Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juli 2019
gepubliceerd op 19 juli 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2019041322
pub.
19/07/2019
prom.
08/07/2019
ELI
eli/besluit/2019/07/08/2019041322/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/11/2011 pub. 29/11/2011 numac 2011024326 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire voorstellen 1976-1977, artikel 82, vervangen bij de wet van 21 december 1994 en gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 11/02/1999 numac 1998022861 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid sluiten betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers, artikel 8, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, en artikel 20bis, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003 en vervangen bij de wet van 9 juli 2004 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004 en 10 september 2009;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/11/2011 pub. 29/11/2011 numac 2011024326 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds van de grondstoffen en de producten;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviezen van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, gegeven op 31 juli 2017 en op 21 november 2017;

Gelet op de adviezen van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 september 2017 en 7 maart 2018;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting, gegeven op 8 december 2017 en 19 september 2018;

Gelet op advies 65137/1 van de Raad van State, gegeven op 12 februari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/11/2011 pub. 29/11/2011 numac 2011024326 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2016 pub. 08/02/2016 numac 2016024027 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. 1° Iedere persoon die de toelating voor een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik, een gewasbeschermingsmiddel of een toevoegingsstof aanvraagt aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (hierna genoemd FOD VVL) evenals iedere persoon die op het einde van de maximale geldigheidsduur van een dergelijke toelating de verlenging ervan aanvraagt, is gehouden een retributie te betalen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten. Deze retributie bedraagt: a) indien België wordt gevraagd op te treden als rapporterende Lidstaat: 25.000 euro; indien het gaat om een product dat identiek is aan het representatieve gewasbeschermingsmiddel waarvoor een dossier werd ingediend in het kader van een procedure tot goedkeuring van een werkzame stof waarvoor België heeft opgetreden als rapporterende Lidstaat en waarvoor een gelijkwaardige toepassingswijze wordt aangevraagd, bedraagt deze retributie slechts 6.000 euro; b) indien België niet wordt gevraagd op te treden als rapporterende Lidstaat: 6.000 euro. Voor een product waarvoor volledig wordt verwezen naar het dossier van een ander product en voor zover de eigenaar van het dossier van het andere product de toestemming heeft gegeven hiernaar te verwijzen, bedraagt deze retributie slechts 1.500 euro; c) 6.000 euro voor een toevoegingsstof; indien evenwel volledig wordt verwezen naar het dossier van een andere toevoegingsstof en voor zover de eigenaar van het dossier van de andere toevoegingsstof de toestemming heeft gegeven hiernaar te verwijzen, bedraagt deze retributie slechts 1.500 euro; d) indien het gaat om een aanvraag voor een product die reeds eerder werd ingediend maar waarvoor geen toelating kon worden afgeleverd, worden de retributies vermeld onder a), b) en c) gehalveerd indien er kan worden gesteund op het dossier van de oorspronkelijke aanvraag; bij de kennisgeving van het feit dat geen toelating kan worden afgeleverd wordt vermeld of de retributie in geval van herindiening van de aanvraag kan worden gehalveerd; het Diensthoofd van de Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen van de FOD VVL kan bepalen of en onder welke voorwaarden er kan worden gesteund op het dossier van de oorspronkelijke aanvraag; e) indien het gaat om een aanvraag voor een product voor niet-professioneel gebruik waarvoor kan worden gesteund op het dossier van een aanvraag voor een product voor professioneel gebruik, worden de retributies vermeld onder a) en b) gehalveerd;het Erkenningscomité zoals bedoeld door het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik kan bepalen of en onder welke voorwaarden er kan worden gesteund op het dossier van een aanvraag voor een product voor professioneel gebruik; f) indien het gaat om een aanvraag voor een product dat een genetisch gemodificeerd organisme bevat in de zin van artikel 48 van de verordening (EG) nr.1107/2009 van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad, worden de retributies vermeld onder a) en b) met de helft verhoogd; g) voor aanvragen waarvoor de FOD VVL bijkomende informatie dient te vragen die vastgelegd is in de gegevensvereisten van voornoemde verordening (EG) nr.1107/2009 of van de verordeningen (EU) nrs. 283/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor werkzame stoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen of 284/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, of in toepassing van technische richtsnoeren die zijn aangenomen door de Europese Commissie, of waarvoor op een andere manier duidelijk is dat deze vereist is, worden de retributies onder punten a), b) en c) verhoogd met 100 euro per uur dat vereist is om deze bijkomende informatie te evalueren; 2° deze retributie bedraagt 3.000 euro voor elke aanvraag waarbij evaluatie van aanvullende gegevens vereist is en/of wanneer zij een wijziging betreffende het gebruik, de indeling of de etikettering opgenomen in de toelatingsakte behelst. Wanneer de aanvraag alleen het gehalte aan werkzame stof betreft, bedraagt deze retributie slechts 1.000 euro. Indien België wordt gevraagd op te treden als rapporterende Lidstaat wordt deze retributie echter verhoogd tot 6.000 euro behalve indien de aanvraag wordt ingediend door de houder van de toelating met enkel België als betrokken Lidstaat en enkel betrekking heeft op teelten waarvoor geen geschikt gewasbeschermingsmiddel voorhanden is of het voorwerp zou kunnen zijn van een beperkt gebruik.

