Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 april 2002
gepubliceerd op 04 juni 2002

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022266
pub.
04/06/2002
prom.
08/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/08/2002022266/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit waarvan wij de eer hebben aan uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft als het hoofddoel een aantal bepalingen uit te voeren van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, dat in de sociale zekerheid het concept van bestuursovereenkomsten invoert.

Sinds de jaren '80 is de responsabilisering van de actoren van de sociale zekerheid een belangrijke politieke bekommernis. Het gaat om het bewaren van de verworvenheden van de sociale zekerheid, terwijl een duurzame financiering verzekerd blijft. Een nieuwe stap zal gezet worden in 2002 met de inwerkingtreding van de eerste bestuursovereenkomsten, gesloten tussen de Belgische Staat en de sociale parastatalen. De doelstelling is de sociale zekerheid uit te rusten met een nieuw werkkader, dat dankzij een responsabilisering van het administratief beheer zal toelaten de efficiency van de aangeboden diensten te verhogen.

Algemene beginselen van de bestuursovereenkomsten In het verslag aan de Koning van het voornoemde besluit van 3 april 1997 wordt een bestuursovereenkomst bepaald als zijnde « een contract tussen het orgaan dat delegeert (de Staat) en het orgaan dat de taak uitvoert (de instelling van sociale zekerheid : het beheerscomité en de persoon belast met het dagelijks bestuur), waarbij deze laatste een bepaalde output (d.i. dienstverlening) moet leveren en daartoe over voldoende ruimte beschikt in de inrichting van de interne organisatie en in de aanwending van het hem toegemeten budget ». Er wordt ook gepreciseerd dat « de bestuursovereenkomsten met instellingen van sociale zekerheid enkel betrekking hebben op het beheer van de instellingen en niet op de inhoud van de sociale programma's. De algemene veranderingen t.o.v. de vroegere bestuurlijke situatie behelzen hierbij : - uitdrukkelijk omschrijven van producten en diensten (output); - daaraan gekoppeld toekennen van middelen (input); - toekennen van grotere bevoegdheden inzake het gebruik van middelen; - afspraken over bewaking van voortgang en verantwoording; - één en ander vastgelegd in expliciete contracten.

De belangrijkste voordelen van dit soort overeenkomst zijn : een efficiëntere bedrijfsvoering door de instelling, een grotere mate van kostenbewustheid, met als gevolg besparingen, een betere arbeidsvoldoening en snellere besluitvormingsprocedures ».

De politieke overheid blijft dus bevoegd voor het bepalen van het sociaal beleid, met eerbiediging van de overlegprocedures met de sociale partners en om opdrachten toe te kennen aan de parastatale instellingen. Zodra deze opdrachten bepaald zijn, zullen deze instellingen verantwoordelijk worden gehouden voor hun uitvoering en de graad van doeltreffendheid van deze uitvoering in het kader van de bestuursautonomie die hen zal worden toegekend. Het doel van de bestuursovereenkomsten is de openbare instellingen van sociale zekerheid te responsabiliseren inzake administratieve efficiëntie.

De relatie van toezicht die heden bestaat tussen een Minister en een instelling zal worden vervangen door een contractuele relatie die ieders verplichtingen bepaalt. Dit betekent concreet dat de bestuursovereenkomst de opdrachten van de instelling bepaalt, de doelstellingen inzake administratieve efficiëntie vaststelt, evenals een beheersbegroting die haar in staat moet stellen deze doelstellingen te bereiken. Bovendien zorgt een nieuw wettelijk en reglementair kader ervoor dat de instelling over een grotere autonomie beschikt inzake begroting en personeel.

De bestuursovereenkomst regelt de volgende aangelegenheden (artikel 5, § 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1997) : « 1° de taken die de instelling op zich neemt ter vervulling van de opdrachten die haar door of krachtens de wet, of bij Regeringsbeslissing zijn toevertrouwd; 2° de gekwantificeerde doelstellingen inzake efficiëntie en kwaliteit met betrekking tot deze taken;3° in de mate dat de instellingen rechtstreeks contact hebben met het publiek, de gedragsregels ten aanzien van het publiek;4° de methodes voor het meten en het opvolgen van de mate waarin de doelstellingen en gedragsregels worden nageleefd;5° de berekeningswijze en de vaststelling van de beheerskredieten die voor de uitvoering van deze taken ter beschikking worden gesteld;6° de berekeningswijze en de vaststelling van het maximaal bedrag aan personeelskredieten dat betrekking heeft op statutaire ambtenaren;7° binnen het kader bepaald door de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit, de positieve sancties voor de instelling bij naleving van de verbintenissen uit de bestuursovereenkomst;8° binnen het kader bepaald door de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit, de oplossende maatregelen of sancties bij niet-naleving door één der partijen van haar verbintenissen uit hoofde van de bestuursovereenkomst. § 2, 7° en 8° treden in werking op een door de Koning te bepalen datum. » De eerste bestuursovereenkomsten zullen voor een duur van drie jaar worden afgesloten.

De graad van verwezenlijking van de doelstellingen zal worden bepaald op basis van indicatoren die periodiek zullen gemeten worden en die opgenomen zullen worden in dashboards. Hiernaast zullen de openbare instellingen van sociale zekerheid een bestuursplan opmaken waarin de wijze wordt uiteengezet waarop de toegekende taken zullen worden uitgevoerd met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen die zijn bepaald in de bestuursovereenkomst.

De begroting van de openbare instellingen van sociale zekerheid die een overeenkomst hebben afgesloten zal bestaan uit twee delen : - een opdrachtenbegroting, die de ontvangsten en de uitgaven bevat betreffende de wettelijke opdrachten van de instelling; - een beheersbegroting, die de ontvangsten en de uitgaven bevat betreffende het beheer van de instelling.

In de beheersbegroting wordt een onderscheid gemaakt tussen : - de personeelsuitgaven; - de werkingsuitgaven; - de investeringsuitgaven.

De beheersbegroting kan slechts limitatieve kredieten bevatten, met uitzondering van de kredieten betreffende belastingen, verschuldigde bijdragen krachtens fiscale bepalingen of uitgaven ingevolge gerechtelijke procedures of beslissingen. Het beheersorgaan kan echter beslissen kredieten in de beheersbegroting van eenzelfde boekjaar over te dragen mits het gunstig advies van de regeringscommissaris die de Minister van Begroting vertegenwoordigt. De kredieten die voorzien zijn voor de investeringsuitgaven of voor de met het investeringsprogramma verbonden werkingsuitgaven, die niet tijdens het begrotingsjaar zullen opgebruikt zijn, zullen opnieuw worden ingeschreven in de beheersbegroting van het volgende begrotingsjaar, voorzover dit nodig is voor de uitvoering van het investeringsprogramma. De opdrachtenbegroting, daarentegen, zal niet-limitatieve kredieten mogen bevatten.

Inzake personeel zal het beheersorgaan zelfstandig het organieke kader mogen vaststellen. Hierin zal het geheel worden beschreven van de betrekkingen die bekleed worden of bekleed kunnen worden door het statutair of het contractueel personeel. Een verhouding zal worden vastgesteld tussen het organieke kader en het functionele organigram van de instelling, wat zodoende de basis vormt voor een echt beleid inzake personeel.

De controle zal zoals voorheen worden uitgeoefend door middel van twee regeringscommissarissen : een die de toezichthoudende Minister vertegenwoordigt en een ander die de Minister van Begroting vertegenwoordigt. De rol van deze commissarissen is echter belangrijker geworden : « De commissarissen moeten voornamelijk gezien worden als de vertegenwoordigers van een andere partij in een contractuele relatie, waarbij beide partijen gezamenlijk streven naar het bereiken van de vooropgestelde doelstellingen op de meest efficiënte manier. Dit impliceert een grotere betrokkenheid van de regeringscommissarissen bij de werking van de instelling en het opnemen, door deze laatsten, van een aantal verantwoordelijkheden inzake het tijdig aangeven van risico's tot niet-naleving van de bestuursovereenkomst » (commentaar bij de artikelen van het K.B. van 3 april 1997). Jaarlijks zal er een overleg moeten plaatsvinden tussen de regeringscommissarissen, het beheersorgaan en de administrateur-generaal van de instelling, ten einde de goede uitvoering van de bestuursovereenkomst te evalueren.

De bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid Een bilaterale vergadering werd met de K.S.Z. op 8 november 2001 gehouden. Behalve een afvaardiging van de instelling, waren vertegenwoordigers van de verschillende betrokken Kabinetten, vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën en van het Ministerie van Sociale Zaken, een vertegenwoordiger van de Regeringscommissaris voor de sociale zekerheid en de Regeringscommissarissen en/of afgevaardigden van het Ministerie van Financiën bij de instelling waren op deze vergadering aanwezig. Voor de overeenkomst werd nagegaan of ze in overeenstemming was met de wettelijke bepalingen, inzonderheid artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met het economisch, sociaal en financieel beleid van de Staat, met het Handvest van de sociaal verzekerde en met de administratieve vereenvoudiging.

Ingevolge de beslissingen van de Ministerraad van 7/12/2001 werd de overeenkomst aangepast wat betreft de gemeenschappelijke bepalingen inzake de verbintenissen van de Staat en de wijze van berekening van de beheerskredieten.

De beheerskredieten hebben geen voorwerp uitgemaakt van een aanpassing, met dien verstande dat : - de kost van de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst « Maatschappij voor mechanografie voor de toepassing van de sociale wetten - Société de mécanographie pour l'application des lois sociales » (de zgn. « Smals-MvM ») gecompenseerd wordt binnen de toegekende kredieten « Smal-MvM »; - de kost van de sociale programmatie, voorgesteld door de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, gecompenseerd wordt binnen de goedgekeurde personeelskredieten.

Voor de genormeerde kosten (personeelskosten, werkingskosten en investeringen uitgezonderd informatica), is de toegestane verhoging in 2003 en 2004 in principe de gezondheidsindex en de door de Regering weerhouden verhoging in het kader van zijn stabiliteitsprogramma.

De Kruispuntbank van de sociale zekerheid bestaat 10 jaar. Bij haar oprichting kreeg ze de uitdagende opdracht mee om het gegevensbeheer en de gegevensuitwisseling in de sociale zekerheid te rationaliseren door een maximale inzet van de moderne informatie- en telecommunicatietechnieken. De sociaal verzekerden en de ondernemingen worden aldus maximaal ontlast van onnodige administratieve formaliteiten en de instellingen van sociale zekerheid kunnen een snelle, efficiënte en kwaliteitsvolle dienstverlening aan de uitkeringsgerechtigden waarborgen.

De Kruispuntbank van de sociale zekerheid vervult de hierna volgende opdrachten. Voor elk van deze opdrachten worden in de bestuursovereenkomst een aantal specifieke doelstellingen bepaald. 1. Het promoten van de elektronische uitwisselingen van sociale gegevens en het beheer ervan Dankzij het netwerk dat de instellingen van sociale zekerheid met elkaar verbindt, konden in 2000 meer dan 215 miljoen berichten worden uitgewisseld aan een gemiddelde kostprijs van 2 BEF per bericht.De tijd tussen het opvragen van de informatie en het verkrijgen van het antwoord bedraagt bij on line raadplegingen minder dan 4 seconden in 98% van de gevallen. Dit elektronisch gegevensverkeer vervangt ettelijke papieren formulieren die vroeger werden gebruikt en nu zijn afgeschaft.

In het raam van deze opdracht biedt de Kruispuntbank aan de gebruikers een maximale beschikbaarheid van haar informaticasysteem en van haar netwerkdiensten aan. Ze informeert de gebruikers over alle elementen die een invloed kunnen hebben op deze beschikbaarheid. Ze tracht de verwerkingstijd van de gegevens steeds te verbeteren. De nieuwe aanvragen tot aansluiting op het netwerk worden binnen de voorziene termijn uitgevoerd op voorwaarde dat de technische, organisatorische en veiligheidsvoorwaarden, zoals vereist door het netwerk, vervuld zijn.

De Kruispuntbank probeert niet alleen de dienstverlening aan de netwerkgebruikers en de kwaliteit ervan te verhogen maar ze wil ook duidelijk de drijvende kracht zijn van de integratie in de sociale zekerheid van de nieuwe informatiediensten die door de federale overheid worden gepromoot in het kader van haar e-government beleid.

De doelstellingen die in de bestuursovereenkomst werden vastgelegd, hebben betrekking op : - de beschikbaarheid van het informaticasysteem en van de netwerkdiensten, - de verwerkingstijd van de berichten die via de Kruispuntbank worden uitgewisseld, - de voorwaarden en de tijd die nodig is voor de integratie van nieuwe instellingen in het netwerk, - de invoering van nieuwe diensten aangeboden door het netwerk : nieuwe berichten, extranet van de sociale zekerheid, integratie van de Kruispuntbank Ondernemingen, integratie van de federale MAN, van de federale Messaging Engine en portaal, - de bepaling van kwaliteitsnormen voor de ontwikkeling van de netwerkdiensten. 2. Het promoten van de veiligheid bij de verwerking van sociale gegevens Tijdens de gegevensuitwisselingen zijn de voorwaarden voor een maximale beveiliging van de gegevens en de bescherming van het privé-leven van de sociaal verzekerden steeds vervuld.Er werden een aantal structurele, organisatorische, juridische en technische maatregelen geïmplementeerd om elk onrechtmatig gebruik van het netwerk te voorkomen. Een onafhankelijk Toezichtscomité, dat door het Parlement wordt benoemd, waakt over de naleving van deze maatregelen.

Derhalve verdubbelt de Kruispuntbank de kritische elementen van haar informaticasysteem en verdeelt ze deze elementen over van elkaar afgelegen sites. Op die manier wordt de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd ingeval van onbeschikbaarheid van één of meerdere kritische elementen; de Kruispuntbank beschikt over een organisatorisch en technisch continuïteitsplan dat regelmatig wordt getest met de gebruikers, ze bevordert het gebruik van erkende technieken van authentificatie en digitale handtekening, ze houdt systematisch alle sporen van het gebruik van netwerkdiensten bij.

De Kruispuntbank speelt een actieve rol inzake het promoten van de veiligheid bij haar netwerkleden en brengt verslag uit aan het Toezichtscomité omtrent de naleving van de minimale veiligheidsnormen.

De doelstellingen die in de bestuursovereenkomst werden vastgelegd, hebben betrekking op : - de beschikbaarheid van het informaticasysteem, - de toegang tot de netwerkdiensten (toegangsprofiel, boordtabel, preventieve controle, PKI), - het gebruik van de netwerkdiensten (rechtmatig gebruik, loggings), - het bevorderen van de veiligheidscultuur. 3. De coördinatie van de aanmaak, het gebruik en het beheer van de SIS-kaarten en de registratie van de terminals voor het elektronisch uitlezen van de SIS-kaart De SIS-kaart waarborgt de unieke identificatie van iedere sociaal verzekerde telkens hij in contact treedt met de sociale zekerheid. Deze identificatie bewijst de verzekerbaarheid van de sociaal verzekerde en is een vereiste om de instellingen en de zorgverleners te kunnen ontlasten van talrijke handmatige bewerkingen zoals het opnieuw invoeren van ongeveer 100 miljoen kleefbriefjes per jaar.

