Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 november 2016
gepubliceerd op 16 december 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor kapiteins en officieren ingeschreven op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945 en tewerkgesteld door een Belgische maatschappij

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016012192
pub.
16/12/2016
prom.
08/11/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor kapiteins en officieren ingeschreven op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945 en tewerkgesteld door een Belgische maatschappij (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor kapiteins en officieren ingeschreven op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945 en tewerkgesteld door een Belgische maatschappij.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 november 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2015 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor kapiteins en officieren ingeschreven op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945 en tewerkgesteld door een Belgische maatschappij (Overeenkomst geregistreerd op 25 november 2015 onder het nummer 130307/CO/316) Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : a. de werkgevers van de ondernemingen waarvan de activiteit tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de koopvaardij behoort;b. de kapitein en de officieren die in het bezit zijn van een brevet en een geldig STCW-certificaat (Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers) en die ingeschreven zijn op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945, zijnde de kapitein, de 1ste officier, 2de officier, 3de officier, 4de officier, 5de officier, aspirant officier, aspirant officier zonder STCW wachtoverste, 1ste werktuigkundige, 2de werktuigkundige, 3de werktuigkundige, 4de werktuigkundige, 5de werktuigkundige, aspirant werktuigkundige, aspirant werktuigkundige zonder STCW wachtoverste, elektricien, automatisatie-officier, aspirant automatisatie-officier. Zijn uitgesloten van deze collectieve arbeidsovereenkomst : - de werkgevers en de zeevarenden van de ondernemingen die zeeschepen uitbaten die hoofdzakelijk opereren in de shortsea en die voor die schepen zijn toegetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2005 aangaande de zeevarenden ingeschreven in de Pool der Zeelieden en die worden tewerkgesteld op shortsea schepen die de Belgische vlag voeren; - de werkgevers en de zeevarenden van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteit "zeevervoer" is; - de werkgevers en de zeevarenden van de ondernemingen die commerciële zeeschepen exploiteren die uitsluitend passagiers vervoeren met een maximum van 12 passagiers; - de werkgevers en de zeevarenden van de ondernemingen die zeeschepen exploiteren waarvan de verrichte activiteiten baggerwerken zijn.

A. Definities

Artikel 1.In toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan : Onder "officieren" : alle zeevarenden zoals vermeld in het toepassingsgebied rubriek b. van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Onder "basisloon" : het maandloon, zonder enige vermeerdering, zoals het voorkomt in de hierbij gevoegde loonschalen (kolom 1).

Onder "maand" : een kalendermaand. Voor de afrekening van de lonen telt elke volle maand 30 dagen en worden de fracties van maanden berekend a rato van het aantal kalenderdagen.

Onder "maandelijkse bruto bezoldiging vaart" : alle per maand in toepassing van onderhavige arbeidsovereenkomst uitgekeerde lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uniformvergoeding.

Onder "maandelijkse bruto bezoldiging stand-by" : het basisloon per maand zoals opgenomen in de loonschalen onder de rubriek "stand-by" evenals het vakantiegeld hierop, zijnde 17,42 pct..

Onder "maandelijkse bruto bezoldiging bijwerk" : het basisloon per maand en de lumpsum bijwerk zoals opgenomen in de loonschalen evenals het vakantiegeld hierop, zijnde 17,42 pct..

Onder "normaal uurloon" : 1/169ste van het toepasselijk basisloon.

Onder "lange omvaart" : de vaart op alle zeeschepen, behalve die welke worden gebruikt voor de kustvaart.

B. Loonsvoorwaarden Loonschalen

Art. 2.Per effectief gepresteerde maand hebben de kapiteins en officieren recht op : a) het basisloon vermeld in kolom 1 van de hierbij gevoegde loonschalen (bijlage 1);b) de lumpsum zee vermeld in kolom 6 van de hierbij gevoegde loonschalen (bijlage 1).De lumpsum zee omvat : - op weekdagen (van maandag tot en met vrijdag) alle effectief gepresteerde uren die de dagelijkse grens van 8 effectief gepresteerde uren overschrijden; - op zaterdagen : alle effectief gepresteerde uren; - veiligheidswachten onbemande machinekamer op zee (UMS) : indien in een onbemande machinekamer een werktuigkundige wordt aangeduid om in geval van alarm en opgelegde controle, een prestatie te leveren dan is de vergoeding hiervoor opgenomen in de lumpsum zee. De betreffende werktuigkundige moet gekwalificeerd zijn; c) het verlof zijnde 98 pct.van het basisloon. Dit omvat het wettelijk betaald verlof, de gepresteerde uren op zon- en feestdagen, het extra verlof en het conventioneel verlof; d) uniformvergoeding : indien de werkgever het dragen van een uniform voorschrijft aan de officieren zal hen hiervoor een maandelijkse vergoeding van 73,66 EUR worden verleend.Deze vergoeding zal jaarlijks geïndexeerd worden volgens de formule vermeld in bijlage 2 aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst; e) brevet : de officieren die een hoger STCW-certificaat bezitten dan vereist voor de rang die zij bekleden, krijgen hiervoor een vergoeding van 97,80 EUR per maand uitgekeerd.Deze premie zal jaarlijkse geïndexeerd worden volgens de formule vermeld in bijlage 2 aan onderhavige arbeidsovereenkomst.