De retributie is niet verschuldigd wanneer tot de wijziging wordt beslist door de Minister die de volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. De retributie bedraagt 250 euro indien een verlenging van de toelating nodig is zonder evaluatie van gegevens; 3° deze retributie bedraagt 1.500 euro voor een aanvraag tot verandering van de samenstelling. De retributie is niet verschuldigd indien de verandering van de samenstelling enkel te wijten is aan de wijziging van de oorsprong of de specificatie van de werkzame stof die het voorwerp uitmaakt van een andere, gelijktijdig ingediende aanvraag. Indien de verandering van de samenstelling als niet-significant kan worden beschouwd, bedraagt deze retributie slechts 750 euro. De beoordeling of een verandering van de samenstelling niet-significant is gebeurt aan de hand van het technische richtsnoer hierover aangenomen door de Europese Commissie.

Indien de aanvraag gebeurt via wederzijdse erkenning, bedraagt deze retributie slechts 250 euro. Indien België wordt gevraagd op te treden als rapporterende lidstaat wordt deze retributie in alle gevallen verhoogd tot 6.000 euro; 4° deze retributie bedraagt 500 euro voor: a) een aanvraag tot wijziging van de handelsbenaming van het product;b) een aanvraag tot verandering van de naam of het juridisch statuut van de houder van de toelating;c) een aanvraag tot overdracht van de toelating op naam van een andere persoon; 5° deze retributie bedraagt 1.500 euro per oorsprong voor een aanvraag waarbij de specificatie of oorsprong van de werkzame stof wezenlijk wordt veranderd en/of een beoordeling van de equivalentie overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde verordening (EG) nr. 1107/2009 noodzakelijk is. Indien België wordt gevraagd op te treden als rapporterende lidstaat wordt deze retributie verhoogd tot 3.000 euro.".

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2016 pub. 08/02/2016 numac 2016024027 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. Iedere persoon die een aanvraag tot toelating of tot behoud van de toelating voor een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik indient naar aanleiding van de goedkeuring of verlenging van de goedkeuring van een werkzame stof uit hoofde van de voornoemde verordening (EG) nr. 1107/2009 is gehouden een bijkomende retributie voor de beoordeling van de naleving van de voorwaarden zoals opgelegd bij de goedkeuring of verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof uit hoofde van de voornoemde verordening (EG) nr. 1107/2009 te betalen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten: a) indien voor de beoordeling een evaluatie moet worden verricht van de equivalentie van de werkzame stof overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde verordening (EG) nr.1107/2009 zal een aanvullende retributie van 1.500 euro per oorsprong vereist zijn, ook als dit het afwerken van de referentiespecificatie betreft. Indien België wordt gevraagd op te treden als rapporterende lidstaat wordt deze aanvullende retributie verhoogd tot 3.000 euro; b) indien voor de beoordeling nieuwe studies moeten worden geëvalueerd zal een aanvullende retributie van 1.500 euro vereist zijn. Indien België wordt gevraagd op te treden als rapporterende lidstaat wordt deze aanvullende retributie verhoogd tot 50.000 euro.".

