Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juni 2007
gepubliceerd op 26 juni 2007

Koninklijk besluit met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003332
pub.
26/06/2007
prom.
08/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/08/2007003332/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JUNI 2007. - Koninklijk besluit met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning, in het bijzonder artikel 18;

Gelet op de adviezen van de inspecteur van Financiën, gegeven op 30 mei 2006 en 29 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Begroting van 26 juni 2006 en 22 mei 2007;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : -de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie voor de verwarming van een privéwoning belangrijke uitvoeringsbevoegdheden toekent aan de Koning, in het bijzonder zowel wat de bepaling van de modaliteiten van het beroep betreft als wat de overheden die belast zijn om uitspraak te doen over de geschillen betreft; - gegeven het aantal reeds bestaande betwistingen, is het aangewezen snel wetgevende maatregelen te nemen teneinde zo de geschillen te doen verdwijnen; - het huidig besluit dus dringend genomen dient te worden.

Gelet op het advies 42.180/2 van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder de term "wet" verstaan "de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning". HOOFDSTUK 1. - Aanvraag tot toekenning van de toelage bedoeld in artikel 4, § 1 van de wet

Art. 2.Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van de toelage bedoeld in artikel 4, § 1 van de wet zijn gerechtigd, de rechthebbenden zoals gedefinieerd in artikel 2 van de wet of hun wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordigers.

Art. 3.De aanvraag tot toekenning van de toelage gebeurt door middel van het formulier "Aanvraag tot tussenkomst voor huisbrandolie" waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage A).

Art. 4.Bij de aanvraag moet ofwel de factuur, in origineel of in kopie, ofwel de leveringsbon, of bij ontstentenis hiervan, elk ander bewijskrachtig document dat de levering van de huisbrandolie bevestigt, worden gevoegd.

De aanvraag moet het gedeelte van de woning vermelden dat voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt.

Indien de aanvraag wordt ingediend door een andere persoon dan de rechthebbende, moeten bovendien de volgende documenten bij de aanvraag worden gevoegd: - het document tot staving van zijn hoedanigheid van wettelijk, gerechtelijk of contractueel vertegenwoordiger; - de lijst met de identiteit van alle bewoners die de toelage wensen te bekomen, alsook voor ieder van hen, het gedeelte van de woning dat voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt. Met het oog hierop is de bewoner ertoe gehouden dit gedeelte aan zijn vertegenwoordiger mee te delen.

Art. 5.De aanvraag tot toekenning van de toelage moet worden ingediend uiterlijk op 31 mei 2006.

Art. 6.Wanneer de aanvraag tot toekenning van de toelage betrekking heeft op meerdere leveringen van huisbrandolie voor eenzelfde woning, moet de aanvrager gebruik maken van één formulier per levering.

Art. 7.Indien de aanvraag tot toekenning van de toelage wordt ingediend door een natuurlijke persoon die ressorteert onder een dienst personenbelasting, moet deze aanvraag bij deze dienst worden ingediend.

In de andere gevallen, moet de aanvraag worden ingediend bij de dienst personenbelasting die bevoegd is voor de plaats waar de woning, waarop de aanvraag betrekking heeft, gelegen is.

Art. 8.De beslissing met betrekking tot de aanvragen tot toekenning van de toelage wordt genomen door de gewestelijke directeur van de Directe Belastingen in wiens ambtsgebied de belastingdienst bedoeld in artikel 7 gelegen is, of door de door hem gedelegeerde ambtenaar.

De beslissing moet worden genomen uiterlijk bij het verstrijken van de zesde maand volgend op de maand waarin de aanvraag werd ingediend.

De beslissing die de aanvraag geheel of gedeeltelijk verwerpt, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht. HOOFDSTUK 2. - Aanvraag tot toekenning van de terugbetaling en aanvraag tot toekenning van het voorschot bedoeld in artikel 4, § 2 van de wet

Art. 9.Voor de leveringen van huisbrandolie bestemd voor de verwarming van een privé- woning verricht tussen 1 oktober 2005 en 31 december 2005, is de leverancier ertoe gehouden om aan de rechthebbende een prijsvermindering toe te staan, berekend overeenkomstig artikel 3 van de wet.

