Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 januari 2013
gepubliceerd op 05 maart 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012207072
pub.
05/03/2013
prom.
08/01/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2011 Toekenning van het halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2011 onder het nummer 106886/CO/313) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten.

Voor de toepassing van deze overeenkomst, wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, hierna collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 genoemd. HOOFDSTUK III. Leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden

Art. 3.Er wordt een recht op halftijds brugpensioen ingevoerd voor de werknemers tewerkgesteld door dezelfde werkgever, in een stelsel van voltijdse arbeid, tijdens een ononderbroken periode van twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de halvering van de arbeidsprestaties.

Overeenkomstig artikel 112 van de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998, zullen de rechthebbenden op halftijds brugpensioen de leeftijd van 56 jaar moeten bereikt hebben op het moment van de halvering van de arbeidsprestaties.

Bovendien zullen de betrokken werknemers 25 jaren beroepsloopbaan moeten kunnen rechtvaardigen als loontrekkende. HOOFDSTUK IV. Toepassingsmodaliteiten op ondernemingsniveau

Art. 4.In uitvoering van de artikelen 4 en 6 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, wordt tussen de werkgever en de werknemer uiterlijk op het ogenblik dat de werknemer met de uitvoering van zijn halftijdse arbeidsregeling begint, een schriftelijk akkoord gesloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 1, Ibis van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, met vermelding van de deeltijdse arbeidsregeling, evenals het overeengekomen uurrooster.

Het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling moet, na vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming. HOOFDSTUK V. - Aanvullende vergoeding

Art. 5.De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. HOOFDSTUK VI. Overgang naar het voltijds brugpensioen

Art. 6.De overgang van het halftijds naar het voltijds brugpensioen is mogelijk volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het artikel 11 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012 en is geldig tot 31 december 2013.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^