De doelstellingen die in de bestuursovereenkomst werden vastgelegd, hebben betrekking op : - het bevorderen van het optimaal gebruik van de SIS-kaart, - het onderzoek naar de haalbaarheid en de coördinatie, binnen een overeen te komen termijn, van de invoering van nieuwe toepassingen met betrekking tot de individuele kaarten en de beroepskaarten, - de coördinatie van de vernieuwing van de kaarten na afloop van de geldigheidsduur ervan waarbij de compatibiliteit ervan met de toekomstige elektronische identiteitskaart niet uit het oog mag worden verloren, voor een nog verdergaande vereenvoudiging van de betrekkingen tussen de burger en de overheid of de sociale zekerheid, - de interoperabiliteit van de leesapparatuur van de SIS-kaart. 4. Het beheer van een verwijzingsrepertorium De Kruispuntbank houdt geen inhoudelijke gegevens bij met betrekking tot de sociaal verzekerden en de werkgevers.In het centrum van een stervormig netwerk organiseert, routeert en controleert ze het gegevensverkeer; ze regelt de toegangsmachtigingen tot de gegevens via tabellen die worden ondergebracht in een verwijzingsrepertorium. Het gaat hoofdzakelijk om het personenrepertorium, dat aangeeft welke socialezekerheidsinstellingen informatie bezitten over die personen, en de toegangsmachtigingstabel van de gegevens die in de verschillende socialezekerheidsinstellingen beschikbaar zijn.

De doelstellingen die in de bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank werden vastgelegd, hebben betrekking op de terbeschikkingstelling van de socialezekerheidsinstellingen van de nodige diensten voor het on line of in uitgesteld relais bijwerken van het personenrepertorium met betrekking tot de personen waarover zij een dossier beheren. De Kruispuntbank moet ook zorgen voor de overeenstemming van de toegangsmachtigingstabel met de machtigingen verleend door het Toezichtscomité. Deze activiteiten worden driemaandelijks opgevolgd en gecontroleerd door het aanmaken van boordtabellen met betrekking tot de inhoud, de evolutie en de volledigheidsgraad van het personenrepertorium. Indien nodig neemt de Kruispuntbank ten opzichte van de socialezekerheidsinstellingen initiatieven om de kwaliteit en de volledigheid van het personenrepertorium te verbeteren. 5. Het beheer van de Kruispuntbankregisters (Bisregister en register der geschrapten) In het Rijksregister worden niet alle natuurlijke personen geïdentificeerd die onder de toepassing van de Belgische sociale zekerheid vallen.Om die reden voorziet de wet in de oprichting op de Kruispuntbank van een gegevensbank die het Rijksregister aanvult, genaamd de « Kruispuntbankregisters ». Deze registers bevatten de identificatiegegevens die door de socialezekerheidsinstellingen ingezameld worden; het gaat om dezelfde gegevens als de gegevens opgenomen in het Rijksregister met uitzondering van het beroep en de gezinssamenstelling.

Om deze opdracht te vervullen biedt de Kruispuntbank aan de instellingen en de verzekeringsinstellingen de diensten aan die nodig zijn voor het verwerken van de voorstellen inzake continue bijwerking van de verschillende registers; ze controleert de kwaliteit van de gegevens en de naleving van de specifieke verwerkingstermijnen voor de wijzigingen en neemt, indien nodig, initiatieven om dit te promoten.

Ze coördineert samen met het Rijksregister de verbeteringsaanvragen afkomstig van de instellingen en neemt eventueel ten opzichte van deze laatste de nodige initiatieven om dit binnen de overeengekomen termijnen te realiseren. 6. De terbeschikkingstelling van anonieme informatie en van steekproeven nuttig voor het beheer en de kennis van de sociale zekerheid De Kruispuntbank zamelt bij de instellingen van sociale zekerheid gegevens in die nuttig zijn voor het beheer, de conceptie en de kennis van de sociale zekerheid;ze mag deze gegevens ook gebruiken voor het trekken van representatieve steekproeven voor onderzoeksdoeleinden op datzelfde vlak. Het gebruik van deze gegevens wordt gecontroleerd door het Toezichtscomité. Eens gebruikt worden de gegevens verwijderd.

Tot de doelstellingen van de Kruispuntbank voor de realisatie van deze opdracht horen de publicatie van een verplicht gegevensmodel voor het verkrijgen van de gevraagde informatie, het onderzoek binnen de twee maanden van de haalbaarheid van de volgens het model ingediende aanvraag, het opmaken van een planning tussen de betrokken partijen en de coördinatie van de activiteiten die nodig zijn voor de uitvoering van de aanvraag overeenkomstig de opgemaakte planning.

Daarenboven coördineert de Kruispuntbank de ontwikkeling van een datawarehouse ter ondersteuning van de aanmaak van anonieme informatie tussen de socialezekerheidsinstellingen. 7. Het verstrekken van informatie betreffende de organisatorische, technische, juridische en veiligheidsvoorschriften en betreffende de stand van zaken en de evolutie van het netwerk aan de (potentiële) gebruikers binnen en buiten het netwerk De organisatorische, technische en juridische informatie met betrekking tot een beveiligde werking van het netwerk van de Kruispuntbank en een beveiligd gebruik van de diensten ervan worden op een permanent bijgewerkte website ter beschikking gesteld van het publiek.Op pro-actieve wijze stelt de Kruispuntbank ook alle informatie ter beschikking die nuttig is op organisatorisch, technisch, juridisch en veiligheidsvlak, alsook alle opleidingen voor het gebruik van de bestaande netwerkdiensten en de ontwikkeling van nieuwe netwerken. Ze stelt in het bijzonder de instellingen van sociale zekerheid in kennis van de normen en standaarden die worden aanbevolen door de federale regering in het kader van het E-government. 8. De actieve deelname aan Belgische of buitenlandse overlegorganen belast met de informatie- en telecommunicatietechnieken en het informatiebeheer Het gaat hoofdzakelijk om de actieve deelname van de instelling aan de werkzaamheden van het Toezichtscomité, het Algemeen Coördinatiecomité en de Dienst voor administratieve vereenvoudiging en de verschillende instanties ervan;de instelling neemt ook deel aan de werkzaamheden van de overleg- en coördinatieorganen en aan de werkgroepen opgericht in het kader van het e-government.

De Kruispuntbank maakt ook deel uit van het Gebruikerscomité van het Rijksregister, de Hoge raad voor de statistiek, de Technische commissie voor de gegevensverwerking en de Administratieve commissie voor de sociale zekerheid van de migrerende werknemers en de VZW CIMIRe, die is belast met het bijhouden van de individuele pensioenrekeningen.

Ze brengt regelmatig verslag uit aan het Algemeen Coördinatiecomité over de werkzaamheden van de verschillende overlegorganen. 9. Het verrichten van studies en de beleidsondersteuning inzake het rationeel beheer van de informatie binnen de sociale zekerheid en de overheidsdiensten in het algemeen en de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten voor de sociaal verzekerden en de ondernemingen. De doelstellingen die in het kader van deze opdracht toegekend werden, zijn hoofdzakelijk de volgende : - het opvolgen van de ontwikkelingen op het vlak van de informatie- en telecommunicatietechnieken en op het vlak van het sociaal beleid; - het verrichten van studies op eigen initiatief of op het verzoek van instellingen van sociale zekerheid binnen het kader van haar bevoegdheidsdomeinen; - het verstrekken op eigen initiatief of op aanvraag van kwaliteitsvolle adviezen aan de beleidsverantwoordelijken, in voorkomend geval na overleg met de betrokken socialezekerheidsinstellingen binnen het Algemeen Coördinatiecomité; - het (helpen) opstellen van ontwerpen van reglementaire teksten.

Voor al deze punten verbindt de Kruispuntbank zich tot het naleven van de overeengekomen termijnen.

Beheer en controle van de doelstellingen De opdrachten en doelstellingen worden hierna globaal beschreven. Voor het dagelijks beheer ervan moet meer gedetailleerd te werk worden gegaan.

Alle werkzaamheden van de Kruispuntbank worden op dit ogenblik opgenomen in meer dan 150 activiteitsdomeinen. Deze domeinen worden in drie groepen opgesplitst : - de operationele basistaken die alle taken met betrekking tot het beheer, de exploitatie en de beveiliging van het informaticasysteem van de Kruispuntbank omvatten, - de projecten die betrekking hebben op de ontwikkeling van nieuwe toepassingen en het onderhoud van bestaande toepassingen van informaticatechnische of administratieve aard, - de supportopdrachten omvatten de taken met betrekking tot het algemeen bestuur van de instelling, de beheerinstrumenten, de documentatie en de communicatie.

Voor elk domein raamt de Kruispuntbank, op basis van een methode beschreven in de bijlagen van de bestuursovereenkomst, de middelen (personen en materiaal) die nodig zijn voor de uitvoering ervan. De (hoofdzakelijk informatica-)investeringen hebben over het algemeen betrekking op meerdere domeinen. De begroting wordt berekend op de aldus bepaalde behoeften, via de techniek van de analytische boekhouding.

De realisatiefases van de verschillende projecten worden jaarlijks gepland. De actieve projecten worden maandelijks opgevolgd aan de hand van een projectplanningtool. Dankzij een arbeidstijdimputatiesysteem kent men elke maand de tijd die aan ieder domein wordt besteed door de verschillende productiemiddelen (analist, jurist, vertaler,...) en hetgeen werd gerealiseerd.

De Kruispuntbank zamelt in een gegevensbank (ook genaamd datawarehouse) alle informatie in met betrekking tot de operationele basistaken en projecten; ze haalt er boordtabellen uit in functie van haar specifieke reporting- en informatiebehoeften met betrekking tot de realisatie van haar opdrachten.

Op dit ogenblik wordt er gewerkt aan een systeem om de realisatie van de doelstellingen van de bestuursovereenkomst te kunnen opvolgen. Het berust op drie principes : - de controle van de begroting en van de kosten die vooraf werden bepaald in de bestuursovereenkomst; - de controle van de productie; - de boordtabellen inzake personeel (kwalificatie, niveau, statuut, ziekte, disponibiliteit, enz).

De verbintenissen van de Staat, gemeenschappelijk aan alle bestuursovereenkomsten, houden in : - Het overleg van de Staat met de instellingen van sociale zekerheid naar aanleiding van wijzigingen van de wetgeving; - Het eerbiedigen van een thesaurieplan voor de storting van de subsidies en van de alternatieve financiering; - Het in rekening brengen, tijdens de evaluatie van de overeenkomst, van gebeurtenissen van overmacht of van politieke beslissingen die gevolgen zouden kunnen hebben op de verwezenlijking van de overeenkomst; - De verzekering van een doeltreffende samenwerking van de federale ministeries in de opdrachten waar een samenwerking met een instelling noodzakelijk is.

In het hoofdstuk dat handelt over de beheerskredieten, wordt er voor alle instellingen eenzelfde bedrag voorzien waarboven elke beslissing om een onroerend goed te verwerven, te bouwen, te renoveren of te vervreemden onderworpen wordt aan een voorafgaande machtiging. Er wordt eveneens een voorafgaande machtiging voorzien van de voogdijminister en van de minister van begroting voor de affectatie van de opbrengst van de verkoop van roerende of onroerende goederen.

Het besluit werd aangepast aan de bemerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies 32.851/1 van 7 februari 2002.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE ADVIES 32.850/1, 32.851/1, 32.852/1, 32.853/1, 32.854/1, 32.855/1, 32.856/1, 32.857/1, 32.872/1, VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 10 januari 2002 door de Minister van Sociale Zaken verzocht hem van advies te dienen over : 1° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van het Fonds voor Arbeidsongevallen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoeld Fonds bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.850/1), 2° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.851/1), 3° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.852/1), 4° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.853/1), 5° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor Pensioenen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.854/1), 6° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.855/1), 7° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.856/1), 8° een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Instituut bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.857/1), en op 11 januari 2002 door de Minister van Werkgelegenheid verzocht haar van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (32.872/1), heeft op 7 februari 2002 het volgende advies gegeven : STREKKING VAN DE ONTWERPEN De om advies voorgelegde ontwerpen van koninklijk besluit strekken tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomsten die zijn gesloten tussen de Belgische Staat en negen openbare instellingen van sociale zekerheid (artikel 1 van de ontwerpen). Tevens bevatten de ontwerpen een aantal wijzigingen van wetstechnische aard, die het gevolg zijn van de met de bestuursovereenkomsten samenhangende omvorming van de betrokken instellingen van openbaar nut tot openbare instellingen van sociale zekerheid.

De ontworpen wijzigingen zijn parallel in de negen om advies voorgelegde ontwerpbesluiten. Zo wordt de vermelding van de betrokken instelling telkens ingeschreven in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (artikel 2).

Samenhangend daarmee wordt de vermelding van de betrokken instellingen geschrapt in artikel 1, D, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut (artikel 3).

De wijziging van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken strekt ertoe de betrokken instellingen over te hevelen van de lijst van instellingen van openbaar nut, vermeld in artikel 1, § 1, tweede lid, 2°, van die wet naar de lijst van openbare instellingen van sociale zekerheid, bedoeld in artikel 1, § 1, tweede lid, 3°, van dezelfde wet (artikel 4).

Voorts wordt de vermelding van de ambtenaren van de onderscheiden instellingen geschrapt in artikel 1, § 1, I of II, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut (artikel 5).

De ontworpen wijzigingen hebben uitwerking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de betrokken bestuursovereenkomsten, zijnde 1 januari 2002 (artikel 6).

ONTVANKELIJKHEID VAN DE ADVIESAANVRAGEN Artikel 5, § 4, van het reeds genoemde koninklijk besluit van 3 april 1997 bepaalt dat « de bestuursovereenkomst (...) geen akte of reglement (is) bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 » en dat « alle clausules in de bestuursovereenkomst worden geacht contractueel te zijn ».

De onderscheiden bestuursovereenkomsten bevestigen hetzij in een considerans van hun aanhef, hetzij in een algemene bepaling, dat ermee geen afbreuk kan worden gedaan aan wettelijke en verordenende teksten, zoals aan onder meer de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

Uit wat voorafgaat volgt dat, indien in een goed te keuren bestuursovereenkomst desondanks bepalingen zouden voorkomen die bij een eerste lezing een normatieve draagwijdte lijken te hebben, die bepalingen niet als zodanig mogen worden gelezen omdat zulks niet verenigbaar is met de aard van de bestuursovereenkomst, zoals deze uitdrukkelijk is bevestigd in het koninklijk besluit van 3 april 1997 en in de bestuursovereenkomst zelf. In overeenstemming hiermee zullen dergelijke bepalingen van de bestuursovereenkomst uiteraard niet kunnen afwijken van de bestaande wetten en besluiten.

Ermee rekening houdend dat de betrokken bestuursovereenkomsten geen normatieve draagwijdte kunnen hebben, vallen deze niet te beschouwen als zijnde van reglementaire aard en zijn de ontwerpen van koninklijk besluit die tot goedkeuring van dergelijke overeenkomsten strekken geen ontwerpen van « reglementair besluit » in de zin van artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

De Raad van State, afdeling wetgeving, kan derhalve geen advies verlenen over de ontwerpen van koninklijk besluit in zoverre deze ertoe strekken de desbetreffende bestuursovereenkomst goed te keuren.

Dat houdt in dat de Raad zich van een onderzoek van artikel 1 van de onderscheiden ontwerpbesluiten en van de tekst van de in bijlage gevoegde bestuursovereenkomsten zal onthouden. De hiernavolgende opmerkingen hebben derhalve uitsluitend betrekking op de artikelen 2 tot 7 van de om advies voorgelegde ontwerpbesluiten.

RECHTSGROND VAN DE ONTWERPEN De artikelen 2 van de om advies voorgelegde ontwerpbesluiten beogen uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 3, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997. Die bepaling draagt de Koning op om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het betrokken organisme met ingang van de datum van inwerkingtreding van zijn eerste bestuursovereenkomst in te delen bij de openbare instellingen van sociale zekerheid, die gerangschikt worden in artikel 3, § 2, van dat koninklijk besluit.

