Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 2020
gepubliceerd op 30 januari 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten, betreffende de tewerkstelling en de tijdelijke werkloosheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019205803
pub.
30/01/2020
prom.
07/01/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten, betreffende de tewerkstelling en de tijdelijke werkloosheid (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten, betreffende de tewerkstelling en de tijdelijke werkloosheid.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2019 Tewerkstelling en tijdelijke werkloosheid (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 2019 onder het nummer 154532/CO/128) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten ressorteren.

Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders en de arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Tijdelijke werkloosheid II. 1. Sectorale regeling

Art. 2.De werkgevers verbinden er zich toe alle maatregelen te nemen om zoveel mogelijk werkloosheid te vermijden en, indien dit niet mogelijk zou zijn, een regeling van beurtwerkloosheid per groep in te voeren.

Art. 3.§ 1. De tijdelijk werkloos gestelde werknemers hebben ten laste van de werkgever recht op een bestaanszekerheidsuitkering per dag werkloosheid. § 2. Deze uitkering is niet verschuldigd wanneer de werkloosheid te wijten is aan een geval van overmacht.

Art. 4.Elke werknemer beschikt individueel over een krediet van 90 dagen werkloosheid waarop hij een bestaanszekerheidsvergoeding kan genieten, zoals vastgelegd in artikel 5.

Een "pool" van kredietdagen kan per jaar en per onderneming gevormd worden door het aantal werknemers op 1 januari te vermenigvuldigen met 90. Deze "pool" kan uitgeput worden door de werknemers die meer dan 90 dagen per kalenderjaar tijdelijk werkloos zijn.Het saldo van de kredietdagen wordt niet overgedragen naar een volgend kalenderjaar.

Art. 5.§ 1. Het dagelijkse bedrag van de uitkering voor bestaanszekerheid bedraagt 13 EUR (1 juli 2019). § 2. De uitkering voor bestaanszekerheid is gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. § 3. De uitkeringen voor bestaanszekerheid worden op de gebruikelijke betaaldag uitbetaald. Zij worden door de werkgever op de individuele rekening van de werkman ingeschreven. Bij elke betaling wordt aan de betrokken werkman een loonstrook overhandigd. § 4. De werkgever zal het totaal bedrag van de dagvergoeding betalen.

Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het huiden en lederbedrijf en vervangingsproducten" zal, in functie van de beschikbare financiële middelen, 3,5 EUR per dag terugbetalen. In het geval er geen financiële financiële middelen meer beschikbaar zouden zijn, zullen de werkgever(s) het totaal bedrag van de dagvergoeding ten laste nemen.

II.2. Interprofessionele regeling

Art. 6.De werknemers hebben ten laste van de werkgever recht op een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, in geval van toepassing van het artikel 49, 50 of 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten.

Art. 7.Onverminderd gunstigere overeenkomsten op sectoraal of bedrijfsvlak, wordt dit supplement bepaald op 2 EUR per dag waarop hij of zij niet gewerkt heeft.

Deze 2 EUR per dag is niet cumuleerbaar met hogere, reeds bestaande supplementen, besloten in een overeenkomst op sectoraal niveau, zoals onder meer de hierboven onder II.1. bepaalde vergoeding, of op bedrijfsniveau. HOOFDSTUK III. - Werkzekerheid

Art. 8.§ 1. De werkgevers verbinden zich ertoe : - niet over te gaan tot sluiting van ondernemingen, tenzij na uitputting van alle andere middelen; - niet over te gaan tot collectieve ontslagen van personeelsleden om conjuncturele redenen, tenzij na uitputting van alle andere middelen; - ingeval deze maatregelen niet kunnen worden vermeden, te waken over het naleven van de wettelijke en bedongen verplichtingen op nationaal niveau en op het niveau van de sector. § 2. Indien bedrijven in moeilijke economische omstandigheden verkeren en dienen over te gaan tot afdankingen, dient hiervan mededeling te worden gedaan aan de ondernemingsraad, bij ontstentenis hiervan aan de syndicale delegatie.

Overleg dient op het vlak van de onderneming gepleegd te worden inzake aanpassings- en/of begeleidingsmaatregelen (sociaal plan); indien het ondernemingsoverleg hieromtrent mislukt, dient de meest gerede partij de zaak aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het bevoegde paritair comité.

Dit geldt niet voor individuele gevallen.

Art. 9.Voor de ondernemingen actief in de schoeiselindustrie en voor de ondernemingen van de handschoennijverheid geldt dat wanneer het voor de werkgever niet mogelijk is een werknemer in zijn/haar oorspronkelijke groep tewerk te stellen, hij hem/haar een overplaatsing naar een andere groep mag voorstellen met behoud van zijn/haar loon gedurende zes maanden, waarna enkel het bedongen loon van de nieuwe functie is verschuldigd. Ingeval dergelijke overplaatsing wordt geweigerd, mag de betrokken werknemer worden ontslagen met inachtneming van enkel de wettelijke opzeggingstermijn. HOOFDSTUK IV. - Afwijkingen op ondernemingsvlak

Art. 10.Ondernemingen kunnen afwijken van deze sectorale afspraken indien er op ondernemingsvlak een voor de werknemers gunstigere regeling wordt afgesproken. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 juli 2019 en wordt afgesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2017 (142998/CO/128 - koninklijk besluit van 1 juli 2018 - Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2018).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^