Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 februari 1999
gepubliceerd op 23 april 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 maart 1995 tot oprichting van de Nationale Raad voor het bloed

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022185
pub.
23/04/1999
prom.
08/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/08/1999022185/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 maart 1995 tot oprichting van de Nationale Raad voor het bloed


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikelen 37 en 107 van de Grondwet;

Gelet op het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid en van het Gezin afhangen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 januari 1960;

Gelet op het koninlijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikelen 5, 2° en 14, 1°, b);

Gelet op het koninklijk besluit van 21 maart 1995 tot oprichting van de Nationale Raad voor het Bloed;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 16 oktober 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Openbaar Ambt, gegeven op 5 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 mei 1998;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de leden van de Nationale Raad voor het Bloed benoemd werden bij koninklijk besluit van 21 maart 1995, dat op 31 mei 1995 in werking is getreden, dat reeds verschillende vergaderingen hebben plaats gehad en dat, voor de goede werking van deze raad, de door zijn leden gedane kosten zo spoedig mogelijk moeten worden terugbetaald;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 21 maart 1995 tot oprichting van de Nationale Raad voor het Bloed wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 11bis.De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Raad hebben recht op : 1° een presentiegeld, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid en het Gezin afhangen.De leden die ambtenaar zijn kunnen alleen aanspraak erop maken in de mate waarin hun aanwezigheid op de vergaderingen prestaties vergt buiten hun gewone diensturen; 2° de terugbetaling van de reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965, houdende algemene regeling inzake reiskosten;3° de terugbetaling van de verblijfskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 december 1964, tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel van de ministeries. Voor de toepassing van dit artikel worden de leden van de Raad die geen ambtenaar zijn gelijkgesteld met de ambtenaren die een graad bekleden van rang 15 tot 17. »

Art. 2.Onze Minister van Volksgezonheid en Pensioenen is met de uitvoering van dit besluit belast.

Gegeven te Brussel, 8 februari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^