Met artikel 3 van de ontwerpbesluiten wordt uitvoering gegeven aan artikel 3, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997. Die bepaling draagt de Koning op om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met ingang van de datum van inwerkingtreding van zijn eerste bestuursovereenkomst, de vermelding van het betrokken organisme te schrappen in artikel 1 van de reeds genoemde wet van 16 maart 1954. De artikelen 4 en 5 van de onderscheiden ontwerpbesluiten vinden telkens rechtsgrond in artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997. Deze laatste bepaling maakt de Koning bevoegd om, in het in de Ministerraad overlegde besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van het betrokken organisme, de wetsbepalingen die het organiek statuut, de financiering en de werking van het organisme regelen, op te heffen, aan te vullen, te wijzigen of te vervangen, teneinde de daarin vervatte regelen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 april 1997.

ONDERZOEK VAN DE TEKST VAN DE ONTWERPEN Aanhef 1. In de aanhef van ontwerpbesluiten dient in beginsel enkel te worden verwezen naar de normatieve teksten die deze tot rechtsgrond strekken, of die erdoor worden gewijzigd of opgeheven. Hiermee rekening houdend, volstaat het om de verwijzing naar de rechtsgrond en naar de bepalingen die worden gewijzigd in de aanhef van de om advies voorgelegde ontwerpbesluiten te beperken tot wat volgt : « Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998, 22 februari 1998, 22 maart 1999, 12 augustus 2000, 2 januari 2001, 19 juli 2001 en 30 december 2001;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd tot op heden (1);

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 1, § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 1997 en de wetten van 22 maart 1999 en 30 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, § 1, I, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 augustus 1973, 6 juni 1991, 25 november 1993 en 19 mei 1995 (2); ».

Alle overige verwijzingen naar wetten en besluiten die in de aanhef van de ontwerpen voorkomen dienen, voorzover ze geen betrekking hebben op teksten die de desbetreffende ontwerpen tot rechtsgrond strekken, op teksten die worden gewijzigd of opgeheven of op teksten die verband houden met de nageleefde vormvereisten (zie hierna onder 2), te worden geschrapt. 2. In de aanhef van alle ontwerpbesluiten wordt in algemene zin verwezen naar de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg.Naar het zeggen van de gemachtigde van de regering strekt die verwijzing ertoe te verduidelijken dat de ontwerpbesluiten, gelet op het spoedeisende karakter ervan, niet om advies werden voorgelegd aan de onderscheiden beheerscomités van de instellingen die met de latere toepassing ervan zijn belast.

In het betrokken lid van de aanhef van de ontwerpbesluiten zal derhalve telkens uitdrukkelijk moeten worden verwezen naar artikel 15 van de genoemde wet van 25 april 1963 en zal, in een afzonderlijk lid van de aanhef dat onmiddellijk volgt op dat waarin wordt gerefereerd aan artikel 15 van de wet van 25 april 1963, moeten worden geschreven : « Gelet op de dringende noodzakelijkheid; ».

Ermee rekening houdend dat de Rijksdienst voor Pensioenen niet onder de toepassing van de wet van 25 april 1963 valt, dient, wat het ontwerp 32.854/1 betreft (3), de verwijzing naar de wet van 25 april 1963 en naar de daarop betrekking hebbende dringende noodzakelijkheid, te worden vervangen door de volgende twee leden : « Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen van werknemers, inzonderheid op artikel 54, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1990;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid; ». 3. Indien ervoor wordt geopteerd in de aanhef van de ontwerpbesluiten te verwijzen naar de goed te keuren bestuursovereenkomst, wordt dit bij voorkeur niet door middel van een considerans gedaan.Tevens kan volledigheidshalve telkens ook de datum worden vermeld waarop de desbetreffende bestuursovereenkomst werd gesloten (niet : afgesloten).

De betrokken verwijzing, die beter wordt opgenomen in een lid van de aanhef dat aan de verwijzing naar het advies van de inspecteur van financiën voorafgaat, kan voor wat bijvoorbeeld het ontwerp 32.850/1 betreft (4), luiden als volgt : « Gelet op de eerste bestuursovereenkomst die op... werd gesloten tussen, enerzijds, de Belgische Staat en, anderzijds, het Fonds voor Arbeidsongevallen; ».

Artikel 3 Men schrijve in artikel 3 van de diverse ontwerpbesluiten : « In artikel 1, D, van de wet... betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, zoals gewijzigd tot op heden, vervallen ... ».

Artikel 4 In artikel 4 van de ontwerpbesluiten dienen na de woorden « bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken » telkens de woorden « , vervangen bij de wet van 22 maart 1999, » te worden toegevoegd.

Artikel 5 1. In artikel 5 van het ontwerp 32.851/1 wordt bepaald dat de woorden « Kruispuntbank van de sociale zekerheid » vervallen in artikel 1, § 1, I, 14°, van het reeds genoemde koninklijk besluit van 8 januari 1973 (5).

Er dient evenwel te worden opgemerkt dat in de laatstgenoemde bepaling van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 geen melding wordt gemaakt van de « Kruispuntbank van de sociale zekerheid », doch wel van de « Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid ». De Kruispuntbank van de sociale zekerheid valt onder de algemene bepaling van artikel 1, § 1, I, 16°, van hetzelfde koninklijk besluit, waarin melding wordt gemaakt van « alle andere instellingen onder toezicht van de Minister van Sociale Voorzorg die onderworpen zullen worden aan de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut » (6).

Aangezien de Kruispuntbank van de sociale zekerheid niet nominatief wordt vermeld in artikel 1, § 1, I, 14°, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 en de betrokken instelling evenmin nog onder de toepassing zal vallen van artikel 1, § 1, I, 16°, van dat koninklijk besluit, gelet op het bepaalde in artikel 3 van het ontwerp 32.851/1, dient artikel 5 uit dat laatste te worden weggelaten. 2. In artikel 5 van het ontwerp 32.852/1 wordt bepaald dat de woorden « Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie » vervallen in artikel 1, § 1, I, 14°, van het genoemde koninklijk besluit van 8 januari 1973 (7). Er dient echter te worden opgemerkt dat de « Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie » niet wordt vermeld in artikel 1, § 1, I, 14°, maar in artikel 1, § 1, I, 15°, van dat koninklijk besluit. Bijgevolg vervange men « 14° » door « 15° ». 3. In artikel 5 van het ontwerp 32.854/1 dient te worden vermeld dat artikel 1, § 1, I, 13°, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 werd « vervangen bij het koninklijk besluit van 25 november 1993 ». 4. In de Nederlandse tekst van artikel 5 van het ontwerp 32.855/1 wordt bepaald dat de woorden « Rijksdienst voor sociale zekerheid » vervallen in artikel 1, § 1, I, 14°, van het reeds genoemde koninklijk besluit van 8 januari 1973 (8). In deze laatste bepaling wordt evenwel nog melding gemaakt van de benaming « Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid ». De redactie van artikel 5 van het ontwerp dient, rekening houdend hiermee, te worden aangepast. 5. In artikel 5 van het ontwerp 32.856/1 (9) dient te worden vermeld dat artikel 1, § 1, I, 6°, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 werd « vervangen bij het koninklijk besluit van 25 november 1993 ».

Bijlage De toevoeging van de tekst van de goed te keuren bestuursovereenkomsten in bijlage bij het desbetreffende ontwerpbesluit dient uiteraard te gebeuren door middel van een formeel van het bepalend gedeelte afgescheiden bijlage die wordt afgesloten met de passende slotformule en die wordt ondertekend door dezelfde personen als die welke het koninklijk besluit hebben ondertekend waarbij de bijlage wordt gevoegd.

De kamer was samengesteld uit : de heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;

J. Baert, J. Smets, staatsraden;

G. Schrans, A. Spruyt, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. A.-M. Goossens, toegevoegd griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. M. Van Damme.

De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en het verslag werd uitgebracht door de H. G. De Bleeckere, adjunct-referendaris.

De griffier, De voorzitter, A.-M. Goossens. M. Van Damme. _______ Nota's (1) Gelet op het grote aantal wijzigende teksten van artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 kan het gebruik van de algemene formule « zoals gewijzigd tot op heden » worden gebillijkt. (2) In de aanhef van het ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid » (ontwerp 32.872/1), dient te worden verwezen naar « artikel 1, § 1, II, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 november 1993 ». (3) Ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor Pensioenen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ».(4) Ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van het Fonds voor Arbeidsongevallen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoeld Fonds bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ».(5) Ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ».(6) Voor wat betreft de Kruispuntbank van de sociale zekerheid is zulks gebeurd bij artikel 72 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.(7) Ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie en betreffende de vastelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ».(8) Ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ».(9) Ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ». 8 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998, 22 februari 1998, 22 maart 1999, 12 augustus 2000, 2 januari 2001, 19 juli 2001 en 30 december 2001;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd tot op heden;

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 1, § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 1997 en de wetten van 22 maart 1999 en 30 december 2001;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 december 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 december 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 32.851/1 van de Raad van State, gegeven op 7 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van sociale Zaken en Onze Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde bestuursovereenkomst wordt goedgekeurd.

Art. 2.Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, wordt aangevuld als volgt : « Kruispuntbank van de sociale zekerheid ».

Art. 3.In artikel 1, littera D, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, zoals gewijzigd tot op heden, vervallen de woorden « Kruispuntbank van de sociale zekerheid ».

Art. 4.In artikel 1, § 1, tweede lid, 2° van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, gewijzigd bij de wet van 22 maart 1999, vervallen de woorden « Kruispuntbank van de sociale zekerheid ».

Art. 5.Dit besluit en de bijgevoegde bestuursovereenkomst hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 6.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE Bijlage bij het koninklijk besluit van 8 april 2002 Kruispuntbank van de sociale zekerheid Bestuursovereenkomst 2002 - 2004 PREAMBULE De Kruispuntbank van de sociale zekerheid : promotor van een modern, elektronisch gegevensbeheer in de sociale zekerheid Binnen de Belgische sociale zekerheid is de Kruispuntbank in 1990 opgericht om de informatieinzameling door, het informatiebeheer in en het informatieverkeer tussen de instellingen van sociale zekerheid te rationaliseren door maximaal beroep te doen op moderne informatie- en telecommunicatietechnologieën. Hiermee worden drie doelstellingen nagestreefd : - de efficiëntie en de kwaliteit van de dienstverlening aan de sociaal verzekerden optimaliseren door de instellingen van sociale zekerheid snel over de juiste informatie te laten beschikken voor de vaststelling van de sociale rechten, - de sociaal verzekerden en hun werkgevers geleidelijk ontlasten van zoveel mogelijk administratieve formaliteiten, - en de sociale beleidsvoerders snel laten beschikken over pertinent statistisch materiaal ter ondersteuning van hun beleidsvoering.

Het netwerk van de sociale zekerheid Om haar opdracht uit te voeren beheert de Kruispuntbank een netwerk voor elektronische gegevensuitwisseling. Via dit netwerk wisselen vandaag ruim 1.500 instellingen van sociale zekerheid onderling gegevens uit. De informatie die zij langs deze weg van mekaar verkrijgen moeten zij niet meer opnieuw opvragen bij de sociaal verzekerden en hun werkgevers, en kunnen zij onmiddellijk door hun elektronische informatiesystemen laten gebruiken om de sociale rechten vast te stellen. In 2000 werden over dit netwerk 215 miljoen elektronische berichten uitgewisseld, aan een gemiddelde kost van nog geen 2 BEF per bericht. De tijd tussen het opvragen van de informatie en het verkrijgen van het antwoord bedraagt bij on-line ondervragingen in meer dan 98 % van de gevallen minder dan 4 seconden. Dit elektronisch gegevensverkeer vervangt ettelijke papieren formulieren die vroeger werden gebruikt, en nu zijn afgeschaft.

Het netwerk tussen de instellingen van sociale zekerheid is op een sterk beveiligde wijze verbonden met andere netwerken via dewelke sociaal verzekerden en hun werkgevers geleidelijk aan elektronisch in contact kunnen treden met de instellingen van sociale zekerheid. Op deze manier kunnen zij de informatie die de instellingen van sociale zekerheid nog van hen moeten verkrijgen op een elektronische wijze overmaken, of kunnen de instellingen van sociale zekerheid hen elektronisch informatie opsturen.

De Kruispuntbank slaat zelf geen inhoudelijke gegevens over sociaal verzekerden of werkgevers op, en is dus zelf geen gegevensbank. Ze is enkel een verkeersregelaar die op het kruispunt - vandaar de naam - van alle gegevensstromen, deze stromen organiseert, routeert en controleert.

De SIS-kaart Om de elektronische gegevensuitwisseling tussen instellingen van sociale zekerheid, sociaal verzekerden en hun werkgevers vlot en juist te laten verlopen, is het zeer belangrijk dat een sociaal verzekerde door iedereen op een eenduidige wijze wordt geïdentificeerd. Anders worden gegevens over verkeerde personen uitgewisseld. Daarom wordt voor elke sociaal verzekerde een uniek identificatienummer gebruikt, het zgn. identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ). De sociaal verzekerde en zijn werkgever moeten dit INSZ kunnen meedelen bij elk contact met een instelling van sociale zekerheid en dus over een officieel, elektronisch leesbaar document beschikken waarop dit INSZ op een correcte manier vermeld staat. Daartoe werd aan elke sociaal verzekerde een SIS-kaart uitgereikt. Naast het INSZ en enkele basisidentificatiegegevens bevat de SIS-kaart ook in elektronische vorm de informatie die tot nog toe vermeld stond op de ziekenfondskaart en de bijhorende kleefbriefjes, zodat voor de hele sociale zekerheid nog slechts één kaart nodig is en de zorgverstrekkers die het systeem van derde betalende toepassen door het elektronisch uitlezen van de SIS-kaart geleidelijk aan ontlast worden van het overtypen van zowat 100 miljoen kleefbriefjes per jaar.

De beveiliging van de gegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Bij de uitvoering van haar taken besteedt de Kruispuntbank bijzondere aandacht aan de beveiliging van de gegevens en het waarborgen van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de sociaal verzekerden. Vooraleer de instellingen van sociale zekerheid via het netwerk toegang krijgen tot mekaars informatie, moeten zij hiertoe een machtiging krijgen van een onafhankelijk, door het Parlement benoemd Toezichtscomité. Dit Toezichtscomité waakt er in het bijzonder over dat elke instelling slechts de informatie kan verkrijgen die ze nodig heeft voor de uitvoering van haar taken en m.b.t. personen waarvoor zij een dossier beheert. Het overzicht van alle toegelaten gegevensstromen worden permanent gepubliceerd op de web-site van de Kruispuntbank.

Bij elke concrete gegevensuitwisseling controleert de Kruispuntbank de rechtmatigheid van een vraag alvorens het antwoord elektronisch ter beschikking te stellen. Bovendien wordt van elke gegevensuitwisseling door de Kruispuntbank een spoor bijgehouden als controlemiddel a posteriori.

Alle instellingen van sociale zekerheid moeten voldoen aan strikte organisatorische en technische veiligheidsnormen om op het netwerk aangesloten te worden en te blijven. Om de naleving van deze veiligheidsnormen te stimuleren en te controleren, beschikt elke instelling van sociale zekerheid over een degelijk opgeleide informatieveiligheidsdienst. Het Toezichtscomité voert een externe veiligheidscontrole uit.