Overmacht : Er wordt geen bijkomende vergoeding betaald voor arbeid : - in verband met de veiligheid van het schip, de lading en de ingescheepte personen; - in verband met het verlenen van hulp aan andere in nood zijnde schepen of personen; - in verband met brandweer-, sloep- en alle gelijkaardige oefeningen, die door de internationale conventies zijn voorgeschreven; - in verband met formaliteiten voor tol, quarantaine en medische aangelegenheden; - in verband met het bepalen van het bestek van het schip en alle andere meteorologische observaties; - in verband met het aflossen van de wachten; - in verband met de milieubescherming en de oefeningen hiervoor.

Overplaatsing

Art. 3.Bij overplaatsing van een officier op een schip van kleinere tonnenmaat of geringer motorvermogen van dezelfde rederij, zal deze laatste - indien de overplaatsing het gevolg is van een beslissing van de rederij - de door de betrokkene op het groter schip genoten loon handhaven gedurende de hierna bepaalde tijd : - 1 tot en met 3 jaar dienst op een groter schip : 6 maanden handhaving van het loon; - 4 tot en met 5 jaar dienst op een groter schip : 12 maanden handhaving van het loon; - 6 tot en met 10 jaar dienst op een groter schip : 18 maanden handhaving van het loon; - 11 tot en met 15 jaar dienst op een groter schip : 24 maanden handhaving van het loon.

Hetzelfde principe zal toegepast worden wanneer een officier aangeduid wordt om een lagere rang in dezelfde rederij te bekleden.

Het hierboven vermelde is niet van toepassing indien dit het gevolg is van een welomschreven en aan de officier vooraf bekend gemaakte sanctie.

C. Reisduur Reisduur

Art. 4.1. Na 6 ononderbroken maanden aan boord mag de contractuele reisduur door de werkgever of door de officier beëindigd worden in gelijk welke haven met redelijke transportfaciliteiten. In beide gevallen heeft de officier recht op repatriëring op kosten van de werkgever met inbegrip van het vervoer van zijn persoonlijke bagage met een maximum van 40 kg. Indien de werkgever of officier de contractuele reisduur krachtens voormelde bepalingen wenst te beëindigen, moet hij de andere partij hiervan ten minste twee (2) weken vóór de aankomst in de eerstvolgende haven, die het schip zal binnenlopen, in kennis stellen. 2. Indien de periode van 6 maanden een einde neemt in een niet-Europese haven en het schip in een Europese haven binnen de maand verwacht wordt, dan mag de werkgever de contractuele reisduur verlengen tot bij aankomst in de Europese haven.3. Indien het schip vóór het verstrijken van de periode van 6 maanden een Europese haven aandoet, en naar een niet-Europese bestemming vertrekt, mag na vijf maanden een einde gesteld worden aan de contractuele reisduur en gelden de bepalingen van paragraaf 1 inzake vooropzeg, kosten van repatriëring en vervoer van bagage. 4. Indien de periode van 6 ononderbroken maanden aan boord op verzoek van de werkgever overschreden wordt, wordt het basisloon vanaf de 7de maand verhoogd met 10 pct.. 5. Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 4, §§ 1, 2 en 3 kunnen aspirant officieren en aspirant werktuigkundigen die nog niet voldoende maanden vaart hebben om een STCW-certificaat van wachtoverste te bekomen slechts door de werkgever aangeworven worden in de rang van aspirant officier zonder STCW wachtoverste of aspirant werktuigkundige zonder STCW wachtoverste tot op het ogenblik dat zij een STCW wachtoverste kunnen voorleggen. Verblijf aan de wal in het buitenland

Art. 5.Wanneer een officier in dienst in het buitenland in opdracht van de werkgever, tijdelijk aan de wal moet blijven, zullen de onkosten daarvan door de werkgever worden gedragen.