Art. 10.Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van een terugbetaling zijn gerechtigd, de leverancier van huisbrandolie of zijn wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordiger.

Art. 11.De aanvraag tot toekenning van een terugbetaling gebeurt door middel van het formulier "Brandstofverdelers - Huisbrandolie - Aanvraag terugbetaling van de toegekende kortingen" waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage B).

Art. 12.De aanvraag tot toekenning van een terugbetaling moet maandelijks worden ingediend en uiterlijk op 31 maart 2006.

Deze aanvraag moet worden ingediend op het volgende adres: Dienst Terugbetaling Huisbrandolie North Galaxy - Toren B - 26ste verdieping Koning Albert II - laan, 33 - bus 1 B-1030 Brussel

Art. 13.Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van een voorschot zijn gerechtigd, de leverancier van huisbrandolie of zijn wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordiger.

Art. 14.Het bedrag van het voorschot voor de maand oktober 2005, is gelijk aan het bedrag verkregen door het aantal liters huisbrandolie geleverd in oktober 2004 te vermenigvuldigen met 0,11 euro. Dit resultaat moet worden afgerond op de hogere honderd euro.

De bedragen van de voorschotten voor de maanden november en december 2005 zijn gelijk aan de respectievelijke bedragen van de prijsverminderingen waarvoor terugbetaling wordt gevraagd voor respectievelijk de maanden oktober en november 2005.

Art. 15.De aanvraag tot toekenning van een voorschot voor de leveringen te verrichten gedurende de maand oktober 2005 gebeurt door middel van het formulier "Brandstofverdelers- Huisbrandolie - Aanvraag voorschot voor de maand oktober 2005" waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage C).

Ze moet uiterlijk op 11 oktober 2005 worden ingediend bij de dienst bedoeld in artikel 12, tweede lid.

Art. 16.De aanvragen tot toekenning van een voorschot voor de leveringen te verrichten gedurende respectievelijk de maanden november en december 2005 moeten worden vermeld op de respectievelijke aanvraagformulieren voor de toekenning van een terugbetaling voor de leveringen verricht tijdens de maanden oktober en november 2005.

Art. 17.Wanneer de aanvragen tot toekenning van een terugbetaling met toepassing van artikel 16 een aanvraag tot toekenning van een voorschot bevatten, dan moeten deze, in afwijking van artikel 12, eerste lid, worden ingediend uiterlijk op de vierde dag van de maand die volgt op deze waarop de leveringen betrekking hebben.

Wanneer een voorschot werd gevraagd voor de te verrichten leveringen in de loop van een bepaalde maand, moet de aanvraag tot toekenning van een terugbetaling betreffende deze maand, in afwijking van artikel 12, eerste lid, worden ingediend uiterlijk op de vierde dag van de maand die volgt op deze waarop de leveringen betrekking hebben.

Art. 18.De beslissing met betrekking tot de aanvragen tot toekenning van een terugbetaling en de aanvragen tot toekenning van een voorschot wordt genomen door de leidinggevende ambtenaar van de Dienst Terugbetaling Huisbrandolie of door de door hem gedelegeerde ambtenaar.

De beslissing moet worden genomen uiterlijk bij het verstrijken van de zesde maand volgend op de maand waarin de aanvraag werd ingediend.

De beslissing die geheel of gedeeltelijk de aanvraag tot toekenning van een terugbetaling verwerpt, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht.

Art. 19.De leverancier die een aanvraag tot toekenning van een terugbetaling of van een voorschot heeft ingediend, moet elk verantwoordingsstuk voor deze aanvraag ter beschikking houden van de ambtenaren belast met de controle.

In ieder geval, moet hij maandelijks een lijst opstellen waarin hij voor elke levering de volgende vermeldingen inschrijft: - het volgnummer; - de leveringsdatum; - de aard en het nummer van het document met betrekking tot de levering; - het aantal geleverde liters; - de prijs per liter; - het gedeelte van de woning gebruikt voor beroepsdoeleinden; - het bedrag van de prijsvermindering; - het totaalbedrag na toepassing van de prijsvermindering.