Competentiecentrum, beleidsvoorbereiding en beleidsondersteuning De Kruispuntbank volgt op de voet de evoluties inzake informatie- en telecommunicatietechnologieën en inzake sociaal beleid, en stelt deze know how ter beschikking van de instellingen van sociale zekerheid om het informatiebeheer in de sociale zekerheid te optimaliseren.

Bovendien adviseert de Kruispuntbank op proactieve wijze de beleidsvoerders omtrent de organisatorische en juridische randvoorwaarden die nodig zijn voor een efficiënt en effectief gebruik van informatie- en telecommunicatietechnologieën in de sociale zekerheid. Zij treedt ook vaak op als initiator of coördinator van belangrijke projecten zoals de invoering van de multifunctionele aangifte van loon- en arbeidstijdgegevens of de uitbouw van het extranet van de sociale zekerheid.

Tenslotte stelt de Kruispuntbank aan sociale beleidsvoerders en wetenschappelijke onderzoekers op hun vraag ook geïntegreerde statistieken ter beschikking. Deze statistieken worden aangemaakt uit informatie die elektronisch wordt samengebracht vanuit de onderscheiden instellingen van sociale zekerheid.

Resources management Van bij haar oprichting heeft de Kruispuntbank bijzondere aandacht besteed aan een professioneel resources management. Binnen het stricte juridisch kader van het personeelsstatuut, is het personeel steeds gerecruteerd op basis van competentieprofielen, bestaat voor elke functie een permanent geactualiseerde functie-omschrijving, die o.a. de basis vormt voor een transparante verdeling van verantwoordelijkheden en een functioneel loopbaanbeleid, en beschikt elk personeelslid over een jaarlijks vormingsplan.

Voor elke uitgevoerde taak heeft de Kruispuntbank efficiëntie- en kwaliteitsindicatoren vastgelegd. Een actief gebruik van deze indicatoren ondersteunt een permanent verbeteringsproces.

Een geïntegreerd projectplannings- en opvolgingssysteem vormt de basis voor een optimale allocatie van de productiemiddelen in functie van de uit te voeren taken en een analytische boekhouding geeft een inzicht in de kosten en de cost drivers.

Meer informatie over de werking van de Kruispuntbank kan U vinden op de web-site www.ksz.fgov.be.

BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID Tussen de Belgische Staat, vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 7, § 1 van het Responsabiliseringsbesluit door de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 7, § 2, eerste lid van het Responsabiliseringsbesluit door mevrouw Maddie Geerts en de heren Rudy De Leeuw, Ivo Van Damme, Erik Van Laer en Patrick Verertbrugen, stemgerechtigde beheerders aangeduid door het beheerscomité, de heer Frank Robben, administrateur-generaal en de heer Emmanuel Quintin, adjunct-administrateur-generaal, wordt overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Voor de toepassing van deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder : 1° "de Kruispuntbankwet" : de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;2° "het Responsabiliseringsbesluit" : het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997;3° "de Minister" : de Minister die bevoegd is voor sociale zaken;4° "de Kruispuntbank" : de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, openbare instelling van sociale zekerheid bedoeld bij artikel 3, § 2 van het Responsabiliseringsbesluit;5° "het informaticasysteem van de Kruispuntbank" : het geheel van hardware- en softwaremiddelen dat de Kruispuntbank inzet voor de uitvoering van haar opdrachten, met uitzondering van de externe telecommunicatieverbindingen en van de netwerkdiensten;6° « netwerkdienst » : het geheel van softwaretoepassingen dat door een gegevensleverancier en de Kruispuntbank wordt ingezet om gebruikers in de mogelijkheid te stellen een bepaald elektronisch bericht over het netwerk uit te wisselen;7° « netwerk » : het netwerk bedoeld in artikel 2, eerste lid, 9° van de Kruispuntbankwet, met inbegrip van het informaticasysteem van de Kruispuntbank, de onderlinge telecommunicatieverbindingen en de netwerkdiensten Artikel 2 Deze bestuursovereenkomst wordt gesloten in het kader van de bepalingen van artikel 5 van het Responsabiliseringsbesluit.Ze legt de bijzondere regels en voorwaarden vast waaronder de Kruispuntbank de opdrachten vervult die haar zijn toevertrouwd door de wet, inzonderheid door de Kruispuntbankwet.

Deze bestuursovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002 en neemt een einde op 31 december 2004.

Artikel 3 Deze bestuursovereenkomst regelt alleen de wijze waarop de Kruispuntbank een efficiënte en kwaliteitsvolle uitvoering geeft aan het beleid zoals het door de politieke overheden wordt gedefinieerd.

Dit impliceert de inbreng van ervaring en deskundigheid in de ontwikkeling, de evaluatie en de bijsturing van het beleid.

De partijen engageren zich om de beschikkingen te respecteren inzake het paritair beheer, in een geest van open en permanent overleg. Het beheerscomité is samen met het dagelijks bestuur een volwaardige partner in de bestuursovereenkomst. Aldus wordt de rol van het paritair beheer in de uitvoering van de sociale zekerheid benadrukt en versterkt.

De beleidskeuze voor de rechtsfiguur van de overeenkomst leidt tot een vervanging van de klassieke gezagsverhouding door een meer contractuele. Beide partijen verbinden zich derhalve tot structureel overleg en wederzijds akkoord als evenwaardige partners.

Opdat de Kruispuntbank zijn opdracht op een kwaliteitsvolle wijze kan uitvoeren, verbindt de Staat er zich toe de Kruispuntbank de verantwoorde en overeengekomen middelen ter beschikking te stellen.

Dit is een substantiële voorwaarde opdat de Kruispuntbank tot de verbintenissen van deze overeenkomst gehouden zou kunnen zijn.

De verbintenissen die uit deze bestuursovereenkomst voortvloeien gelden bij ongewijzigde opdracht. Bij de evaluatie ervan zal dan ook enkel rekening gehouden worden met de beleidsbeslissingen die genomen zijn ter uitvoering van de opdracht zoals vastgelegd op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst. HOOFDSTUK II. - Taken van de Kruispuntbank Artikel 4 In uitvoering van de haar bij wet opgelegde opdrachten neemt de Kruispuntbank volgende taken op zich : 1° het bevorderen en beheren van de elektronische uitwisseling van sociale gegevens van persoonlijke aard binnen het netwerk of vanuit het netwerk naar andere gebruikers, het beheren van het informaticasysteem van de Kruispuntbank hiertoe en het ontwikkelen en beheren van de nodige netwerkdiensten hiertoe;2° het bevorderen van de veiligheid bij de verwerking van sociale gegevens door de Kruispuntbank, de gebruikers die deel uitmaken van het netwerk en de andere gebruikers die sociale gegevens vanuit het netwerk verkrijgen;3° het coördineren van de aanmaak, het gebruik en het beheer van de SIS-kaarten en het registreren van eindapparatuur voor het elektronisch lezen van de SIS-kaart;4° het beheren van een verwijzingsrepertorium in uitvoering van artikel 6 van de Kruispuntbankwet, bestaande uit een personenrepertorium, een gegevensbeschikbaarheidstabel en een toegangsmachtigingstabel;5° het beheren van de Kruispuntbankregisters in uitvoering van artikel 4 van de Kruispuntbankwet;6° het ter beschikking stellen van anonieme informatie en steekproeven in uitvoering van artikel 5 van de Kruispuntbankwet;7° het verstrekken van informatie inzake de organisatorische, technische, juridische en veiligheidsvoorschriften en inzake de stand van zaken en de evolutie van het netwerk aan gebruikers of potentiële gebruikers binnen of buiten het netwerk;8° de actieve deelname aan Belgische of buitenlandse overlegorganen inzake informatie- en telecommunicatietechnologie en informatiebeheer;9° het verrichten van studies en het ondersteunen van het beleid inzake de rationalisering van het informatiebeheer in de sociale zekerheid en de overheidsdiensten in het algemeen en inzake de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten voor de sociaal verzekerden en de ondernemingen. HOOFDSTUK III. - Gekwantificeerde doelstellingen inzake efficiëntie en kwaliteit en methodes voor het meten en het opvolgen van de mate waarin de doelstellingen worden nageleefd Artikel 5 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 1°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° i.v.m. de beschikbaarheid van het informaticasysteem van de Kruispuntbank en de netwerkdiensten : a) het informaticasysteem van de Kruispuntbank is beschikbaar voor de gebruikers gedurende 98 % binnen de tijdsperiodes waarbinnen netwerkdiensten beschikbaar zijn;b) de netwerkdiensten zijn maximaal toegankelijk voor de gebruikers, rekening houdende enerzijds met de beschikbaarheden van de leveranciers van deze diensten en anderzijds met de behoeften van de gebruikers;c) de Kruispuntbank stelt aan de gebruikers informatie ter beschikking over de tijdsperiodes gedurende dewelke de onderscheiden netwerkdiensten normaal worden aangeboden door de leveranciers van deze diensten; d) de Kruispuntbank stelt aan de gebruikers zo spoedig mogelijk informatie ter beschikking waarover ze beschikt vanwege de leveranciers van netwerkdiensten i.v.m. de onbeschikbaarheid en de herbeschikbaarheid van de onderscheiden netwerkdiensten; 2° i.v.m. de verwerkingstijd : a) het informaticasysteem van de Kruispuntbank verwerkt een on-line bericht binnen maximaal 1 seconde in 90% van de gevallen en in maximaal 2 seconden in 95% van de gevallen;b) het informaticasysteem van de Kruispuntbank verwerkt bestanden met vragen om gegevens binnen de termijnen die worden vastgelegd tussen de Kruispuntbank en de gebruikers, rekening houdend met de behoeften van de gebruikers, het volume van de te verwerken gegevens, de beschikbaarheid en performantie van de leveranciers van netwerkdiensten en de complexiteit van de verwerking; 3° i.v.m. de uitbreiding van het netwerk : alle instellingen van sociale zekerheid die nog niet zijn aangesloten op het netwerk en hierom verzoeken, worden hierop binnen de 2 maanden na hun verzoek aangesloten, op voorwaarde dat zij tijdig voldoen aan de organisatorische, technische en veiligheidsvoorschriften die gelden binnen het netwerk; 4° i.v.m. de uitbreiding van de netwerkdiensten : a) de Kruispuntbank voert een pro-actief beleid inzake het aanbod van nieuwe netwerkdiensten en voert hiertoe een permanent overleg met de potentiële leveranciers en de gebruikers binnen het Algemeen Coördinatiecomité;b) op basis van overleg binnen het Algemeen Coördinatiecomité stelt de Kruispuntbank elk jaar tegen de maand september een lijst op van de nieuwe netwerkdiensten die gedurende het volgende jaar zullen worden voorbereid of in werking worden gesteld, en hun onderlinge prioriteit, rekening houdend met de beschikbare capaciteit voor de realisatie van nieuwe netwerkdiensten;c) de Kruispuntbank onderzoekt aanvragen vanwege gebruikers om nieuwe netwerkdiensten die niet in de lijst zijn opgenomen binnen de 2 maanden op hun nut en haalbaarheid en voegt ze, in voorkomend geval, toe aan de lijst;d) de Kruispuntbank coördineert voor rekening van de instellingen van sociale zekerheid de ontwikkeling en de exploitatie van het extranet van de sociale zekerheid;e) de Kruispuntbank integreert in haar netwerkdiensten de toepassingen van de Kruispuntbank van de Ondernemingen en bevordert het gebruik ervan binnen de instellingen van sociale zekerheid;f) de Kruispuntbank integreert in haar netwerkdiensten de nieuwe federale informaticadiensten die door de FOD-ICT gepromoot worden, voornamelijk met betrekking tot de federale portal, de messaging engine tussen overheidsdiensten et het Metropolitan Area Network;g) de Kruispuntbank coördineert bij de instellingen van sociale zekerheid de ontwikkeling van toepassingen waarmee ze gegevens kunnen verstrekken en verkrijgen die in de federale portal beheerd worden en die via de messaging engine tussen de overheidsdiensten worden uitgewisseld; 5° i.v.m. de kwaliteit bij de ontwikkeling van netwerkdiensten : a) de Kruispuntbank stelt na overleg binnen het Algemeen Coördinatiecomité technische normen en standaarden vast voor de werking van het netwerk en bevordert de naleving ervan door alle leveranciers en gebruikers van netwerkdiensten;b) de Kruispuntbank coördineert de implementatie van nieuwe netwerkdiensten door middel van een projectplanning en staat in voor de projectopvolging;c) de Kruispuntbank zoekt voor de netwerkdiensten samen met de leveranciers en gebruikers van deze diensten naar de optimale technische mogelijkheden om in functie van de volumes en de gewenste doorlooptijden de gegevensuitwisseling zo efficiënt mogelijk te laten verlopen;d) na de inproduktiename van een netwerkdienst zorgt de Kruispuntbank ervoor dat het nodige cijfermateriaal aanwezig is om de netwerkdienst permanent op te volgen, te evalueren en bij te sturen; 6° i.v.m. de verbinding van het netwerk met andere datacommunicatienetwerken : a) de Kruispuntbank zorgt voor beveiligde verbindingen tussen het netwerk en andere datacommunicatienetwerken, zoals het internet of extranets, met een hoge penetratiegraad bij instanties die gegevens moeten verstrekken aan of verkrijgen van instellingen van sociale zekerheid;b) de Kruispuntbank bevordert de ontwikkeling van toepassingen door de instellingen van sociale zekerheid op basis van open standaarden die de in punt a) vermelde instanties toelaten gegevens te verstrekken of te verkrijgen van instellingen van sociale zekerheid. Artikel 6 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 2°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° i.v.m. de beschikbaarheid van het informaticasysteem van de Kruispuntbank : a) de Kruispuntbank ontdubbelt de kritische onderdelen van haar informaticasysteem en verspreidt ze geografisch op dergelijke wijze dat de doelstellingen vervat in artikel 5, 1° gewaarborgd blijven wanneer één of meerdere kritische onderdelen onbeschikbaar zijn;b) de Kruispuntbank beschikt over een organisatorisch en technisch continuïteitsplan dat minstens eenmaal per jaar wordt uitgetest in samenwerking met de gebruikers; 2° i.v.m. de toegang tot de netwerkdiensten : a) de Kruispuntbank verleent toegang tot de netwerkdiensten op basis van toegangsprofielen, die per individuele gebruiker of programma aangeven welke elektronische berichten toegankelijk zijn; b) de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instellingen van sociale zekerheid de toegangsprofielen m.b.t. hun gebruikers of programma's kunnen beheren; c) de Kruispuntbank genereert trimestriële boordtabellen m.b.t. de effectieve toegang op basis van de gebruikersprofielen en neemt zo nodig acties t.a.v. instellingen van sociale zekerheid om een selectiever beheer van de gebruikersprofielen te waarborgen; d) de Kruispuntbank voert een preventieve controle uit op de rechtmatigheid van het opvragen of overmaken van elektronische berichten;deze controle impliceert minstens volgende deelcontroles : - de controle dat de gebruiker die of het programma dat het elektronisch bericht opvraagt, mag optreden namens de aangegeven sector en type van instelling en het aangegeven bericht mag opvragen; - de controle dat de opvraging of overmaking van het elektronisch bericht toegelaten is voor de sector en type van instelling voor de aangegeven hoedanigheidscode; - de controle dat de opvraging of overmaking van het elektronisch bericht over de aangegeven persoon toegelaten is voor de sector en type van instelling in functie van de informatie die voor de sector en type van instelling m.b.t. de betrokken persoon beschikbaar is in het personenrepertorium; e) de Kruispuntbank bevordert het gebruik van erkende technieken van authentificatie en digitale handtekening, in het bijzonder bij de elektronische mededeling of opvraging van sociale persoonsgegevens via telecommunicatie door gebruikers die geen deel uitmaken van het netwerk;de door de FOD-ICT aangeboden PKI-diensten zullen geïntegreerd worden in de netwerkdiensten van de Kruispuntbank; de Kruispuntbank zal de implementatie en het gebruik van deze diensten door de instellingen van sociale zekerheid coördineren; 3° i.v.m. het gebruik van de netwerkdiensten : a) de Kruispuntbank treft gepaste organisatorische en technische maatregelen om het onrechtmatig gebruik van de netwerkdiensten te voorkomen;deze maatregelen verzekeren een passend beveiligingsniveau, rekening houdend, enerzijds, met de stand van de techniek terzake en de kosten voor het toepassen van de maatregelen en, anderzijds, met de aard van de te beveiligen gegevens en de potentiële risico's; b) de Kruispuntbank houdt systematische loggings bij i.v.m. het gebruik van de netwerkdiensten; deze loggings worden minstens 10 jaar bijgehouden en omvatten minstens volgende gegevens : het uitgewisseld elektronisch bericht, de datum waarop het is verzonden, de gebruiker of het programma die het bericht heeft verzonden, de instelling waarnaar het is verzonden, de persoon waarop het betrekking had en zijn hoedanigheidscode; de Kruispuntbank beschikt over de nodige diensten om deze loggings op aanvraag zo snel mogelijk, en in elk geval binnen de maand, te kunnen analyseren; 4° i.v.m. de bevordering van de veiligheid : a) de Kruispuntbank ondervraagt jaarlijks de instellingen van sociale zekerheid inzake de naleving van de minimale veiligheidsnormen en rapporteert hierover aan het Toezichtscomité;b) in overleg met de werkgroep informatieveiligheid coördineert de Kruispuntbank de opstelling van een permanent geactualiseerde documentatie inzake de informatieveiligheid in de instellingen van sociale zekerheid;c) de Kruispuntbank neemt actief deel aan de vergaderingen van de subwerkgroepen informatieveiligheid;5° op vraag van het Toezichtscomité, verstrekt de Kruispuntbank een advies omtrent de bij het Toezichtscomité ingediende dossiers tegen de vergadering van het Toezichtscomité waarop de dossiers geagendeerd zijn. Artikel 7 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 3°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° i.v.m. de SIS-kaart : a) de Kruispuntbank bevordert het optimaal gebruik van de SIS-kaart binnen de sociale zekerheid en door de groepen van gezondheidszorgverstrekkers die hiertoe verplicht zijn of hierom verzoeken, werkt de daartoe nodige organisatorische, technische en veiligheidsvoorschriften uit, en coördineert de opvolging van het beheer en het gebruik van de SIS-kaarten;b) de Kruispuntbank onderzoekt aanvragen om nieuwe toepassingen vanwege rechtmatige gebruikers van de SIS-kaart binnen de 2 maanden op hun nut en haalbaarheid;in voorkomend geval coördineert de Kruispuntbank de implementatie van de nieuwe softwaretoepassingen volgens een met de betrokken partijen overeengekomen planning; c) de Kruispuntbank stelt de nodige netwerkdiensten ter beschikking opdat de verzekeringsinstellingen het register van de SIS-kaarten on-line en via stapelverwerking kunnen bijwerken;d) de Kruispuntbank stelt de nodige netwerkdiensten ter beschikking opdat de instellingen belast met het afleveren van beroepskaarten het register van de beroepskaarten on-line en via stapelverwerking kunnen bijwerken; e) de Kruispuntbank ondersteunt de verzekeringsinstellingen op organisatorisch en technisch vlak m.b.t. het aanbieden van mogelijkheden tot bijwerking van de SIS-kaart op publiek toegankelijke plaatsen; f) de Kruispuntbank coördineert de voorbereiding van de vernieuwing van de SIS-kaarten na afloop van hun geldigheidsperiode; 2° i.v.m. de leesapparaten van de SIS-kaart : a) de Kruispuntbank onderzoekt aanvragen tot registratie van leesapparaten van de SIS-kaart binnen de 14 dagen;b) de Kruispuntbank publiceert een tweewekelijks geactualiseerde lijst van de geregistreerde leesapparaten op haar web-site; 3° i.v.m. de elektronische identiteitskaart : a) de Kruispuntbank zorgt ervoor dat de leesapparaten van de SIS-kaart de elektronische identiteitskaart kunnen gebruiken mits de nodige beperkte aanpassingen;b) de Kruispuntbank moedigt het gebruik van de elektronische identiteitskaart door de instellingen van sociale zekerheid aan. Artikel 8 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 4°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instellingen van sociale zekerheid on-line en via stapelverwerking het personenrepertorium kunnen bijwerken m.b.t. de personen waarover zij dossiers beheren; 2° de Kruispuntbank waarborgt dat de toegangsmachtigingstabel permanent in overeenstemming is met de machtigingen afgeleverd door het Toezichtscomité overeenkomstig artikel 15 van de Kruispuntbankwet; 3° de Kruispuntbank genereert trimestrieel boordtabellen m.b.t. de inhoud, de evolutie en de volledigheidsgraad van het personenrepertorium en neemt op basis hiervan t.a.v. de instellingen van sociale zekerheid de nodige initiatieven om de kwaliteit en de volledigheid van het personenrepertorium te optimaliseren.

