Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juli 2002
gepubliceerd op 05 oktober 2002

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022601
pub.
05/10/2002
prom.
08/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/08/2002022601/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit n° 78 van 10 november 1967, betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen inzonderheid artikel 9, gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op de wet van 27 juni 1921, waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend en zijn wijzigingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, Gelet op het besluit van de Ministerraad van 21 december 2001 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 5 maart 2002, met toepassing van art. 84, 1e lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen en algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° praktijkvoerende artsen : erkende huisartsen, huisartsen in beroepsopleiding en algemeen geneeskundigen met verworven rechten;2° huisartsenkring : een vereniging, welke alle vrijwillig toegetreden praktijkvoerende artsen groepeert, die binnen een welbepaalde geografisch omschreven en aaneengesloten zone hun beroepsactiviteit uitoefenen, ten einde de opdrachten geformuleerd onder hoofdstuk II van onderhavig besluit uit te voeren;3° huisartsenwachtdienst : een uitgewerkt beurtrolsysteem dat regelmatige en normale verstrekking van huisartsgeneeskundige zorgen aan de bevolking garandeert en dat wordt beheerd door praktijkvoerende artsen binnen de huisartsenzone, zoals bedoeld in artikel 1, 5°, van dit besluit;4° huisartspraktijkpermanentie : een beschikbaarheid van de huisartsgeneeskunde ten aanzien van het patiëntenbestand van één of meerdere praktijken;5° huisartsenzone : een aaneengesloten geografisch gebied van één of meerdere gemeenten - of deel van een gemeente in de grote agglomeraties van Antwerpen, Charleroi, Gent en Luik - dat tot het werkgebied van een huisartsenkring behoort.

Art. 2.Om te worden erkend en erkend te blijven, moeten de huisartsenkringen voldoen aan de hiernavolgende bepalingen. HOOFDSTUK II. - Opdrachten Afdeling I. - Vertegenwoordiging

Art. 3.De huisartsenkring treedt op als vertegenwoordiger van de huisartsen van de huisartsenzone en is het lokaal aanspreekpunt voor de huisartsen en voor het lokale beleid ter implementatie van het lokale gezondheidsbeleid.

Hiertoe : 1° kan de kring initiatieven nemen ter promotie van de eerstelijnsgezondheidszorg in het algemeen en van de huisartsenwerking in het bijzonder;2° neemt de huisartsenkring initiatieven ter optimalisatie van de multidisciplinaire samenwerking tussen de eerstelijnszorgverstrekkers;3° poogt de huisartsenkring samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten met het ziekenhuis (of ziekenhuizen), teneinde de continuïteit van de patiëntenzorg te waarborgen;4° optimaliseert de huisartsenkring toegankelijkheid van de huisartsgeneeskunde voor alle patiënten van de huisartsenzone. Afdeling II. - Organisatie van de huisartsenwachtdienst

Art. 4.De huisartsenkring organiseert één huisartsenwachtdienst binnen de gehele huisartsenzone. Deze huisartsenwachtdienst kan bestaan uit meerdere onderdelen om samen één huisartsenwachtdienst voor de gehele huisartsenzone te vormen.

Art. 5.De huisartsenwachtdienst dient te beantwoorden aan de volgende normen : 1° bij de aanvraag tot erkenning dient minimaal de huisartsenwachtdienst geregeld tijdens de weekends en feestdagen;2° indien binnen één huisartsenzone meerdere wachtdienstonderdelen worden georganiseerd, mogen er geen geografische overlappingen bestaan, noch gebiedsdelen die niet gedekt worden binnen deze huisartsenzone;3° per huisartsenkring dient een huishoudelijk reglement omtrent de wachtdienst te worden opgesteld, dat de praktische organisatorische afspraken en engagementen tussen de verstrekkers regelt;het begin en eindmoment van de wachtdienst dient hierin duidelijk te worden gepreciseerd; tevens dienen de modaliteiten van interne kwaliteitszorg hierin gestipuleerd; 4° gedurende de tijdsperiode dat de huisartsenwachtdienst functioneert, dient minstens één huisarts permanent beschikbaar te zijn en à rato van één huisarts per volledige schijf van 30 000 inwoners;5° de wachtdienst wordt op duidelijke wijze bekendgemaakt aan de bevolking;6° de huisartsenwachtdienst is subsidiair aan de huisartspraktijkpermanentie.In het huishoudelijk reglement van de wachtdienst dient de afgrenzing tussen de praktijkpermanentie en de wachtdienst geregeld; 7° de huisartsenkring maakt afspraken met de ziekenhuizen en extra-murale specialisten teneinde een optimale afstemming te bekomen tussen de huisartsenwachtdienst, de spoeddiensten en de dringende medische hulpverlening in de huisartsenzone.

Art. 6.Wij kunnen na advies van de werkgroep Huisartsen van de Hoge Raad van Geneesheren Specialisten en Huisartsen, de normen bedoeld in artikel 5, nader bepalen.

Art. 7.Elke erkende huisartsenkring organiseert een registratie omtrent volgende gegevens in relatie tot de organisatie van de wachtdienst : epidemiologie, veiligheidsproblemen, patiëntenklachten, klachten omtrent dienstverlening. Hieromtrent wordt gerapporteerd in het jaarverslag.

Art. 8.Elke erkende huisartsenkring stelt - in het kader van de opdrachten die in dit besluit worden geformuleerd - een jaarverslag op, inclusief een resultatenrekening. Dit verslag wordt overgemaakt aan de Minister die de erkenning van de kringen onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 9.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^