Deze lijst moet zonder uitstel op elk verzoek aan de ambtenaren van de dienst bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden toegezonden.

De in de vorige leden bedoelde documenten moeten worden bewaard gedurende zeven jaar vanaf de eerste januari volgend op hun afsluiting indien het boeken betreft, op hun datum indien het om facturen of andere documenten gaat. HOOFDSTUK 3. - Aanvraag tot toekenning van de toelagen bedoeld in artikel 5 van de wet

Art. 20.Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van de toelage bedoeld in artikel 5 van de wet zijn gerechtigd, de rechthebbenden zoals gedefinieerd in artikel 2 van de wet of hun wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordigers.

Art. 21.De aanvraag tot toekenning van de toelage voor de leveringen van propaangas in bulk of van lamppetroleum gebeurt door middel van de respectievelijke formulieren "Aanvraag tot tussenkomst voor bulkpropaangas" en "Aanvraag tot tussenkomst voor lamppetroleum" waarvan de modellen in bijlage bij dit besluit zijn gevoegd (Bijlagen D en E).

Art. 22.Wanneer de aanvraag tot toekenning van de toelage betrekking heeft op meerdere leveringen van propaangas in bulk of van lamppetroleum voor eenzelfde woning, moet de aanvrager gebruik maken van één formulier per levering.

Art. 23.De artikelen 4, 5, 7 en 8 van dit besluit zijn van toepassing verklaard op dit hoofdstuk. HOOFDSTUK 4. - Aanvraag tot toekenning van de toelage bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid van de wet

Art. 24.§ 1. Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van de forfaitaire toelage bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet zijn gerechtigd, de rechthebbenden zoals gedefinieerd in artikel 2 van de wet of hun wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordigers.

Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van de verhoogde toelage bedoeld in artikel 6, tweede lid van de wet zijn gerechtigd, de rechthebbenden zoals gedefinieerd in artikel 2 van de wet die op 1 juli 2006 daadwerkelijk het statuut hadden van residentiële beschermde klant met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie bedoeld in artikel 1 van het ministerieel besluit van 23 december 2003 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan de beschermde residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 13 mei 2004, of hun wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordigers. § 2. De rechthebbenden bedoeld in § 1 die afgescheiden individuele woningen betrekken in eenzelfde gebouw en die van een levering van aardgas genieten door middel van één en dezelfde aansluiting, zijn er bovendien toe gehouden om hun aanvragen in te dienen door tussenkomst van de persoon op wiens naam het leveringscontract werd opgemaakt of van de vertegenwoordiger van deze laatste, dewelke ertoe gehouden zijn hen te vertegenwoordigen.

Art. 25.§ 1. De aanvraag tot toekenning van de toelage moet gebeuren door middel van het formulier "Aanvraag tot toekenning van een aardgastoelage" waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage F).

Wanneer het rechthebbenden betreft bedoeld in artikel 24, § 2, moet de aanvraag tot toekenning van de toelage gebeuren door middel van het formulier "Aanvraag tot toekenning van een aardgastoelage - Collectieve aansluitingen" waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage G). § 2. De aanvragen bedoeld in § 1 moeten worden ingediend ten vroegste op 1 oktober 2006 en ten laatste op 31 december 2006.

Art. 26.De aanvragen moeten worden gericht aan de leverancier die op datum van 1 juli 2006 de levering van aardgas verzekert.

Wanneer de rechthebbenden in de loop van het eerste semester 2006 ophouden met het te laten leveren van aardgas, bestemd voor de verwarming van een privéwoning, moeten de aanvragen tot toekenning van de toelage, daarentegen, ingediend worden bij de laatste leverancier, ongeacht of het een individuele of een collectieve aansluiting betreft.

Art. 27.§ 1. In afwijking van artikel 25, is de rechthebbende bedoeld in artikel 30 van dit besluit vrijgesteld van het indienen van de aanvraag tot toekenning van de toelage.

