Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 mei 2010
gepubliceerd op 27 juli 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april en 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord voor de jaren 2009-2010

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010202419
pub.
27/07/2010
prom.
07/05/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april en 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord voor de jaren 2009-2010 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april en 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord voor de jaren 2009-2010.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april en 2 juni 2009 Protocolakkoord voor de jaren 2009-2010 (Overeenkomst geregistreerd op 7 oktober 2009 onder het nummer 94791/CO/102.09)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers, werklieden en werksters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk.

Art. 2.Context Deze huidige overeenkomst is gesloten in het kader en in uitvoering van het uitzonderlijk interprofessioneel akkoord voor 2009-2010 met het oog op een rechtvaardig evenwicht tussen concurrentievermogen, tewerkstelling en koopkracht.

Art. 3.Koopkracht a) Verhoging van de maaltijdcheques Vanaf 1 juni 2009, wordt de tegemoetkoming van de werkgever in de kosten van de maaltijdcheques met 1 EUR verhoogd, zonder wijziging van de bijdrage van de werknemers. Vanaf dezelfe datum, wordt het minimumbedrag van de nominale waarde van de maaltijdcheque, dat thans 4,09 EUR bedraagt, verhoogd tot 5,09 EUR. De tegenmoetkoming van de werkgever in de prijs van de maaltijdcheque bedraagt 4,00 EUR. b) Invoeging van een anciënniteitspremie Een anciënniteitspremie wordt jaarlijks toegekend aan de werklieden die tenminste 10 jaar volledige anciënniteit hebben. Zij wordt samen met de eindejaarspremie toegekend, en, voor de eerste keer in 2010.

Het bedrag van de premie wordt vastgesteld in functie van het aantal anciënniteitsjaren op het ogenblik van de toekenning van de premie.

Zij is gelijk aan : - éénmaal het A-loon vanaf 10 jaar volledige anciënniteit; - tweemaal het A-loon vanaf 15 jaar volledige anciënniteit; - driemaal het A-loon vanaf 20 jaar volledige anciënniteit; - viermaal het A-loon vanaf 25 jaar volledige anciënniteit; - vijfmaal het A-loon vanaf 30 jaar volledige anciënniteit; - zevenmaal het A-loon vanaf 35 jaar volledige anciënniteit.

De anciënniteitspremie zoals hierboven vastgesteld geldt niet voor de ondernemingen die reeds tenminste gelijkwaardig stelsel hebben voor het valoriseren van de anciënniteit of de beroepservaring, ongeacht de modaliteiten ervan. c) Afschaffing van het degressief percentage voor de werknemers jonger dan 20 jaar Vanaf 1 januari 2009, wordt de afnemende loonschaal van toepassing op de werknemers jonger dan 20 jaar zijn, opgeheven en vervangen door een loon voor studenten en een loon voor werknemer in vorming. Het loon van toepassing voor de werknemer met studentenovereenkomst is vastgesteld op 90 pct. van de sectorale loonschaal (G-loon).

Het loon van toepassing voor de werknemer in opleiding, wordt, voor de ganse duur van de opleiding, vastgesteld op 90 pct. van de loonschaal van de beroepscategorie waarin de werknemer na zijn opleiding zal worden gerangschikt, zonder afbreuk te doen aan de toekenning van een hoger loon dat eventueel al was verworven. d) Rekening houdend met de uitzonderlijk karakter van het IPA 2009-2010 van 22 december 2008 betreffende de koopkracht, worden de sectorale bepalingen betreffende de koppeling van de lonen aan de gezondheidsindex zijn toegepast, zonder beperking, en het mechanisme bepaald in de overeenkomst van 31 maart 1999 wordt geschorst en dit voor de jaren 2009-2010.

Art. 4.Bestaanszekerheid Het sectoraal minimumbedrag van de aanvullende uitkering voor tijdelijke werkloosheid om economische redenen, toegekend gedurende een maximumperiode van 90 dagen per kalenderjaar, dat thans 6,45 EUR per dag bedraagt, wordt vanaf 1 juni 2009 verhoogd tot 7,45 EUR per dag.

Art. 5.Vorming a) De bijdrage van de 0,10 pct.voor de risicogroepen zal, voor de jaren 2009 en 2010, geïnd worden door het paritair vormingsfonds voor de werklieden van de sector kalksteen-kalkovens; b) De initiatieven van het paritair vormingsfonds zullen, voor de duur van de huidige overeenkomst, voortgezet worden, meer bepaald het onderzoek van de opleidingen die noodzakelijk zijn voor het bestendigen van de beroepen die in de sector bestaan;c) Bij de voorstelling van het jaarlijks vormingsplan zal specifieke informaties betreffende de vorming van de arbeiders zullen verstrekt worden aan de ondernemingsraad of, bij gebrek hieraan, aan de vakbondsafvaardiging, ter gelegenheid van de jaarlijkse voorstelling van het vormingsplan;d) In uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten en van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 zal het percentage van de totale jaarlijkse loonmassa van de ondernemingen van de sector dat wordt besteed aan de beroepsopleiding verhoogd worden met 0,1 pct.in 2009 en 0,1 pct. in 2010.

