Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 maart 2001
gepubliceerd op 10 april 2001

Koninklijk besluit tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 2° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de openbare sector aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001012219
pub.
10/04/2001
prom.
08/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/08/2001012219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 2° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de openbare sector aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 71, 2°, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 december 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 17 januari 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is de publieke sector aangesloten bij de RSZ zonder uitstel toe te laten te kunnen genieten van de bijkomende aanwervingen ingevolge de Sociale Maribel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor het eerste semester 2001, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid aan het Fonds voor de openbare sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid het volgende bedrag : 5 366 993,97 EUR.

Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt gestort in maandelijkse schijven.

Art. 3.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001, geldt in de plaats van het bedrag van « 5 366 993,97 EUR », vermeld in artikel 1, het bedrag van « 216 504 000 BEF ».

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999. Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000.

Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.

^