Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 januari 2015
gepubliceerd op 17 februari 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014207792
pub.
17/02/2015
prom.
08/01/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 2014 Voltijds conventioneel brugpensioen - Geboortejaar : 1957 (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122080/CO/328.03) Preambule De partijen hebben vroeger verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten om de oudste medewerkers de mogelijkheid te bieden de onderneming te verlaten in het kader van een brugpensioen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomsten werden afgesloten in overeenstemming met het toen bestaande wettelijke en maatschappelijke kader.

Sinds 2011, strookt het Belgische en Europese wettelijke en maatschappelijke kader met de wil en de noodzaak om te werken aan het aan het werk houden van oudere werknemers. De partijen moeten met name de maatregelen die voorzien zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de uitvoering van een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers in de onderneming ten uitvoer brengen.

Derhalve spreekt het voor zich dat de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst een afwijkende maatregel vormt en niet mag worden beschouwd als een "verworven recht" voor de werknemers geboren na 1957.

De partijen hebben onderhandeld en zijn het eens geworden over de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, rekening houdend met het wettelijke kader dat bestaat op het moment van de afsluiting ervan.

De partijen zijn er zich echter van bewust dat de wettelijke bepalingen betreffende het voorwerp van de overeenkomst te allen tijde kunnen worden aangepast of opgeheven door de wetgever.

De regels betreffende het conventioneel brugpensioen (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) die in de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst worden beschreven zijn in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.

Wordt het volgende overeengekomen :

Artikel 1.Toepassingsgebied De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever en op al zijn werknemers met uitzondering van de werknemers die vallen onder het statuut "directiepersoneel", behoudens uitdrukkelijke toestemming van de Algemene Directie.

Met "werknemers" wordt bedoeld : het arbeiders- en bediendepersoneel, zowel vrouwelijk als mannelijk, dat verbonden is door een arbeidsovereenkomst.

Art. 2.Voorwerp en wettelijk kader Het doel van de onderhavige overeenkomst is om de personeelsleden geboren in 1957 die voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in artikel 3 hieronder, de mogelijkheid te bieden het voltijds conventioneel brugpensioen (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) te genieten.

De voornaamste wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de onderhavige overeenkomst zijn : - het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen; - de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (opzeggingstermijnen, veralgemeende outplacement,...); - het koninklijk besluit van 9 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/01/2014 pub. 20/01/2014 numac 2013207379 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de ontslagcompensatievergoeding sluiten betreffende ontslagcompensatievergoeding; - de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers.

Art. 3.Voorwaarden voor vertrek met brugpen-sioen (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) 3.1. Minimale leeftijd en minimaal aantal loopbaanjaren 3.1.1. De bepalingen van de onderhavige overeenkomst hebben betrekking op de werknemers geboren in 1957 en de leeftijd van 58 jaar bereiken in 2015 en die voldoen aan de hierna genoemde voorwaarden. 3.1.2. De jaren loopbaan bij de MIVB worden bepaald volgens de bij de MIVB geldende berekeningsmodaliteiten.

Prestaties die werden uitgevoerd voor een andere werkgever dan de MIVB moeten, vóór enige analyse van het dossier en voor enig ontslag, worden aangetoond door middel van het "CIMIRe"-uittreksel of het RVP-uittreksel.