D. Arbeidsvoorwaarden Wachtenstelsel

Art. 6.Op zee wordt het driewachtenstelsel toegepast. Uitzondering wordt enkel gemaakt voor bepaalde vaartuigen van kleine tonnenmaat waarop het speciaal regime voorzien in artikel 31 wordt toegepast.

Arbeidsduur

Art. 7.In toepassing van regel 2.3, norm A2.3 van de Maritieme Arbeidsconventie 2006, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie van 23 februari 2006 en door België geratificeerd op 10 augustus 2013, wordt bepaald dat het minimum aantal rusttijden niet minder mag bedragen dan 10 uren per periode van 24 uur en 77 uren per periode van 7 dagen.

De rusturen mogen worden verdeeld over niet meer dan twee perioden waarvan er één ten minste een lengte heeft van zes uur, en de intervallen tussen twee opeenvolgende rusttijden mogen niet meer dan veertien uur bedragen.

Verder dient de werkgever gevolg te geven aan artikel 32 van het koninklijk besluit van 30 september 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2014 pub. 09/10/2014 numac 2014014360 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten ter uitvoering van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst van 19 mei 2008 tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 sluiten tot wijziging van diverse koninklijke besluiten ter uitvoering van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst van 19 mei 2008 tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerwerknemers (ETF) inzake het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006.

Arbeidsduur op weekdagen - wachtlopende officieren a. Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag volgens wachtenstelsel; - 's zaterdags : 8 uur volgens wachtenstelsel. b. Op dagen van aankomst en vertrek : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag; - 's zaterdags : 8 uur.

In de havens waar een andere werkregeling bestaat dan de hierboven vermelde wachtregeling, kunnen de wachturen gewijzigd worden, zonder dat de hierboven vermelde duur mag overschreden worden in een tijdspanne van 12 uur.

Arbeidsduur op weekdagen - dagofficieren

Art. 8.Onder "dagofficieren" wordt verstaan : de officieren, die niet ingedeeld zijn in het wachtenstelsel of die gedurende de dag werken en 's nachts vrij zijn. a. Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag te verrichten tussen 6 uur en 18 uur; - 's zaterdags : 8 uur te verrichten tussen 6 uur en 18 uur. b. Op dagen van aankomst en vertrek : Zonder rekening te houden met de begrenzingen vermeld onder a.: - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag; - 's zaterdags : 8 uur.

In de havens waar een andere werkregeling bestaat dan de hierboven vermelde wachtregeling, kunnen de wachturen gewijzigd worden, zonder dat de hierboven vermelde duur mag overschreden worden in een tijdspanne van 12 uur.

Werkzaamheden op zon- en feestdagen Beperkingen werkzaamheden op zon- en feestdagen

Art. 9.Werk op zon- en feestdagen mag slechts opgedragen worden binnen volgende beperkingen en tijdsbegrenzingen. 1. Wachtlopende officieren Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen, wordt op zondagen gewerkt volgens het wachtenstelsel. Op de feestdagen, zoals bepaald bij artikel 15, mogen slechts de voor het voeren van het schip, de dienst van de opvarenden, de bescherming van het milieu, de veiligheid en de gezondheid noodzakelijke werkzaamheden opgedragen worden.

Dringende werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de normale exploitatie van het schip, ter beoordeling van de kapitein, mogen eveneens opgedragen worden.

De vergoeding voor werk op zon- en feestdagen is opgenomen in de vergoeding voor verlof in artikel 2, c). 2. Dagofficieren Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen, kunnen er : Op zondagen, arbeidsprestaties gevergd worden tussen 6 en 18 uur. Op de feestdagen, zoals bepaald bij artikel 15, mogen slechts de voor het voeren van het schip, de dienst van de opvarenden, de bescherming van het milieu, de veiligheid en de gezondheid noodzakelijke werkzaamheden opgedragen worden.

Dringende werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de normale exploitatie van het schip, ter beoordeling van de kapitein, mogen eveneens opgedragen worden.

De vergoeding voor werk op zon- en feestdagen is opgenomen in de vergoeding voor verlof in artikel 2, c).

Personeelsbezetting

Art. 10.Voor de lange omvaart : Er zal voldoende personeel aan boord zijn om de wachten zodanig in te richten dat noch de kapitein, noch de hoofdwerktuigkundige regelmatig wacht moeten lopen.

