Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juli 2014
gepubliceerd op 18 juli 2014

Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau overgedragen worden aan het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011453
pub.
18/07/2014
prom.
08/07/2014
ELI
eli/besluit/2014/07/08/2014011453/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau overgedragen worden aan het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 maart 1991 betreffende de afschaffing of de herstructurering van instellingen van openbaar nut en andere overheidsdiensten, artikel 26quinquies, §§ 3 en 4, ingevoegd bij de wet van 6 januari 2014 ;

Gelet op het advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gegeven op 17 maart 2014 en het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 maart 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, gegeven op 4 april 2014;

Gelet op het advies van de Vlaamse Regering, gegeven op 4 april 2014;

Gelet op het advies van de Waalse Regering, gegeven op 3 april 2014;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, gegeven op 27 maart 2014;

Gelet op het protocol van niet-akkoord nr. 698 van 22 mei 2014 van het comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het advies nr. 56.210/1 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, van de Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw en de Staatssecretarissen voor Staatshervorming en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder: 1° Het Bureau: het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau opgericht bij de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;2° Het koninklijk besluit van 25 juli 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/1989 pub. 14/06/2016 numac 2016000348 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en naar het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten: het koninklijk besluit van 25 juli 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/1989 pub. 14/06/2016 numac 2016000348 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en naar het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de gemeenschaps- en gewestregeringen en naar het verenigd college van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie;3° personeelsleden : de Rijksambtenaren, de stagiairs en de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden. De stagiairs worden geacht de graad of klasse te bekleden waarin zij aangeworven werden.

Het personeelslid dat bij een arbeidsovereenkomst in dienst is genomen, wordt geacht de graad of klasse te bekleden die overeenstemt met de betrekking waarvoor het personeelslid werd aangeworven of, indien de overeenkomst zich niet uitspreekt over deze betrekking, de graad of klasse waaraan de weddeschaal verbonden is waarin zijn bezoldiging wordt vastgesteld.

Art. 2.Alle personeelsleden van het Bureau worden overgedragen naar het Vlaamse, het Waalse of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze overdrachten worden uitgevoerd door een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit genomen op gezamenlijke voordracht van de Eerste Minister en van de Minister bevoegd voor Landbouw, na advies van de gewestregeringen.

Deze overdrachten zijn geen nieuwe benoemingen. Zij kunnen niet worden beschouwd als overplaatsingen volgens het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel.

Art. 3.Alle personeelsleden van het Bureau met uitzondering van de personeelsleden bedoeld in artikel 4, worden ambtshalve overgedragen naar het Vlaamse of het Waalse Gewest, naargelang zij respectievelijk tot de Nederlandse of de Franse taalrol behoren.

Art. 4.§ 1. Personeelsleden van het Bureau worden overgedragen naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de volgende betrekkingen: 1 betrekking die behoort aan de klasse A 3; 1 betrekking die behoort aan de klasse A 2; 1 betrekking die behoort aan de klasse A 1; 3 betrekkingen van niveau B; 3 betrekkingen van niveau C; 2 betrekkingen van niveau D. § 2. Het Bureau zal een dienstorder uitvaardigen waarin de personeelsleden worden verzocht schriftelijk en binnen dertig dagen te laten weten of zij wensen te worden overgedragen naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op één van de betrekkingen bedoeld in § 1. Zij richten hun aanvraag rechtstreeks tot de directeur-generaal, die de ontvangst hiervan meldt; een afschrift wordt via hiërarchische weg aan het betrokken diensthoofd toegestuurd. § 3. De aanvragers die de vereiste kwalificaties bezitten, worden per graad, per klasse of per niveau gerangschikt in onderstaande volgorde en aangewezen voor een met hun graad, klasse of niveau overeenstemmende betrekking: 1° de statutaire personeelsleden;2° de stagiaires;3° de personeelsleden die werden aangeworven met een arbeidsovereenkomst. Binnen elke van de in vorig lid vermelde groepen worden de aanvragers gerangschikt als volgt : 1° het personeelslid met de grootste anciënniteit in de graad of klasse voor wat betreft de betrekkingen in niveau A;het personeelslid met de grootste niveauanciënniteit voor wat betreft de betrekkingen in de niveaus B, C en D; 2° bij een gelijke anciënniteit van graad, van klasse of van niveau, het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit;3° bij een gelijke dienstanciënniteit, het oudste personeelslid. § 4. Indien er, nadat aan de aanvragen bedoeld in § 2 is voldaan overeenkomstig § 3, nog betrekkingen te begeven zijn, worden personeelsleden belast met de taken die met deze betrekkingen overeenstemmen, van ambtswege daarop aangewezen in de omgekeerde volgorde van § 3.

Art. 5.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juli 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/1989 pub. 14/06/2016 numac 2016000348 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en naar het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is van toepassing bij deze overdracht van de personeelsleden van het Bureau naar het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest of naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2014.

Art. 7.De Eerste Minister, de Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw en de Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 2014.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Staatssecretaris voor Staatshervorming, M. WATHELET De Staatssecretaris voor Staatshervorming, S. VERHERSTRAETEN

^