Artikel 9 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 5°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instellingen van sociale zekerheid via stapelverwerking voorstellen tot bijwerking van het register van de geschrapten en van het bisregister kunnen verrichten; 2° de Kruispuntbank komt met de verzekeringsinstellingen termijnen overeen binnen dewelke zij m.b.t. hun leden de voorstellen tot bijwerking vermeld in punt 1° van dit artikel verwerken, houdt boordtabellen bij i.v.m. de naleving van deze termijnen, en onderneemt zo nodig t.a.v. de verzekeringsinstellingen initiatieven opdat deze termijnen worden nageleefd; 3° de Kruispuntbank stelt de nodige diensten ter beschikking opdat de instellingen van sociale zekerheid via stapelverwerking het terregister kunnen bijwerken van de nummers die zijn toegekend m.b.t. de dossiers die zij beheren; 4° de Kruispuntbank spoort in het register van de geschrapten en het bisregister personen op die meermaals zijn geregistreerd en verwijdert de overtollige registraties op basis van officiële documenten die worden opgevraagd bij de betrokken instellingen van sociale zekerheid; 5° de Kruispuntbank maakt voorstellen tot verbetering van gegevens in het Rijksregister afkomstig van de instellingen van sociale zekerheid over aan het Rijksregister, komt met het Rijksregister termijnen overeen binnen dewelke het deze voorstellen verwerkt, houdt boordtabellen bij i.v.m. de naleving van deze termijnen, en onderneemt zo nodig t.o.v. het Rijksregister initiatieven opdat deze termijnen worden nageleefd.

Artikel 10 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 6°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° i.v.m. de mededeling van anonieme informatie of steekproeven op aanvraag : a) de Kruispuntbank publiceert een model volgens hetwelk een aanvraag tot het bekomen van anonieme informatie of een steekproef moet worden ingediend;b) de Kruispuntbank onderzoekt, in overleg met de gegevensleveranciers, een volgens het model ingediende aanvraag zo spoedig mogelijk, en in elk geval binnen de 2 maanden, op haar haalbaarheid, en meldt het resultaat van het onderzoek aan de aanvrager;c) de Kruispuntbank stelt voor elke aanvraag die door de bevoegde instanties is goedgekeurd binnen de maand na deze goedkeuring in overleg met de gegevensleveranciers en de aanvrager een planning op voor de uitvoering van de nodige werken;d) de Kruispuntbank coördineert de uitvoering van de werken nodig voor het beantwoorden van de aanvraag overeenkomstig de vastgelegde planning;2° de Kruispuntbank coördineert de uitwerking van een datawarehouse ter ondersteuning van de aanmaak van anonieme informatie, die wordt gevoed met informatie afkomstig van instellingen van sociale zekerheid, en gemeenschappelijk wordt beheerd door de instellingen van sociale zekerheid die informatie aan het datawarehouse aanleveren. Artikel 11 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 7°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° de Kruispuntbank stelt een permanent geactualiseerde web-site ter beschikking met organisatorische, technische, juridische en veiligheidsinformatie over de werking van het netwerk en het gebruik van de netwerkdiensten;2° de Kruispuntbank stelt op een pro-actieve wijze alle nodige organisatorische, technische, juridische en veiligheidsinformatie en vorming ter beschikking voor het gebruik van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe netwerkdiensten;ze brengt in het bijzonder de instellingen van sociale zekerheid op de hoogte van de door de FOD-ICT aanbevolen normen en standaarden; 3° de Kruispuntbank rapporteert halfjaarlijks aan het Algemeen Coördinatiecomité over de evolutie van de netwerkdiensten. Artikel 12 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 8°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° een actieve deelname aan minstens volgende organen : a) het Toezichtscomité;b) het Algemeen Coördinatiecomité, zijn stuurgroep en zijn werkgroepen;c) de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, zijn stuurgroep en zijn werkgroepen;d) de advies- en coördinatie-instanties alsook de werkgroepen die onder leiding van de FOD-ICT opgericht zijn;e) het Gebruikersomité van het Rijksregister;f) de Hoge Raad voor Statistiek;g) de Technische Commissie voor Gegevensverwerking van de Administratieve Commissie voor de Sociale Zekerheid van Migrerende Werknemers;h) de VZW CIMIRE die belast is met het bijhouden van de individuele pensioenrekeningen;2° een tijdige en regelmatige rapportering aan en desgevallend overleg in het Algemeen Coördinatiecomité omtrent de werkzaamheden van de overlegorganen. Artikel 13 Bij de uitvoering van de taak vermeld in artikel 4, 9°, biedt de Kruispuntbank het volgende aan : 1° i.v.m. uitvoering van studies : a) de Kruispuntbank volgt op de voet de evoluties inzake informatie- en telecommunicatietechnologie en inzake sociaal beleid met het oog op een optimale uitvoering van haar taken;b) de Kruispuntbank verricht binnen haar competentiedomeinen op eigen initiatief of op vraag van instellingen van sociale zekerheid studies binnen de afgesproken termijnen; 2° i.v.m. de ondersteuning van het beleid inzake de rationalisering van het informatiebeheer in de sociale zekerheid en de overheid in het algemeen, en inzake de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten voor de sociaal verzekerden en de ondernemingen : a) de Kruispuntbank verstrekt op eigen initiatief of op vraag, binnen de afgesproken termijnen, kwaliteitsvol advies aan de beleidsvoerders, desgevallend na overleg met de betrokken instellingen van sociale zekerheid in het Algemeen Coördinatiecomité;b) de Kruispuntbank redigeert of helpt bij de redactie van ontwerpen van regelgevende teksten. HOOFDSTUK IV. - Verbintenissen van de Belgische Staat t.o.v. de Kruispuntbank Artikel 14 Overeenkomstig het artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de sociale zekerheidsinstellingen, legt de Staat aan het advies van het beheersorgaan van de instelling elk voorontwerp van wet of besluit voor, dat de wetgeving die de instelling moet toepassen beoogt te wijzigen. De hoogdringendheid kan door de Staat slechts worden ingeroepen, indien zijn begrotingsbeleid of sociaal beleid zulke modaliteit noodzakelijk maakt.

De Staat verbindt er zich ook toe om contacten te leggen met de betrokken diensten van de instelling om, enerzijds, rekening te houden met de technische aspecten voor het toepassen van de overwogen wijzigingen en, anderzijds, om hen toe te laten tijdig de veranderingen voor te bereiden. Behoudens gemotiveerde hoogdringendheid wordt de datum van inwerkingtreding van de bedoelde wijzigingen of nieuwe maatregelen in overleg met de instelling vastgelegd.

Artikel 15 Na voorafgaandelijk overleg met de instellingen en met respect voor het begrotingsbeleid van de Staat en voor het stabiliteitspact verbindt de Staat er zich toe het thesaurieplan na te leven dat jaarlijks opgesteld wordt voor de storting van de subsidies aan het Globaal Beheer en voor de alternatieve financiering voorzien in de begroting; het Globaal Beheer zal dan deze middelen moeten verdelen tussen de verschillende instellingen in functie van hun behoeften zodat ze de continuïteit in de uitoefening van hun opdrachten kunnen waarborgen.

Artikel 16 Tijdens de evaluatie van de overeenkomst en in de mate de Staat tijdig verwittigd is geweest verbindt de Staat er zich toe rekening te houden met gebeurtenissen van overmacht die eventueel de verwezenlijking van de overeenkomst hebben belemmerd evenals met de besluiten van de regering, genomen na afsluiting van de overeenkomst en die zouden hebben geleid tot een merkelijke verzwaring van de taken of van zekere uitgaven.

Artikel 17 Indien de instelling in het kader van een wettelijke opdracht moet samenwerken met een federaal ministerie zal dit laatste erover waken van doeltreffend samen te werken.

Zowel de instelling als de federale overheidsdienst zullen pro-actief reageren met name wanneer de samenwerking de overdracht van informatie vereist.

Dit laatste impliceert een voortdurend overleg tussen de federale overheidsdienst en de betrokken instelling.

Dit voortdurend overleg zal in werking gesteld worden op initiatief van de instelling.

Artikel 18 Bij de uitwerking van nieuwe regelgeving waarvan de toepassing het gebruik van sociale gegevens van persoonlijke aard vereist, verzoekt de Belgische Staat de Kruispuntbank om een advies omtrent de wijze waarop deze gegevens op de meest efficiënte wijze kunnen worden samengebracht. Dit advies wordt zo spoedig mogelijk gevraagd en uiterlijk op het ogenblik dat het ontwerp van nieuwe regelgeving voor advies wordt overgemaakt aan de Raad van State.

De Belgische Staat zal het advies van de Kruispuntbank in overweging nemen vooraleer te beslissen. HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen inzake de verwerking van aanvragen en gedragsregels ten opzichte van het publiek Artikel 19 De verbintenissen van voorliggende bestuursovereenkomst vormen geen inbreuk op de verplichting van de Kruispuntbank om de diverse wettelijke en reglementaire teksten na te leven die algemene richtlijnen bevatten voor de instellingen van sociale zekerheid bij het onderzoek van de rechten op prestaties en in de relaties met de sociaal verzekerden, met name : - de wet van 29 juli 1991 op de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen; - het Handvest van de gebruiker van overheidsdiensten van 4 december 1992; - de wet van 11 april 1994 met betrekking tot de openbaarheid van bestuur; - in voorkomend geval, de wet van 11 april 1995 tot invoering van het Handvest van de sociaal verzekerde.

Voor iedere dienst waarvoor er contacten met de sociaal verzekerden zijn, gelden de bepalingen van het Handvest van de sociaal verzekerde en moeten de verbintenissen in voorkomend geval nageleefd worden. Als verbintenissen worden enkel beschouwd de bepalingen die verder reiken dan de reglementaire verbintenissen en die aan de sociaal verzekerden grotere waarborgen bieden.

Artikel 20 De Kruispuntbank verbindt zich er toe « tijdig » ieder gebrek (bijvoorbeeld bij een meewerkende instelling) aan te geven die de sociaal verzekerden schade kan berokkenen; de vastgestelde problemen moeten op een pro-actieve manier opgelost worden.