Enkel de beroepsactiviteiten die zijn opgenomen in dit "CIMIRe"-attest of het RVP-uittreksel worden in aanmerking genomen. 3.1.3. De werkgever behoudt zich het recht voor om aan de werknemer kandidaat-bruggepensioneerde te vragen om een formulier "C17 beroepsverleden" in te dienen bij het RVA-kantoor van zijn woonplaats. [Opmerking : ter informatie, activiteitsperiodes in het stelsel voor zelfstandigen tellen niet mee als loopbaanjaren; de periodes van militaire dienst of als gewetensbezwaarde tellen wel mee als loopbaanjaren.] 3.2. Type uitgeoefende beroepen - MIVB-anciënniteit 3.2.1. De door de werkgever betaalde aanvullende uitkering hangt af van : - de leeftijd van de werknemer op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst; - de verworven anciënniteit op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst; - de verworven anciënniteit in het kader van een zwaar beroep of in het kader van een ander beroep (geen zwaar beroep). 3.2.2. Het begrip "zwaar beroep" wordt omschreven in artikel 4.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006 (registratienummer 80141). 3.2.3. Werknemers die een zwaar beroep uitoefenen De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in artikel 4.1. tot 4.3. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers die gedurende ten minste 25 jaar een zwaar beroep uitoefenen/hebben uitgeoefend bij de MIVB. Het bedrag van de aanvullende uitkering wordt vastgesteld op basis van de leeftijd die is bereikt op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst en het aantal loopbaanjaren in een "zwaar beroep" bij de MIVB. 3.2.4. Werknemers die een beroep uitoefenen dat geen zwaar beroep is De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in artikel 4.1., 4.2. en 4.4. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers die ten minste 38 jaar loopbaan kunnen voorleggen, waarvan ten minste 35 jaar bij de MIVB. Het bedrag van de aanvullende uitkering wordt vastgesteld op basis van de leeftijd die is bereikt op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst en het aantal loopbaanjaren. 3.2.5. Werknemers die van de toepassing genieten van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad De werkgever kent een aanvullende uitkering toe op basis van de in artikel 4.1., 4.2. en 4.5. vastgestelde voorwaarden aan de werknemers die 58 jaar oud zijn in 2015 en die niet voldoen aan de loopbaanvoorwaarden die zijn vastgesteld in artikelen 3.2.3. en 3.2.4.

Deze werknemers moeten ten minste 25 jaar loopbaan kunnen aantonen. 3.3. Opzeggingstermijnen - Aanvullende ontslagvergoeding van de RVA - Werkhervatting De ontslagen werknemer moet de opzeggingstermijn die werd betekend in overeenstemming met de nieuwe opzeggingstermijnen die zijn vastgesteld in de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten volledig presteren.

De werknemer moet de outplacementprocedure volgen als hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden.

De werknemer die een outplacement moet volgen mag van het werk afwezig zijn met behoud van zijn loon gedurende een dag of twee halve dagen per week tijdens de duur van de opzeggingstermijn om nieuw werk te zoeken.

De tijd die besteed wordt aan het volgen van de outplacementprocedure wordt echter verplicht aangerekend op de dag of de twee halve dagen sollicitatieverlof die de werknemer mag opnemen tijdens zijn gepresteerde opzeggingstermijn.

De werknemer die geen outplacement moet volgen kan de twee halve dagen of van de dag sollicitatieverlof enkel genieten tijdens de laatste 26 weken van de opzeggingstermijn.

De deeltijdse werknemer geniet van het recht om afwezig te zijn naar rata van zijn prestaties.

De werknemer wordt in kennis gesteld dat de door de MIVB betaalde aanvullende vergoeding niet wordt toegekend tijdens de periode die is gedekt door de aanvullende ontslagvergoeding van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).

In geval van werkhervatting bij een andere werkgever is de tussenkomst van de MIVB in overeenstemming met en beperkt tot de tussenkomst die is voorzien in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974. [Opmerking : de outplacementprocedure moet worden gevolgd door de werknemers van wie de opzeggingstermijn ten minste 30 weken bedraagt.] De werknemer die vraagt om de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst te genieten doet dit op eigen risico. 3.4. Beschermde werknemers 3.4.1. De werknemersvertegenwoordigers en de preventieadviseurs die de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst wensen te genieten, moeten uitdrukkelijk en vóór de opzegging wordt betekend afstand doen van de beschermingsvergoedingen die worden beoogd door de wettelijke bepalingen.

De beschermingsvergoedingen zijn deze die worden beoogd door de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van de Nationale Arbeidsraad, de collectieve arbeids overeenkomst van 6 april 2009Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 06/04/2009 pub. 21/04/2009 numac 2009022202 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten met betrekking tot het statuut van de vakbondsafvaardiging en de wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs.

Art. 4.Bepaling van de aanvullende vergoeding van de werkgever 4.1. De door de werkgever verschuldigde aanvullende vergoeding wordt enkel betaald als er effectief werkloosheidsuitkeringen worden betaald aan de werknemer. 4.2. De basis voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt bepaald volgens dezelfde voorwaarden als voor de CRI, met name 1 pct. van het barema per jaar anciënniteit, inclusief de 13de maand voor de bedienden, of de vaste bijdrage voor de arbeiders, de verdienstenpremie, de slaagpremie voor examens, de maandelijkse premie voor de brigadiers, de onderhouds- en werkplaatschefs en -onderchefs en de opzichters, de premie voor waarneming van een functie, vermeerderd met de uitzonderlijke premie van sociale programmatie, beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer in kwestie.

