Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 maart 2009
gepubliceerd op 09 april 2009

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende de opleidingsplannen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012072
pub.
09/04/2009
prom.
08/03/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MAART 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende de opleidingsplannen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende de opleidingsplannen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de erkende controleorganismen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008 Opleidingsplannen (Overeenkomst geregistreerd op 10 maart 2008 onder het nummer 87295/CO/219)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen.

Onder "werknemers" worden verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 11.2 van het nationaal akkoord 2005-2006, gesloten op 9 december 2005, geregistreerd onder het nummer 78968 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 19 juli 2006 (Belgisch Staatsblad van 5 september 2006), en in uitvoering van artikel 10.5 van het Nationaal akkoord 2007-2008 gesloten op 25 juni 2007 en geregistreerd onder het nummer 84222.

Art. 3.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competenties van de bedienden en bijgevolg ook van de ondernemingen. Permanente vorming veronderstelt ook een wederzijds engagement, zowel van de werkgever als van de bediende.

De sector onderkent dat verplichte opleidingsplannen een belangrijke bijdrage leveren om de globale interprofessionele doelstelling inzake opleiding te bereiken.

Art. 4.Onder "beroepsopleiding" moet worden verstaan alle vormen van opleiding : -die de kwalificatie van de bediende bevorderen; - die georganiseerd worden door of gevolgd worden op initiatief van de werkgever; - waarvan de kosten (inschrijvingsgeld, cursusmateriaal, verplaatsingen, en dergelijke) ten laste van de werkgever zijn; - die in principe tijdens de werkuren gebeuren. Opleiding buiten de werkuren kan als beroepsopleiding beschouwd worden voor zover ze noodzakelijk is, opgenomen wordt in de opleidingsplannen of de tussentijdse aanpassingen ervan, enkel buiten de normale arbeidsuren wordt aangeboden en voor zover er voor deze opleidingsuren loon betaald wordt; - met inbegrip van on-the-job-training; - met uitsluiting van louter onthaal- en introductieactiviteiten.

Het gaat dus zowel om formele als informele opleidingsinitiatieven. - Formele beroepsopleidingen zijn cursussen of stages die ontwikkeld zijn voor het geven van beroepsopleiding en beroepsonderwijs door lesgevers of sprekers. Deze opleidingen kunnen binnen of buiten het bedrijf doorgaan, maar steeds op een plaats die duidelijk afgescheiden is van de werkplek. - Informele beroepsopleidingen zijn initiatieven buiten cursussen en stages. Daartoe behoren vorming, begeleiding en mentorschap die rechtstreeks op de werkvloer of in een werksituatie gebeuren.

Art. 5.Jaarlijks vanaf 2008 zal vóór 31 maart, ter informatie en voor advies, aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging een opleidingsplan worden voorgelegd.

Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging zal het opleidingplan jaarlijks vanaf 2008 vóór 31 maart overgemaakt moeten worden aan de voorzitter van het paritair comité, die het voor informatie en advies overmaakt aan het paritair comité.

Art. 6.Het opleidingsplan geeft een globaal overzicht van enerzijds de opleidingsbehoeften in de onderneming en anderzijds de wijze waarop deze zullen worden ingevuld.

Het opleidingsplan zal aandacht schenken aan alle werknemerscategorieën : administratieve bedienden, technische bedienden en, indien van toepassing in de onderneming, ook administratieve en technische kaderleden. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan bedienden van 45 jaar en ouder en aan laaggeschoolden. Onder "laaggeschoolden" wordt verstaan : bedienden die niet beschikken over een diploma van het secundair onderwijs of een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.

Het opleidingsplan bevat minstens de formele opleidingen, bedoeld in artikel 4.

Desgevallend kan het opleidingsplan opgesplitst worden per afdeling.

Art. 7.In ondernemingen met een ondernemingsraad, of bij ontstentenis, een vakbondsafvaardiging zal op ondernemingsvlak afgesproken worden deze informatie wordt opgenomen in het opleidingsplan.

Voor ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging bevat het verplichte opleidingsplan minimaal volgende gegevens : - de opleidingsbehoeften/leernoden, met aanduiding van de categorieën van bedienden waarop ze van toepassing zijn; - de concrete opleidingsinitiatieven om aan deze opleidingsbehoeften/leernoden tegemoet te komen; - de duur en de spreiding van de opleidingen; - de doelgroep/functiegroep en het aantal werknemers van de doelgroep/functiegroep waarvoor de opleidingen bedoeld zijn.

De bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst bevat een model van opleidingsplan dat beantwoordt aan de minimale inhoudelijke criteria uit het vorige lid van dit artikel.

Dit model kan door de ondernemingen worden gebruikt.

Art. 8.De ondernemingsraad, of bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging zullen vanaf 2008 minstens één keer per jaar geïnformeerd worden over de uitvoering van het opleidingsplan, alsook over de tijdens het lopende jaar eventuele aangebrachte wijzigingen eraan.

Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging zullen jaarlijks vanaf 2008 aan de voorzitter van het paritair comité, samen met het nieuwe opleidingsplan, meedelen in welke mate het opleidingsplan van het voorbije jaar gerealiseerd werd en welke wijzigingen eraan aangebracht werden. De voorzitter maakt deze verslagen over aan de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair comité.

Art. 9.Partijen zullen in de loop van het tweede trimester van 2010 de toepassing van deze overeenkomst evalueren en indien nodig de bepalingen ervan bijsturen.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan slechts opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en met respect van een opzeggingstermijn van 6 maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 maart 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende de opleidingsplannen Opleidingsplan (jaartal) Naam en adres van de onderneming : . . . . . . . . . . . . . . .

Contactpersoon : . . . . .

Aantal bedienden op 1 januari van het refertejaar : . . . . . .. (koppen) . . . . . (voltijds equivalenten) Aantal kaderleden op 1 januari van het refertejaar : . . . . . .. (koppen) . . . . . (voltijds equivalenten) 1. Opleidingsbehoeften - leernoden

Categorie van bedienden Specifieke doelgroep of functiegroep

Omschrijving van de opleidingsbehoeften en leernoden

Administratieve bedienden


Technische bedienden


Administratieve kaderleden


Technische kaderleden


2.Planning van opleidingsinitiatieven

Doelgroep of functiegroep

Type opleiding Naam opleiding

Aantal betrokken bedienden (eventueel opgesplitst per afdeling)

Totaal aantal uren (eventueel opgesplitst per afdeling)

Opleidingsverstrekker : intern / extern eventueel naam

Geplande datum/data

Totaal

Waarvan 45+

Waarvan laaggeschoolden (1)


TOTALEN


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 maart 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Onder laaggeschoolden wordt verstaan : bedienden die niet beschikken over een diploma van het secundair onderwijs of een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.

^