Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 oktober 1998
gepubliceerd op 26 november 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het conventioneel brugpensioen op 55 en 56 jaar in de witzandexploitaties

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012858
pub.
26/11/1998
prom.
08/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/08/1998012858/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het conventioneel brugpensioen op 55 en 56 jaar in de witzandexploitaties (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op titel III;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende het conventioneel brugpensioen op 55 en 56 jaar in de witzandexploitaties.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.

Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 Conventioneel brugpensioen op 55 en 56 jaar in de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45037/CO/102.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van 20 december 1994 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, en heeft directe uitwerking.

Art. 3.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt met ingang van 1 januari 1997 het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn) dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 1997 en 31 december 1997 de leeftijd van 55 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft, en tussen 1 januari 1998 en 31 december 1998 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft, en die 20 jaar nachtarbeid hebben.

Art. 4.a) De leeftijd van het brugpensioen van de werknemers die 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsuitkeringen, wordt op 55 jaar gebracht in 1997 en wordt op 56 jaar gebracht in 1998; b) Voor de toepassingsmodaliteiten van dit beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid tot een maximum van 5 jaar gedurende de loopbaan beperkt.

Art. 5.De toepassing van de verschillende bepalingen overeenkomstig de artikelen 3 en 4 is evenwel volgende regelingen bepaald; a) het brugpensioen op 55 jaar en op 56 jaar zal toegestaan worden voor zover de werknemers die een beroepsverleden van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kunnen getuigen;b) voor de bruggepensioneerden is er verplichting tot vervanging. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^