E. Vakantie Jaarlijkse vakantie

Art. 11.De officier heeft recht op 30 kalenderdagen wettelijke vakantie per jaar. De vakantiedagen zullen zoveel mogelijk verleend worden in overeenstemming met de wensen van de belanghebbenden. Voor de berekening van de duur van de jaarlijkse vakantie worden in aanmerking genomen de werkelijk gepresteerde dagen en de door de wet met werkelijke arbeidsdagen gelijkgestelde dagen.

Voor de hierboven voorziene jaarlijkse vakantie ontvangen de officieren een vakantiegeld van 17,42 pct. (zowel enkel als dubbel) berekend op basis van hun maandelijkse bruto bezoldiging.

Voor de werkelijk gepresteerde dagen is dit bedrag inbegrepen in het bedrag vermeld in artikel 2, c).

Voor de door de wet met werkelijke arbeidsdagen gelijkgestelde dagen alsook voor prestaties bijwerk en stand-by wordt het vakantiegeld afzonderlijk berekend.

Compensatiedagen

Art. 12.Zon- en feestdagen gedurende de reis : Tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst ontvangen de officieren voor zon- en feestdagen een compensatiedag. De vergoeding voor zon- en feestdagen is opgenomen in het verlof vermeld in artikel 2, c).

Zaterdagen gedurende de reis : Voor de zaterdagen tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst ontvangen de officieren een compensatiedag. De vergoeding voor zaterdagwerk is inbegrepen in de lumpsum vermeld in artikel 2, b).

Extra vakantie

Art. 13.Buiten de jaarlijkse vakantie toegekend ingevolge artikel 11, wordt aan de officieren een extra vakantiedag verleend per dertig prestatiedagen. Breuken van 15 dagen en minder komen niet in aanmerking. De vergoeding hiervoor is inbegrepen in het verlof vermeld in artikel 2, c).

Conventionele vakantie

Art. 14.Per collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 1985 tot uitvoering van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen wordt aan de officieren een bijkomende vakantiedag toegekend per 20 dagen vaart. De vergoeding hiervoor is inbegrepen in het verlof vermeld in artikel 2, c).

Feestdagen

Art. 15.a. De volgende dagen worden als officiële feestdagen beschouwd : 1 januari, 2de Paasdag, 1 mei, O.H. Hemelvaart, 2de Pinksterdag, 21 juli, O.L.V. Hemelvaart, Allerheiligen, 11 november, Kerstdag. b. Wanneer een feestdag op een zaterdag of een zondag valt, wordt de feestdag genomen op de eerste gewone werkdag die op die feestdag volgt. Berekening van de vakantiedagen

Art. 16.360 dagen vaart geeft recht op : 52 compensatiedagen zaterdag; 78 compensatiedagen zondag (52 + 26 compensatie op vakantie); 15 feestdagen (10 + 5 feestdagen op vakantie); 12 bijkomende vakantie; 18 conventionele vakantie; 46 dagen wettelijke vakantie (30 + 16 wettelijke vakantiedagen op vakantie); = 221 vrije dagen.

Wettelijke vakantie per maand : 46 x 30 dagen : 360 dagen = 3,83 kalenderdagen = 3,3 dagen in 6-dagenstelsel.

Andere vakantie per maand : 175 x 30 dagen : 360 dagen = 14,58 kalenderdagen = 12,5 dagen in 6-dagenstelsel.

De vakantiedagen worden in principe opgenomen in het 6-dagenstelsel.

De zon- en feestdagen worden niet beschouwd als vakantiedagen.

De keuzemogelijkheid om de vakantie in het 5-dagenstelsel op te nemen, ligt bij de officier. Volgens de noodwendigheden van de dienst kan de werkgever hiervan afwijken in onderling overleg met de officier.

Indien de officier dit wenst kunnen de vrije dagen opgeschort worden voor de periode dat hij, in opdracht van de werkgever, specialisatiecursussen volgt.

Toepassing van de vakantie

Art. 17.De vakantiedagen/vrije dagen onderbreken het dienstverband niet.

Studieverlof

Art. 18.Aan de officieren die de voorwaarden vervullen tot deelneming aan een examen voor het verwerven van een brevet zal op hun aanvraag, zo spoedig mogelijk, studieverlof zonder loon worden toegestaan, indien de vereisten van de dienst het toelaten.

De verlofaanvraag moet ingediend worden bij de werkgever ten minste 2 maanden vóór de datum van het gevraagde verlof.

De aanvraag, alsmede de toelating, moeten schriftelijk geschieden. De inwilliging van de aanvraag mag niet langer dan één jaar verdaagd worden.

