Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 mei 2003
gepubliceerd op 20 juni 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2003007172
pub.
20/06/2003
prom.
08/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/08/2003007172/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat ik de eer heb aan de goedkeuring van Uwe Majesteit voor te leggen betreft de Koninklijke Militaire School. Meer in het bijzonder, herneemt het de cursussen die onderwezen zullen worden in de loop van het academiejaar 2003-2004.

A. DOEL VAN HET BESLUIT Het ontwerp van besluit wijzigt artikel 5 en de bijlage van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School en heft de artikelen 61 en 62 van hetzelfde besluit op.

De wijzigingen aan de bijlage hebben tot doel om de curricula van de polytechnische faculteit en van de faculteit sociale en militaire wetenschappen aan te passen aan de reorganisatie van het universitair en hoger onderwijs zoals ingeschreven in de Verklaring van Bologna, die ondertekend werd door de Ministers van Onderwijs van de Vlaamse Regering en de Franse Gemeenschap.

De hiermee gepaard gaande invoering van de Bachelor-Master opent mogelijkheden tot : - mobiliteit op nationaal en internationaal vlak tussen de burgerlijke en militaire onderwijsinstellingen, dit voor de leerlingen, het onderwijzend personeel en de onderzoekers; - versterking van de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen op Europees niveau.

Deze wijzigingen hebben eveneens tot doel om meer potentiële kandidaten aan te trekken en het slaagpercentage te verhogen, dankzij : - een transparant en modulair curriculum; - de mogelijkheid voor de leerlingen om hun studietraject gedeeltelijk te verpersoonlijken; - een betere integratie van de wetenschappelijke, militaire en maatschappelijke aspecten van de vorming.

Om deze nieuwe curricula te kunnen implementeren is het noodzakelijk om bijkomende middelen te voorzien zowel op financieel vlak als wat betreft het onderwijzend personeel en de infrastructuur.

Qua infrastructuur, werden de benodigde lokalen reeds opgenomen in de plannen van de laatste fase van de vernieuwing van de Koninklijke Militaire School, heel onlangs aanvaard.

Teneinde vanaf 2006 erkende Bachelor en Master diploma's te mogen uitreiken, zal het departement van Landsverdediging, bij de bevoegde autoriteiten, de nodige stappen ondernemen om de erkenning van de afgeleverde diploma's alsook het recht op het voeren van de aan de academische graden verbonden titels te garanderen.

B. BESPREKING VAN DE BEPALINGEN Artikel 1 Dit artikel bevat de wijzigingen aan artikel 5 van het voornoemde besluit van 26 september 2002.

Een incoherentie tussen de Nederlandse en de Franse tekst wordt weggewerkt.

Artikel 2 Met dit artikel wordt de bijlage bij het besluit van 26 september 2002 vervangen.

Deze bijlage bevat het programma van de cursussen van de academische, militaire en sportieve vorming aan de polytechnische faculteit en aan de faculteit sociale en militaire wetenschappen.

Voor de polytechnische faculteit wordt het vorige curriculum behouden; wel werden : - de benamingen van sommige cursussen aangepast; - de coëfficiënten per cursus aangepast aan het aantal ECTS-punten; - het aantal examens verminderd door de samenvoeging van sommige cursussen.

Voor de faculteit sociale en militaire wetenschappen werd het curriculum aangepast : - voor de leerlingen die hun opleiding in het academiejaar 2002-2003 begonnen of reeds aangevat hadden, wordt het vorige curriculum behouden; wel werden de coëfficiënten aangepast van de vakken die in het vierde vormingsjaar in meer dan één optie voorkomen, - het nieuwe curriculum wordt jaar per jaar ingevoerd vanaf september 2003.

Het programma van de militaire vorming van het tweede en derde vormingsjaar werd aangepast voor het varend personeel van de luchtmacht.

Voor de leerlingen die hun vormingsjaar, aangevangen in 2002, nog niet beëindigd hebben blijft het vorige programma van toepassing tot het einde van dat vormingsjaar. De leerlingen met herexamens en de leerlingen die hun laatste vormingsjaar nog moeten beëindigen bevinden zich in dat geval.

Artikel 3 Dit artikel heft de artikels 61 en 62 van het besluit van 26 september 2002 op, aangezien deze overgangsregels geen bestaansreden meer hebben.

Artikel 4 Artikel 4 legt de datum van inwerkingtreding van het besluit vast op 15 augustus 2003 om deze te laten voorafgaan aan de inlijving van de nieuwe leerlingen.

Ziedaar, Sire, de krachtlijnen van het besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.

De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

8 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 1ter, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2001, en op artikel 20;

Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikel 15, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1994, en op artikel 20, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, op de artikelen 61, 62 en de bijlage;

Gelet op het advies van de verbeterings- en opleidingsraad, gegeven op 28 januari 2003;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 24 maart 2003;

Gelet op het advies 35.190/4 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, wordt vervangen als volgt : « De cijfers van de academische vorming worden toegekend voor elke cursus of cursusgroep onderwezen gedurende het betrokken studiejaar.

Zij dienen tot het vormen van een enkel cijfer over het geheel van het studiejaar. Zij vloeien voort uit de cijfers behaald voor het dagelijks werk en voor de examens die de leerling moet afleggen. Het onderling gewicht van de examens en het dagelijks werk en het onderling gewicht van de cursussen zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. Het cijfer toegekend voor het geheel van het laatste studiejaar omvat de cijfers toegekend voor de eindscriptie. Voor elke cursus of cursusgroep en voor de eindscriptie wordt een cijfer lager dan 50 % beschouwd als een uitsluitingscijfer. ».

Art. 2.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit, behalve voor de leerlingen die hun vormingsjaar, aangevangen in 2002, nog niet beëindigd hebben. Voor die leerlingen blijft de vorige bijlage van toepassing tot het einde van dat vormingsjaar.

Art. 3.In hetzelfde besluit worden opgeheven : 1° artikel 61;2° artikel 62.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 15 augustus 2003.

Art. 5.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^