Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 augustus 1997
gepubliceerd op 24 oktober 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het brugpensioen op 55 jaar in de groentenconservennijverheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012565
pub.
24/10/1997
prom.
08/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/08/1997012565/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het brugpensioen op 55 jaar in de groentenconservennijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen inzonderheid op artikel 23;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het brugpensioen op 55 jaar in de groentenconservennijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997 Conventioneel brugpensioen op 55 jaar voor de werklieden en werksters van de groentenconservennijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 7 april 1997 onder het nummer 43785/CO/118.09)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de groentenconservennijverheid, met name de ondernemingen van de groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als Rijksdienst voor sociale zekerheid -kengetal het nummer 51/............ dragen.

Tot de sector van de groentenconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige produkten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries.

Art. 2.De aanvullende vergoeding, ingesteld in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale arbeidsraad wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden of werksters en permanente arbeiders zijn en die de leeftijd van 55 jaar of meer bereiken en die voldoen aan de wettelijke gestelde anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werklieden en werksters die de ouderdom van 55 jaar of meer bereiken, die, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996), en haar uitvoeringsbesluiten, een beroepsverleden kunnen aantonen van 33 jaar als werknemer, waarvan 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, die een beroepsloopbaan van 10 jaar in het bedrijf of de sector van de voedingsnijverheid hebben en die voldoen aan de wettelijke gestelde anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.

Art. 4.Onder voorbehoud van de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, moet het ontslag waarvan sprake in artikel 2, het gevolg zijn van een initiatief van de werkgever en/of de vraag kan uitgaan van de werknemer. Partijen zullen rekening houden met de arbeidsorganisatorische omstandigheden. Voor de ondernemingen die 10 werknemers en minder tewerkstellen gaat het ontslag uitsluitend uit van de werkgever.

Art. 5.De aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 wordt betaald door de werkgevers bedoeld in artikel 1.

Art. 6.Overeenkomstig de wettelijke bepalingen is de vervanging van de bruggepensioneerde verplicht. De sancties, onder welke vorm ook, die voortvloeien uit de wettelijke verplichtingen inzake brugpensioen blijven volledig ten laste van de individuele ondernemingen.

De vervanging van de bruggepensioneerde werkman of werksters zal in principe gebeuren door een werkman of werkster. De afwijking op deze bepaling wodt toegelicht voor de ondernemingsraad.

Art. 7.De biezondere maandelijkse werkgeversbijdrage per bruggepensioneerde blijven volledig ten laste van de individuele ondernemingen.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1997.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^