Artikel 21 De toegang van personen met een handicap en van mindervalide personen tot de bestaande gebouwen zal vergemakkelijkt worden; voor wat betreft de toekomstige te huren of te kopen gebouwen, zal in het huurcontract of in de verkoopsovereenkomst een gemakkelijke toegang voor deze mensen geëist worden. HOOFDSTUK VI. - Wijze van berekening en vaststelling van de beheerskredieten en het maximaal bedrag aan kredieten inzake personeel dat voorbehouden wordt voor de statutaire personeelsleden Artikel 22 § 1. De Kruispuntbank berekent haar beheerskredieten op basis van de methode voor de vaststelling van de kredieten zoals vastgelegd in bijlage van onderhavige overeenkomst. De berekende middelen zijn deze die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de opdrachten van de instelling en van de daaruit voortvloeiende projecten die in bijlage 2 van deze methode vermeld worden. Deze voorziet in afzonderlijke berekeningsregels voor : 1° de operationele basistaken, zijnde het beheer en de exploitatie van het informaticasysteem van de Kruispuntbank;2° de projecten;3° de supporttaken;4° de investeringsuitgaven. Het resultaat van deze bewerkingen geeft de volgende bedragen die haar krachtens artikel 35, 2° en 3°, van de Kruispuntbankwet zouden moeten worden toegekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Op basis van de cijfers weerhouden door de Ministerraad op 7 december 2001 en aan actuele waarde, bedraagt het globale beheerskrediet en het maximaal bedrag aan personeelskredieten dat betrekking heeft op statutaire ambtenaren (en dat deel uitmaakt van het globale beheerskrediet) respectievelijk : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De bij norm vastgelegde kredieten, namelijk het statutair en contractueel personeel, de werking en de investeringsuitgaven (behalve informatica en gebouw), zullen voor 2003 en 2004 aangepast worden aan de evolutie van de kosten van levensonderhoud, rekening houdend met de gezondheids- en groei-index toegestaan door het stabiliteitspact dat door de Regering vastgelegd werd. § 3. De in bijlage 2 vermelde operationele basisopdrachten, projecten en supportopdrachten zullen aangepast worden in functie van de globale beheerskredieten die effectief aan de Kruispuntbank toegekend worden.

Artikel 23 De Kruispuntbank verbindt er zich toe over te gaan tot de ontwikkeling en implementatie van een boekhoudplan gebaseerd op het nieuw genormaliseerd boekhoudplan voor de openbare instellingen van sociale zekerheid.

Dit nieuwe boekhoudplan zal in voege zijn het jaar volgende op het koninklijk besluit houdende de goedkeuring van het nieuw genormaliseerd boekhoudplan voorgesteld door de Commissie voor de Normalisatie van de Boekhouding van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid.

Artikel 24 Binnen de grenzen van haar doel kan de instelling beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van haar lichamelijke en onlichamelijke goederen en de vestiging of de opheffing van zakelijke rechten op deze goederen, alsmede over de uitvoering van dergelijke beslissingen.

In afwijking van het eerste lid is elke beslissing tot verwerving, oprichting, renovatie of vervreemding van een onroerend goed of recht, waarvan het bedrag 5 miljoen euro overschrijdt, onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de voogdijminister en de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort. Om zich uit te spreken beschikt de minister van begroting over een termijn van een maand vanaf de ontvangst van het gegeven akkoord van de voogdijminister.

De reglementering inzake overheidsopdrachten is in voorkomend geval van toepassing inzonderheid bij renovatie van gebouwen.

Artikel 25 Inzake de bepaling van de beheersontvangsten vereist de affectatie van de opbrengst van een vervreemding van onroerende goederen of de verkoop van roerende goederen het voorafgaande akkoord van de voogdijminister en van de minister van begroting. Om zich uit te spreken beschikt de minister van begroting over een termijn van een maand vanaf de ontvangst van het gegeven akkoord van de voogdijminister. HOOFDSTUK VI. - Positieve en negatieve sancties Pro memorie (inzake de positieve en negatieve sancties dient nog een koninklijk besluit te worden genomen) HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen Artikel 26 Iedere partij heeft het recht een herziening van de overeenkomst vóór de afloop ervan voor te stellen aan de andere partij. Dit voorstel is onderworpen aan dezelfde basisprocedure als deze die tot het afsluiten van de overeenkomst geleid heeft. De medecontractanten zullen geen beroep doen op deze mogelijkheid zonder voldoende ernstige reden. Ze zullen alles in het werk stellen om ze op een snelle en constructieve manier te onderzoeken.

Artikel 27 De in deze bestuursovereenkomst vervatte verbintenissen doen geen afbreuk aan de verplichting van de instelling van sociale zekerheid om op een efficiënte manier de andere wettelijke opdrachten uit te voeren die niet het voorwerp uitmaken van een specifieke doelstelling.

Artikel 28 De taken en doelstellingen van de Kruispuntbank zoals die gedefinieerd zijn in onderhavige bestuursovereenkomst zijn niet van toepassing op de opdrachten inzake informatiebeheer en informatieveiligheid, die haar toevertrouwd zijn door de FOD-ICT, krachtens artikel 8bis van de Kruispuntbankwet.

De beheerskredieten die aan de Kruispuntbank toegekend worden krachtens artikel 35, 1° bis van de Kruispuntbankwet worden, in het kader van de opdrachten die haar door de FOD-ICT toevertrouwd worden, niet berekend en bepaald op basis van de methode bepaald in artikel 22.

Kruispuntbank van de sociale zekerheid Bepaling van de beheerskredieten in uitvoering van de bestuursovereenkomst 2002 - 2004 September 2001 Kruispuntbank van de sociale zekerheid 1 Methodologie voor de bepaling van de beheerskredieten 1.1 Terminologie 1.2 De domeinen 1.2.1 De operationele basistaken 1.2.2 De projecten 1.2.3 De supportopdrachten 1.3 De productiemiddelen 1.4 Beschrijving van het model voor de bepaling van de beheerskredieten 1.4.1 Doelstelling 1.4.2 Componenten van de begroting 1.4.3 Kostprijs van een domein 1.4.4 Kostprijs van een productiemiddel 2 BEREKENING VAN DE BEHEERSKREDIETEN VOOR DE JAREN 2002, 2003 EN 2004 2.1 Waarschuwing 2.2 Eenheidsprijs van de productiemiddelen 2.2.1 Eenheidsprijs van de productiemiddelen 2.2.2 Berekening van de indexering 2.3 Toewijzing van de productiemiddelen aan de verschillende domeinen 2.3.1 Toewijzing van de productiemiddelen aan de operationele basisopdrachten 2.3.2 Toewijzing van de productiemiddelen aan de supportopdrachten 2.3.3 Toewijzing van de productiemiddelen aan de projecten 2.3.4 Voorziene, toegewezen en beschikbare capaciteit 2.4 Kostprijs van de domeinen 2.4.1 Kostprijs van de operationele basisopdrachten 2.4.2 Kostprijs van de supportopdrachten 2.4.3 Kostprijs van de gekende projecten 2.4.4 Kostprijs van de beschikbare capaciteit voor de nog niet gekende projecten op 1/8/2001 2.5 Kostprijs van de investeringen 2.5.1 Investeringsuitgaven inzake informatica 2.6 Uitzonderlijke kosten 2.7 Synthese 2.8 Personeelsuitgaven 1. METHODOLOGIE VOOR DE BEPALING VAN DE BEHEERSKREDIETEN 1.1. Terminologie In het kader van deze nota moeten de begrippen als volgt worden begrepen : 1. Productiemiddel De kleinste resource-eenheid die op zelfstandige wijze kan functioneren.Het productiemiddel 'analyse' heeft bijvoorbeeld betrekking op de functioneel analist en de omkadering die hij nodig heeft om autonoom te kunnen functioneren (een pc met bijbehorende software, een telefoontoestel, een verwarmd lokaal, enz.). Eén eenheid van een productiemiddel stemt overeen met één uurprestatie. 2. Operationele basistaken : de taken die betrekking hebben op het beheer en de exploitatie van het informaticasysteem van de Kruispuntbank.3. Projecten : de taken die betrekking hebben op het ontwikkelen en het onderhoud van bestaande en nieuwe toepassingen van informatica- of administratieve aard.4. Supportopdrachten : de taken die betrekking hebben op het algemeen beheer van de organisatie, de managementinstrumenten, de documentatie en de communicatie.5. Domein : een operationele basistaak, een project of een supportopdracht.6. Analytische rekeningen : de gedetailleerde 5- en 6-rekeningen uit de boekhouding.Ze bieden meer gedetailleerde informatie dan de begrotingsrekeningen 7 en 8. 7. Kostenplaats : een entiteit waaraan in de analytische boekhouding kosten worden toegewezen die hiermee op een rechtstreekse of onrechtstreekse wijze in verband staan.Een kostenplaats kan een productiemiddel, een operationele basistaak, een project of een supportopdracht zijn. 8. Direct toewijsbare kosten : de kosten die een eenduidig verband vertonen met één enkel domein en die er dan ook rechtstreeks aan kunnen worden toegewezen. 9. Indirecte kosten : het betreft kosten (elektriciteit, stookolie, kantoorbenodigheden, ...) die betrekking hebben op meerdere kostenplaatsen en die aldus tussen deze kostenplaatsen moeten worden opgesplitst. 10. Resourcedriver (of verdeelsleutel) : een parameter gebruikt voor de verdeling van de indirecte kosten tussen de productiemiddelen.11. Costdriver : een parameter die de hoeveelheid productiemiddel dat door een domein wordt gebruikt, in aantal uren uitdrukt. 1.2. De domeinen De lijst van de domeinen gaat in bijlage 1.

De domeinen dekken de tijdsbesteding van alle personeelsleden van de KSZ. Ze worden in drie categorieën onderverdeeld : - de operationele basistaken, - de projecten, - de supportopdrachten. 1.2.1. De operationele basistaken Hieronder wordt verstaan alle taken die betrekking hebben op het beheer en de exploitatie van het informaticasysteem van de Kruispuntbank. Ze vormen de informaticasokkel waarop de projecten en supportopdrachten zich komen hechten, in het bijzonder : - de taken die betrekking hebben op het beheer van de KSZ-registers; het betreft onder meer alle werkzaamheden voor een betere identificatie van de sociaal verzekerden; - de taken die betrekking hebben op de beveiliging, d.w.z. het beheer van het systeem van toegangsmachtigingen, de disaster recovery, RACF, de fysische en logische beveiliging van het netwerk, het rampenplan, de verzekeringen van informaticacomponenten en het dagelijks beheer van de profielen; - de taken die betrekking hebben op het beheer, de regelmatige upgrade en de exploitatie van de mainframe, de departementele computers, het database-managementsysteem, de WAN, de LAN en het rekencentrum.

De hoeveelheid productiemiddelen die aan de operationele basistaken wordt toegewezen is een vaste waarde en hangt niet af van het aantal projecten en supportopdrachten. 1.2.2. De projecten De projecten hebben in de eerste plaats betrekking op informaticadiensten, d.w.z. de ontwikkeling van netwerkdiensten en ondersteunende informaticadiensten, de SIS-kaart, het beheer van het extranet en de terbeschikkingstelling van statistische gegevens.

Daarnaast betreffen ze de ontwikkeling van administratieve eindproducten, zoals het studiewerk ter voorbereiding van de invoering van de multifunctionele aangifte of de activiteiten van de verschillende werkgroepen van het Algemeen Coördinatiecomité.

De Regering en de Kruispuntbank bepalen in het kader van de bestuursovereenkomst de lijst met de projecten die moeten worden gerealiseerd; de hoeveelheid productiemiddelen die aan de projecten wordt toegewezen varieert dus in functie van het aantal en van de complexiteit van deze projecten. 1.2.3. De supportopdrachten De supportopdrachten van de Kruispuntbank omvatten taken die betrekking hebben op : - de managementinstrumenten in de Kruispuntbank, d.w.z. het projectbeheer, de aanvraagadministratie, het imputatiesysteem, de analytische boekhouding, het archiveringssysteem, het registratiesysteem van de briefwisseling en de boordtabellen; - het algemeen beheer van de Kruispuntbank, d.w.z. de werking van het Beheerscomité, het personeelsbeheer en de boekhouding; - de documentatie en communicatie, d.w.z. de website, de interne en externe communicatie, de jaarverslagen en de externe vertegenwoordiging van de Kruispuntbank.

De hoeveelheid productiemiddelen die aan de supportopdrachten wordt toegewezen is een vaste waarde en hangt dus niet af van het aantal projecten. 1.3. De productiemiddelen De productiemiddelen kunnen in vier groepen worden opgesplitst : 1. De eerste groep omvat de productiemiddelen die integraal bijdragen tot de uitvoering van de operationele basistaken van de Kruispuntbank, d.w.z. : - systeem - exploitatie - veiligheid - Bisregister 2. De tweede groep groepeert de productiemiddelen die rechtstreeks bijdragen tot de realisatie van projecten van informatica- en/of administratieve aard, d.w.z. : - algemeen bestuur - klantenrelatie - statistiek - jurist - analyse - programmeur 3. De derde groep bestaat uit de productiemiddelen die rechtstreeks bijdragen tot de supportopdrachten van de Kruispuntbank, d.w.z. : - boekhouding - personeelsbeleid - personeelsadministratie - communicatie 4. De vierde groep productiemiddelen omvat de supportproductiemiddelen die de productiemiddelen van de eerste, tweede én derde groep ondersteunen.Een verhoging van de werkdruk op de productiemiddelen uit de groepen 1, 2 en 3 heeft dan ook steeds een impact op de behoefde capaciteit van deze ondersteunende productiemiddelen, d.w.z. - economaat - secretariaat - bibliotheek - vertaling 1.4. Beschrijving van het model voor de bepaling van de beheerskredieten 1.4.1. Doelstelling De bedoeling is de begroting te bepalen die de Kruispuntbank nodig heeft voor de uitvoering van haar wettelijke opdrachten en de projecten vastgelegd in de bestuursovereenkomst.

De bouwstenen van het model voor de bepaling van de beheerskredieten zijn de productiemiddelen. De productiemiddelen centraliseren als kostenplaatsen alle kosten die op een directe of indirecte wijze ermee in verband staan.

Tegenover de totaliteit van de kosten van een productiemiddel, staat een capaciteit die door dit productiemiddel gegenereerd wordt. Een productiemiddel dat bestaat uit één voltijds medewerker stemt overeen met een capaciteit van 1600u op jaarbasis. Het aantal personeelsleden waaruit een productiemiddel opgebouwd is (uitgedrukt in voltijdse equivalenten), bepaalt de capaciteit van dat productiemiddel voor één jaar.

De deling van de totale kostprijs van een productiemiddel door haar capaciteit resulteert in een uurkostprijs van dat productiemiddel.

Het model voorziet dat alle werkingskosten, met uitzondering van de direct toewijsbare kosten, via de productiemiddelen door middel van een costdriver worden toegewezen aan de operationele basistaken, projecten en supportopdrachten. De costdriver is het aantal uren dat het productiemiddel eraan besteed heeft. 1.4.2. Componenten van de begroting.

De totale beheerskredieten voor een jaar zijn gewoonlijk gelijk aan de som van de domeinkosten en van de investeringsuitgaven. Eventueel wordt dit bedrag verhoogd met één of meerdere uitzonderlijke kosten.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B = geraamde begroting Di = kostprijs van een domein Yj = investeringsuitgaven (niet onmiddellijk toewijsbaar tot een domein) Ek = uitzonderlijke personeelsuitgaven In 2002 is een uitzonderlijke personeelskost voorzien, namelijk de « informaticapremie » die aan de personeelsleden die in 2000 en 2001 op informaticaprojecten hebben gewerkt, zal worden gestort. Het gaat om een niet structurele premie die slechts eenmaal zal worden gestort. De kostprijs van deze premie is noch in de productiemiddelen, noch in de investeringen voorzien; ze moet als een uitzonderlijke kost worden beschouwd. 1.4.3. Kostprijs van een domein.

