Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 augustus 1997
gepubliceerd op 07 maart 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012539
pub.
07/03/1998
prom.
08/08/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1969, inzonderheid op de artikelen 6, 7 en 8;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.

Art. 2.De Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1995 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 1995 onder het nummer 38302/CO/121)

Artikel 1.Artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1969, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 6.Het mandaat van de syndicale afgevaardigden duurt in principe 4 jaar, het is stilzwijgend hernieuwbaar, telkens voor een nieuwe periode van 4 jaar.

Om administratieve redenen en naar aanleiding van de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen, worden de syndicale organisaties verzocht de lijst van hun syndicale afgevaardigden te actualiseren. »

Art. 2.Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1969, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.Het mandaat van syndicale afgevaardigde neemt een einde : 1° zodra de syndicale afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het werkliedenpersoneel dat hij moest vertegenwoordigen;2° wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van de vakorganisatie waartoe hij behoorde bij zijn aanstelling;3° in geval van ontslag om dringende redenen;4° wanneer de bij artikel 5 vastgestelde voorwaarden niet meer zijn vervuld.»

Art. 3.Artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1969, wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 8.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt, behoudens om dringende reden of behoudens om economische of technische redenen, voorafgaandelijk voor te leggen aan het paritair comité.

De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde af te danken om economische of technische reden, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag, volgend op de datum van de verzending.

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van 7 dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven; de periode van 7 dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Bij gebreke aan een akkoord binnen de 7 dagen, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen; de maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de 30 dagen van de aanvraag tot tussenkomst, zal het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd. »

Art. 4.De artikelen 8bis, 8ter, 8quater, 8quinquies, 8sexties, 8septies en 8octies, luidend als volgt, worden in voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 1968 ingevoegd : «

Art. 8bis.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens dringende reden, moet de syndicale organisatie daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht.

Art. 8ter.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever, die de syndicale afgevaardigde heeft ontslagen, verschuldigd in navolgende gevallen en voor zover de werknemer of de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen zijn reïntegratie niet heeft aangevraagd binnen de in artikel 8quater van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde termijnen : 1. indien de werkgever een syndicale afgevaardigde heeft ontslagen zonder in voormeld artikel 8 bepaalde procedure na te leven;2. indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 8, eerste lid, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;behoudens in geval van een schriftelijk akkoord tusen de werknemersorganisatie en de werkgever; 3. indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. Onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juni 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, is de forfaitaire vergoeding gelijk aan de bruto-bezoldiging van : - 2 jaar zo de afgevaardigde minder dan tien dienstjaren in de onderneming telt; - 3 jaar zo de afgevaardigde tien doch minder dan twintig dienstjaren in de onderneming telt; - 4 jaar zo de afgevaardigde twintig of meer dienstjaren in de onderneming telt.

Deze vergoeding is niet verschuldigd, wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt bepaald in artikel 16 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden.

Art. 8quater.Wanneer de werkgever een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst zonder de bij de artikelen 8 en 8bis bedoelde voorwaarden en procedures na te leven, kan de werknemer of de organisatie die zijn kandiatuur heeft voorgedragen zijn reïntegratie in de onderneming aanvragen onder dezelfde voorwaarden als die welke hij voor de beëindiging van de overeenkomst genoot, op voorwaarde dat bij een ter post aangetekende brief hiertoe een aanvraag wordt ingediend binnen de 30 dagen volgend op de datum van de betekening van de opzegging of de datum van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zonder opzegging.

Art. 8quinquies.Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 8quater, moet de werkgever, die de werknemer reïntegreert, het gederfde loon en de uit hoofde van dat loon verschuldigde werkgevers- en werknemersbijdragen voor sociale zekerheid storten.

Art. 8sexties.Wanneer de werknemer of de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen zijn reïntegratie heeft aanvaard en deze door de werkgever niet werd aanvaard binnen dertig dagen na de dag waarop het verzoek hem bij een ter post aangetekende brief werd verzonden, moet de werkgever aan de werknemer de bij artikel 8ter bedoelde vergoeding betalen, evenals het loon voor het nog resterende gedeelte van de periode tot het einde van het mandaat van 4 jaar.

Art. 8septies.De vergoedingen voorzien bij de artikelen 8ter en 8sexties zijn niet verschuldigd in het geval dat, in het kader van personeelsovername in geval van contractwisseling op wervan van dagelijks onderhoud of als gevolg van de Europese wetgeving, de syndicale afgevaardigde wordt overgenomen door het bedrijf dat het contract verwerft.

Art. 8octies.Een afgevaardigde wiens mandaat door zijn organisatie wordt ingetrokken, geniet evenwel de in deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogde bescherming niet meer vanaf de dag dezer intrekking. »

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1995 en heeft dezelfde geldigheidsduur als deze welke zij wijzigt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^