Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 maart 2009
gepubliceerd op 18 mei 2009

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen" en vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009200853
pub.
18/05/2009
prom.
08/03/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MAART 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen" en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de privérusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen" en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2008 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de privérusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 6 november 2008 onder het nummer 89470/CO/330) A. Oprichting

Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, richt het Paritair Comité voor gezondheidsinrichtingen en -diensten een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van : - de rusthuizen; - de rust- en verzorgingstehuizen; - de serviceflats; - de dagverzorgingscentra voor bejaarden; - de dagcentra voor bejaarden; die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 januari 2008 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.

Zij wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één van de partijen voor 30 juni van elk jaar.

De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en waarvan deze laatste een kopie aan elk der ondertekenende partijen bezorgt.

B. Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijk zetel

Art. 4.Met ingang van 1 januari 2008 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Sociaal Fonds voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen", waarvan de zetel gevestigd is in de gebouwen van VESOFO - Handelskaai 48, te 1000 Brussel.

Deze zetel kan bij unanieme beslissing van het beheerscomité, voorzien bij artikel 12, elders overgeplaatst worden. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds verzekert de bevordering en de financiering van de onderzoeks-, tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven onder meer ten behoeve van risicogroepen die zijn of zouden kunnen aangeworven worden in de sector. Het heeft eveneens tot doel de kosten te helpen financieren voor het opstellen van een functieclassificatie alsmede alle werkzaamheden die hiervoor nodig zijn.

Het fonds heeft inzonderheid als taak de daartoe door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde bijdragen te ontvangen, te beheren en toe te wijzen voor de doeleinden waarvoor ze bestemd zijn. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De geldmiddelen van het fonds bestaan uit bijdragen gestort door de werkgevers die onder de bevoegdheid van deze collectieve arbeidsovereenkomst ressorteren, evenals uit de eventuele intrestopbrengst van deze gekapitaliseerde bijdragen.

Art. 7.§ 1. Het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten bepaalt bij collectieve arbeidsovereenkomst de bijdrage die de werkgevers moeten afdragen aan het fonds. § 2. Bij beslissing van het beheerscomité van het fonds, voorzien bij artikel 12, goedgekeurd in het paritair comité, kunnen de bijdragen derwijze bepaald worden dat een nodig geachte financiële reserve wordt verzekerd.

Art. 8.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 9.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het paritair beheerscomité voorzien bij artikel 12.

Deze kosten worden in eerste instantie gedekt door de renten van de kapitalen voortkomend van de storting van de bijdragen en eventueel bijkomend door een afhouding op de voorziene bijdragen en waarvan het bedrag vastgesteld is door het voornoemd beheerscomité. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden, toekenning en vereffening van de voordelen

Art. 10.De werknemers van de inrichtingen bedoeld onder artikel 2 hebben recht op de sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de toekenningsvoorwaarden worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Art. 11.De uitbetaling van de voordelen kan in geen geval afhankelijk gemaakt worden van de betaling der verschuldigde bijdragen door de werkgever. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 12.Het fonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité bestaande uit veertien effectieve ledenbeheerders.

Deze leden worden aangeduid door en onder de leden van het betrokken paritair comité, voor de helft op voordracht van de beroepsorganisaties van de werkgevers en voor de andere helft op voordracht van de werknemersorganisaties.

De leden van het beheerscomité worden aangesteld voor dezelfde periode als deze van hun mandaat van lid van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Het mandaat van lid van het beheerscomité vervalt door ontslag, overlijden of wanneer zijn mandaat als lid van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten een einde neemt of wegens ontslag gegeven door de organisatie die hem voorgedragen heeft. Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van het beheerscomité zijn hernieuwbaar.

Art. 13.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met verbintenissen van het fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het mandaat van beheer dat zij ontvangen hebben.

Art. 14.Het beheerscomité kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden.

Wanneer de voorzitter tot de werknemersorganisatie behoort, behoort de ondervoorzitter tot de werkgeversorganisatie en omgekeerd.

De beurtwisseling in de toekenning van deze functies voor de ene of de andere hogergenoemde organisatie heeft jaarlijks plaats, tenzij het beheerscomité er eenparig anders over beslist.

Art. 15.Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door de wet of deze statuten.

Tenzij andersluidende beslissing van het beheerscomité treedt dit laatste al in zijn handelingen op en handelt het in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een afgevaardigde-beheerder, door het beheerscomité daartoe aangesteld.

Het beheerscomité heeft onder meer als opdracht : 1° over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het fonds;2° controle te doen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten;3° de administratiekosten alsmede het aandeel van de jaarlijkse inkomsten die deze dekken, vast te stellen;4° tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten over de vervulling van zijn opdracht.

Art. 16.Het beheerscomité vergadert minstens éénmaal per semester ter zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft der leden van het beheerscomité, evenals op vraag van een der vertegenwoordigde organisaties.

De uitnodigingen moeten de agenda bevatten. De notulen worden opgemaakt door de secretaris, aangewezen door het beheerscomité en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.

Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Art. 17.Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.

Elke organisatie, vertegenwoordigd in de beheerraad mag zich geldig laten vertegenwoordigen door maximum een persoon die geen lid is van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, in de plaats van een lid van dit paritair comité voor zover deze persoon vooraf een volmacht heeft gekregen.

Er wordt een lijst met namen van de personen opgesteld die in aanmerking kunnen komen om van een volmacht gebruik te maken. Deze lijst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de beheerraad.

De beslissingen van het beheerscomité worden integraal getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden, behoudens andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement dat door het beheerscomité wordt opgesteld. HOOFDSTUK VI. - Controle

Art. 18.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, duidt het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten minstens één expert-boekhouder aan ter controle van het beheer van het fonds.

Deze moet minstens één maal per jaar verslag uitbrengen bij het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Bovendien licht hij het beheerscomité van het fonds regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen

Art. 19.Elk jaar vanaf 2008 wordt op 31 december de "balans en rekeningen" van het verlopen dienstjaar afgesloten. De eerste "balans en rekeningen" zal de startperiode van 2008 bevatten. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 20.Het fonds wordt ontbonden door het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten ingevolge een gebeurlijke vooropzeg, zoals voorzien door artikel 3.

Voornoemd paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na betaling van het passief. Deze bestemming moet in overeenstemming zijn met het doel waartoe het fonds werd opgericht.

Het voornoemde paritair comité duidt de vereffenaars aan onder de leden van het beheerscomité. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, houdende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de privérusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen" en vaststelling van zijn statuten, geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer 85670/CO/330.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 maart 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^