De kostprijs van een domein is de som van de kosten die rechtstreeks aan een domein kunnen worden toegewezen en van de kostprijs van de productiemiddelen (hoeveelheid * eenheidsprijs) die voor dat domein werken. Deze kostprijs wordt als volgt berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld D = kostprijs van het domein Cp = prijs per uur van het productiemiddel p Qp = Costdriver ?d hoeveelheid (uitgedrukt in uren) productiemiddelen die per domein wordt gebruikt Cdirect = kosten die rechtstreeks kunnen worden toegewezen aan een domein. 1.4.4. Kostprijs van een productiemiddel. 1.4.4.1. Elementen van de kostprijs die in de analytische boekhouding in rekening worden gebracht De kostprijs van de productiemiddelen wordt berekend aan de hand van de kostprijs van het werkjaar n-1 die in de analytische boekhouding is geregistreerd. Deze kostprijs is in principe dezelfde als de kostprijs die in de algemene boekhouding is opgenomen. In uitzonderlijke omstandigheden worden bepaalde kostprijzen uit de algemene boekhouding niet opgenomen in de analytische boekhouding, nl. uitzonderlijke kosten. In andere omstandigheden daarentegen kunnen kostsupplementen worden opgenomen in de analytische boekhouding, het betreft bijkomende elementen.

Analystische kostprijs = kostprijs uit de algemene boekhouding - uitzonderlijke kosten + bijkomende elementen. - Kosten opgenomen in de algemene boekhouding : Er is sprake van kosten en niet van lasten. Het gaat in werkelijkheid om een cash flow perspectief : de begroting (de liquide middelen) berekenen die noodzakelijk is voor de werking van de KSZ gedurende één jaar. Bij deze aanpak mogen de niet-monetaire lasten niet in aanmerking worden genomen : hoofdzakelijk de afschrijvingen, de waardeverminderingen en de provisies. - Uitzonderlijke kosten : Ze worden niet in aanmerking genomen omdat ze abnormaal zijn voor het werkingsjaar; indien ze in rekening zouden worden gebracht, zouden er belangrijke schommelingen ontstaan in de kostprijs van de productiemiddelen van jaar tot jaar (cf. 1.4.2.). - Bijkomende elementen : In dit model worden als bijkomende elementen opgenomen enkel de kosten waarvan de periodiciteit niet past in een boekjaar. Bijvoorbeeld : het aantal geboorten : dit aantal kan een jaar gelijk zijn aan nul en het jaar daarop 6 of 8 bedragen. In dit geval dient een waarschijnlijkheid per jaar te worden berekend.

De Kruispuntbank heeft per rechthebbend personeelslid de volgende waarschijnlijkheden vastgelegd : - 10 % kans om geboortekosten te moeten betalen (geboortepremie en kinderbijslag), - 2 % kans om te moeten tussenkomen naar aanleiding van het overlijden van een statutair personeelslid, - 3 % kans om de last te moeten betalen van het in disponibiliteit stellen van een personeelslid wegens ziekte. 1.4.4.2. Methode voor de bepaling van de kostprijs van de productiemiddelen : De productiemiddelen centraliseren als kostenplaats alle kosten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - De directe kosten zijn rechtstreeks toewijsbaar aan de productiemiddelen, het betreft hoofdzakelijk loon- en opleidingscomponenten. - De indirecte kosten hebben betrekking op meerdere kostenplaatsen. In voorgaand schema en in de toelichting hierna wordt verklaard hoe de kosten worden opgesplitst tussen de verschillende productiemiddelen. 1.4.4.3. De primaire verdeling De primaire verdeling houdt een opsplitsing in van de indirecte kosten tussen de verschillende productiemiddelen volgens twee verdeelsleutels : |B4 de oppervlakte, d.w.z. het aantal gebruikte m2 per productiemiddel wordt gehanteerd voor de verdeling van alle huisvestingskosten (huur van het gebouw, energie- en onderhoudskosten van het gebouw, enz.) over de productiemiddelen; |B4 het aantal personeelsleden per productiemiddel werd in de overige gevallen gebruikt : - de personeelskosten die niet rechtstreeks aan een productiemiddel toewijsbaar zijn (kantoormeubilair, kantoorbenodigdheden, machines voor administratie, algemene verzekeringen, enz.), - de kosten van de wagens (benzine, onderhoud, verzekeringen, enz), - de kosten van de fotokopieën (onderhoud en uurkosten van de fotokopieermachines), - telefoonkosten (onderhoud, gesprekken), - de onkosten van het bedrijfsblad, - de kosten van het documentatiecentrum en de bibliotheek, de kosten van de sociale activiteiten, de kosten van alle ondersteunende activiteiten op het vlak van management (begeleiding door afdelingshoofd, management, staf, informaticastaf), de kosten van de arbeidsveiligheid en van de niet-informaticaverzekeringen, - de bijkomende elementen 1.4.4.4. De secundaire verdeling De secundaire verdeling bestaat erin de kostprijs van de supportproductiemiddelen (groep 4) op te splitsen tussen de overige productiemiddelen in functie van het aantal personeelsleden. 1.4.4.5. De verdeling van de activiteit van de diensthoofden De diensthoofden verdelen hun arbeidstijd tussen drie activiteiten : 1. het beheer van hun dienst (opvolging en begeleiding van hun personeelsleden, opvolging van de projecten, functioneringsgesprek, enz.); deze activiteiten hebben betrekking op supportopdrachten; 2. het management van de KSZ : beheeractiviteiten die niet specifiek zijn aan hun dienst (tijd besteed aan de stafvergaderingen, verslaggeving aan de directie, representatieopdrachten, enz.); deze activiteiten hebben betrekking op supportopdrachten; 3. hun eigenlijk werk als basisproductiemiddel (jurist, analist, veiligheidsexpert, enz) in andere domeinen als die vermeld in de 2 vorige punten;deze activiteiten hebben betrekking op projecten of operationele basistaken.

De kostenplaats van ieder diensthoofd wordt opgesplitst volgens de tijd die het diensthoofd besteedt aan deze drie activiteiten.

Met als resultaat dat de kostenplaats van de activiteit : - nr. 1 is opgesplitst tussen de verschillende productiemiddelen van de dienst. - nr. 2 is opgesplitst tussen de productiemiddelen van de KSZ. - nr. 3 is toegewezen aan het basisproductiemiddel waarmee het diensthoofd is belast : een overeenstemmende capaciteit (in uren) wordt bijgevolg toegevoegd aan dit productiemiddel.

De kostprijs van alle productiemiddelen van de KSZ neemt dus toe als gevolg van de verdeling van de kostprijs van de managementactiviteit van de diensthoofden en de kostprijs van de productiemiddelen van de dienst neemt toe als gevolg van de verdeling van de activiteit als diensthoofd.

Bij de berekening van de begroting moeten de uren die het diensthoofd besteedt aan managementactiviteiten of aan activiteiten als diensthoofd niet in rekening worden gebracht omdat deze uren reeds opgenomen zijn in de kostprijs van de overige productiemiddelen. Het is immers niet logisch te beschouwen dat een productiemiddel duurder uitvalt omdat het een diensthoofd nodig heeft bij de uitvoering van zijn opdracht en tegelijkertijd de kostprijs van dat diensthoofd in aanmerking te nemen wanneer hij bezig is met dat productiemiddel. 1.4.4.6. Berekening van de kostprijs per uur Elk productiemiddel stemt overeen met een bepaalde capaciteit. Een productiemiddel dat bestaat uit een voltijdse medewerker stemt overeen met een capaciteit van 1600u op jaarbasis; een productiemiddel dat bestaat uit twee voltijdse en een halftijdse medewerker stemt aldus overeen met een capaciteit van 4000u.

In deze 1600u is rekening gehouden met de feestdagen, de wettelijke vakantiedagen, het omstandigheidsverlof, sociale activiteiten en ziektedagen.

Door de totale kostprijs van een productiemiddel te delen door de capaciteit ervan krijgt men de kostprijs per uur van dat productiemiddel, ofwel de eenheidskostprijs van het productiemiddel Cp. eenheidsprijs van het productiemiddel = totale kostprijs productiemiddel/capaciteit van het productiemiddel 1.4.4.7. De indexering Aangezien de gegevens van de analytische boekhouding pas beschikbaar zijn wanneer het boekhoudjaar wordt afgesloten (jaar X-1), moet de kostprijs van de productiemiddelen twee maal per jaar worden bijgewerkt om de kostprijs van de productiemiddelen m.b.t. de begroting van het jaar X+1 te verkrijgen.

De kostprijs van de jaren x-1 en x bijwerken om de begroting van het jaar x+1 te verkrijgen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Principe De eenheidsprijs van een productiemiddel bestaat uit loon- en andere componenten.

Voor de niet loonsgebonden componenten gebeurt de indexering op basis van de index van de consumptieprijzen.

Voor de looncomponenten varieert de gebruikte index naar gelang de hoedanigheid van het personeelslid : rijkspersoneel (statutair of contractueel) of gedetacheerd personeel van de SmalS-MvM. De volgende aanpassing wordt gebruikt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. BEREKENING VAN DE BEHEERSKREDIETEN VOOR DE JAREN 2002, 2003 EN 2004 2.1. Waarschuwing In de begroting hierna werden de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit de opdrachten die door FEDICT aan de Kruispuntbank zijn toevertrouwd niet opgenomen; deze opdrachten werden toevertrouwd in uitvoering van artikel 8bis van de Kruispuntbankwet. In casu wordt de dotatie die in 2002 zal worden toegekend in uitvoering van artikel 35, 1°bis , van deze wet en de desbetreffende uitgaven niet in aanmerking genomen. 2.2. Eenheidsprijs van de productiemiddelen De eenheidsprijs werd berekend volgens de methode beschreven in punt 1.4.4. 2.2.1. Eenheidsprijs van de productiemiddelen Tabel 1 Eenheidsprijs 2000 per productiemiddel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.2.2. Berekening van de indexering Tabel 2 Samenstelling van de eenheidsprijs van de productiemiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.2.2.1. Indexering met betrekking tot het rijkspersoneel C1x : correctiefactor voor de personeelsuitgaven.

De variatiecoëfficiënt van toepassing op de personeelsuitgaven (1) : - werd in 2001 vastgelegd op 1,0233 - werd in 2002 vastgelegd op 1,015 C2X : loonsverhogingen. 2001 |B4 Loonkost van het rijkspersoneel (exclusief informatica-premie) in 2000 : 37.339.040 FB Voor het jaar 2001, stijging van de loonmassa ingevolge : - de anciënniteit en bevorderingen beloopt 448.648 FB - de werkgeversbijdragen op de stijging van de loonmassa : 184.496 FB - voor de uitoefening van een hoger ambt 376.000 FB 1.009.644 FB C2X = 1.009.644/ 37.339.040 = 0,02704 (2,7 %) 2002 |B4 Loonkost rijkspersoneel in 2001 : 37.339.040 + 1.009.644 = 38.348.684 FB -Voor het jaar 2002, stijging van de loonmassa ingevolge - de anciënniteit en de bevorderingen wordt geraamd op 239.275 FB - de werkgeversbijdragen op de stijging van de loonmassa : 70.961 FB 310.686 FB C2X+1 = 310.686 / 38.348.684 = 0,008102 (0,81 %) C3X : correctiefactor voor sociale programmatie.

Tot dusver onbekend, voorlopig wordt deze factor als onbestaande beschouwd.

C4X : correctiefactor voor de overige factoren.

Gelet op het uitzonderlijk karakter van de informatica-premies in 2002, worden deze niet in rekening gebracht bij de kostprijsberekening van de productiemiddelen, maar worden ze beschouwd als een uitzonderlijke kost. 2001 Verhoging om de terugbetaling van 88% of 80 % van de kosten voor openbaar vervoer van het personeel te verzekeren - NMBS 340.550 FB - MIVB/ TEC/De Lijn 108.804 FB 449.354 FB C4X = 449.354 / 38.348.684= 0,0116 (1,16%) Totaal Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C5x correctiefactor voor gedetacheerd personeel in het jaar x.

De MvM onderhandelt op dit ogenblik over een nieuwe collectieve overeenkomst waarvan de impact op de begroting nog niet bekend is.

Voor deze correctiefactor werd een coëfficiënt van 1,06 weerhouden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 3 Samenvatting van de correctiefactoren Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 4 Eenheidsprijs 2002 van de productiemiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.3. Toewijzing van de productiemiddelen aan de verschillende domeinen De toewijzing van de 6 productiemiddelen die rechtstreeks bijdragen tot de realisatie van de projecten aan de domeinen gaat in bijlage 2.

Het gaat om de volgende productiemiddelen : algemeen bestuur, externe betrekkingen, statistiek, jurist, analyse, programmeur. Enkel deze productiemiddelen werden in detail hernomen in deze bijlage 2, het gaat immers om productiemiddelen waarvan de toe te wijzen hoeveelheid evenredig is met de nieuwe realisaties die aan de KSZ gevraagd worden.

Het gaat immers om de kritieke massa productiemiddelen die zal evolueren in functie van de prioriteiten van de bestuursovereenkomst, het laat toe op een relatief precieze wijze de speelruimte te bepalen waarover de KSZ beschikt om nieuwe projecten te realiseren of fasen van bestaande projecten te wijzigen. opmerking : In alle tabellen met de toewijzing van productiemiddelen aan de domeinen, worden de « diensthoofden » op de volgende manier voor 100% gelijkgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze keuze is het gevolg van praktische overwegingen inzake de leesbaarheid van de tabellen. 2.3.1. Toewijzing van de productiemiddelen aan de operationele basisopdrachten De volgende tabel geeft een overzicht van de behoeften, uitgedrukt in uren, die nodig zijn voor de uitvoering van de operationele basisopdrachten van de Kruispuntbank. Deze behoeften zijn identiek voor de jaren 2002 tot 2004.

Tabel 5 Overzicht van de behoeften (in uren) voor de operationele basisopdrachten in 2002, 2003 en 2004 2002 tot 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.3.2. Toewijzing van de productiemiddelen aan de supportopdrachten De volgende tabel geeft een overzicht van de behoeften, uitgedrukt in uren, die nodig zijn voor de uitvoering van de supportopdrachten van de Kruispuntbank.

Tabel 6 Overzicht van de behoeften (in uren) voor de supportopdrachten in 2002, 2003 en 2004 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2003 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.3.3. Toewijzing van de productiemiddelen aan de projecten 2.3.3.1. Typologie van de projecten De volgende projecten worden onderscheiden : type 1 : standaardstroom : implementatie van een sociale gegevensstroom waarvoor de standaardarchitectuur van de gegevensstromen wordt gebruikt en waarvoor weinig of geen programmeringswerk is vereist; type 2 :project niet-standaard stroom : ontwikkeling van een sociale gegevensstroom waarvoor de standaardarchitectuur niet wordt gebruikt en waarvoor aldus programmeringswerk noodzakelijk is; type 3 :project stroom nieuwe sector : terbeschikkingstelling van de noodzakelijke stromen voor de integratie in het verwijzingsrepertorium en van de stromen met het Rijksregister en de Kruispuntbankregisters, evenals bijstand bij de identificatie van de personen; type 4 :project stroomarchitectuur : ontwikkeling van een nieuwe functie waarvan het nut gemeenschappelijk is voor de meeste stromen en die nuttig kan zijn voor de meerderheid van de instellingen van sociale zekerheid; type 6 :project basismultistromen : onderhoud van stromen (minimum 5 stromen) in productie die de basisdiensten van de Kruispuntbank vormen : verwijzingsrepertorium, Rijksregister en Kruispuntbankregister, SIS, LATG, DIMONA, bijdragebonnen, Europese stromen. type 7 : specifieke projecten : projecten die door hun specieke aard niet behoren tot één van de vorige types 1 tot 6. De uren voor deze projecten zijn gedefinieerd in functie van het specifiek karakter van elk project; alle administratieve projecten behoren tot deze categorie. Er dient opgemerkt dat statistiekprojecten (datawarehouse, steekproeven, specifieke statistieken) beschouwd worden als specifieke projecten.