Deze stijging is onder andere het gevolg van volgende initiatieven : - het industrieel leerlingwezen en/of het alternerend leren; - de vormingsinitiatieven van het paritair vormingsfonds, onder andere ten gunste van risicogroepen; - de vormingen die door de ondernemingen van de sector worden georganiseerd.

Men verstaat door : "beroepsvorming" alle vormingen die de kwalificatie van de werknemer verbeteren en hierbij voldoen aan de behoefte van een onderneming in het bijzonder of van ondernemingen van de sector, de vorming ter plaatse inbegrepen.

Een evaluatie zal door FEDIEX worden uitgevoerd, volgens de wettelijke modaliteiten en zal voorgesteld worden aan het paritair vormingsfonds tijdens de 2e trimester 2010 en de 2e trimester 2011.

Art. 6.Risicogroepen Aan de werkgevers wordt aanbevolen om aandachtig de mogelijkheden te onderzoeken om de arbeiders van wie, als gevolg van een arbeidsongeval, de lichamelijke of geestelijke mogelijkheden beperkt zijn, aan het werk te houden.

Art. 7.Absenteïsme De partijen zullen op paritaire wijze het probleem van het absenteïsme in de sector onderzoeken en nagaan welke acties moeten worden ondernomen of ontwikkeld om de toestand te verbeteren.

Art. 8.Brugpensioen 1) Leeftijd voor voltijds brugpensioen Het voltijds brugpensioenstelsel voor werknemers van 58 jaar en ouder wordt verlengd tot 30 juni 2011.Dit stelsel is toepasselijk voor de werknemers die op het einde van hun arbeidsovereenkomst tenminste 35 of 30 jaar beroepsloopbaan tot 31 december 2009 kunnen bewijzen als loontrekkend werknemer, en vanaf 1 januari 2010, 37 of 33 jaar beroepsloopbaan, naargelang het om een man of een vrouw gaat.

Het voltijds brugpensioenstel voor werknemers van 56 jaar en ouder die op het einde van hun arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsloopbaan kunnen bewijzen als loontrekkend werknemer, waarvan 20 jaar in een ploegenstelsel met nachtprestaties, zoals bepaald in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad van 23 maart 1990, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, wordt verlengd tot 31 december 2010.

Het voltijds brugpensioenstelsel voor werknemers van 56 jaar en ouder en die op het einde van hun arbeidsovereenkomst 40 jaar beroepsloopbaan kunnen bewijzen als loontrekkend werknemer, wordt verlengd tot 31 december 2010.

De hierboven omschreven brugpensioenstelsels zijn onderworpen aan de geldende reglementering inzake conventioneel brugpensioen en worden toegepast binnen het kader en de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden die door deze reglementering worden vastgesteld. 2) Leeftijd voor halftijds brugpensioen Het halftijds brugpensioenstelsel voor werknemers van 55 jaar en ouder die 25 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende kunnen bewijzen tijdens de periode die gedekt is door deze overeenkomst, wordt verlengd tot 31 december 2010. Dit brugpensioenstel is onderworpen aan de geldende reglementering inzake halftijds conventioneel brugpensioen en wordt toegepast binnen het kader en de leeftijdsvoorwaarden die door deze reglementering wordt vastgesteld.

Art. 9.Reiskosten Overeenkomstig het akkoord gesloten op 30 april 2009 in het paritair comité, wordt de terugbetaling van de reiskosten woonplaats-arbeidsplaats gemaakt met privevervoer, vanaf 1 februari 2009 berekend volgens een sectorale loonschaal (zie bijlage), die op 1 februari 2009 overeenstemt met de bijlage (artikel 11) bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009.

Deze loonschaal wordt geïndexeerd op 1 februari van ieder jaar, vanaf 1 februari 2010, in functie van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex.

Art. 10.Sociale vrede De arbeidsvrede wordt gewaarborgd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, te weten tot 31 december 2010.

Art. 11.Verlenging van de basisovereenkomst De bepalingen met bepaalde duur van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2007 betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters voor de jaren 2007-2008 (82969/CO/102.09 - koninklijk besluit van 19 februari 2008 - Belgisch Staatsblad van 19 april 2008) worden, rekening houdend met de aanpassingen die voortvloeien uit dit akkoord, verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2010, met uitzondering van artikel 37.1, alinea 1 dat wordt verlengd tot 30 juni 2011.

Art. 12.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de duur van twee jaar, van 1 januari 2009 tot 31 december 2010, met uitzondering van artikel 8, 1), 1 lid dat van toepassing is tot 30 juni 2011.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^