Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 februari 2010
gepubliceerd op 12 februari 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de aanrekeningsregels voor de belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003084
pub.
12/02/2010
prom.
08/02/2010
ELI
eli/besluit/2010/02/08/2010003084/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de aanrekeningsregels voor de belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 14524, § 1, zevende lid, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001 en gewijzigd bij de programmawet van 23 december 2009;

Gelet op het KB/WIB 92, artikel 6311, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2002 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 2004 en 27 januari 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 januari 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 21 januari 2010;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : - vanaf aanslagjaar 2010 in bepaalde gevallen een overdracht mogelijk is van de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven als bedoeld in artikel 14524, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 in de mate dat het maximumbedrag van de vermindering wordt overschreden; - ingevolge een wijziging van artikel 14524, § 1, zevende lid, van het hetzelfde Wetboek door de programmawet van 23 december 2009 de Koning gemachtigd is om de volgorde voor de aanrekening van de verminderingen voor energiebesparende uitgaven vast te leggen; - de volgorde van aanrekenen van de verminderingen een impact heeft op de belastingberekening, desgevallend voor meerdere aanslagjaren; - de volgorde van aanrekenen eveneens een impact heeft op de opmaak van de aangiftes in de personenbelasting en de belasting niet-inwoners/natuurlijke personen; - de formulieren voor de aangifte in de personenbelasting en de belasting niet-inwoners/natuurlijke personen en de berekeningsprogramma's voor diezelfde belastingen voor het aanslagjaar 2010 zo snel mogelijk moeten worden opgemaakt; - dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden genomen;

Gelet op advies 47.760/1 van de Raad van State, gegeven op 28 januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Onze Staatssecretaris voor de Milieufiscaliteit, toegevoegd aan de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6311 van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2002 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 2004 en 27 januari 2009, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende "§ 3. De in artikel 14524, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde verminderingen worden per belastbaar tijdperk en per woning aangerekend in de hierna vermelde volgorde : 1° de in artikel 14524, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde verhoging van de verminderingen;2° het in artikel 14524, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde basisbedrag van de verminderingen. De in het eerste lid, 1° bedoelde verhoging wordt op de voor die verhoging in aanmerking komende verminderingen aangerekend in de hierna vermelde volgorde : 1° de verminderingen die niet naar een volgend belastbaar tijdperk kunnen worden overgedragen;2° de verminderingen die van vorige belastbare tijdperken zijn overgedragen, te beginnen met de oudste;3° de verminderingen voor de uitgaven gedaan tijdens het belastbaar tijdperk die naar volgende belastbare tijdperken kunnen worden overgedragen. Binnen elk van de in het tweede lid, 2° en 3°, bedoelde groepen worden de verminderingen aangerekend in de hierna vermelde volgorde : 1° de vermindering voor de uitgaven vermeld in artikel 14524, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek;2° de vermindering voor de uitgaven vermeld in artikel 14524, § 1, eerste lid, 3°, van hetzelfde Wetboek. Het in het eerste lid, 2°, bedoelde basisbedrag wordt aangerekend in de hierna vermelde volgorde : 1° de verminderingen die niet naar een volgend belastbaar tijdperk kunnen worden overgedragen;2° de verminderingen die van vorige belastbare tijdperken zijn overgedragen, te beginnen met de oudste;3° de verminderingen voor de uitgaven gedaan tijdens het belastbaar tijdperk die naar volgende belastbare tijdperken kunnen worden overgedragen. Binnen elk van de in het vierde lid bedoelde groepen worden de verminderingen aangerekend in de hierna vermelde volgorde : 1° de verminderingen die voor de belastingplichtige in aanmerking kunnen komen voor de omzetting in een belastingkrediet als bedoeld in artikel 156bis, eerste lid, 2° van hetzelfde Wetboek;2° de verminderingen die niet in aanmerking komen voor de in artikel 14524, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde verhoging, noch voor de belastingplichtige in aanmerking kunnen komen voor de omzetting in een belastingkrediet als bedoeld in artikel 156bis, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek;3° de verminderingen die in aanmerking komen voor de in artikel 14524, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde verhoging. De in het vijfde lid, 3° bedoelde verminderingen worden aangerekend in de hierna vermelde volgorde : 1° de vermindering voor de uitgaven vermeld in artikel 14524, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek; 2° de vermindering voor de uitgaven vermeld in artikel 14524, § 1, eerste lid, 3°, van hetzelfde Wetboek."

Art. 2.Artikel 1 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2010.

Art. 3.Onze Minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 februari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Staatssecretaris voor de Milieufiscaliteit, toegevoegd aan de Minister van Financiën, B. CLERFAYT Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 20 september 2001.

Programmawet van 23 december 2009, Belgisch Staatsblad van 30 december 2009, ed. 1.

Koninklijk besluit van 20 december 2002, Belgisch Staatsblad van 28 december 2002, ed. 2.

Koninklijk besluit van 23 juni 2004, Belgisch Staatsblad van 7 juli 2004, ed. 1.

Koninklijk besluit van 27 januari 2009, Belgisch Staatsblad van 3 februari 2009.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

^