Aangezien niet alle ontwikkelingsfasen van een project in hetzelfde jaar plaatsvinden, zullen de voor elk type project toegewezen uren over de drie grote fases van de ontwikkelingscyclus worden verdeeld.

Aan de hand van dit systeem, kan de volledige ontwikkelingscyclus van een project eventueel over verschillende jaren van de bestuursovereenkomst gespreid worden. De drie fasen omvatten de 8 verschillende ontwikkelingsactiviteiten die bij het imputatiesysteem worden gebruikt : |s4 fase 1 (ph1) :voorstudie, haalbaarheidsstudie, behoeftenanalyse |s4 fase 2 (ph2) :functionele analyse, analyse configuratie, programmering, testen |s4 fase 3 (ph3) :functionele testen, inproductiestelling.

Een project in productie wordt vervolgens verbeterd en verfijnd gedurende gemiddeld de 2 jaren die volgen op de periode van de ontwikkeling. Na deze twee jaren wordt een in theorie identieke kruissnelheid bereikt voor ieder jaar. De toewijzing van deze uren in kruissnelheid is noodzakelijk voor de opvolging, de verbeteringen, het onderhoud, de statistiek, de kwaliteitscontrole en de exploitatie (dit is het geval voor de projecten van type 6). |s4 A0 : ontwikkelingsperiode (fasen ph1 tot ph3). |s4 A1 : jaar 1 na inproductiestelling. |s4 A2 : jaar 2 na inproductiestelling. |s4 AS : volgende jaren van kruissnelheid (sequentieel).

De graad van complexiteit van elk project kan variëren van 1 tot 7 en beïnvloedt op die wijze het aantal voorziene uren in de typologie.

Aan elk type project wordt dus een reeks prestatie-uren toegewezen voor elk productiemiddel toegewezen aan de projecten. De volgende tabel houdt rekening met de complexiteitsgraad 1.

Tabel 7 Typologie van de projecten (complexiteit 1) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.3.3.2. Behoeften voor de gekende projecten op 1 augustus 2001 De volgende tabellen geven, voor de productiemiddelen die rechtstreeks bijdragen tot de realisatie van de projecten, een overzicht van de behoeften (in uren) op basis van de projecten die gekend zijn op 1 augustus 2001. - Voor de projecten van het type 1 tot 4 en 6, werden de schattingen berekend op basis van de typologie van de projecten. - Voor de projecten van het type 7 en 5 gaat het om schattingen die gemaakt werden door de diensthoofden en door de Directie.

Tabel 8 Overzicht van de behoeften (in uren) voor de gekende projecten voor het jaar 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 9 overzicht van de behoeften (in uren) voor de gekende projecten voor het jaar 2003 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 10 : Overzicht van de behoeften (in uren) voor de gekende projecten voor het jaar 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.3.4. Voorziene, toegewezen en beschikbare capaciteit Herinnering : De jaarlijkse capaciteit van een productiemiddel bestaande uit één voltijdse medewerker werd bepaald op 1.600 productieve uren. Dit cijfer houdt rekening met de verschillende soorten afwezigheden zoals bijvoorbeeld jaarlijks verlof, omstandigheidsverlof, ziekte, enz. 2.3.4.1. Voorziene capaciteit De voorziene capaciteit van de productiemiddelen toegewezen aan de realisatie van de KSZ-projecten werd als volgt vastgelegd. Er wordt rekening gehouden met de bestaande capaciteit op 01.08.2001 en de capaciteit die redelijk kan worden voorzien op 01.01.2002, 2003, 2004, rekening houdend enerzijds met een redelijke speelruimte om de nieuwe realisaties die aan de Kruispuntbank gevraagd zullen worden te kunnen opvangen en anderzijds met de redelijke vooruitzichten van nieuwe aanwervingen. Ten opzichte van de bestaande situatie op 01.08.2001 lijkt het aldus redelijk vanaf 1 januari 2002 de aanwerving te voorzien van volgende bijkomende productiemiddelen : |B4 op 1 januari 2002 - 1 PM analist, - 1 PM jurist, - 1 PM programmeur, - 1 PM externe betrekkingen, |B4 op 1 juli 2002 - 1 PM analist, - 1 PM programmeur.

Tabel 11 : voorziene capaciteit voor 2002 tot 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Voltijds equivalent 2.3.4.2. Toegewezen en beschikbare capaciteit Aan de hand van de voorziene capaciteit kunnen beschikbare uursaldo's worden uitgetrokken. Ze kunnen toegewezen worden om nieuwe projecten te realiseren, rekening houdend met de productiemiddelen die toegewezen werden aan de operationele basisopdrachten, de supportopdrachten en aan de projecten die op 01.08.2001 gekend zijn.

De toegewezen capaciteit zoals die weergegeven is in tabel 12 is het resultaat van de som van de capaciteiten van de productiemiddelen weergegeven in de tabellen 5, 6, 8, 9 en 10.

Tabel 12 : overzicht van de beschikbare capaciteit voor de jaren 2002 tot 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze ramingen dateren van 1 augustus 2001. Tegen het einde van het jaar zullen de beschikbare en toegewezen capaciteit gewijzigd worden in functie van de stand van werkzaamheden van de projecten. Zo zal de overgang van een project van fase A01 naar fase A02 uren vrijmaken voor het productiemiddel externe betrekkingen en uren afnemen van de productiemiddelen analist en programmeur.

De toekenning van nieuwe projecten zal echter altijd de beschikbare capaciteit verminderen.

Voorbeeld van toewijzing van beschikbare capaciteit Voor de jaren 2002 tot 2004 kan de beschikbare capaciteit worden toegewezen aan nieuwe administratieve of informaticaprojecten. Over de doelstellingen moet met de Regering worden onderhandeld. Indien de beschikbare capaciteit niet volstaat om alle nieuwe projecten waarover werd onderhandeld te realiseren, moeten voor de ontoereikende productiemiddelen nieuwe human resources worden aangeworven.

De capaciteit wordt aan de nieuwe projecten toegewezen op basis van de typologieparameters van de projecten : de graad van complexiteit van de projecten varieert van 1 tot 7; de fasen van de projectontwikkelingscyclus van elk project kunnen over 1 of over verschillende jaren gespreid worden.

Het voorbeeld hierna geeft een simulatie van toewijzing van beschikbare capaciteit voor de jaren 2002 en 2003 : voor het jaar 2002 : met gemiddelde complexiteit (4) : |B4 1 nieuw project van het type 2, (A01-2) voor het jaar 2003 : met gemiddelde complexiteit (4) : |B4 vervolg van het nieuwe project type 2 opgestart in 2002, (A03) |B4 5 nieuwe projecten van het type 1, (A01-2) |B4 5 nieuwe projecten van het type 2, (A01-2) |B4 1 nieuw project van het type 4, (A01-2) |B4 1 nieuw project van het type 7 waarvoor geen beroep moet worden gedaan op het productiemiddel externe betrekkingen. 2.4. Kostprijs van de domeinen De totale kostprijs van een domein is het resultaat van de som van de direct aan dit domein toewijsbare kosten en van de kostprijs van de aan dit domein toegekende productiemiddelen.

De direct toewijsbare kosten kunnen van de volgende aard zijn : - hetzij terugkerende werkingskosten, - hetzij eenmalige werkingskosten bijvoorbeeld met betrekking tot het opstarten van een project; deze laatste kosten kunnen gelijkgesteld worden met investeringen en kunnen dus jaarlijks worden overgedragen zoals voorzien in de bestuursovereenkomst.

De kosten die direct toewijsbaar zijn aan de operationele basisopdrachten, de projecten en supportopdrachten, weergegeven in de tabellen 13 tot 15, worden in detail besproken in bijlage 3.

De totale kostprijs van de productiemiddelen weergegeven in de tabellen 13 tot 15 is het resultaat van de vermenigvuldiging van de uren weergegeven in de tabellen 5, 6 en 8 tot 10 met de eenheidsprijs weergegeven in tabel 4.

Opmerking : De kosten voor 2003 en 2004 werden niet geïndexeerd omdat de indexeringsparameters tot dusver onbekend zijn. 2.4.1. Kostprijs van de operationele basisopdrachten De volgende tabel geeft een overzicht van de totale kostprijs van alle operationele basisopdrachten voor de jaren 2002, 2003 en 2004.

Tabel 13 Kostprijs van de operationele basisopdrachten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.4.2. Kostprijs van de supportopdrachten In bijlage 4 wordt de berekening in detail toegelicht. De berekening houdt rekening met de vermindering van de tijd toegewezen door de productiemiddelen « diensthoofd » aan de supportopdrachten (zie 1.4.4.5).

Tabel 14 Kostprijs van de supportopdrachten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.4.3. Kostprijs van de gekende projecten De volgende tabel biedt een overzicht van de totale kostprijs van alle projecten (zie bijlage 1) die op 1 augustus 2001 gekend zijn voor de jaren 2002, 2003 en 2004.

Tabel 15 Kostprijs van de gekende projecten voor 2002, 2003 en 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.4.4. Kostprijs van de beschikbare capaciteit voor de nog niet gekende projecten op 1/8/2001.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de kostprijs van de beschikbare capaciteit van de productiemiddelen uit groep 2 voor de jaren 2002, 2003 en 2004.

Tabel 16 Kostprijs van de beschikbare capaciteit voor de jaren 2002, 2003 en 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.5. Kostprijs van de investeringen Van 2002 tot 2004 zijn de investeringen uitsluitend van informatica-aard. De andere investeringen met betrekking tot de aankoop van roerende goederen en de bibliotheek zijn inbegrepen in de kostprijs van de productiemiddelen.

Een bedrag van 200.000 frank met betrekking tot de aankoop van software werd echter al in rekening gebracht als direct aan de supportopdrachten toewijsbare kost (rubriek beheer). 2.5.1. Investeringsuitgaven inzake informatica Tabel 17 Investeringsuitgaven inzake informatica Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.6. Uitzonderlijke kosten - Het bedrag van de in 2002 te storten informaticapremie 5 459 141 - Verhoging van de huur in 2002 (3) 1 000 000 - Totaal 6 459 141 2.7. Synthese De beheerskredieten voor de jaren 2002-2004 werden berekend op basis van de kosten die via de productiemiddelen verrekend worden (inclusief de beschikbare capaciteit), vermeerderd met de direct toewijsbare kosten, en dit zowel voor de operationele basisopdrachten, de projecten en de supportopdrachten. Bij deze kosten komen nog de investeringsuitgaven die niet aan een specifiek domein toegewezen kunnen worden en de eventuele uitzonderlijke kosten.

De onderstaande tabel bevat de benodigde beheerskredieten voor de Kruispuntbank voor de jaren 2002, 2003 en 2004.

De cijfers voor de jaren 2003 en 2004 zijn niet geïndexeerd.

Tabel 18 Totaal aan beheerskredieten voor de jaren 2002, 2003 en 2004 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Een aantal operationele basisopdrachten en projecten geven aanleiding tot inkomsten die in mindering gebracht moeten worden van de totale beheerskredieten voor de jaren 2002, 2003 en 2004. Deze inkomsten hebben betrekking op + 1,1 % van de totale begroting. 2.8. Personeelsuitgaven Tabel 19 biedt een overzicht van de voltijds equivalenten van elk productiemiddel voor de statutaire, contractuele en gedetacheerde personeelsleden voor de jaren 2002, 2003 en 2004.

Deze tabel neemt als vooruitzicht de aanwerving in 2002 van : Op 1 januari 2002 |B4 1 PM analist, |B4 1 PM jurist, |B4 1 PM programmeur, |B4 1 PM externe betrekkingen.

Op 1 juli 2002 |B4 1 PM analist, |B4 1 PM programmeur.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In 2003 en 2004 zullen de productiemiddelen analist en programmeur elk 8 voltijdse equivalenten bedragen, dit is in totaal 74,8 voltijdse equivalenten.

De voltijdse equivalenten voor de jaren 2002, 2003 en 2004 zijn berekend op basis van de projecten die gekend zijn op 1 augustus 2001.

Deze cijfers kunnen in de toekomst wijzigen op basis van het aantal te realiseren projecten.

In uitvoering van artikel 5, § 2, 6° van het Responsabiliseringsbesluit, dienen de personeelsuitgaven afzonderlijk te worden gepresenteerd; de tabellen 20 en 21 van dit document omvatten de personeels- en opleidingskosten van de voltijdse equivalenten van tabel 19.

In de tabellen 20 en 21 : - staan enkel de basisproductiemiddelen, d.w.z. de productiemiddelen die rechtstreeks bijdragen tot de realisatie van de operationele basistaken, projecten of supportopdrachten. De kostprijs van de overige productiemiddelen (supportproductiemiddelen, diensthoofd) zijn inbegrepen in de kostprijs van de basisproductiemiddelen; - het deel van de looncomponenten dat inbegrepen is in de eenheidsprijs van de productiemiddelen komt overeen met het geïndexeerde bedrag van de twee laatste kolommen van tabel 2; deze kostprijs wordt berekend aan de hand van de analytische boekhouding 2000; - de capaciteit van de productiemiddelen die in rekening gebracht moet worden bij de berekening van de begroting komt overeen met de totale capaciteit van de basisproductiemiddelen (cf. punt 1.4.4.5 en bijlage 4); - de vermenigvuldiging van deze twee elementen geeft de kosten voor personeel en opleiding van ieder productiemiddel.

Tabel 20 Bestuursovereenkomst : ramingen van de personeelsuitgaven voor de jaaren 2003-2004 (74,8 VTE) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 21 Bestuursovereenkomst : ramingen van de personeelsuitgaven voor het jaar 2002 (74,8 VTE) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bij wijze van vergelijking, de « klassieke » begroting, berekend op basis van 90,6 voltijdse equivalenten, geeft een resultaat van 222.458.000 frank.

Tabel 22 Klassieke begroting : ramingen van de personeelsuitgaven voor de jaren 2002 tot 2004 (90,6 VTE) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de « klassieke » begroting werd steeds rekening gehouden met de hypothese van een 100% bezetting van de personeelsformatie en van de bijkomende aanwerving van contractuele personeelsleden voor de uitoefening van specifieke opdrachten.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons Besluit van 8 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE (1) Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Bestuur van de informatie, Cel Voogdij, Richtlijnen betreffende de begroting 2002, Brussel, 09/07/2001 (2) Indexcijfer der consumptieprijzen.Inflatievooruitzichten.

Federaal Planbureau, WWW.plan.fgov.be/fr/projects/indprix/indprix.htm, 05 /07/2001. (3) Dit bedrag had in rekening moeten worden gebracht in de indexeringscoëfficiënt C4x van de kostprijs van de productiemiddelen. Wanneer deze berekening gemaakt werd was deze informatie nog niet beschikbaar.

^