Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 januari 2004
gepubliceerd op 30 maart 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202317
pub.
30/03/2004
prom.
08/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/08/2003202317/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64886/CO/128.03) A. Oprichting

Artikel 1.Het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid heeft, bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid waarvan de statuten hieronder zijn vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid. Zij heeft uitwerking op 1 januari 2003 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Elke van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen. Deze opzegging wordt betekend ten laatste op 30 juni bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid en aan elk der ondertekenende partijen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop het aangetekend schrijven aan de voorzitter is gestuurd.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1971 tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor het handschoenbedrijf (koninklijk besluit van 5 december 1972), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1975 (koninklijk besluit van 22 juli 1975) en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 1973 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2003.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten wordt opgeheven vanaf 1 januari 2003 (koninklijk besluit van 5 augustus 1991).

Het Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid neemt de rechten en de plichten over en neemt het actief en het passief over van het Fonds voor bestaanszekerheid voor het handschoenbedrijf en van het Fonds voor het marokijnwerk vermeld in het tweede en het derde lid van dit artikel.

B. Statuten

Artikel 1.Er wordt vanaf 1 januari 2003 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid ».

Art. 2.Het fonds verzekert de financiering, de toekenning en de vereffening van aanvullende sociale voordelen, vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de werklieden en werksters die vallen onder de bevoegdheid van hogergenoemd paritair subcomité.

Art. 3.De geldmiddelen van het fonds bestaan uit bijdragen gestort door de werkgevers vallend onder de bevoegdheid van het betrokken paritair subcomité, bedoeld onder artikel 2.

Art. 4.De bijdrage wordt vastgesteld in verhouding tot de brutolonen welke door de werkgever aan de in artikel 2 bedoelde werklieden en werksters uitgekeerd worden.

Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld door het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Art. 5.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 6.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het paritair beheerscomité voorzien bij artikel 9.

Deze kosten worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomend van de storting der bijdragen en eventueel door een afhouding op de voorziene bijdragen en waarvan het bedrag vastgesteld is door het paritair beheerscomité.

Art. 7.De werklieden en werksters, waarvan sprake in artikel 2, hebben recht op aanvullende voordelen waarvan het bedrag, de aard en de voorwaarden van toekenning worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 8.De uitbetaling van de aanvullende vergoedingen kan in geen enkel geval afhankelijk gemaakt worden van de betaling der verschuldigde bijdragen door de werkgever.

Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité bestaande uit vier effectieve leden die de beheerders zijn van dit fonds.

De helft van deze leden wordt aangeduid door en onder de leden van het paritair subcomité, benoemd op voordracht van de beroepsorganisaties van de werkgevers; de ander helft van de leden wordt aangeduid door en onder de leden van bedoeld paritair subcomité die de werklieden vertegenwoordigen.

De leden van dit paritair beheerscomité worden aangesteld voor dezelfde periode als deze van hun mandaat van lid van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Het paritair beheerscomité wordt aangevuld door vier plaatsvervangende leden die aangeduid worden onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur als de effectieve leden. In geval van tijdelijk beletsel vervangen de plaatsvervangende leden de effectieve leden met dezelfde bevoegdheid.

De functie van effectief of plaatsvervangend lid in het paritair beheerscomité vervalt door ontslag, overlijden of wanneer het mandaat van het lid van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid een einde neemt of wegens ontslag gegeven door de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van degene die hij vervangt.

De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid van het paritair beheerscomité zijn hernieuwbaar onder dezelfde voorwaarden als deze waaronder zij aangeduid worden.

Art. 10.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met verbintenissen van het fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het mandaat van beheer dat zij ontvangen hebben.

Art. 11.Het paritair beheerscomité kiest elk jaar een voorzitter onder zijn leden.

Art. 12.Het paritair beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide rechten voor het beheer en de administratie van het fonds zonder nochtans deze bij de wet of door de huidige statuten voorbehouden aan het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid te schaden.

Het paritair beheerscomité heeft onder meer als opdracht : 1) over te gaan tot de aanwerving en de afdanking van het personeel van het fonds;2) controle te doen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten;3) de administratiekosten alsmede het aandeel van de jaarlijkse inkomsten die deze dekken vast te stellen;4) tijdens de maand juni van elk jaar een schriftelijk verslag over te maken aan het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid over de vervulling van zijn zending.

Art. 13.Het paritair beheerscomité vergadert minstens eenmaal per semester in de zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van ten minste de helft der leden van het paritair beheerscomité evenals op vraag van een der vertegenwoordigde organisaties.

Art. 14.Het paritair beheerscomité kan slechts geldig vergaderen en beslissingen nemen indien de meerderheid van de leden aanwezig is.

De beslissingen van het paritair beheerscomité worden getroffen bij eenparigheid van de aanwezige leden.

Alleen de effectieve leden en de plaatsvervangende leden die zetelen ter vervanging van de effectieve leden, hebben beslissende stem.

Het paritair beheerscomité stelt een reglement van inwendige orde op dat de modaliteiten van zijn werking nader omschrijft.

Art. 15.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 duidt het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid één of meerdere experten-boekhouders aan ter controle van het beheer van het fonds.

Die of deze experten-boekhouders brengen hierover verslag uit bij het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid ten minste eenmaal per jaar.

Bovendien lichten zij het paritair beheerscomité van het fonds regelmatig in over de uitslag van hun onderzoeken en doen de aanbevelingen die zij nodig achten.

Art. 16.Elk jaar op 30 juni worden de « balans en rekeningen » afgesloten van het verlopen dienstjaar.

Art. 17.Het fonds is opgericht voor een onbepaalde duur. De opzegging door één van de organisaties welke vertegenwoordigd zijn in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid wordt per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan elk der ondertekenende partijen ten laatste op 30 juni van elk jaar betekend.

Art. 18.Het fonds wordt ontbonden door het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid. Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na betaling van het passief en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht.

Het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid duidt de effectieve leden van het paritair beheerscomité voorzien bij artikel 9 aan als vereffenaars.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^