Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 mei 2000
gepubliceerd op 08 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de invoering van educatief verlof in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012369
pub.
08/09/2000
prom.
07/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/07/2000012369/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de invoering van educatief verlof in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Pariair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998, gesloten in het Pariair Comité voor het vervoer, betreffende de invoering van educatief verlof in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998 Invoering van educatief verlof in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 1999 onder het nummer 49948/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, alsook op hun werklieden. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : * « verhuizingen » : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, onder meer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz.... met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; * « meubelbewaring » : de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; * « aanverwante activiteiten » : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer van meubelen om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, electrische huishoudapparaten, archieven, enz.... * « voertuigen speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen » : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnenin voorzien van vastsnoeringsmateriaal van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz.... § 3. Onder werklieden wordt bedoeld de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Betaald educatief verlof

Art. 2.Werknemers kunnen beroep doen op educatief verlof voor opleidingen zoals omschreven in de sociale herstelwet van 22 januari 1985 art. 109 en de sectoropleiding binnen het bedrijf bestaande uit 8 formules waarvan het programma vastgesteld is door het Sociaal Fonds en als volgt omschreven : Module 1 : Opfrissing : 2 uren 1. Gebruik van aangepast verpakkingsmateriaal;2. Milieu bewust zijn. Module 2 : 8 uren 1. Inpak van breekbare voorwerpen.2. Inpak van boeken.3. Inpak van andere voorwerpen.4. Markeren van dozen. Module 3 : Afbreken en opbouwen : 4 uren Module 4 : Lokale verhuis : 8 uren Module 5 : Internationale verhuis : 8 uren Module 6 : Opstellen van paklijsten.

Inspectie van verhuisunit voor de lading.

Vastzetten van de lading.

Afsluiten van verhuisunit na lading (kisten, container, vrachtwagen).

Module 7 : Ladderlift : 8 uren Module 8 : Algemeenheden : 2 uren

Art. 3.Om hun respectievelijke rechten op betaald educatief verlof aan te tonen, moeten de werknemers aan hun werkgever een bewijskrachtige document overhandigen die het hoofd van de onderwijs- of opleidingsinrichting hun moet uitreiken, met name : een getuigschrift waaruit de regelmatige inschrijving blijkft en waarin de vorming(en) waarvoor de werknemers is ingeschreven, het aantal uren vorming en het tijdschema vermeld worden.

Art. 4.De werknemers verwittigen onmiddellijk hun werkgever wanneer zij de aan gang zijnde cursus niet meer volgen of onderbreken.

Art. 5.Het betaald educatief verlof wordt in de onderneming door de ondernemingsraad vastgesteld of, bij ontstentenis ervan, in gemeen overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging of bij gebrek hiervan tussen de werkgever en de werknemer.

Bij deze vaststelling wordt er zowel rekening gehouden met de vereisten van de arbeidsorganisatie in de onderneming, als met de belangen en de eigen toestand van elke werknemer. Dit betaald educatief verlof wordt vastgesteld bij toepassing en in het kader van artikel 113 van de wet van 22 januari 1985.

De ondernemingshoofden verbinden er zich evenwel toe alles in het werk te stellen om het de werknemers mogelijk te maken zich in te schrijven voor de in deze wet voorziene cursussen. Indien men het hierover niet eens kan worden op het niveau van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging, kunnen de vakorganisaties een beroep doen op het beperkt comité bevoegd voor de subsector en opgericht in de schoot van het Paritair Comité voor het vervoer.

Art. 6.De vereisten inzake de arbeidsorganisatie en de noodzaak om het werk degelijk te organiseren, rekening houdend met het aantal afwezigheden en met de duur ervan voor de toekenning van kredieturen, impliceren dat de rechthebbende werknemers de werkgever ten minste 15 dagen op voorhand moeten verwittigen, behalve in geval van overmacht. HOOFDSTUK III. - Duur van de collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 7.Deze collectieve arbeidsoverenkomst treedt in werking op 1 januari 1998 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der ondertekenende partijen, door een aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, mits inachtname van een opzeggingstermijn van minimum zes maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^