Bij onderbreking van de dienst, uit oorzaak van studie, met toestemming van de werkgever, worden de diensttijden vóór en onmiddellijk na het studieverlof geacht aaneen te sluiten.

F. Repatriëring

Art. 19.Behalve bij wederzijdse overeenkomst om de contractuele reisduur te verbreken, hebben de officieren het recht om ten laste van de werkgever gerepatrieerd te worden. Zij moeten de reisweg en de wijze van repatriëring volgen door de werkgever of zijn vertegenwoordiger aangeduid.

De kosten ten laste van de werkgever in geval van repatriëring behelzen : - de reiskosten tot aankomst in de plaats van aanwerving; - kost en inwoning van de officier vanaf het ogenblik dat hij het schip verlaat tot zijn aankomst op de repatriëringsbestemming; - het vervoer van zijn persoonlijke bagage met een maximum van 40 kg; - medische behandeling, indien noodzakelijk, totdat de gezondheidstoestand van de officier hem toelaat de reizen naar de repatriëringsbestemming.

De officier heeft recht op zijn loon tot zijn aankomst in de plaats van aanwerving; dit op voorwaarde dat hij de terugreis ondernomen heeft langs de weg en binnen de termijn door de werkgever vastgelegd.

Indien de officier echter ontscheept is op grond van tuchtmaatregelen, verliest hij het recht op zijn loon voor de reisdagen.

Indien de officier recht heeft op zijn loon, dan heeft hij eveneens recht op de vergoeding voor een met die periode overeenstemmend aantal vakantiedagen zoals voorzien in artikel 16.

G. Beëindiging van het dienstverband Beëindiging van het dienstverband

Art. 20.Na een periode van 12 maanden dienst bij dezelfde werkgever heeft de officier recht op volgende opzegtermijn niettegenstaande het bestaan van opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur. a. De opzeg van het dienstverband door de werkgever zal geschieden met inachtneming van de hierna vermelde termijnen : Kapitein, 1ste officier en hoofdwerktuigkundige : na 1 jaar : 1 maand; na 3 jaar : 3 maanden; na 5 jaar : 6 maanden; na 10 jaar : 9 maanden.

Alle officieren behalve de kapitein, de 1ste officier en de hoofdwerktuigkundige : na 1 jaar : 2 weken; na 3 jaar : 6 weken; na 5 jaar : 3 maanden; na 10 jaar : 6 maanden.

De werkgever behoudt zich het recht voor de officier in effectieve dienst te houden gedurende 75 pct. van de opzegtermijn. De vakantiedagen/vrije dagen door de officier opgebouwd vóór de aanvang van de opzegperiode kunnen door de werkgever niet als opzegtermijn gebruikt worden. b. De opzeg van het dienstverband door de officier zal geschieden met inachtneming van de hierna vermelde termijnen : Kapitein, 1ste officier en hoofdwerktuigkundige : na 1 jaar : 2 weken; na 3 jaar : 6 weken; na 5 jaar : 3 maanden; na 10 jaar : 4,5 maanden.

Alle officieren behalve de kapitein, de 1ste officier en de hoofdwerktuigkundige : na 1 jaar : 1 week; na 3 jaar : 3 weken; na 5 jaar : 6 weken; na 10 jaar : 3 maanden.

De officier kan zijn vakantiedagen/vrije dagen gebruiken als opzegtermijn. Indien de officier onvoldoende vakantiedagen/vrije dagen heeft voor zijn opzegtermijn kan de werkgever eisen dat de officier voor de resterende opzegtermijn effectieve prestaties uitvoert. In dit geval is de repatriëring ten laste van de werkgever.

Art. 21.Bij opzeg van het dienstverband, zoals vermeld in artikel 20, a., is de werkgever verplicht de lonen, inclusief vakantiegeld, zoals vermeld in de bijgevoegde loonschalen, te betalen voor het gedeelte van de opzegperiode dat er effectief prestaties verricht worden. Voor het gedeelte van de opzegperiode dat de officier vrijgesteld is van prestaties is de werkgever verplicht de stand-by lonen te betalen verhoogd met 17,42 pct. vakantiegeld.

Art. 22.Bij ontslag van een officier op grond van tuchtmaatregel is de werkgever niet gehouden de in artikel 20 gestelde opzegtermijn te eerbiedigen.

Getuigschrift

Art. 23.Officieren hebben, bij beëindiging van het dienstverband, recht op een getuigschrift.

Rapporten van departementsoversten aan de werkgever over officieren

Art. 24.Iedere officier heeft het recht inzage te nemen van de rapporten, die door de kapitein en zijn departementsoverste over hem bij de werkgever werden ingediend.