Met uitzondering van degene op wiens naam het leveringscontract voor aardgas is opgemaakt, is deze afwijking niet van toepassing op de rechthebbenden die afzonderlijke individuele woningen bewonen in eenzelfde gebouw en die genieten van de levering van aardgas door middel van één en dezelfde aansluiting. § 2. De rechthebbende die vrijgesteld is van het indienen van een aanvraag tot toekenning van de toelage, is er, op verzoek van zijn leverancier, desgevallend toe gehouden aan te geven dat hij niet beantwoordt aan de wettelijke voorwaarden om geheel of gedeeltelijk van de toelage te genieten. Deze verklaring moet uiterlijk gebeuren op 31 december 2006.

Art. 28.De toelage wordt toegekend in functie van de duur van de levering van aardgas gedurende het eerste semester 2006. Wanneer de rechthebbende van een gedeeltelijke levering geniet gedurende het eerste semester, bedraagt het bedrag van de toelage respectievelijk 7,33 euro of 14,67 euro of 22,00 euro of 29,33 euro of 36,67 euro naargelang de levering plaatsvindt in één, twee, drie, vier of vijf maanden, waarbij iedere begonnen maand geldt voor een volledige. Voor de verhoogde toelage zijn deze bedragen respectievelijk 13,33 euro, 26,67 euro, 40,00 euro, 53,33 euro, 66,67 euro naargelang de levering plaatsvindt in één, twee, drie, vier of vijf maanden, waarbij iedere begonnen maand geldt voor een volledige. HOOFDSTUK 5. - Aanvraag tot toekenning van de terugbetaling bedoeld in artikel 6, vijfde lid van de wet

Art. 29.Voor iedere aanvraag ingediend overeenkomstig artikelen 24 tot 26 van dit besluit, is de aardgasleverancier ertoe gehouden om aan zijn medecontractant, naargelang het geval, de forfaitaire toelage of de verhoogde toelage, voorzien respectievelijk in het eerste en tweede lid van artikel 6 van de wet, toe te kennen.

De toekenning van de toelage moet gebeuren binnen de drie maanden vanaf de indiening van de aanvraag.

Art. 30.§ 1. In afwijking van het voorgaande artikel, is de aardgasleverancier ertoe gehouden aan zijn medecontractant, naargelang het geval, de forfaitaire toelage of de verhoogde toelage met betrekking tot de levering van aardgas voorzien in artikel 6 van de wet automatisch toe te kennen, wanneer deze persoon: - zijn medecontractant is op datum van 1 juli 2006; - een minimal jaarlijks verbruik heeft van 7.500 kWh; - geniet voor de levering van aardgas van een huishoudelijk verwarmingstarief of van een huishoudelijk contract; - niet geïdentificeerd is voor de belasting over de toegevoegde waarde; - en geniet, in voorkomend geval, daadwerkelijk van het statuut van residentiële beschermde klant met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie bedoeld in artikel 6, tweede lid van de wet. § 2. Het bedrag van de forfaitaire toelage of van de verhoogde toelage wordt bepaald door het aantal maanden van aardgasverbruik door de rechthebbende voor de verwarming van zijn woning, zonder dat enig onderscheid dient te worden gemaakt naargelang het aardgas, voor een gedeelte van het eerste semester 2006, aan dezelfde rechthebbende maar op een andere aansluitingsadres en/of door een andere leverancier werd geleverd. § 3. Wanneer de rechthebbende tijdens het eerste semester van 2006 een aansluiting heeft gekregen voor een nieuwe woning, of een nieuwe aansluiting voor een bestaande woning, wordt het bedrag van de forfaitaire toelage of van de verhoogde toelage, in afwijking van § 2, bepaald door het aantal maanden aardgasverbruik op die plaats van aansluiting. § 4. De automatische toekenning van de toelage moet gebeuren uiterlijk op 31 oktober 2006.

