Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 december 2006
gepubliceerd op 30 januari 2007

Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie aan sommige erkende geïntegreerde diensten voor thuisverzorging in het kader van een project ter bevordering van de communicatie tussen zorgverstrekkers betrokken bij de zorg voor oudere en voor sterk afhankelijke patiënten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2006023370
pub.
30/01/2007
prom.
08/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/08/2006023370/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie aan sommige erkende geïntegreerde diensten voor thuisverzorging in het kader van een project ter bevordering van de communicatie tussen zorgverstrekkers betrokken bij de zorg voor oudere en voor sterk afhankelijke patiënten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wet op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, inzonderheid op artikel 5, § 1 gewijzigd door de wet van 8 augustus 1980, het koninklijk besluit nr. 59 van 22 juli 1982 en de wet van 25 januari 1999;

Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op artikel 2.25.4;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 oktober 2006;

Overwegende dat de oprichting van therapeutische teams, samengesteld uit verschillende zorgverstrekkers die rond een patiënt samenwerken en continu relevante informatie uitwisselen, vandaag een federale prioriteit is;

Overwegende dat het "Protocol nr. 3 gesloten tussen de federale Regering en de Overheden, bedoeld in artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid", dat op 1 oktober 2005 in werking trad, het belang bevestigt van de uitbouw van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging als platform voor de organisatie van continuïteitsgerichte zorg voor bejaarde personen en voor multidisciplinair overleg;

Overwegende dat de demografische veranderingen (daling van het geboortecijfer, vergrijzing van de bevolking) leiden tot een evolutie van de morbiditeit die door de verschillende zorgniveaus moeten worden opgevangen;

Overwegende dat de zieken almaar ouder worden, vaak chronische aandoeningen en verschillende aangetaste organen of stelsels hebben;

Overwegende dat dit een correcte evaluatie van de zelfredzaamheid van de patiënt vereist en, bijgevolg de invoering van aangepaste zorgprotocollen met een duidelijke taakverdeling;

Overwegende dat de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging de aangewezen structuren zijn om aan dit doel te beantwoorden;

Overwegende dat deze evolutie een nieuwe aanpak vereist op het vlak van samenwerking binnen de eerstelijnszorg enerzijds, en tussen eerstelijns- en tweedelijnszorg anderzijds;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "geïntegreerde dienst voor thuisverzorging", verder "GDT" genoemd, de dienst bepaald in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging en erkend overeenkomstig hetzelfde besluit;2° "zorgzone" : de zorgzone bepaald in artikel 1, 3°, van voormeld koninklijk besluit van 8 juli 2002;3° "Residence Assessment Instrument", verder "RAI" genoemd : een instrument om de zelfredzaamheid van patiënten en het zorgplan op te volgen.

Art. 2.In het kader van een programma ter bevordering van de communicatie tussen zorgverstrekkers betrokken bij de zorg voor oudere en voor sterk afhankelijke patiënten, kent de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu aan sommige GDT's, voor het jaar 2006, een subsidie toe, ingeschreven op basisallocatie 52.48.33.36.44, overeenkomstig de criteria bepaald in dit besluit. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu kent deze subsidie toe binnen de grenzen van de kredieten die in zijn begroting zijn opgenomen. HOOFDSTUK I. - Criteria voor de toekenning van de subsidie

Art. 3.Om de in artikel 2 bepaalde subsidie te kunnen genieten, moet de GDT een project ontwikkelen dat kadert in één van de opdrachten die aan de GDT's zijn toegekend, bepaald in artikelen 8 tot 11 van voormeld koninklijk besluit van 8 juli 2002. Dit project moet in het bijzonder : - de kennis, het aanleren en de verspreiding van de RAI methode in de GDT's bevorderen in het kader van het multidisciplinair overleg of de oprichting van therapeutische eerstelijnsteams, opgebouwd rond de patiënt. Deze opdracht zal het verplicht gebruik van de internetsite "BELRAI" impliceren, en : - samenwerkings- en/of communicatieprotocollen uitwerken rond RAI en het gedeeld medisch dossier op lokaal-regionale basis, waarbij huisartsenkringen worden betrokken en, waar mogelijk, naast de eerstelijnszorg, ook de Rust- en Verzorgingstehuis en de verwijzing naar de tweedelijnszorg. Voor deze tweede opdracht zal het accent in het bijzonder gelegd worden op de verbetering van de deelname van huisartsen in het kader van het multidisciplinair overleg rond de RAI methode binnen de GDT's. Om dit te bereiken, zullen verschillende acties ondernomen worden in samenwerking met de wetenschappelijke universiteitsgroepen belast met het bestuderen van de noodzakelijke voorwaarden voor de implementatie van RAI in België, maar ook, waar mogelijk, in nauw overleg met de wetenschappelijke verenigingen van huisartsen.