De werkgever is gehouden deze rapporten op zijn kantoor voor te leggen, op eenvoudige aanvraag van de betrokkene.

H. Reis- en verplaatsingskosten Reiskosten

Art. 25.Wanneer een officier reist voor rekening van de werkgever, zal deze hem de nodige reisbiljetten bezorgen. Voorafgaandelijk aanvaarde kosten zullen, mits voorlegging van een rekening, door de werkgever worden terugbetaald.

Administratieve kosten door de officier gemaakt om geldige reisdocumenten, zoals internationaal paspoort en visum, te verkrijgen, worden eveneens door de werkgever terugbetaald.

Art. 26.De officier heeft recht op een vaste vergoeding van 50 EUR bij elke aan- en afmonstering ter dekking van lokale reis- en verplaatsingskosten. Indien de lokale reis- en verplaatsingskosten het bedrag van 50 EUR overschrijden zal het verschil door de werkgever terugbetaald worden indien dit voorafgaandelijk door de werkgever werd toegezegd.

I. Speciale clausules Beddengoed en eetgerei

Art. 27.De reder zal het volgende ter beschikking stellen van de officieren zolang ze zich aan boord van het schip bevinden : - voldoende voedsel van goede kwaliteit; - accommodatie conform de relevante IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) conventies; - een matras, hoofdkussens, overtrekken, lakens en dekens en minstens 2 handdoeken. De lakens, overtrekken en handdoeken zullen minstens één maal per week door zuivere worden vervangen; - degelijk eetgerei; - recreatiefaciliteiten in overeenstemming met IAO conventie 138.

Bovendien zal de reder het kombuis voorzien van keukengerei en materiaal dat gewoonlijk gebruikt wordt om te koken.

Maaltijden

Art. 28.De voedselvoorziening aan boord mag niet als een economisch probleem beschouwd worden en alle leden van de bemanning zijn in principe gelijkgesteld voor wat de maaltijden betreft.

Op schepen, die passagiers aan boord hebben, kan hiervoor nochtans uitzondering bestaan voor officieren die samen met de passagiers hun eetmalen gebruiken.

Eetwaren zullen in geen geval, zonder toelating van de reder, door leden van de bemanning aan wal mogen gebracht worden.

De controle op de voedselvoorraden en -verbruik wordt waargenomen door het conventionele overlegorgaan zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2005 tot oprichting van een conventioneel overlegorgaan organisatie voor veiligheid en gezondheid.

Werk- en beschermingskledij

Art. 29.Buiten de overalls en werkschoenen die de werkgever de zeevarende moet bezorgen, moet hij bovendien doeltreffende beschermingskledij ter beschikking stellen nodig voor de uit te voeren werkzaamheden.

Verlies van plunje

Art. 30.De vergoeding voor verlies of vernieling van plunje (persoonlijke bagage) aan boord van het schip of gedurende de reis van en naar het schip zal maximum 5 000,00 EUR bedragen.

Voorwerpen met een waarde hoger dan 250,00 EUR worden enkel vergoed indien ze vooraf bij de werkgever of kapitein door middel van een lijst werden aangegeven.

J. Bijzondere regeling Tweewachtenstelsel

Art. 31.Het tweewachtenstelsel kan worden ingevoerd op schepen die het driewachtenstelsel niet kunnen toepassen, daar hun technische installatie niet toelaat een voldoende aantal bemanningsleden in te schepen.

Dit kan slechts geschieden na paritair overleg tussen de organisaties die deel uitmaken van het Paritair Comité voor de koopvaardij.

Art. 32.In geval van verschillen tussen de Nederlandstalige, Franstalige en Engelstalige uitgave zal de Nederlandstalige tekst primeren op de Franstalige en/of Engelstalige.

Art. 33.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege vanaf 1 november 2015 en vervangt volgende collectieve arbeidsovereenkomsten : De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2006 voor kapiteins en officieren ingeschreven in de Belgische Pool der Zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij (registratienr. 78817 - geregistreerd op 23 februari 2006), zoals gewijzigd door : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 april 2006 (registratienr. 79887 - geregistreerd op 29 mei 2006); - de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 2009 (registratienr. 97521- geregistreerd op 17 februari 2010); - de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 september 2009 (registratienr. 95614 - geregistreerd op 12 november 2009); - de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2011 (registratienr. 104106 - geregistreerd op 10 mei 2011) en - de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2013 (registratienr. 116510 - geregistreerd op 9 augustus 2013).

