Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 januari 2013
gepubliceerd op 05 maart 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1955

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012207024
pub.
05/03/2013
prom.
08/01/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1955 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1955.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2013..

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2011 Voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1955 (Overeenkomst geregistreerd op 18 januari 2012 onder het nummer 107787/CO/328.03) Preambule De regels betreffende het conventioneel brugpensioen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden beschreven zijn in overeenstemming met de beschikkingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. De MIVB wordt uitgesloten van de toepassing van het Generatiepact door artikel 1, § 1, alinea 4 van het het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact.

Artikel 1.Toepassingsgebied.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die onder het Paritair Subcomité voor het stads en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest valt, alsook op haar personeelsleden met uitzondering van het directiepersoneel, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de Algemene Directie.

Art. 2.Voorwerp.

Deze overeenkomst heeft als voorwerp de personen geboren in 1955 de mogelijkheid te bieden het wettelijk systeem van het voltijds conventioneel brugpensioen (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974) te genieten voor de personeelsleden die voldoen aan de in artikel 3 van deze overeenkomst opgenomen criteria mits een tussenkomst van de werkgever zoals bepaald in artikel 4 van deze overeenkomst.

Art. 3.Voorwaarden voor vertrek. 3.1. De personeelsleden die aanspraak kunnen maken op de toepassing van deze overeenkomst zijn de personeelsleden die ten minste de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben en die voldoen aan de volgende vereisten : 3.1.1 Gedurende 25 jaar een zwaar beroep uitgeoefend hebben bij de MIVB; of 3.1.2 Ten laatste op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, een loopbaan van 38 jaar kunnen aantonen, waarvan 35 jaar bij de MIVB; of 3.1.3 Ten laatste op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, een loopbaan van tenminste 20 jaar bij de MIVB kunnen aantonen; of 3.1.4 Ten laatste op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, een loopbaan van ten minste 30 jaar bij de MIVB kunnen aantonen. [Opmerking : de jaren loopbaan bij de MIVB worden bepaald volgens de bij de MIVB geldende berekeningsmodaliteiten.

Prestaties die werden uitgevoerd voor een andere werkgever dan de MIVB moeten, vóór enige analyse van het dossier, aangetoond worden door middel van het CIMIRe-uittreksel of het RVP-uittreksel. Enkel de beroepsactiviteiten die zijn opgenomen in het CIMIRe-uittreksel of het RVP-uittreksel worden in aanmerking genomen (de duur van de legerdienst is hierin inbegrepen). Zijn onder andere uitgesloten : de zelfstandige activiteiten en de leercontracten waarvoor geen enkele sociale last verschuldigd is.

De werkgever behoudt zich het recht voor om aan het personeelslid kandidaat-bruggepensioneerde te vragen om een formulier C17bis - beroepsverleden in te dienen bij het RVA-kantoor van zijn woonplaats.] 3.2. Zware beroepen zijn de beroepen die omschreven zijn in artikel 4.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006.

Art. 4.Tussenkomst van de werkgever. 4.1 De werkgever is slechts verplicht om de aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen te betalen voor zover het personeelslid heeft ingestemd met de opzegtermijn betekend door de werkgever en berekend conform artikel 82, § 2 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. 4.2. Een personeelslid dat kiest voor een conventioneel brugpensioen op basis van deze overeenkomst doet dat op eigen risico. De MIVB wordt in geen enkel geval verantwoordelijk gesteld voor latere wetswijzigingen. 4.3 Berekening van de aanvullende vergoeding : De tussenkomst van de werkgever volgt de indexering van de sociale uitkeringen.

In geval van werkhervatting bij een andere werkgever is de tussenkomst van de MIVB in overeenstemming met en beperkt tot de tussenkomst die voorzien is in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974. 4.3.1 Voor de personeelsleden die voldoen aan de in artikel 3.1.1 opgesomde voorwaarden : De tussenkomst van de werkgever stemt overeen met een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen die identiek is aan de voor de CRI (*) berekende vergoeding, indien nodig aangevuld met een bonus van maximaal 10 pct. (indien vertrek op 59 jaar) van het aldus bekomen bedrag.

Deze modaliteiten voor de berekening van de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zijn er op gericht het volgende te garanderen (of tenminste te benaderen) : - 70 pct. van het brutomaandbarema (met uitzondering van de premies, uitkeringen en gratificaties van alle aard) aan de arbeiders en de bedienden; - 65 pct. van het brutomaandbarema (met uitzondering van de premies, uitkeringen en gratificaties van alle aard) beperkt tot een referteloon vastgelegd op de laatste trap van het barema 27.02 voor de kaderleden.

Voor de berekening van het extrawettelijk rustpensioen (CRATUB), worden de jaren van conventioneel brugpensioen gelijkgesteld aan werkjaren ten belope van maximaal 5 jaar. 4.3.2 Voor de personeelsleden die voldoen aan de in artikel 3.1.2 opgesomde voorwaarden : De tussenkomst van de werkgever stemt overeen met een aanvullende werkloosheidsuitkering die identiek is aan die berekend voor de CRI. 4.3.3 Voor de personeelsleden die voldoen aan de in artikel 3.1.3 opgesomde voorwaarden : De tussenkomst van de werkgever is in overeenstemming met en beperkt tot de tussenkomst voorzien in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974. 4.3.4 Voor de personeelsleden die voldoen aan de in artikel 3.1.4 opgesomde voorwaarden : De tussenkomst van de werkgever komt overeen met een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen beperkt tot : - 55 pct. van de CRI in geval van vertrek op 58 jaar; - 70 pct. van de CRI in geval van vertrek op 59 jaar.

De CRI wordt volledig toegekend voor de vertrekken vanaf 60 jaar.

In geval van werkhervatting bij een andere werkgever, is de tussenkomst van de MIVB in overeenstemming met en beperkt tot de tussenkomst die voorzien is in artikel 5 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.

Art. 5.Procedure.

In elk geval moet de opzegtermijn betekend worden vóór het einde van de geldigheidsduur van deze overeenkomst. Het personeelslid moet echter rekening houden met de opzegtermijn, daarvoor moet de aanvraag gedaan worden, wat betreft het arbeiderspersoneel, zes maanden vóór de gewenste vertrekdatum. Wat de bedienden betreft moet de aanvraag gedaan worden binnen een termijn die rekening houdt met de anciënniteit bij de MIVB, met name drie maanden per begonnen schijf van vijf jaar anciënniteit.

Art. 6.Sociale vrede.

De partijen en hun mandatarissen zullen ervan afzien om voor de duur van deze overeenkomst een collectief conflict met betrekking tot de in deze overeenkomst behandelde punten uit te lokken, te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming.

Art. 7.Inwerkingtreding.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011.

Ze wordt afgesloten voor een bepaalde duur van drie jaar (2011-2012-2013).

Ze herroept en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 2010 met betrekking tot het voltijds conventioneel brugpensioen (geboortejaar : 1955).

Art. 8.Neerlegging en registratie.

Deze overeenkomst zal worden neergelegd op de Griffie Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog op haar registratie en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK (*) 1 pct. van het barema per jaar anciënniteit inclusief de 13e maand voor de bedienden, of de vaste bijdrage voor de arbeiders, de verdienstenpremie, de slaagpremie voor examens, de maandelijkse premie voor de brigadiers, de onderhouds- en werkplaatschefs en onderchefs en de opzichters, de premie voor waarneming van een functie, vermeerderd met de uitzonderlijke premie van sociale programmatie, beperkt tot 85 pct. van dit barema.

^