De aanvullende vergoeding stemt dus overeen met : [bedrag van de werkloosheidsuitkering + CRI] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer in kwestie.

Voor de berekening van het extra wettelijk rustpensioen (CRATUB), worden de jaren van conventioneel brugpensioen gelijkgesteld met werkjaren ten belope van maximaal 5 jaar.

De door de werkgever betaalde aanvullende vergoeding volgt de indexering van de sociale uitkeringen.

De leeftijd en het aantal loopbaanjaren die hieronder worden beoogd stemmen overeen met de leeftijd en het aantal loopbaanjaren die zijn bereikt op het moment van het effectieve einde van de arbeidsovereenkomst. 4.3. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen wordt toegekend aan de werknemers die een zwaar beroep uitoefenen zoals beoogd in artikel 3.2.3. stemt overeen met : 4.3.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn en ten minste 25 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer. 4.3.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn en ten minste 25 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer. 4.3.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn en ten minste 25 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [150 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer. 4.4. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen wordt toegekend aan de werknemers die een beroep uitoefenen dat geen zwaar beroep is zoals beoogd in artikel 3.2.4. stemt overeen met : 4.4.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn : - en ten minsten 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer; - en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [75 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 EUR bruto per maand; - en ten minste 35 jaar anciënniteit bij de MIVB en een totale loopbaan van ten minste 38 jaar kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [50 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer. 4.4.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn : - en ten minste 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer; - en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 EUR bruto per maand; - en ten minste 35 jaar anciënniteit bij de MIVB en een totale loopbaan van ten minste 38 jaar kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [75 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer. 4.4.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn : - en tenminste 40 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [150 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer; - en 38 of 39 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [125 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer en tot het maximale bedrag van 4.000 EUR bruto per maand; - en 35 tot 37 jaar anciënniteit bij de MIVB kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : [100 pct. van de CRI + bedrag van de werkloosheidsuitkering] beperkt tot 85 pct. van het baremieke loon van de werknemer. 4.5. De aanvullende vergoeding die bovenop de werkloosheidsuitkeringen wordt toegekend aan de werknemers die worden beoogd in artikel 3.2.5. (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad) stemt overeen met : 4.5.1. werknemers die 58 of 59 jaar oud zijn : - en tenminste 25 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 100 pct. 4.5.2. werknemers die 60 of 61 jaar oud zijn : - en tenminste 30 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 150 pct.; - en 25 tot 29 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst : bedrag vastgesteld volgens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 140 pct. 4.5.3. werknemers die 62 jaar of ouder zijn : - en ten minste 30 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst: bedrag vastgesteld volgens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 175 pct.; - en 25 tot 29 jaar loopbaan kunnen aantonen op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst: bedrag vastgesteld volgens artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 x 160 pct.

Art. 5.Procedure 5.1. De werknemer mag zijn wens betreffende de effectieve einddatum van zijn arbeidsovereenkomst meedelen. Aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden moet voldaan zijn gedurende de geldigheidsperiode van de onderhavige overeenkomst. 5.2. In elk geval moet de opzeggingstermijn worden betekend vóór het einde van de geldigheidsduur van de onderhavige overeenkomst. De werknemer wordt in kennis gesteld dat de duur van de te presteren opzeggingstermijn wordt bepaald volgens de nieuwe regels die zijn vastgesteld in de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 6.Eindbepaling Voor het vertrek met brugpensioen van bepaalde werknemers ouder dan 58 jaar (vanaf 2016) zal het nodig zijn de onderhavige overeenkomst te verlengen in functie van het IPA 2015-2016 (interprofessioneel akkoord). De ondertekenaars verbinden zich ertoe de onderhavige overeenkomst te verlengen na 2015 volgens het in 2016 geldende wettelijke kader en voor zover de sociale bijdragen en het belastingstelsel die van toepassing zijn in 2014 niet verhoogd worden.

Art. 7.Sociale vrede De partijen en hun mandatarissen zullen ervan afzien om voor de duur van de onderhavige overeenkomst een collectief conflict met betrekking tot de in de onderhavige overeenkomst behandelde punten uit te lokken, te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming

Art. 8.Inwerkingtreding en geldigheidsduur De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014.

Ze wordt afgesloten voor een bepaalde duur van twee jaar (2014-2015) en eindigt op 31 december 2015.

Art. 9.Registratie De onderhavige overeenkomst zal worden neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog op haar registratie en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^