Elk der ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits naleving van een opzeggingstermijn van zes maanden.

Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan elk van de ondertekenende partijen betekend. De termijn van zes maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter is gestuurd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 november 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor kapiteins en officieren ingeschreven op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945 en tewerkgesteld door een Belgische maatschappij Nieuwe loonstructuur Officieren - 1 november 2015

CARGO

1

2

3

4

5

6

7

Basisloon/ Salaire de base

Uurloon/ Salaire horaire

150 pct./p.c.

Zondag 8 uur/ Dimanche 8 heures

Zondag 9 uur/ Dimanche 9 heures

Lumpsum zee/ Lumpsum mer

Lumpsum bijwerk/ Lumpsum travail complémentaire

Kapitein/Capitain


-3 000 Brt

3 395,78

20,09

20,09

2 722,93

1 453,50

-9 000 Brt

4 118,56

24,37

24,37

3 136,24

1 632,41

+9 000 Brt

4 871,31

28,82

28,82

3 565,78

1 816,41

1ste WTK/1er mécanicien


-3 001 Kw

3 246,47

19,21

19,21

2 618,60

1 397,81

-5 000 Kw

3 934,83

23,28

23,28

3 012,50

1 568,01

+5 000 Kw

4 651,88

27,53

27,53

3 421,89

1 743,45

1ste OFF/2de WTK/AUTOM. OFF/ 1er officier/2ème mécanicien/officier d'automatisation


-3 000 Brt

-3 001 Kw

2 657,05

15,72

15,72

2 405,29

1 393,63

-9 000 Brt

-5 000 Kw

3 065,96

18,14

18,14

2 719,21

1 565,99

+9 000 Brt

+5 000 Kw

3 474,19

20,56

20,56

3 029,71

1 743,90

2de OFF/3de WTK/ 2ème officier/3ème mécanicien


-3 000 Brt

-3 001 Kw

2 524,98

14,94

22,41

14,94

29,88

3 008,31

1 504,16

-9 000 Brt

-5 000 Kw

2 635,78

15,60

23,39

15,60

31,19

3 123,40

1 561,70

+9 000 Brt

+5 000 Kw

2 968,16

17,56

26,34

17,56

35,13

3 468,09

1 734,05

1ste ELEK/1er électricien


-3 001 Kw

2 592,38

15,34

23,01

15,34

30,68

2 956,25

1 478,13

-5 000 Kw

2 703,18

16,00

23,99

16,00

31,99

3 071,34

1 535,67

+5 000 Kw

3 035,56

17,96

26,94

17,96

35,92

3 416,03

1 708,02

3de OFF/4de WTK/ 3ème officier/4ème mécanicien

2 210,29

13,08

19,62

13,08

26,16

2 780,01

1 390,01

4de OFF/5de WTK/ASP. AUTOM. OFF/ 4ème officier/5ème mécanicien/asp. officier d'automatisation

1 974,29

11,68

17,52

11,68

23,36

2 510,76

1 255,38

ASP OFF/ASP WTK/ Aspirant officier/aspirant mécanicien

1 697,59

10,04

15,07

10,04

20,09

2 187,85

1 093,93

ASP OFF zonder STCW WO/ASP WTK zonder STCW WO/ Aspirant officier sans STCW WO/Aspirant mécanicien sans STCW WO

604,52

3,58

5,37

3,58

7,15

-

-


TANKERS

1

2

3

4

5

6

7

Basisloon/ Salaire de base

Uurloon/ Salaire horaire

150 pct./p.c.

Zondag 8 uur/ Dimanche 8 heures

Zondag 9 uur/ Dimanche 9 heures

Lumpsum zee/ Lumpsum mer

Lumpsum bijwerk/ Lumpsum travail complémentaire

Kapitein/Capitain


-3 000 Brt

3 709,16

21,95

21,95

2 692,39

1 437,20

-9 000 Brt

4 504,22

26,65

26,65

3 098,67

1 612,86

+9 000 Brt

5 332,25

31,55

31,55

3 520,06

1 793,12

1ste WTK/1er mécanicien


-3 001 Kw

3 544,93

20,98

20,98

2 589,79

1 382,43

-5 000 Kw

4 302,12

25,46

25,46

2 976,17

1 549,10

+5 000 Kw

5 090,88

30,12

30,12

3 377,97

1 721,08

1ste OFF/2de WTK/AUTOM. OFF/ 1er officier/2ème mécanicien/officier d'automatisation