Voormeld project moet een maximale duur van 10 maanden bestrijken. HOOFDSTUK II. - Procedure voor de toekenning van de subsidie

Art. 4.Elk van de GDT's die werden geselecteerd, zal verzocht worden een overeenkomst te sluiten met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefinilieu, waarvan het model door de Directoraten-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen en Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu samen zal worden opgesteld.

De duur van elke projectovereenkomst komt overeen met de duur van de uitvoering van dit project. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de toegekende subsidie

Art. 5.Een subsidie, die de uitvoering van het voorgestelde project dekt, wordt toegekend aan de GDT's die, overeenkomstig art. 4, een overeenkomst hebben gesloten met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Het bedrag van de toelage wordt bepaald door het aantal inwoners voor elk van de zorgzones beschikbaar op 1 oktober 2006.

De toelage dient enerzijds voor het ondersteunen van de prestaties van de invoering van de gegevens nodig in de RAI en de begeleiding van die invoering, en anderzijds voor het ondersteunen van de ontwikkeling van het multidisciplinair overleg rond de RAI en de patiënt.

Wat de prestaties van de invoering betreft, ontvangen de GDT's met in hun zorgzone hetzij minder dan 200.000 inwoners, hetzij tussen de 200.000 en 400.000, hetzij meer dan 400.000 inwoners, respectievelijk een bedrag overeenkomend met de afhandeling van 20, 40 en 60 volledige RAI protocollen. De som voor de afhandeling van één RAI protocol bedraagt 160 EUR en komt overeen met 4 werkuren op basis van 40 EUR per uur.

Wat de begeleiding van de invoering betreft, wordt aan de GDT's een vast bedrag van 6.400 EUR toegekend, overeenkomend met acht vergaderingen van 4 uur met 5 personen op basis van 40 EUR per uur.

Wat de ontwikkeling van multidisciplinair overleg betreft, ontvangen de GDT's een forfaitair bedrag gelijk aan 0,056 EUR per inwoner van hun zorgzone.

Het totaal bedrag van de toelage voor de prestaties van de invoering, het begeleiden van de invoering en de ontwikkeling van het multidisciplinair overleg, ontvangen door elk GDT, mag 60.000 EUR niet overschrijden.

De helft van het aan elke GDT toegekende bedrag zal worden gestort na de ondertekening door de Minister van de overeenkomst die hem aanbelangt, bepaald in artikel 4.

Het resterende bedrag zal worden gestort na ontvangst door het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer en het begeleidingscomité, van het eindverslag bepaald in artikel 9 en na onderzoek van de boekhoudkundige verantwoordingsstukken.

Bij de verantwoordingsstukken horen tenminste : - een overzicht van het aantal volledig ingevulde en door de begeleidingsgroep gevalideerde RAI-protocollen; - een lijst van de gehouden vergaderingen voor de begeleiding van de invoering met de op eer getekende aanwezigheidslijsten als bijlage; - een op eer getekende lijst van de door de overlegteams gepresteerde uren volgens het standaard model door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ter beschikking gesteld.

Art. 6.Wat het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad betreft, gebeurt de verdeling van de toelage, per zorgzone, tussen de GDT die zich bekent als behorend tot de Vlaamse Gemeenschap, de GDT die zich bekent als behorend tot de Franse Gemeenschapscommissie en de GDT die zich bekent als behorend tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, volgens een verdeelsleutel vastgesteld door de bevoegde overheid op basis van het aantal inwoners. HOOFDSTUK IV. - Beheer van de uitgevoerde projecten

Art. 7.Binnen de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zal een begeleidingscomité worden opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de Directoraten-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen en Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, een vertegenwoordiger van de Minister van Volksgezondheid, vertegenwoordigers van de geselecteerde projecten, van de wetenschappelijke universiteitsgroepen belast met het bestuderen van de noodzakelijke voorwaarden voor de implementatie van RAI in België, vertegenwoordigers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en vertegenwoordigers van Gemeenschappen en Gewesten. De deelname aan deze werkgroep hoort bij de bovenvermelde uren van overleg.

Dat begeleidingscomité zal met name tot taak hebben de follow-up en begeleiding van de projecten van de contracterende GDT's te verzekeren.

Het comité kan, indien het dit nodig acht, de GDT's bijeenroepen, teneinde de vorderingsgraad van hun project toe te lichten.

Enkel de vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en van de Minister van Volksgezondheid zijn gemachtigd om de definitieve resultaten en de boekhoudkundige stukken voor de betaling, door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, van het saldo van de toelage vermeld in artikel 5 te valideren.

Art. 8.De contracterende GDT's bezorgen, zowel aan de Directoraten-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen en Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer als aan het begeleidingscomité, een eindverslag waarin de uitvoering van hun project wordt beschreven, en dit uiterlijk een maand na afloop van het project.

Het model van activiteitenverslag en het model van eindverslag die bij de verslagen moeten worden gevoegd, zullen door de Directoraten-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen en Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer gepreciseerd worden.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 november 2006.

Art. 10.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^