepen

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2018 betreffende vorming en tewerkstelling/risicogroepen (registratienummer 150270/CO/215) zal worden verlengd tot 31 december 2020 en aangepast worden aan de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk.

Er wordt voorzien in een sectorale opleidingsinspanning gelijkwaardig aan 2 dagen gemiddeld per jaar per voltijds equivalent. De sociale partners voorzien in het volgende groeipad om het aantal opleidingsdagen te verhogen om aldus bij te dragen tot de interprofessionele doelstelling : - 2019-2020 : verhoging van de opleidingsinspanning voorzien in het eerste lid met 10 pct. tot 2,2 dagen; - 2021 : vast te leggen tijdens de sectorale onderhandelingen voor de periode 2021-2022.

Deze verlenging houdt onder meer in het verderzetten van de opleidingsinspanningen begeleid door het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) en bijzondere aandacht voor jongeren en risicogroepen. HOOFDSTUK VII. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 8.De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2018 betreffende de werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 62 jaar (registratienummer 150268/CO/215) zal worden verlengd tot 30 juni 2021.

Art. 9.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2017 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar na 40 jaar beroepsverleden (registratienummer 140892/CO/215) zal worden verlengd tot 30 juni 2021.

Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2017 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder zijn, een beroepsverleden van 35 jaar hebben en gewerkt hebben in een zwaar beroep (registratienummer 140893/CO/215) zal worden verlengd tot 30 juni 2021.

Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2017 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor bedienden die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder zijn, een beroepsverleden van 33 jaar hebben en 20 jaar nachtprestaties (registratienummer 140883/CO/215) zal worden verlengd tot 30 juni 2021. HOOFDSTUK VIII. - Landingsbanen en Vlaamse aanmoedigingspremies

Art. 12.De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2017 betreffende de landingsbanen (registratienummer 142107/CO/215) zal verlengd worden tot 31 december 2020.

Art. 13.De sector tekent verder in op het stelsel van de Vlaamse aanmoedigingspremies, bedoeld in hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002. HOOFDSTUK IX. - Flexibiliteit

Art. 14.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt er geen sectorale uitbreiding van de flexibiliteitsregelingen voorzien. Op ondernemingsvlak moet constructief overleg kunnen gevoerd worden over maatregelen inzake arbeidsorganisatie die wenselijk zijn voor de onderneming. Dit overleg zal verlopen volgens de wettelijke procedure. HOOFDSTUK X. - Statuut van de syndicale delegatie

Art. 15.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sociale partners besprekingen voeren in een werkgroep ter modernisering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1975 betreffende het statuut van de syndicale delegatie. HOOFDSTUK XI. - Bijzondere aandachtspunten

Art. 16.De sociale partners wensen met de uitvoering van dit sociaal akkoord het imago van de sector te verbeteren met het oog op een betere instroom van jongeren en een verankering van de huidige werknemers.

Art. 17.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sociale partners een engagementsverklaring opstellen inzake waardig werk in de gehele toeleveringsketen, met aandacht en respect voor de arbeidsomstandigheden en de mensenrechten. HOOFDSTUK XII. - Sociale vrede

Art. 18.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 1) alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de werknemers of de werkgevers;2) de werknemersorganisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^