Art. 3.In artikel 1, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2016 pub. 08/02/2016 numac 2016024027 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° Indien het gaat om een aanvraag tot eerste goedkeuring of tot verlenging van de goedkeuring van een werkzame stof uit hoofde van voornoemde verordening (EG) nr. 1107/2009, dan bedraagt de in 1° bedoelde retributie: a) 200.000 euro als België is aangewezen als de rapporterende lidstaat voor een stof van het type A; deze retributie wordt betaald in twee schijven : 60.000 euro bij het indienen van het dossier en 140.000 euro na opstellen van het verslag inzake de conformiteit; de aanvrager die afziet van zijn aanvraag vóór de evaluatie van het dossier is slechts de eerste schijf van deze retributie verschuldigd; b) 59.000 euro als België is aangewezen als de rapporterende lidstaat voor een stof van het type B; deze retributie wordt betaald in twee schijven: 19.000 euro bij het indienen van het dossier en 40.000 euro na opstellen van het verslag inzake de conformiteit; de aanvrager die afziet van zijn aanvraag vóór de evaluatie van het dossier is slechts de eerste schijf van deze retributie verschuldigd; c) 100.000 euro als België is aangewezen als co-rapporterende lidstaat voor een stof van het type A; d) 37.500 euro als België is aangewezen als co-rapporterende lidstaat voor een stof van het type B; e) 1.250 euro als België noch als de rapporterende lidstaat noch als co-rapporterende lidstaat is aangewezen voor een stof van het type A of B.".

Art. 4.In artikel 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2016 pub. 08/02/2016 numac 2016024027 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten, wordt paragraaf 5 vervangen als volgt: " § 5. Iedere persoon die een vergunning of de verlenging van een vergunning voor parallelhandel van een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik aanvraagt, moet een retributie betalen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, waarvan het bedrag vastgesteld is op 1.500 euro.

In afwijking van het vorige lid is geen retributie vereist voor een aanvraag tot verlenging van een vergunning voor parallelhandel indien de aanvraag tot vergunning of de vorige aanvraag tot verlenging minder dan twee jaar geleden werd ingediend en indien geen technische evaluatie van de aanvraag tot verlenging vereist is.

Iedere houder van een vergunning voor parallelhandel van een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik die een aanvraag indient die een wijziging van de vergunning inhoudt, moet een retributie van 500 euro betalen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, met name indien de gevraagde wijziging één van de volgende gevallen is: 1° een wijziging van de handelsbenaming van het product;2° een verandering van de naam of het juridisch statuut van de houder van de vergunning; 3° een overdracht van de vergunning op naam van een andere persoon.".

Art. 5.In artikel 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2016 pub. 08/02/2016 numac 2016024027 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten, wordt paragraaf 8 vervangen als volgt: « § 8. Iedere persoon die in het kader van de wet van 11 juli 1969 betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, of van de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 11/02/1999 numac 1998022861 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid sluiten betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers een certificaat inzake bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, gewasbeschermingsmiddelen of toevoegingsstoffen vraagt aan de FOD VVL is gehouden per certificaat een retributie van 250 euro te betalen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, ongeacht het aantal kopieën van het certificaat.".

Art. 6.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/11/2011 pub. 29/11/2011 numac 2011024326 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten sluiten tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. Het aantal punten p, zoals bedoeld in paragraaf 1, is afhankelijk van de verplichting tot afbeelding van gevarenpictogrammen op het etiket van het bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik, zoals opgelegd door de toelatingsakte geldig op 1 december van het jaar 20XX-2 indien de betaling plaatsvindt in het jaar 20XX. Voor middelen toegelaten tussen 2 december 20XX-2 en 30 november 20XX-1 geldt de verplichting tot afbeelding van gevarenpictogrammen op het etiket zoals vastgesteld bij de toelating. De punten worden toegekend overeenkomstig de volgende tabel. De GHS-codes in deze tabel verwijzen naar de gevarenpictogrammen die zijn vermeld in de toelatingsakte.

Indien de verplichting geldt om voor een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik meerdere gevarenpictogrammen af te beelden op het etiket zullen de punten van deze gevarenpictogrammen worden opgeteld.

Pictogramme de danger/ Gevarenpictogram

Nombre de points/Aantal punten

Produits à usage professionnel/ Middelen voor professioneel gebruik

Produits à usage non-professionnel/ Middelen voor niet-professioneel gebruik

GHS02

1

2,4

GHS04

1

2,4

GHS05

1,5

2,4

GHS06

1,5

2,4

GHS07

1

2,4

GHS08

1,4

2,4

GHS09

1

2,4


Voor middelen voor professioneel gebruik wordt het aantal punten steeds verhoogd met één punt. Voor middelen voor niet-professioneel gebruik wordt het aantal punten steeds met 0,1 punt verhoogd.".

Art. 7.De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juli 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, D. DUCARME

^