-3 000 Brt

-3 001 Kw

2 896,56

17,14

17,14

2 381,91

1 380,08

-9 000 Brt

-5 000 Kw

3 346,36

19,80

19,80

2 691,41

1 549,98

+9 000 Brt

+5 000 Kw

3 795,42

22,46

22,46

2 997,54

1 725,38

2de OFF/3de WTK/ 2ème officier/3ème mécanicien


-3 000 Brt

-3 001 Kw

2 758,03

16,32

24,48

16,32

32,64

2 985,58

1 492,79

-9 000 Brt

-5 000 Kw

2 879,91

17,04

25,56

17,04

34,08

3 098,73

1 549,37

+9 000 Brt

+5 000 Kw

3 245,53

19,20

28,81

19,20

38,41

3 441,45

1 720,73

1ste ELEK/1er électricien


-3 001 Kw

2 825,43

16,72

25,08

16,72

33,44

2 933,52

1 466,76

-5 000 Kw

2 947,31

17,44

26,16

17,44

34,88

3 046,66

1 523,33

+5 000 Kw

3 312,93

19,60

29,40

19,60

39,21

3 389,39

1 694,70

3de OFF/4de WTK/ 3ème officier/4ème mécanicien

2 415,96

14,30

21,44

14,30

28,59

2 759,99

1 380,00

4de OFF/5de WTK/ASP. AUTOM. OFF/ 4ème officier/5ème mécanicien/asp. officier d'automatisation

2 156,36

12,76

19,14

12,76

25,52

2 492,73

1 246,37

ASP OFF/ASP WTK/ Aspirant officier/aspirant mécanicien

1 867,35

11,05

16,57

11,05

22,10

2 166,81

1 083,41

ASP OFF zonder STCW WO/ASP WTK zonder STCW WO/ Aspirant officier sans STCW WO/Aspirant mécanicien sans STCW WO

604,52

3,58

5,37

3,58

7,15

-

-


Diplomavergoeding : De officieren die een hoger STCW-certificaat bezitten dan vereist voor de rang die ze bekleden, krijgen hiervoor een vergoeding ten belope van 97,80 EUR per maand uitgekeerd.

Uniform Indien de rederij het dragen van een uniform voorschrijft aan de officieren, zal hen hiervoor een maandelijkse vergoeding van 73,66 EUR per maand uitgekeerd worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 november 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor kapiteins en officieren ingeschreven op de Poollijst zoals bedoeld in artikel 1bis, 1° van de besluitwet van 7 februari 1945 en tewerkgesteld door een Belgische maatschappij

Stand-by lonen/Salaires stand-by 1 november 2015/1er novembre 2015


Rank/Rang

Bt 1

Kw

STAND-BY 2

Kapitein/Capitaine

-3 000

4 000,86

-9 000

4 723,64

+9 000

5 476,39


HWTK/1er officier

-3 001

3 851,55

-5 000

4 539,91

+5 000

5 256,96


1ste OFF/1er officier

-3 000

-3 001

3 262,13

2de WTK/2ème mécanicien

-9 000

-5 000

3 671,04

AUTOM. OFF/officier automatisation

+9 000

+5 000

4 079,27


2de OFF/2ème officier

-3 000

-3 001

3 130,06

3de WTK/3ème officier

-9 000

-5 000

3 240,86

+9 000

+5 000

3 573,24


1ste ELEC/1er électricien

-3 001

3 197,46

-5 000

3 308,26

+5 000

3 640,64


3de OFF/4de WTK/ 3ème officier/4ème mécanicien

2 815,37

4de OFF/5de WTK/ASP. AUTOM. OFF/ 4ème officier/5ème mécanicien/Aspirant officier automatisation

2 579,37

ASP OFF/ASP WTK/ Aspirant officier/aspirant mécanicien

2 302,67


Formule jaarlijkse indexverhoging vergoedingen 1. Het gezondheidsindexcijfer van de maand januari van het lopende jaar wordt afgetrokken van het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het lopende jaar. Gezondheidsindexcijfer oktober - gezondheidsindexcijfer januari (x) 2. Vervolgens wordt dit resultaat op 12 maanden gebracht : (x) x 12 maanden = (y) 10 maanden De totale indexverhoging voor het afgelopen jaar is hiermee gekend (y).3. De totale indexverhoging dient vervolgens uitgedrukt te worden in een percentage waarmee de vergoeding moet verhoogd worden met ingang van de maand januari van het volgende jaar : (y) x 100 = percentage indexverhoging van het lopende jaar Gezondheidsindexcijfer januari van het lopende jaar Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 november 2016. De Minister van Werk, K. PEETERS

^