Art. 31.§ 1. De aardgasleverancier die automatisch de forfaitaire toelage of de verhoogde toelage aan zijn medecontractant toekent, moet: - aan deze een document uitreiken met vermelding van "Aardgastoelage of verhoogde aardgastoelage" met aanduiding van de periode die in aanmerking werd genomen voor het vaststellen van de toelage alsook het bedrag van de toelage; - aan hem een "bevraging over de toekenning van een aardgastoelage" toezenden waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage H). § 2. Indien blijkt dat de medecontractant ofwel niet mag genieten van de toelage, ofwel slechts kan genieten van een gedeeltelijke toelage, is de leverancier ertoe gehouden om, binnen de drie maanden vanaf de ontvangst van het antwoord, over te gaan tot een herziening van de oorspronkelijk toegekende toelage en deze herziening schriftelijk mee te delen aan de medecontractant.

Art. 32.Tot het indienen van de aanvraag tot toekenning van een terugbetaling zijn gerechtigd, de aardgasleverancier bedoeld in de artikelen 29 en 30 of zijn wettelijke, gerechtelijke of contractuele vertegenwoordiger.

Art. 33.De aanvraag tot toekenning van een terugbetaling gebeurt door middel van het formulier "Aardgasleverancier - Aanvraag terugbetaling van de toegekende toelagen", waarvan het model in bijlage bij dit besluit is gevoegd (Bijlage I).

Art. 34.Voor elk van de maanden juli tot september 2006, moeten halfmaandelijkse aanvragen tot terugbetaling van de toegekende toelagen worden ingediend.

Voor elk van de maanden oktober 2006 tot maart 2007, moet een maandelijkse aanvraag tot terugbetaling van de toegekende toelagen worden ingediend.

De aanvragen bedoeld in de voorgaande leden moeten ten laatste op de 20e kalenderdag volgend op het verstrijken van de periode waarop ze betrekking hebben, worden ingediend en worden verzonden naar het volgende adres : Dienst Aardgastoelage North Galaxy - Toren B - 26e verdieping Albert II - laan 33, bus 1 B-1030 Brussel

Art. 35.De beslissing met betrekking tot de aanvragen tot terugbetaling wordt genomen door de leidinggevende ambtenaar van de Dienst Aardgastoelage of door de door hem gedelegeerde ambtenaar.

De beslissing die geheel of gedeeltelijk de aanvraag tot toekenning van een terugbetaling verwerpt, wordt aan de aanvrager ter kennis gebracht.

Art. 36.Wanneer de aanvraag tot terugbetaling ingediend door de leverancier of zijn vertegenwoordiger een eindsaldo vertoont in het voordeel van de leverancier, moet de terugbetaling door de staat gebeuren binnen de 10 dagen volgend op de indiening van deze aanvraag.

Wanneer de aanvraag tot terugbetaling daarentegen een eindsaldo vertoont in het voordeel van de staat, moet de terugstorting door de leverancier gebeuren uiterlijk de twintigste dag van de maand volgend op het aangiftetijdvak.

Art. 37.De leverancier die een aanvraag tot toekenning van een terugbetaling heeft ingediend, moet elk verantwoordingsstuk voor deze aanvraag ter beschikking houden van de ambtenaren belast met de controle.

In ieder geval, moet hij de verklaringen afgelegd door de rechthebbenden en de aanvragen tot toekenning van de toelagen ingediend door deze laatsten, ter beschikking van deze ambtenaren houden.

De in de vorige leden bedoelde documenten moeten worden bewaard gedurende zeven jaar vanaf de eerste januari volgend op hun afsluiting indien het boeken betreft, op hun datum indien het om facturen of andere documenten gaat. HOOFDSTUK 6. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 38.De beslissing tot het opleggen van een administratieve boete overeenkomstig artikel 9 van de wet wordt genomen door de bevoegde ambtenaar belast met de controle op de naleving van de wet en dit besluit.

Art. 39.Is in elk geval ontvankelijk tot het verstrijken van de maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, de aanvraag van de toelage of de terugbetaling waarvan de indieningstermijn verstreken is voor deze datum. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 40.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2005.

Art. 41.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De vice-eersteminister en minister van Financiën, D. REYNDERS De minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage A Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage B Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage C Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage D Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage E Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage F Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage G Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage H Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 met betrekking tot de uitvoering van de wet van 9 januari 2007 houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie, van propaangas in bulk, van lamppetroleum en van aardgas bestemd voor de verwarming van een privéwoning.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

^